1898. N°. 8.
Dinsdag 18 Januari.
85ste jaargang.
De mitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommere 5 cent; met bjjblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Ni joh Van Ditma& te Rotterdam en verder
bjg alle Boekverkoopera es Brievengaarders,
Sn«CTR48lRg5 vma gfcdv*ïiHS«*»$S«£s'*vó<®*' wren ©s»
Db prjj* der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ctB.
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pres
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelgki- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,~ berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant, betaald 2-0 c
Aanvrag&s om en vermelding van liefdegaven 5 cent pei regel.
«!ea d.9,fg dor uitgave.
G0ESGHE
COURANT.
OPENBARE VERGADERING
van den
BAAD der Gemeente GOES,
op DONDERDAG den 20 JANUARI 1898,
des avonds te 8 uren.
Goes, den 15 Januari 1898.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
Punten van behandeling
1. Rfsumtie notulen $tar vorige vergadering.
2. Mededeelingen.
8. Ingekomen stukken.
4. Verzoek A. de Wilde om een uitweg van zjjn land.
5. Wijziging begrootingen 1897 en 1898.
6. Rekening gasfabriek over 1897.
7. Verzoek atschrjjving Hoofdbigken Omslag.
8. Adres in zake den fiaanciëdlen toestand der ge
meente.
Wekelijksch algemeen overzicht.
»\Let algemaeno stemmen beeft do krijgsraad Es
terhazy vrjjgeBproken." Dit was het groote nieuws,
dat uit Frankrijk tot oï.s kwam en dat als bet
ware alle ander politiek nieuws verdroeg. Veel
verbazing zal aio vrgsprsak wel bjj niemand ver
wekt bebb^d, waat wio dö ouverkwikkaljjka geschie-
denis der Dreyfus-zaak heeft gevolgd was er half
op voorbereid en toch zal het bericht nog voor
menigeen teleurstelling baren, niet alleen in Frank
rijk, maar ook naarbuitec, want het is een zaak,
dis eiken menBck raakt, omdat het rechtsgevoel
wordt aangedaan en m. n zich afvraagt: Is het mo-
geljjk dat in een beschaaf! en vrjj land, op hot
einde der 19a eeuw een man wordt veroordeeld en
doodgemarteld op nog minder vaste grondslagen dan
in de vorige eeuw noodig waren voor oen >lettre
da cachet" (verzegelde blieven, die vóór de omwen
teling door do koningen van Frankrjjk warden uit
gevaardigd om personen, die aan de regsering mis
haagden, zonder onderzoek of vonnis te verwgdaren
of in do gevangenis te doen opsluiten) of in een
despotischen staat voor een verbanning naar Siberië I
Ware het proe^B tegsn Esterhasy geheel ia het
openbaar gevoerd of ware althans da belangrjjkste
gatuige, kolonel Picquart, in het opanbaar gehoord,
dan zou misschien iets naders zijn gebleken omtrent
de schuld of de onachu'd van Dreyfus. Thans kan
men niet verwachten, dat de overtuigden minder
dan vroeger aan de onschuld van den veroordeelde
geloov.n. De loop van het rechtsgeding en hetgeen
bekend is geworden uit de verklaringen der getuigen
lieten echter geen twjjf.l over of Esterhazy zou
worden vrijgesproken, want noch Mathisu Dreyfus,
Boch Seheurer-Kestser konden eonig feiteljjk bewjjje
aanbrengen voor hun bewering, dat Esterhazy do
schrijver zou zjju van het borderel, waarvoor Alfred
Dreyfus veroordeeld is. Welke verklaringen door ko
lonel Picquart in ego verhoor zjjn afgelag! is onbe
kend gebleven, maar het is aan te nemen, dat ook
zgn mededeelingen niet meer o vei tuigende kracht
zullen gehad hebben dan die dar andere getuigen.
Nu doet zich echter eea vraag voor, zegt hat
Handelsblad. Da krijgsraad, geroepen om in daze
zaak te oordeels, ep-e«kfc majoor Esterhazy msfc
algameene stemman vrjj, wjjl er geen voldoende
gronden zjjn aangevoerd om hem schuldig te achten.
Zjjm die eohter wel aangevoerd voor de schuld van
Dreyfus 1 Voor zoover wij thans do akte van be-
lohuliiging en do tegen Dreyfus ingebrachte be-
cwarea kennen, is er tegen Dreyfus too min een
feitelijk bewjjs aangevoerd, als tegen Esterhazy. En
is het geljjkheisl van reohtBbideeling waaneer van
twee beschuldigden, tegen wie dezelfde feiten op
dezelfde gronden worden aangevoerd, de eene levens
lang wordt velbannen en de andere wordt vrijge
sproken
De krggsraad is gehoaden reeht te doen naar
pliekt en geweten en niet op loBSe praatjes. De akte
van besehuldiging tegen Dreyfus is een aaneenschake
ling van zulke praatj.s en daarop kan een krggsraad
geen recht doen. Uen zou dus bijna tot de oveitui-
ging komen, dat er werkeljjk aan den krggsraad
geheime stukken sjja overgelegd, die ven iavloed
zjjn geweest op de beslissing. Meer den is de ver
dediging van den beklaagde een wassen neus geweest
en is bg gevonnisd op bewijzen, die noch h9m, noeh
zjjn verdediger waren medegedeeld. In elk geval
is de loop, dien de zaak genomen heeft, niet geschikt
om de onvoldaanheid en den twjjfel der openbare
meening weg te nemen, al wordt ook na zjjn vrij
spraak Esterhazy uit den krijgsdienst ontslagen.
Niemand minder dan de wolbekende Franeehe
sobrjjver Emile Zola heeft zioh ernstig ia deze
quasstie gemoeid. Hg beeft ean den president Faure
een schrgvon gezonden, dat bjjzond.r kras gesteld
is. Zjjn bedoeling daarmede was voor den rechter
gedaegd te worden en dit doel heett hjj bereikt,
Want de minister-president heett in de Kamer ver-
kl nhi'J, dat Zola gareohtelijk zal vervolgd worden.
Ia zjjn gewonen h«lder«o, ftujjieuden fetjjl beschul
digt dn bsroemd» romanschrijver majoor du Paty
du Cl am dn rerste schuldige te zfo van een rer-
Bobrikkaljjke rechterlijke dwaling. Als medeplichtigen
noemt Zola de garerasls Mercier, destijdi» minister
van oorlog, Brisdeffrn, chef vaa den gensrulen staf,
Billot, minister vaa oorlog, Pellieux, Ravtry en Gonse.
Zola ontleedt de akte vaa beschuldiging en tracht
aan te tooner, dat zjj ge«n bowjjs bevat; hg ontkent
het bestaan van hnt geheime stuk, dat op hot laatste
ooganblik getoond zou zjjn. Dit stuk is volgens Zola
eau langen, die das te afsehuwalyker is, omdat zjj, die
het stuk te bnrdn zouden hebben gebracht, ongestraft
liegen, sondar dat men hen kan overtuigen. Na
als sgn innige overtuiging te hebben uitgesproken
dat Dreyfus onschuldig is en dat de genoemde hoofden
van bet Fransche leger zioh maakten tot de be
schermers van Esterhazy om niet de bureelen van
oorlog te zien ineerstorten, eindigt Zola met deze
woorden »Ziebier h«t resumé van een geschiedenis,
wier bladen eenmaal ten volle sullen uitgeschreven
worden, want ik beloof de waarheid te zullen zeggen.
De tweede krggsraad kan niet ta niet doen, wat
de eerste heeft gedaan, da eerste krggsraad was
onverstandig, de tweed* werd noodzakelijk misdadig."
Hst behoeft nauwelijks gazegd, dat dit schrijven
de Drtyfu8-zaak in eene jaieuwo phase brengt en
ontroering heeft veroorzaakt in de geheele Fransohe
republiek, zooals reeds in de Kamer en in talrjjke
Fransch» bladen is gebleken.
In don laatsten tjjd treedt Fngeland weer
krachtig op in Egypte. Het Btuurt nieuwe troepen
daarheeD, waardoor de sterkte van het bazottings-
legsr op 10000 man wordt gebracht en het laat
troepen komen uit zjjne andere bezittingen. Het
zendt, en dit trekt de aandacht, geen enkel schip
ter versterking van zjjn eskader naar de Chineesche
wateren. Ofschoon aller oogen zjjn g&v®Btigd op het
verre Oosten, bereidt Groot-Brittannië zich voor op
een expeditie naar Soedan een ware veroverings-
xpeditie, waarvan het doel is Khartoem en mis
schien het gaosche dal van dan Boven-Ngl. En dat
op een oogenblik, waarop in China zjjn politieke
•b handelsbalansen kunnen worden bedreigd. Het
sohjjnt dus dat Engeland volkonea gerust is over
hetgeen «r in Cfcina gebaart an is dit zoo, dan is
hot, omdat het geruststellende verklaringen vaa
Duitsohland heeft ontvangen of omdat het vooreen
bepaald doel een verbond heeft gesloten met Japan,
dat de aanzionljjksfe mogendheid is in het verre
Oosten, zoowel uit eon moreel als uit een militair
oogpunt. Hat is niet waarsobjjnJjjlr dat Engeland
zich op dit oogenblik in dezen oorlog met Soedan
zou gestort hobbwn, indien het niet overtuigd wae,
dat zjjn belangen in China uitstekend bewaakt wor
den. Uit de feiten zooals zjj zich thans voordoen,
mag da gevolgtrekking worden afgeleid, dat de
OoBterscbe qaaesti* op het oogenblik verdaagd is,
voor zoover het betreft de verdeeling van China, en
dat Engeland een verovering van geheel Soedan op
het oog heeft, te meer omdat da veldtocht tegen
de Derwischen eerst in Mei zou plaats hebben.
De strjjd in Oostenrijk Hongarije bljjft nog
altiji voortduren. De achterstelling van al wat
Duitsch is, vooral in Oostenrjjk, is een onheilspel
lend teaken voor Üuitschland en voor den Drie
bond, waarvan indertjjd door GuIcchowEky verklaard
werd, dat hij een machtig bolwerk des vredes was
en dat op de bsvestiging daarvan het voortdurend
streven der Oostenrjjkscho regeering gericht moest
zjjn, want een der eerste voorwaarden van den Boud
is, dat de drie rjjken elkaar met hun geheele be
schikbare krijgsmacht te hulp zullen snellen bjj een
mogeljjken aanval van Rusland. Is nu in den laat
sten tjjd de verhouding tussckan Rusland en Duitsch-
land vriendsQhappeljjker geworden, ook tusschen
OoBtenrjjk on het Ozarenrjjk werd de verhouding
beter. Graaf Guloehowsky verklaarde nog onlangp,
dat er tassohen Oostenrjjk en Rusland geen geschil
len bestondeB, die met een weinig goeden wil niet
uit den weg waren te ruimen. Als mogendheden,
die bjj den loop der Oost-EuropseBche gebeurtenissen
het naaBt waren batrokken, lag het op bridor weg
om steeds voeling met elkaar te houden.
Wat deze toenadering van Oostenrjjk tot Rusland
baren zal is moeiljjk te bepalen. De politieke toe-
Btand in Europa, en trouwena in heel de oude we
reld, wordt met den dag donkerder en het is niet
onwaarsohgnlgk dat de 19e eeuw onder zeer on
gunstig» omstandigheden eindigen zal.
In Hongarije is de obstruotie ten einde. De
▼ertoogen van baron Banffy hebben dit gevolg ge
had, dat de Kamer van Afgevaardigden in tweede
lezing het regeeringsontwerp op d« voorloopige
overeenkomst)! met Oostenrjjk heeft aangenomen. De
Kamer zal thans voor een maand cp reces gaan,
daar ook de Magnaten-Kamer het ontwerp op de
vooiloopige bjjeankomst heeft goedgekeurd. De kans
is thans groot, dat ten minste in een der beide
rjjken de overeen komst op wetteljjke wjjze zal tot
stand komt-c.
Maarschalk Blanco, da nieawe bevelhebber op
Cuba, het-ft tot dusver wel succes met zgn optre
den aldaar. Da ©verwinning, die zjjn troepen onder
generaal Rui/, op da opstandelingen onder Gomoz
hebbsn bakaald en waarbij dezo 12 man en 200
paarden verloor, heeft in Spanje sen bjjzonder gun-
stigen indruk gemaakt, die nog versterkt zal wor
den door bat bericht van het Spaansche gezantschap
te Washington, meldend®, dat een aanzienljjk getal
uitgewekenen en vela Cabaauscha junta's (politieke
leiders) in de Vereenigde Staten geneigd zgn, om
genoegen te nem&n met de toegestane autonomie.
Indian het Spiunsche volk en vooral de regeering
wil bedenken, dat mea geen jjzer met handen kan
breken en dat nog vele moeiljjkheden op Cuba te
.overwinnen zjjn, dan zjjn da vooruitzichten, dat de
tsganwoordige generaal ?jji taak tot een goed eind
zal brenger?, gunstiger dan ooit. Tor versterking van
het leger op Cuba zjjn daarheen dezer dagen nog
6000 man vertrokken.
GOES, 17 Januari 1898.
Wjj ontvingen do eerste afbveriug van dit
jaar van het Tijdschrift ter beoefening van hst Admi
nistratief rechtonder hoofdredactie van "en heer
H. J. G. Hartmm, uitgave van F. Klseuwene
Zoon, welk Tgdschritt zjjn gevestigden goeden naam
met »=?re Handhaaft. Van da hand deB hoofdredac
teurs vindi'n wjj daarin een artikel, gatiteld *Duur der
rechtspersoonlijkheid van eene erkends vereenigingwaar
in de bsksnde quaestie van het beroep, ingesteld door
hat bestuur van de Varaoniging tot bevor
dering van Christelijk Schoolonder-
wjjs te Goes tegen hst besluit vaG Gedeputeerdj
Staten van Z-ielan! dd. 20 Maart 1897 uo. 16y, le
•fdeaüpg, genomen op de aanvrage van genoemd
b«3tuur 033 voor zgn lagere school te Goes, in de
Wijngaardstraat, over het j tar 1896 de rjjksbjjdrage
te bekomen, büdo< ld in art. 54bis der wet tot rege
ling van bet lager onderwijs, wordt behandeld.
Na het verloop dor zaak met d«n bekenden uit
slag te hebban medegedeeld, komt da heer Hartman
tot de volgendfl bsecbouwicg en slotsom
Twee belangrijke beslissingen zjjn gegeven bg dit
bfsluit, hetwelk in cvtraensUmming met het advies
van den R*ad van State s genomen.
Voorearst, dat do Vereeniging op 27 Februari
1896 beeft opgehouden als rechtspersoon te bestaan.
Het bBBluit neemt dien datum a&n, omdat in de
cp 27 Februari 1867 vastgestelde Btatuten was ver-
naald, d»t de Vereeniging voor een tjjdvak van 29
jaren was aangegaan.
To dez9n aanzien zjj al dadeljjk opgemerkt, dat
de datum van 27 Februari 1887 niet uit e^n offi-
c ëel stuk bïjjkt. In de Staats-courant van 27 Juni
1867, waarin de Btatuten zgn opgenomen, is Doch
deze noch eenige andere datum vermeld. Ged. Staten
bobben derhalve bjj d© bfloordeelirg der aanvrage
om rijksbjjdrage zich daarnaar niet kunnen regelen,
en kunnen dat ook niet voor andere scholen doen,
want voor ^eene enkele is, althans zoover mg be
kend is, in de Staats-courant de d&tum te vinden,
waarop de statuten zgn vastgesteld.
Doch er is mo»r. De wet op het recht van ver
eeniging en vergadering bepaalt niet, met welken
datum voor eene erkend® vereniging de rechtsper
soonlijkheid ingaat en met welken datum zij ein
digt. Omtrent den datum van irgang *al wel in
zoover geen verschil bestaaD, dat. die in gren gnval
kan vallen vóór da dagtoekoning der Koninkljjke
goedkeuring. Terecht is bjj Kon. besluit van 15
Juli 1891 no. 32 beslist, dat dit het geval is, zelfs
indien do goedkeuring is vertraagd ton gevolgo van
door het Departement van Justitie in de Btatntan
verlangde wjjzigingen En bjj Kon. besluit van 29
Mei 1893 no. 24 werd volkomen juist uitgemaakt,
dat, zelfs al hielt het bestuur in d« statuten op
genomen, dat de Vereeniging een aanvang neemt
op I Januari, toch de 6cbool riet vóór 9 Januari
aanspraak kan mak<m op bjjdragp, als de statuten
eerst op dien dag zgn goedgekeurd. Immers, waar
die goedkeuring een onmisbaar vereischte is om als
rechtspersoon te kunnen optreden, doet het er
niets toe, om welke reden deze vertraagd is, en
kan evenmin een optreden al8 zoodanig vóór die
goedkeuring mogeljjk zjjn, al heeft het bestuur dit
bljjkens de statuten giwenecht.
Maar nu den datum van eindigen. Vast staat, dat
eene vereeniging, om zelfstandig te bestaan, geene
goedkeuring of toestemming behoeft. Zjj kan bepa-
lvn, dat zjj gedurende een zekeren termjfn zal be
ft* aan, maar is niet verplicht dit te deen. Ea al
heeft zjj een dergeljjken termjjn gesteld, dan nog
kan zjj na het veistrjjken van dien termjjn big ven
bestasD, hetzjj door eene uitdrukkelijke wilsverkla
ring, hetzjj door een stilzwjjgend aaneengesloten
bljjven harer leden. De vereeniging is t® dien aan
zien door goene wettelijke bepalirg gebonden.
Anders wordt hot, wanneer 4e vereeniging als
rechtspersoon wenscht op te treden. Dan is zjj, mot
het oog op art. 5 der wet op het recht van ver
eeniging en vergadering, verplicht, in de statnten
of reglementen den termjjn te bepalen, waarvoor
zij is aangegaan. Ea nu is het m. i. niet aan re-
deljjken twjjfel onderhevig, dat de leden eener ver
eeniging, daaromtrent een termjjn stellende, dien zjj
anders niet zouden behoeven te stellen, wecschen
van dien termjjn ten volle te profiteeren, m. a. w.,
dat zjj de optreding als rechtsptrsoon wenschen te
doen aanvangen, maar dan ook te doen eindigen
met de dagteokening der Koninkljjke goedkeuring.
Ia het fy-dteem van het thans besproken Kon. be
sluit van 27 November 1897 wordt de door de
VeraenigiBg gewilde en door den Koning goedge
keurde termjjn van 29 jaren feiteljjk verkort met
bgna drie maanden.
Wanneer men in het eone geval, m. i. terecht,
niet den datum der vaststelling, maar dien der goed-
keuriog van de statuten aanneemt, heeft het h^el
veel van meten met twee maten, als men in het
andere geval wel dien der vaststelling en niet dien
der goedkeuring doet beslissen.
De tweede bsslissing, die bg het Kon. besluit
gegeven ie, is dezs, dat de Vereeniging, nadat zjj
had opgebonden als rechtspersoon te beBtaan, opaieuw
hare statuten in hun geheel a&n de Kon. goedkeuring
had moeten onderwerpen, zoodra zjj weder als zoo
danig wilde optreden. Maar is dit dan niet geschied
zou ik willen vragen. Toen bg Kon. bseluit van 12.
Sept. 1896 no. 47 goedkeuring verleend werd aan
de bepaling, dat da Vereeniging opnieuw voor 29
jaar bestaan zou, moge daarbij al niet uitdrnkkeljjk
de bepaling zgn gevoegd, dat dezelfde statuten voor
haar zouden bljjvon gelden, maar eensdeels ligt dit
in de natuurljjke reden en anderdeels bljjkt dit uit
de wjjze, waarop de Vereeniging de vernieuwing van
hare rechtspersoonlijkheid tot staod bracht zjj
la9cht» in de vroeger vastgestelde statnten eenvoudig
eea nieuw lid in. Als men nu we®t, dat het Departe
ment van Justitie in dergelijke gevallen steeds over-
leggiög van aan afschrift van de statuten in
hun geheel, dan kan het sa. i. geen twjjfel Ijjden,
dat de goedkeuring, bg Kon. besluit van 12 Sapt.
1896 verleend, de goedkeuring der statnten in haar
geheel in zich sluit.
Maar bovendien is or in deze tweede beslissing
«eao harlhfiid, die m. i. allerminst kan gelegen heb
ben in de bedoeling van den wntgev^r, welke art.
54Ó2S dor wet op het 1. o. schiephet schoolbestuur
wordt hier eenvoudig dupe van een verscb""1 *au
opvattin? aan twee departementen van algemeen
bestuur. Vergis ik mjj niet al te zeer, dan heeft het
bestuur der Goescbe Vereeniging eene formule ge
volgd, welko door het Departement van Justitie zelf
meermalen aan de hand is godaau. Dat door dit
departement de door het schoolbestuur vastgestelde
regeling voldoende geacht werd, blgkt uit de bjj
Kon. besluit van 12 8ept«mber 1896 verleende goed
keuring. Had men gemeend, dat de goedkeurirg der
»w$ziging" niet voldoende was, om aan de Vereeni
ging rechtspersoonlijkheid te verzekeren, dan had
men natuurljjk vernieuwde vaststelling der statuten
in hun goheel gevraagd.
H©t Departement van Bicnenlandsche Zaken echter
ik moet er bijvoegen: ia overeenstemming met
het advies ven den Raad van State oordeelde
audnrs. Eu zoo kr^eg men dan het niet onaardige
ichonw8pel, dat de Kroon, die op 12 September 1896
een reglement eener vereeniging sanctiouneerde en
haar daarmede tot rechtspersoon stempelde, op 27
November 1897 verklaarde, dat die sanotionnoering
en die stempeling ongeldig waren 1
Intus8chen, nu in hoogste ressort is bsslist, is er
natuurlijk aan de zaak niets meer te veranderen.
Voor de Vereenigirg is het een dure les geweest
zjj zal later wel zorgen, tjjdig op haar post te zgn.
Ook voor andere veraeDigingen zjj deze geschiedenis
een spoorslag om do data, waarvan de verleening
der rgksbjjdrage kan afhangen, eens nauwkeurig te
gaan nazien en om zoo noodig tjjdig hare maat
regelen te nemen.
Door Godepu'eerde Staten van Zeeland is met
1 April, op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend als
com mies-chef der eerBte afdeeling ter provinciale
griffia aan den heer jhr. mr. P. D. van Oitters Jr. en
in zjjne plaats benoemd de heer H. J. G. Hartman,
tot dusver adjunct-commies van de eerste klasse
•au die efdesling.
Tot adjunct-commies der tweede klasse aen de
zelfde afdeeling is benoemd de heer O. L. van
Noppen, tot dusver eerste klerk. M. Ct.j