1898. N°. 19. Zaterdag 12 Februari. 85sle jaargang. Bij dit no. behoort een bijvoegsel. Gemeenteraad van Goes. GOESC öe uitgave dozer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjja per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderljjke nommers 5 centmet bjjhlad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiön voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijgh DiTJdUB te Rotterdam et? verder hg alle Boekverkoopero en Brievengaarders, mrnnvnyytiwim t: van adveirteat^^a f ó&w uren Db prjjs der gewone advertentiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 c Afttavragan om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel, da® der uitcave. Zitting van Donderdag den 10 Februari 1898, des avor.ds te 8 uren. Voorzitter de h^er Wesselink, burgemeester. Tegenwoordig 10 leden. Afwezig de heer S. van d*r Pejl wegens ziekte en de heeren Lenshoek en Janssen m«t kennisgeving. Da notulen der vorige vergadering worden goed gekeurd. Medegedeeld wordtdat bjj Kon. besluit van 13 Jan. jl. de jaarwedde van den burgemeester en den secretaris is bepaald op f 1500 voor ieder; (Do Voorzitter betuigt hierbij dank voor de mede werking in dozen van den Raad ondervonden.) dat do jacht in de gemeente voor 7 jaren is ver huurd aan de Jachtvereeniging >hef. Klopje" te Wilhelminadorp voor f 310 'sjaars; dat de stortplaats voor puin en de plaats voor het branden van varkens zjja overgebracht naar het terrein der nieuwe mestvaaP. Ingekomen zjjn Missives van Ged. Staten dd. 29 Jan. 1898, hou dende goedkeuring van verschillende raadsbesluiten Missive van de Kamer van koophandel en fabrie ken te Middelburg over het zenden van een adres in zake de scheepvaart Van de openbare gezondheidscommissie medodee- ling der benoeming van de heeren J. Adam en mr. J. de Witt Hamer resp. tot voorzitter en secre taris dier eommissie Van de commissie tot getrouw schoolbezoek der Bjjzondere school en van de gascom missie verslag over 1897. Uit de voordracht ter benoeming van een onder- w jj z e r aan school B, bestaande uit de hoeren J. J. van Els&eker te 's-Gravezande, C. A. Bakker te Almkerk en L. de Putter te Koljjnsplaat wordt benoemd dhr. J. J. van E 1 s &4c k e r met 9 st. tegen 1 op dhr. Bakker. (Op de voordracht waH een ODderwjjzer zonder hoofdakte no. 1 geplaatst, in verband met de om standigheid, dat aan de scf ooi, waarin de benoemde zal worden werkzaam gesteld, reeds, behalve het hoofd, 2 onderwijzers met hoofdakte verbonden zgn.) Aan mevrouw de wed. A. de Ronde B r e s s e r wordt, op haar verzoek wegens hoogen leeftjjd, op de meest eervolle wjjze ontslag verleend als re- g e n t e 8 van het Weeshuis, zulks onder dank betuiging voor de vele en gewichtige diensfceD, ge durende ruim 30 jaren aan de belangen der weezen gewjjd. {Applaus) Uit de aanbeveling ter benoeming eener regentes in bare plaats, bestaande uit de damesmevrouw M. C. Breetvelt—Ittmann en mevrouw D. Moljjn Bevier de Fouw, wordt eerstgenoemde benoemd met 8 stemmen, tegen 2 op mevr. Moljjn. De heer J. M. van der Schalk te Schiedam wenschfc af te koopen het jachtrecht drukkende op zgn gronden in de gemeente Goes en verzoekt op gave van den prijs. B. en W. stellen voor de afkoopsom te bepalen op f 12 per H. A., welke som ook bg vorige ge legenheden is bepaald en daar de uitgestrektheid over 3 H. A., 13 A. en 37 c.A. loopt, de gebeele som op f 87,60. De fio. commissie stelt voor die som te bepalen op f45, omdat bg de jongste verpachting het jacht recht f 310 heeft opgebracht over 578 H. A. of 54 cent per H. A. in het jaar. Dit gekapitaliseerd tegen den penning 25, geelt een afkoop van i 13,50 per H. A. of over 3.18.37. H. A. de som van f42,30. Voegt men hierbjj een bedrag van f 2,70 voordépré- ciatie van de overige grondeü, een gevolg van den afkoop, zoo komt men tot het bedrag van f 45 voor afkcopwaarde. De Voorzitter zegt, dat B. en W. geene aanleiding vinden om met het gevoelen van de fia. comm. mede te gaan. Hg stelt op den voorgrond, dat men hier niet te doen heeft met een gewonen koop en verkoop. Het jachtrecht moet verkocht worden, wan neer de eigenaar der gronden dit wenscht en zoo men niet, omtrent den prjjs overeenkomt beslist de rechter. Wat de dépiéciatie van de overige gron den betreft, merkt spr. op, dat dit argument weinig gelden kan omdat het hier eene strook tuingrond aan de grenzen betreft. Bovendien kochten anderen vroeger wel voor slechts f 6 per Heot. af, zoodat ook de nu geboden prjjs niet gering is. De vraag daarlatende of de berekening naar eeo wisselvalligen huurprgs kan plaats vinden, wjjst de Voorzitter voorts er op, dat hst Rjjk voor de tienden slechts den penning 20 berekent, zoodat ook in verhouding daarmede de berekening van B. en W. meer ge motiveerd schijnt. De herr Ochtmanvoorzitter der fi^. commant woordt hierop, dat de prjjs natuurlijk door beide partijen wordt bepaald en dat daaibg de waarde van het object in het oog moet woiden gohouden. Die waardebepaling is z. i. to baseeren op de op brengst van de huur, en waar deze, na 10 jaren f 802 te zgn geweest, thans weder voor 7 jaren op f 310 is gekomen, kan men wel spreken van een vrjj vaste i opbrengst. Daarmede heeft do fia. comm. rekening gehouden, terwjjl zjj toegeeft, dat de quaostie der dépiéciatie minder overwegend is. Bepaalt nu de Raad den prjjs op f 13,50 per Heet. en de afkooper acht die som te hoog, welnu dan kan hg dit te kennen geven en de Raad kan dan oordeelon of hjj eene rechterlijke beslissing wil afwachten. Nadat de Voorzitter heeft opg merkt, dat de aan hangige afkoop geen afslag geeft aan den huurder van het jachtrecht, omdat in het contract bepaald is, dat afslag eeist intreedt bij afkoop van minstens 5 Heet., (zoodat de som in de gemeentekas vloeit zonder dat de huur vermindert), wjjst hg nog op eene indertjjd voorgekomen recliterljjke beslissing omtrent den afkoop van jachtrecht op gronden in Noordbeveland, waardoor de overige gronden wer kelijk gedépresieerd werdon, en waarby de rechter toch niet meer dan f 12 toestond. De heer Ochtman zegt, dat de fin. commissie de f 2,70 voor dépréciatie der gronden laat valleD, maar haar voorstel omtrent de f 13,50 p9r Heet. hand haaft. Dit wordt in omvraag gebracht en verworpen met 7 tegen 3 st. Tegen de hh. Ochtman, Do Jonge en mr. Dicke. Het voorstal van B. ea W. wordt vervolgens met algem. st. aang9com9n. Door verplaatsing van de stortplaats van puin en var. de plaats voor het branden van varkens naar het terrein by de Nieuwe mestvaalt, benevens voor den weg naar den Goeschen polder, is we derom een stukje grond van den pachter S. B o o n e ingenomen. In evenredigheid tot de pacht van hot geheel wordt voorgesteld zijne pacht met f 0.61 te verminderen. Bg dit punt bespreekt de heer Van der Leeuw de overbrenging van de stortplaats voor puin naar het tegenwoordige terrein, dat hjj om den afstand minder doelmatig en een groot ongerief voor belang hebbenden acht. Hij zou het beter vinden, dat zjj weder teruggebracht werd naar de vorige plaats of dichter in het centrum der stad en dat zij dan voor den welstand van eene omheining werd voorzien. Eenige stemmen»B.v. op de Groote Maikt.?' De Voorzitter merkt op, dat het geene verplich ting is van de gemeente om er eene stortplaats voor puin op na te houden. Dit is dus eene welwillend heid om belanghebbenden van deze stof te ontlasten en de gemeente kiest daarvoor de plaats, die zjj er het best voor bestemmen kan. Nu de mestvaalt is overgebracht en op de oude plaats gelegenheid tot bouwen of beplanten is ontstaan, meenden B. en W. ook de puinplaats elders te moeten bron gen en na een nauwkeurig onderzoek was geen betere dan de thans bepaalde plaats te vinden. Voor hen, die dichter bij de oude plaats woonden, is het na tuurlijk een ongerief, maar het wordt weder een voordeel voor hen, die dichter bg de tegenwoordige plaats wonen, en met het oog op »allerlei ongerech tigheden", die behalve het puin op de stortplaats wel eens gebracht worden, is het beter dergeljjke inrichtingen buiten do kom der gemeente te houden. De heer Van der Leeuw erkent, dat hij zelf ook geene plaats zou kunnen aanwjjzen, dichter bjj de stad, dan b. v. tegenover de begraafplaats, doch hjj acht het toch eene zaak van gewicht, omdat naar mate het puin verder moet gebracht worden, het verbouwen duurder zal worden. Hg verwacht, dat een rtquest van ingezetenen niet zal uitbljjven. De Voorzitter meent dat de grond, door den heer v. d. Leeuw bedoeld, een beBt stuk bouwland en daarom voor het doel mi ider gewenschfc is. De heer Ramondt merkt op, dat het terrein tegen over de begraafplaats wat den afstand betreft, al zeer weinig verschil oplevert met de nu ingenomen plaats. Overigens acht hjj, nu de stortplaats overge bracht is, alleen de picbtvermindering van Boone aan de orde en wil hij afwachten of er werkeljjk zulk een adres inkomt. B. en W. kunnen dan nader hunne meening zeggen. De heer Van der Leeuw zegt, dat de meerdere af stand wel 10 minuten bedraagt, wat de heer Ramondt onjuist acht. De Voorzitter voert nog aan, dat hg de bespre king dezer zaak heeft toegelaten, omdat zjj verband houdt met de pachtvermindering aan Boone, maar dat hg overigens herhalen wil, dat er geene ver plichting van de gemeente in dezen bestaat en dat B. en W., hoewel gaarne geneigd den ingezetenen ter wille te zgn, geene andere plaats zouden kun nen aanwjjzen. Het voorstel ven B. *n W., rret ennrtig advicB den fia. commissi»wordt goedgekeurd. Aan het Burgerljjk Armbestuur is ge bleken dat inkrimping van hst goed slot van vcrigo jaren wenscholjjk is, waarom het eene inschrgving aankocht van f500 nominaal 21/2pct. op het Groot boek, waarvoor is bataald f 440. Het bestuur ver zacht machtiging om in dien zin de begrooting voor 1897 te wjjzigen. Zulks wordt op voorstel van B. en W. en gunstig advies der fin. commissie toegestaan. Ged. Staten hebben de gemeente-begroo ting voor 1898 teruggezonden ter w jj z i g i n g met het oog op de inmiddels goedgekeurde verhoo ging der jaarwedden van burgemeester en secretaris. Nu wordt tevens voorgesteld wjjziging van den post verkoop van boomo», aanplanting van boomen, ver hooging pensioen saskneeht Dronkers en rectificatie van een abuis van f 0,10 in de erfpachtsom. Een en ander wordt goedgekeurd. Ten slotte wordr. op voorstel van B. en W. en gunstig advies der financiële commissie besloten tot eenige at- en overschrjjvingen op de begrooting van 1897. Prooes-Zola. De taak om een eenigszins geordend geheel te geven van het beloop van dit proces, is geen ge makkelijke, nu telkens en telkens de vrag9n door den verdediger op hoofdpunten in zake de veroor deeling van Dreyfus gesteld, geécarteerd worden en allerlei incidenten zich voordoen. Wjj zullen ons dan ook voor wat den derden dag (Woensdag) be treft bepalen tot de vermelding van eenige hoofd getuigenissen en feiten. In de eerste plaatB zjj dan gemeld, dat VAurore de briefwisseling tusschen generaal Gonse en overste Picquart b9vat, waarvan Schpurer-Kestner ter te rechtzitting van Dinsdag een overzicht gaf. Daaiuit bljjkt, dat er bjj beide officieren ernstige twjjfel was gerezen omtrent de Dr» yfus-veroordeeling, maar dat vooral generaal Gonse tot voorzichtigheid aanspoorde en eerst meerdere zekerheid wenschte alvorens »op den vrjj delicaten weg verder te gaan." Intusschen werd de vrees van Picquart, dat anderen de zaak ter hand nemen en hun dus voor zouden zgn, door een artikel in V Eclair bevestigd en waren dus de heeren, zooals Picquart het uitdrukte overvleugeld en in een stelling zonder uitweg opgesloten." Wat nu de zitting van Woensdag betrett, ook daar bjj was de toeloop van het volk groot. De voorzitter gat last, te belet-ten dat de men- sohen die geen plaats in de zaal hebben kunnen vinden, deze toch binnendringen, en da commandant van de waoht zond een detachement van de repn- blikeinsche garde om de orde te herstellen. Er ont stond nu een hevig gedrangadvocaten sloegen op de gendarmes in, een advocaat werd in hechtenis genomen maar weer losgelaten. Te elf uur kwamen de officieren, die als getuigen verschenenzjj waren in uniform. Do komst van Emile Zola giög onopgemerkt voorbjj. Het publiek was kalmer, geen betooging van eecigen aard had bij Zola's binnenkomen plaats. De zitting werd te 12.10 geopend. De voorzitter zeide dat mevrouw Dreytus slechts ondervraagd mag worden over Zola's g09da trouw bij het beschul digen van den krggsraad die Esterhazy heeft vrij gesproken, en dat gaen vraag gesteld zal worden met betrekking tot het proces Dreyfus. Labori deponeerde conclusëi tegen de belemme ringen, die de president aan het getuigenis van mevrouw Drryfus in den weg hesft gelegd. Het hof zal hierop zjjn beslissing mededeelen na de schorsing van de zitting. Alsnu werd Boisdejfrechef van den generalen staf, ondervraagd. Zgn optreden wekte in hooge mate de a:gemeene belangstelling op. Labori bracht hem onder het oog, dat hij ean verantwoordelijk ambte naar is, en zich tegenover de justitie niet kan be roepen op het ambtsgeheim. Boisdejfre antwoordde, dat in dit g9val ambtsgeheim en staatsgeheim onaf scheidelijk verbonden zgn. »Ik heb den diepsten eer bied voor de justitie, zeide hg, ik verklaar dat met nadruk voor de gezworenen, maar voor mg zou het schenden van het ambtsgeheim het schenden van een staatsgeheim zjjn." Op een vraag van Labori antwoordde bg nog, dat hjj niet weet of Picquart in betrekking stond tot de gesluierde dame, en even min, hoe het document dat Esterhazy's onschuld zou bewjjzeD, uit het ministerie van oorlog gekomen is. Toen Labori hem vroeg welk denkbeeld Picquart voortdurend verontrustte, antwoordde Boisdeffre dat hij dit niet zeggen kan zonder over de Drijfas- zaak te spreken. Picquart leed, volgens hem, onder een iöé> fixe. Aan Piquart was gelast alles te doen om zjjn vermoedens aangaande Esterhazy te preci seeren, maar, gezien het resultaat van zgn naspo- rin er, was hem bevolen geen verdere stappen te doen. Voor mij'1, zeide de generaal, >staat de schuld van Dreyfus vast. 11c ben daarvan ten volle overtuigd''1 Hjj grondt zgn overtuiging op het feit van het proces en op het gewjjsde, voor welks gezag hjj zich buigt met den eerbied, dien een ieder het ver- schnldigd is. Er zijn, zoo voegde de generaal er aan to', nog andere vroegere en latere feiten die mijn onwrikbare zekerheid versterken. »Die officieren van den generalen staf", zei de Boisdeffre, die men zoo hevig aanvalt, zgn brave kerels, die ten volle hun plicht doen en maar één ding in 't oog houden het belang des vaderlands." (De generaal werd eenerzjjds luide toegejuicht, terwjjl anderzjjds ontsteltenis en opgewondenheid heersehte.) Vervolgens werd generaal Qonse opgeroepen. Na een hevig incident, ontBtaan omdat Gonse be- weerdp, dat de verdediger hem valstrikken stelt, gaf Gonse uitleg van de beteekenis van zgn brie ven aan Picquart. >Deze had mg mondeling als schrjjver van het borderel aangewezen majoor Es terhazy. Ik zeide hem dat bjj, als hjj een verrader op 'fc spoor was, licht moest ontsteken en de offi cieren opsporen die het ^achterdocht wekkende stuk hadden kunnen leveren. In dien zin moest, hjj de waarheid opsporen. Ik zeide tegen hem dat hjj voorzichtig moest zgn, want hg wilde Esterhazy ia hechtenis laten nemen. Ik heb geen verlof gegeven tot het openbaar maken van die brieven." Nu deed zich eene quaeatie van meineed voor Getuige majoor Qribelinarchivaris van het dep. van oorlog, nl. zeide dat hg advocaat Leblois in het bureau van kolonel Piquart had gezientwee dossiers lagen op tafel, een betreffende de duiven- post het andere was in een envelop gepakt, 't was een geheim dossier. (Advocaat Leblois, Dinsdag gehoord, wordt terug geroepen Leblois zeideAlles wat de vorige getuige over mg heeft gezegd is onwaar. Qribelin antwoordt: Ik zweer dat ik de waarheid heb gezegd. Leblois herneemtDe getuige is al tweemaal te- trapt op leugens ten mjjnen nadeele. Qribelin herhaaltIk zweer dat ik de waarheid heb gezegd. Leblois voert aanHet bewjjs dat de verklaring van dezen getuige valsch is, ligt daarin dat ik op den door hem bedoelden tijd zelfs niet te Parijs was. Men heeft dat feit nu reeds op twee verschillende data doen voorvallen. Ik vraag, dat de acte betreffende mijn verhoor voor den raad van onderzoek in zake kolonel Picquart worde opgevraagd. Labori vordert de opvraging dezer stukken. Clemenceau msrkfc opEen der getuigen liegt de tegenspraak in hun verklaringen iB formeel. Een der getuigen heeft gelogen. Wjj moeten weten wie. Labori stelt de conclusie dat de stukken zullen worden opgevraagd. Het hof verwierp deze conclusie en over den meineed werd verder gezwegen. De beurt was nu aan generaal Mercier. Hjj ver klaarde, dat hg niets afweet van het rapport van majoor Ravary, en evenmin van het stuk dat Es terhazy's onschuld zou aantoonen. Op een andere vraag van Labori, of den krjjgsraad in 1891 een geheim Btuk is meegedeeld, buiten den beklaagde en den verdediger om, antwoordde Mercier dat die vraag betrekking heeft op de zaak Dieyfus, ©n dat de beslissing van het hot hem niet veroorlooft daarop te antwoorden. Hg kent ook geen vertrouwelijke stukken. Labori komt nu terug op het meedeelen van het geheime stuk. Men heeft beweerd dat Mercier zelf had erkend dat er aan den krijgsraad een geheim stuk was meegedeeld. Pardon," roept Mercier, dat is niet waar 1" (Toejuichingen). Labori dringt aanheeft er ooit een geheim stuk bestaan, of heeft Mercier nooit verklaard dat er een bestaan heott Mercier zegt: »Op do eerste vraag antwoord ik niet, en op de tweede antwoord ik neen." En als Labori aanhoudt, roept Mercier: Daar u het mij vraagt op mijn soldatenwoordzeg ik u, dat hij een verrader was en rechtvaardig en wettig veroordeeld is.1' (Toejuichingen.) Labori vraagt op nieuw »Is er een geheim stuk, ja of neen Mer cier zegt: »Daar hoef ik niet op te antwoorden." (Geroep van goed- en afkeuring.) De zitting eindigde met het verhoor van Tra- rieuxoud-minister van justitie, die zeide zich met de zaak bemoeid te hebben omdat hg daarachter eene andere meende te zien, die voor de justitie van belang was. Hg werd zeer getroffen door de gelgkenis van het schrift van Esterhazy en Drcyfns en door de brieven tusschen Gonse en Picquart ge wisseld. Al deze omstandigheden brachten op het denkbeeld eener rechterljjke dwaling, wawrvoor ichter doorslaande bewgzen ontbraken, al waren de \e;-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1898 | | pagina 1