1897 N°. 154,
Donderdag 30 December.
84sle jaargang.
Aanbesteding.
Nieuwjaarswenschen
vervoer van vrachten op de wegen,
SECRSTAR1E.
189 7.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjji per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bp de heeren Nijgh Van Dmua te Botterdam e» verder
b| alle Boekverkooper* en Brievengaarder*,
Db prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjt
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, hnweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regelB beslaande en contant betaald 2D c
Aanvrage* om em vermelding van liefdegaven 5 cent pei regel.
InsenAIng van advertentlSar^Df urea au den d*| der uitgave.
G0ESCHE
COURANT.
in ons nommer van a. s. Zaterdag 1 Ja
nuari, dat dien dag des morgens in plaats
van des avonds te voren zal worden uit
gegeven, kunnen als gebiuikeiijk geplaatst
worden tegen 35 cent voor hoogstens 8
regels.
Deze, zoowel als andere advertentiën
voor dat nommer, moeten den 31 De
cember a. s. vóór 's middags 4 uur aan
het bureau bezorgd zijo.
DE ADMINISTRATIE.
Op Zaterdag 8 Januari 1898, des voor
middags ten 10 are, zal ten Stadhuize worden
HKRBE^TGED:
het smids-, kachel- en sloUnmaktrswerk ten behoeve
der gemeente over 1898.
Tarief en voorwaarden zjjn verkrijgbaar ter secre
tarie.
De gesloten inschrijvingsbiljetten moeten de» voormid
dag8 vóór 9 ure zijn gestoken itt een daartoe geplaatste
gesloten bus op het Stadhuis.
Goes, 28 December 1897.
Burgemeester en WethouderB van Goee,
W ESSELIN K.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLU1JS
Iugevolge bevel van den heer Commimri* der Koningin iu
deze provincie ii het
In onderhoud t?U de» Provincie,
overeenkomstig het reglement beperkt, aanvangende ta midder
nacht tunchea den 28 en 29 December 1897
De uitvoerige aankoudigingm zjjn ter gewone plaatsen aan
geplakt.
Goee, den 28 December 1197.
De Burgemeeeter van Goae,
WESSELIN K.
Aangexiea 2 Januari 1818 op Zor>d«c velt zal de secretarie
der gemeente op ZATERlAG 1 JANUARI 1898 geopend
tij a dea voormiddag* van i10 ure voor aangiften via den
Burgerljjke» Strnd.
Goee, S9 December 1817.
Bugemeaeter en Wethouders van Goos,
W ESSELI N k.
De Secretaris,
'AN REIGERSBERG VERSLUIJS.
i.
Een man met laigen grjjien baard, gdbukt Onder
last des ouderoms, a«*u den eeneiieen aanval
lig kind met scüaUöh gelaat en ietwat vragenden
blik aan den anèren kant, dat is een tooneeltje,
waardoor vaak dj wisseling van het oude en nieuwe
jaar in beeld word gebracht. Al is deze voorstelling
ver van nieuw, to<h valt voor den aandachtigen be
schouwer daarin neer op te merken dan de eenvou
dige afbeelding vfl een persoon, die zjjn einde voelt
naderen en van ee.»ander, wiens leven aanvangt. In de
trekken van den ouden man staan iets onvoldaans,
iets Bombers, niel zelden wroeging en spjjtin die
van het kind cibezorgdheid en goede beloften te
lezen. Het is alsf de grgsaard, na hg weet dat zjjn
einde daar is, ng eenmaal het afgelegde leven voor
zjjn geest voorb ziet trekken. Zonnige tafereeltjes
Wisselen af met lombare beelden, en als hjj de som
van de eene galt tegenover die der andere, hoe
gaarne zou hjj an nog veel ongedaan willen maken,
hoeveel zon hg p nieuw wenschen te beginnen 1 Bjj
zoovelen de balns van het leven/
Zagen wj) allien zijn beeld, het zou ons weemoe
dig stemmen, laar naast het zjjue vertoont zich
gelukkig het Itfhend gelaat der toekomst, die om
«preekt van vebljjden na ljjden, die ons de gelegen
heid biedt om waar ook wjj in het bereide afge
legde gedeelte des levens te kort kwamen en ver
keerds deden, Ȏn nienw leven te beginnen, te doen
wat wjj nalie«h of te herstellen wat wjj bedierven.
Goed ig he'zeker om bjj de mjjlpalen des levens
even terng blikken en de balans op te maken
van het goed en kwade, dat achter ons ligt. Wjj
willen dit ok thans doen in het laatste no., dat
dit jaar vaudns blad verschjjnt. En all wjj den io
de eerste plilts nagaan wat 1897 voer ons land was,
dan rust al aanstonds het oog met vredig welge
vallen op onze Koninginnen, op de moeder en op
het kind, nu geen kind meer, maar een vorsteljjke
dochter, voor wie vooral het aanstaando jaar de
br-lofte eener sehoone toekomst kan zjjn. En die
moeder bjj haar geen spjjt, geen onvoldaanheid,
waar ïjj terugblikt op haar verleden. En wij, dank
baar terugziende op de bjjna afgedane en zoo voor-
tri fLljjk vervulde taak der moeder, staren mrt
vragenden blik op het lieftallig gelaat der dochte»-,
in wier handen Nederland gereed staat zjjn dier
baarste belangen te stellen, maar aan win het ook
zjjn pansche hart heeft gegeven en verder geven
wil. En als wjj daarbij gedenken, dat de vraag
wie bjj de aanstaande gewichtige gebeurtenis der
inhuldiging H. M. omringen zullen, in waardigen
zin is opgelost wat de perionen, in vrijzinnigen «in
wat de richting bet? eft, dan mennen wjj, dat wjj
in dit opzicht zoowel tevreden kannen zjjn over
1897 als hoopvol voor de naaste toekomst.
De eerste vracht van de nivnwe kieswet in 1897
was een triomf voor de vrjjzinnigen, doordien een
ministerie kon optreden, dat bjj alle partjjen achting
geniet, omdat het veel in tjjn program veert, dat
door allen gewenscht wordt. Natnnrljjk zal het op
sommige punten strjjd hebben te voeren en reeds
werd bet in een zjjaer leden getroffen, maar gelukkig
was hierbjj geen groot beginsel in het spel. Mo?e
het op de hoofdpunten, waar sociale reohtvaardigheid
verdedigd zal wordeD, de overwinning behalen, en
waar de premier van het kabinet het uitsprakde
E roon is het hoofd en het hart van het volk'en waar
hjj de vlag van het ministerie noemdede Neder-
land8che driekleur met den Oranjewimpeldaar meenen
wjj bjj het einde deB jaars Nederland gelukkig te
mogen noemen.
De verk;eziagen brachten ook eenige socialisten
of sociaal-democraten in de Staten-Generaal. Zullen
wjj daarovr treuren? Geemzins. Al zouden wjj hun
willen toeroepenmatigt uw© welbespraaktheid en
zoekt niet nwe kracht in eene negatieve bonding,
in tegenstemmen en in gemeen» zaak maken met
hen, die do Regeering in hare plannon willen dwars-
boomen, hun optreden kan een heilzame prikkel zjjn
voor wie nog wat huiverend en schoorvoetend den
strgd voor de verbetering der sociale toestanden mede
maken en zoo wjj aan het einde van 1898 alvast
eenige vruchten zullen kannen optefkenen van het
optreden van dit ministerie, dan zal het ons aange
naam zjjn daarbjj de medewerking te knnnen boek
staven ook van de bb. Troelstra, Van Kol en Van
der Zwaag, als be*ij?, dat zjj het niet alleen bjj
woorden en nog eens woorden hebben gelaten.
Atjeh Geheel onderworpen is het nog ni»t, maar
er is vooruitgang te bespeuren, er wordt met vaste
hand in eene vaste richting gestuurd. Is niet de
tegen woord' ge minister van koloniën, met zjjoe rjjke
ervaring en kennis van Indië, terzjjde gestaan dDor
den tegfnwoordigen landvoogd, de man van wien
Nederland en Indië veel verwachten m^gen Moge
1898 ons nog verder brengen in de richting van
den trede, die door allen geweneoht woidt.
Natuuiljjk vielen ook in 1897 schaduwzijden op
te merken. Mogn de nationale rjjkdora in zjjn ge-
hee', de nationale welvaart als totaal niet zjjn afge
nomen moge onze verhouding tot het buitenland van
den meest vriendsohappeljjken aard zjjn, dat alles baat
weinig vcor d:e individnëa, wier persoonljjke erva
ringen in strgd zjjn met die feiten. En het ia een feit,
dat er in het rjjke, welvarende Nederland nog zooveel
armoede wordt gelsden in spjjt van den zich immer
handbavenden liefdadigheid «inhet is een feit dat
de prjjs van eenige noodzakelijke levensmiddelen
gestegen is, dat vele veeb Deren groote 7erli<*zen h' fa-
ben geleden en dat onzen handel in vele opzichten
moeieljjkheden in den weg worden g9legd door onze
ons zoo vriendelijk gezinde" naburen. Maar d ar
tegenoverstaat, dat de landbouwers in door«n«6 een
goeden oogst maakten en wat betera prjjzen konden
bedingen en dat wjj van groote rampen, ziekten en
nationale calamiteiten, met nitzondering van het
mond- en klauwzeer, verschoond bleven.
Voorzeker, er zjjn schaduwen ook in Nederland
is stof tot gisting aanwezig, maar het gezond ver
stand is oorzaak dat de inwerking nog niet veel
verder is doorgedrongen dan tot de oppervlakte en
waar nn die gisting hare ontlaadbuizen heeft be
komen iu '8 lands raadzaal, daar mag verwacht wor
den, dat eene heilzame ontlasting alle ongunstige
uitbarstingen voorkomen zal. Want het land zelf
is in dit opzicht kerngezond en waar het meer en
meer geneigd is de staatsbemoeiing uittestrekken
tot de »oeconomisob-z wakkeren/' daar mag verwacht
worden, dat de profetie van wjjl«n den eminenten
Modderman onvervuld zal bljjven. En wjj hou f en ons
overtuigd, dat, zoo deze staatsman nog leefde, hjj
zelf zich het meest zon vtrbljjden over de weinige
kans dat hjj in dit opzicht goed heeft gezien.
Van zware verliezen van verdienstelijke mannen
en vrouwen bleef ons land ook in 1897 niet ver
schoond maar wjj weten bet aller, dat h*t l«ven
des menscben aan zekere grenzen is gebonden en
dat wjj niet konden blijven bezitten hen, die voor Ne
derland zooveel goeds hebben verricht. Mogen de
jongeren in Nedeiland zich spiegelen aan het leven
en weiken dier ontslapenou eu zich aangespoord
gevoelen bun verhaven voorbeeld te volgen en moge
meer en meer het b°8ef ook in hen levendig worden,
dat wjj met do talenten, ons gegeven, te woekeren
hebben niet alleen voor odb zelf, maar ten bate van
allen.
En als wjj nu d*n blik slaan op ons gewest en
op onze gemeente, dan hebben wjj al aanstond*twee
belangrjjke gvb-urtenissen te herinneren het ver
trek van onzen Commissaris der KonirgiD, jbr. De
Branw, en van onzen burgemeester, mr. De Witt
Hamer. De beleekenis van dit vertrek ib indertjjd
bier breedvoerig uiteengezet en 't zou vlefcrjj kun
nen sobjjoen als wjj daarover opnieuw gingen uit
weiden. Hopen wjj, dat het meer en meer moge
bljjken, dat de open plaatsen waardig zjjn vervuld
geworden. De invloed van bet bestuur dor nieuw
opgetredenen valt natuurljjk nu nog niet te bepalen,
maar de goede naam en de bekwaamheden van mr.
Roest, den nieuwen Commissaris, doen veel verwach
ten voor de provincie, terwjjl met erkentelijkheid
mag getuigd worden, dat onze nieuwe burgemeester,
de beer Wesselink, groote toewjjding betoont aan
de belangen der gemeente.
Onze goede gemeente, die bjj de in 1897 in het
leven gerorp9n fioanc ën-wet hare hoop om daardoor
de lasten der gemeente te verminderen, althanB niet
te verboog* n, niet vervuld zag, verkeert in een
stadium van overgang. Mogen de maatregelen, op
het einde van 1897 in het belang harer fiaanc ön
genomen, in 1898 bg de Regeering een gunstig ont
haal vinden en daardoor gemeente een nieuwe
periode van b'oei tegemoet gaan. Op de medewerking
daartoe van de zjjde der nieuwe raadsleden, welke
de verkiezingen vaa 1897 ons brachten, meenen wjj
te kunnen rekenen, en al behoort een hunner niet
tot de richting, die wjj de biste voor land en volk
achten, toch verwachten wjj ook van hem, dat hg
het belang der gemeente in alle opzienten op het
oog beeft.
Resumeerende, meenen wjj te kannen zeggen, dat
1897 in 't algemeen voor ons laud niet ongunstig
was. Wjj drukken de h"Op uit, dat ieder in eigen
kring, bjj het opmaken der rekening een gunstig
saldo hebbe te noteeren en dat zjj, die door het
verlüs van geliefde betrekkingen weemoedig terug-
staren op het afgeloopen jaar, in de liefde en toe
wjjding hunner overg»bleven betrekkingen vergoeding
voor, althans leniging in hun verlies mogen onder
vinden.
Zoo mogen de gelaatstrekken van elk onzer lezers
in deze laatste uren des jaars niet g'ljjk zijn aan
die van den ouden man, van wien wjj in den aan
hef tpraker, maar e?n beeli te zien geven van vre
dige beiusting in de slagen van bet lot, van heilig
voornemen om go*d te zjjn en het. goede te do©D,
van hoopvolle v erwachting op d* naaste tot komst.
GOES, 29 December 1897.
Provinciaal blad van Zi»land no. 162, bevat
het Koninbl. bi sluit van 27 November jlwaarbjj
bvscbikt wordt op het beropp, ingesteld door het
bestuur der Vereeniging tot bevordering van Obriste-
ljjk schoolonderwijs te Goes tegen het besluit ven
Gedeputeerde Staten van Zeeland dl. 20 Maart 1897,
no. 16^, le afd., genomen r>p zjj tie aanvrage, om
voor zjjne lagere school t.e Goes in de Wijngaard
straat over het jaar 1896 de Rjjksbjjdrage te be
komen, bedoeld in art. hïbis der wet tot regeling
van het lager onderwjjs.
Aan de overwegingen ontleenen wjj het volgende
Overwegende, dat, voor deze school bjj Gedepu
teerde Staten van Zeeland eene Rijk1 bijdrage is aan
gevraagd van f 1800 voor een bootd der school, 2
onderwjjzers en 2 onderwijzeressen, die allen gedu
rende het volle jaar aan de school verbonden waren
geweest
dat Gedeputeerde Staten de bjjdrage, die naar bun
oordeel alleen over de maanden Januari, Februari,
Maart, April, October, November en December kon
worden verleend, hebben bepaald op t 758,83, daarbjj
overwegende, dat in de oorspronkelijke statuten der
Vereeniging bg art. 6 was bepaald: »Deze Vereeni-
ging worde aangegaan voor 29 jaren"dat, aange
zien deze statuten zjjn goedgekeurd bjj Koninkljjk
besluit van 16 Mei 1867, no. 107, dit tjjdvak ein
digde op 15 Mei 1896; dat de statuten in 1896
gewgzigd zijn door toevoeging rai art. 6 van het
volgende uien we lid: >Bjj het verstrjjken van dit
tijdvak wordt de Vereeniging opnieuw voor geljjken
tjjd aangegaan" dat hieraan echter eerst b§ Ko
ninklijk besluit vin 12 September 1896, no. 47,
goedkeuring is verleend, zoodat de Vereeniging errst
weder met dien datum als rechtspersoon k n optre
den dat derhalve de school van 16 Mei tot 11
September 1896 hevft gestaan onder bestuur eener
VeresnigiBg, die geen reebtsperso'n jjkheid bezaten
mitsdien voor de maanden Mei, Juni, Juli, Augus
tus en September niet voor de Ejjksbjjdrage in aan-
merkirg kan komen
dat het bestuur der bovengenoemde Vereeniging
tegen hot besluit van Gedeputeerde Staten bjj Ons
beroep h*»eft ingesteld, aanvoerende, dat de aanhef
van het Koninkljjk besluit van 16 Mei 1867 spreekt
van »de voor minder dan dertig jaren aangegane
Vereeniging" «n de verlenging binnen dien termjjn
is verkregen dat de wjjziging in de statuten is
goedgekeurd bg Koninklgk besluit van 12 Septem
ber 1896 op eene aonvrsge van 7 Juli 1896, waar
uit volgt, dat de Regeering van oordeel was, dat
ook Da 15 Mei 1896 de Vereeniging nog bestond
en hare statuten nog van kracht warendat nit
den inhoud der wjjziging zelve noodwendig voort
vloeit, dat de nieuwe termjjn aanvangt op 16 Mei
1896 en dus loopt tot 16 Mei 1925 dat nu Gedepu
teerde Staten wel de Rgksbjjdrage toestaan over de
maanden na de goedkeuring der wjjzigingen in de
statuten, terwjjl geen nieuwe rechtspersoonlijkheid
is verkregen, zjj er noodzakelijk toe moeten komen
aan te nemer, dat de statuten in hnn ge het 1 toch
nog van kracht zjjn en alzoo verlenging is verkregen
van de rechtspersoonlijkheid op welke gronden ap
pellant verzoekt dat de bjjdrage alsnog op f 1300
worde bepaald
overwegende dat volgens art. 546is der wet tot
regeling ven het lager onderwgs, op de bij dat ar
tikel aan de besturen der bjjzondere lagere Fcholen
toegekende Rgksbjjdrage .voor eenige bjjzondere school
alleen aanspraak kan worden gemaakt, indien en
voor zooverre die heeft gestaan onder het bf-stnnr
van eene instelling of vereeniging, welke rechtsper
soonlijkheid bezat;
dat derhaWe de boegrootheid der bjjdrage over
het jaar 1896, op welke bet appelleerend bestuur
volgenB ovengenoemde wetsbepaling ten behoeve
zjjner Vereeniging kan aanspraak maken, afhankelijk
is van de vraag, gedurende hoevele volle maanden
van dat jaar die Vereeniging ais rechtspersoon beeft
bestaan
dat de Vereeniging tot bevordering van Christe-
Ijjk Schoolonderwg9 te Goes, volgens art. 6 harer
op 27 Februari 1867 vastgestelde en bg Koninklgk
besluit van 16 Mei daaraanvolgende, no. 107, goed
gekeurde statuten, werd aangegaan voor een tjjd vak
van 29 jaren en dat dus, daargelaten of haar b< staan
als vereeniging na verloop van die 29 jaren al dan
niet is voortgezet, zjj in elk geval op 27 Februari
1896 beeft opgebonden als rechtspei soon te bestaan
dat dmhMve alleen nog te onderzoeken valt ot
door het goedkeuren van wjjzigingen in de statuten
bjj het Koninklgk besluit van 12 September 1896
no. 47 de Vereenigmg moet geacht worden wederom
rechtspersoonlijkheid te hebben erlangd, te rekenen
hetzjj van 27 Februari 1896, hitzij van het tijdstip
der Koninklgke goedkenrinr, zijnde 12 September
1896;
d»t deze vraag ontkennend mo:t worden beant
woord
dat toch eene vereeniging, "welke niet langer als
rechtspersoon is aan te merken wegens het verstrijken
van den duur,, waarvoor zij ingevolge de door Ors
goedgekeurde sfatuten is aangegaan, later niet ander
maal als rechtspersoon kan optreden, tenzjj de sla-
tuten dier vereeniging weer opnieuw in bet geheel
zjjn onderworpen aau de in art. 6 der wet van 22
April 1855 (Sr.bl. no 32) b^doslde goedkeuring eu
die goedkeuring is verkregen
dat intUBechen biervan niet is gebleken
dat derhalve voor het jaar 1896 slechts over de
maand Januari voor de school, waarop het beroep
betrekking heeft, kan worden aanspraak gemaakt op
de Rjjksbjjdrage bedoeld bjj art. 54bit der wet op
het Lager Onderwgs
Hfbben goedgevonden en verstaan
met vernietiging van het bestreden besluit van Gede
puteerde Staten van Zeeland het bedrag der Rjjks
bjjdrage voor de bjjzondere lagere school te Gops in
de Wijngaardstraat aldaar over het jaar 1896 te
bepalen op 1108,33.
De Prov. Staten van Noord-Holland hebben
gisteren tot lid der Eerste Kamer, ter vervanging
van den beer Wertheim, gekozen jbr. mr. J. W. H.
RutgerB van Rozenburg, oud-lid d°r
Tweede Kamer, met S3 van de 64 stemmen, nadUt
de meerderheid d*>r vergadering één twijfelachtige
stem aan den heer Rutgeis toegekend had.
De minister van binnenlandsche zaken, over
wegende, dat tengevolge van het ontslag v»n den