1897 N°. 147, Dinsdag 14 December. 84sle jaargang. NATIONALE MILITIE AANBESTEDING GOESCHE mum. Pe litgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prps per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommeri 5 cent; met bjjblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiëz voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmlar te Rotterdam e* verder bjf alle Boekverkoopen en Brievengaarder», Dt, prps der gewone aavertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bfj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjka- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 c Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Innendfn^ van advertpaW^*^»? uren 09 den day der nltyave. Voor de eerste maal wordt bekend gemaakt dat zich in de maand Januari van 1898 voor den dienst der moeten laten inschrijven alle mannelijke ingezetenen, die geboren zijn in 1879 en zij, die na het intreden van hnn 19e, doch voor het volbrengen van hnn 20e leveu4 »ar ingezetenen worden dat de inschrijving moet geschieden le. van een ongehuwde in de gemeente waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont Se van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente, waar hij woont Se van h-m. die geea vader, moeder of voogd heeft of door deze is achtergelaten of wiens voogd buiten 's lands ge vestigd is, ia de gemeente, waar hij woont 4e. van dsn buiten lands wonenden zoon van een Neder lander, die ter zake van 'a lards dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft dat de inschrijving alhier plaats heeft: op eiken werkdag tasschen des voormiddags 9 en des namiddags 2 aren ter Secretarie der gemeente; dat de aangifte moet geschieden door den belanghebbende zelve en bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, door zijnen vader, of is deze overleden, zijne moeder, of zijn beiden overleden, zijn voogd dat niet worden ingeschreven lo. de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezetene, die geen Nederlander is; 2o. de in een vreemd rijk verblijfhoudende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezetene; 80. de zoon van een Nederlander, die ter zake van 'a lands dienst in 's rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont. Goes, den 11 December 1897. burgemeester en Wethouders van Goes, WESSELINK. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. OP ZATERDAG DE V 18 DECEMBER 1897 des voormiddags te -10 uur, in het Raadhuis van gemeente-werken en leverantiën[ voor 1898, te weten: le. het timmerwerk en de levering van touwwerk 2e. metsel-, stukadoors en steenhouwwerk 8e. leidekkers-, lood-, zink- en pompmakerswerk 4e. smids-, kachel- en slotenmakerawerk 5e. schilders-, behangers-en glazenmakers werk; 61). stoffierderswerk 7e. de levering van borstel- en mandenwerk. Alles volgens tarief. De levering der artt. 19 en 28 van het tarief wordt niet afzonderlijk aanbesteed maar aan verschillende aannemers op gedragen. liet bestak ligt van Maandag den I3en December af op de gewone uren in het Raadhuis ter inzage. Niet ingevulde tarieven zijn aldaar verkrijgbaar a f 0,50 per exemplaar. Inliehtingen geeft de gemeente-bonwmesster. Goes, den 11 Decsmber 1897. Burgjmeester en Wethouders van Goes, WESSELINK. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. Wekelijksch algemeen overzicht. In de zaak Dreyfus is geen nieuwB en de eerst volgende dagen zuilen het ook wel niet brenger, dewjjl de kijjgsraad haar thans in behandeling heeft. Twee verstandig geschreven artikelen zjjn de gemoe deren eenigszins komen kalmeereD, ééi in de Matin •n één in de Temps Iets, dat nog niet gezegd was, leest men daarin niet, maar er wordt duideljjk in uiteengezet, dat na de beschuldiging van Mathieu Dreyfus tegen Esfcerbazy, maar twee dingen moge lijk waren: óf Esterhazy dagvaardde zijn beschuldi ger voor het hof van assises óf de beschuldigde kwam voor den krjjgsraad. Dit laatste is gebeurd •n daardoor kan het geheim bewaard worden vau dingen, die men anders niet geheim had kunnen houden, zelfs niet wanneer de jury de zaak van Ester hazy tegen Matbieu Dreyfus had willen verbergsn. Wanneer bg de behandeling dezer zaak duideljjk aan den dag komt, dat Esterhazy de misdaad begaan heeft, waarvoor Dreyfus is veroordeeld, en dat die Blechts door één persoon gepleegd kon worden, is er aanleiding voor de herziening van het proces van Dreyfus. Het openen der procedure is dus een reu zenschrede in de goede richting. Het nieuwe onderzoek zal zich allereerst bepalen tot de al of niet echtheid van het borderel. Strenge maatregelen zjjn genomen om indiscreties tegen te gaan. Men denkt dat het onderzoek veertien dagen duren zal. Zoowel Esterhazy als Mathieu Dreyfus ontvingen bevel zich ter beschikking van het parket van den Parjjschen krjjgsraad te houden. De familie Dreyfus is thans wat minder terugge trokken. De hootdredacteur van een ParjjBch blad werd zoowel bjj Mathieu als bg mevrouw Dreyfus en baar vader toegelaten. Allen waren vol hoop en hebben vast vertrouwen in de invrgheidsstelling van den veroordeelde. »Welk een geluk, zeide zjjn vrouw, >nu te kunnen hopen, dat eindelijk recht zal worden gedaan. O, het zal weinig moeite kosten de onschuld van mjjn man te bewjjzer, en dan zullen wjj hem wel alles doen vergeten." Na vier weken meent zjj den ongelukkigen banneling in Frankrjjk te zullen terugzien. Nu de zaak-Dreyfus in Frankrjjk een periode van rust is ingegaan en de woelingen in Oostenrijk hebben opgehouden, wordt weer meer de aandacht gewjjd aan wat er gebeurt in andere landen. Be palen we ons in de eerste plaats tot de vlootplan- nen der regeering, die in deze dagen het onderwerp vau debat uitmaken iu den Ouitsehen Rjjksdag. Hoewel het vooruit moeiljjk is uit te maken welke de uitslag van de besprekingen zjjn zal, meent men dat de kans voor de aanneming van de voorstellen der regeering ditmaal grooter is dan verleden jaar. Het wetsontwerp betreffende de vloot is naar de begrootings-commissie gezonden. De gevoelens zjjn nog zeer verschillend; terwjjl de liberalen beslist voor het ontwerp zjjn, verklaart de Zuid-Dnitsche volkspartjj er zich tegen. Te Berljjn is een groote bijeenkomst gehouden vau industriëalen en handelaren ten gunste van de vlootplannen. De vergadering ver klaarde dat het ontwerp over het algemeen aan de eischen van het oogenblik voldoet en men besloot op alle Kamers van Koophandel en fabrieken en op allerlei vereenigingen van Duitschland een beroep te doen om de aanneming van het ontwerp in de hand te werken. Niet alleen meent meD, dat de tegen woordige toestand der vloot niet in verhouding staat tot de eischen, die men haar kan stellen, maar tevens erkent men dat de regeering niet buitensporig is in baar verlangen en slechts het onvermijdelijk noodjge wil aanbouwen. De fi.iaociösle toestand van het Rjjk maakt het mogelgk de daarvoor aangevraagde bedragen toe te staan, zonder het volk nieuwe lasten op te legguj. De uitbreiding der vloot wordt in verband gebracht met het optreden van Duitschland in China. De Duitsche minister van buitenlaudsche zaken von Bulow heeft in den Rjjksdag uiteengezet, waarom de Duitsche regeering daar zoo krachtig optreedt. Niet alleen heeft de moord op Duitsche zendelingen daartoe aanleiding gegeven, maar Duitschland wil thans voor good een einde maken aan de zonderlinge prakt jjken van de Chineezen tegenover de Europeanen. Daarvoor is het noodig dat Duitschland een vaste plaats in de Chineesche landen in bezit heeft, waar door het voortdurend zjjn invloed kan doen gelden. Duitschland wil daardoor niemand overvleugelen, maar het verlangt ook zjjn plaatsje onder de zon. Het krachtige optreden van Duitschland is in China niet zonder uitwerking gebleven. Er is besloten alle eischen der Duitsche regeering in fce willigen. De pogingen, door den nieuwen minister-president Von Gaufsch gedaan in d8n Ooatenrljf&sohen Rijksraad om met de Duitsche oppositie tot een overeenkomst te geraken, zijn niet geslaagd. De Duitsche groepen hebben eenstemmig geweigerd onderhandelingen met de regeering aan te knoopen, zoolang de taal verordening voor Bohemen Diet geheel is opgeheven. Het gevolg hiervan is geweest dat de ministerraad heeft besloten den Rjjksraad niet bjjeen te roepen, doch de overeenkomst met Hongarjje, de voorloopige begroeting en de wet op de vaststelling van het contingent der militie, zoo noodig, door noodwetten te vervangen. Voor het zoover gekomen was heeft de president nog eece conferentie gehad met de leiders der linkerzjjde, waarin hg verklaarde, dat de regeericg voorloop'g niet voornemens is meer concessies te doen dan een herziening der taalver ordening in het vooruitzicht te stellen en bjj behield zich thans voor het wederopvatten der onderhande lingen met de part gen tot een meer gelegen tjjdstip uit te stellen. Nu eike poging tot samenwerking op niets is uitgeloopen en dientengevolge de wetteljjke vaststelling van de overeenkomst met Hongarjje niet op tjjd kan plaats hebben, besloten de regeeringen der beide landen zich tot de Kroon te wenden met het verzoek de bjjdrageD in de gemeenschappelijke uitgaven voor het jaar 1898 te willen vaststellen. De Keizer heeft aan dit verzoek voldaan door te bepalen dat de bestaande overeenkomst van kracht zal big ven tot 81 December 1898. Nu de beslissing van den Keizer bekend is, hebben de delegaties hun arbeid kunnen voortzetten met het vaststellen der begrooting, waarmede hun werk thans feiteljjk ge ëindigd is. Na KerBtmis zal de regeering nieuwe onderhande lingen aanknoopen met de leiders der partjjen, ten einde tot een oplossing der moeiljjkheden te komev. De regeering hoopt een betere verstandhouding in den Rjjksraad te bewerken en nog voor 1 Mei 1898 den termgo door het Hongaarsche parlement voor de aanneming der nieuwe overeenkomst vast gesteld in de gelegenheid te zjjn het compromis door de Oostenrjjkscbe Kamer te doen goedkeuren. Ook Italië heeft zjjn ministerieels crisis gehad. Het kabinet Di Rudini heeft den koning zjjn ont slag aangeboden. De aanleiding daartoe wordt door velen zeer geriDg geacht, zoodat men meent dat er meer moet in gezocht worden. De minister van oorlog, generaal Pelloux, heeft bg de behandeling van een nieuwe wet op de bevordering in bet leger een nederlaagje geleden. De kamer was het niet eens met den minister over de vraag of de bepaling dat officieren, die wegens ziekte verlof hebben, gedurende het eerste jaar in hunne anciënniteit gehandhaafd worden, ook terugwerkende kracht zal hebben. De minister vatte dit niet als een kleinigheid op, want toen de kamer met drie stemmen meerderheid zjjn voorstel had verworpen, pakte de minister, in zeer opgewonden toestand, zjjn papieren bjjeen, verlangde de schorsing der behandeling en stormde de zaal uit. De minister-president trachtte hem te kalmee- ren, doch slaagde daarin niet. Generaal Pelloux be sloot z|jn ontslag te nemen. Sommigen houden het er voor dat dit ontslag een doorgestoken kaart is van beide ministers. Men wist dat Di Rudini al lang zjjn ministerie van enkele elementen, die hem niet aanstaan, heeft willen zuiveren en er mannen inbrengen, meer naar den kant van den conserva tieven Zanardelli. Hjj zag den toestand niet licht in en verlangde een badenkingstjjd om dien te ge bruiken tot onderhandeling met enkele parlemen taire leiderB. Zanardelli vei klaarde wel te willen medewerken om de crisis te doen eindigen, maar hij weigerde aanvankeljjk deel uit te maken van het kabinet. Eindeljjk heeft Di Rndini gezegepraald. Zanardelli heeft zich laten overhalen deel uit te maken van het nieuwe ministerie, waarin hjj de portefeuille van justitie zal aanvaarden. Dit is voor Di Rudini een uitkomst en zjjn kabinet krijgt er een levenskracht door, die het tot dusver niet heeft gehad. Een nederlaag, toegebracht door geestverwanten. In de zitting der He Kamer van jl. Zaterdag werd bjj de voortgezette behandeling der Begroo ting van Binn. Zaken een amendement aangenomen, dat voor den minister eene kleine nederlaag moet genoemd worden. Door de heeren Vermeulen, Kuy- per, Mutsaers, van Alphen en de Waal Malcfijt, was als amendement voorgesteld om niet toe te staan de som van f 4000 voor het traefcement van een twee den hoogleeraar in de geschiedenis aan de Universi- teit te Utrecht. Ter toelichtiog van dit amendement, zeide de heer Kuyper, dat het hier niet zoo zeer gold het cjjfer, maar wel het beginsel, nl. dat wjj niet in staat zjjn, vooral intellectueel, zooals de Spr. zeide, om onze Universiteiten eu alle leerstoelen geljjkmatig te bezetten. Overigens achtte hg ook een tweeden hoogleeraar onnoodig. Zeer uitvoerig werd het amendement bestreden door den Minister, die het in strjjd achtte met be doeling en letter der wet en bovendien vreesde dat het doel was het openbaar Universitair onderwjjs te doen doodbloeden. De mi nister herinnerde daarbjj hoe een jaar geleden de heer Kuyper ditzelfde stelsel reeds had ontwikkeld, en hoe ook toen de minister Van Houten naar aan leiding der des'gds door den Sliedrechtschan afge vaardigde gehouden rede hoeft geconstateerd, dat het dezen te doen was aan iedere universiteit alle facul teiten op ééi na te doen doodbloeden. Daarop heeft de heer Koypcr geantwoord dat dit inderdaad de bedoeling was. Die faculteiten zouden als onnutte leden langzaam afjter/en, en daarmede zou dan ge- leideljjk het doel bereikt worden van hen, die onze universiteiten willen veranderen in faculteitsscholen. Nu zou men meenen, dat »1 wat vrgzinnig denkt en handelen wil met kracht den vrjjzinnigen mi nister zou gesteund en zich tegen het amendement verklaard hebben Wie zoo denkt kent de politieke geschiedenis der vroegere jaren niet. Ook hier deed zich weer een dier onverklaarbare gebeurt nissen voor, waarvan de liberalen op zooveel antecedenten kunnen wjjzen en die men te vergeefs bg de andere partjjen zal zoeken. Het aan den minister vjjandige amendement werd verdedigd en aanbevolen door de heeren Kerdjjk en Drucker. Doel en beteekenis vau deze verdediging heette, dat wjj intellectueel en 1 financieel niet in staat zjjn de leerstoelen van al I onze hoogescholen gelijkvormig te bezetten en dat 1 er zekere wjjziging in de inrichting van ons booger onderwjjs noodig is, waarvan echter den genoemden 1 heeren evenmin als iemand anders nog eenig juist plan voor den geest staat, terwjjl de minister ver klaard had, dat zfj van hem niet te wachten was. Het gevolg was, dat het amandement werd aan genomen met 50 tegen 34 stemmen. De gansche rjj vin antirevolutionairen, katholieken en socialisten stemde natuurljjk voor het amendement, maar daarbjj voegden zich de radioalen en de meest vooruitstre vende liberalen als Kerdjjk, Drucker, Fokker, Heldt, Wegens, Van Raalte, Van Gilse en anderen, die politiek aam den minister Borgesius het naast verwant zijn Men staat verbaasd over eene dergeljjke houding. Zag men dan niet ir, dat het den heeren Kuyper, Vermeulen c. s. te doen was om een eersten stoot toe te brengen aan het openbaar universitair onder wjjs ten voordeele der vrjje universiteiten 1 Gelukkig geldt het nu wel geene zaak van. zeer groot belang, maar had dit niet juist eene ^reden moeten zjjn om, waar principëd niets kon beslist woidrn, op zulk een punt geen gemeene za»k te maken met de tegenstanders Is het verdedigbaar om, terwjjl men voorstander van dat onderwjjs is en door wijziging tot eene verbetering wil komen, alvast te beginnen met ééae der hoogescholen eene noodzake lijke onderwijskracht te onthouden BovendieD, hoe zonderling toch dat juist de naaste geestverwanten van den minister (met uitzondering van de ta.h. Smeenge, Schaafsma, Smidt, Lieftiock en De Klerck) zoo eenstemmig dachten over dezen post, den e*sten die in ernstig debat kwam en op welker behoud de minister prjjs stelde. Slechts de zoogenaamde oud- liberalen, dr. De Visser, de hierboven genoemde leden en de beide ministers stemden tegen de motie. Volkomen eens zjjn wjj het dan ook met Het Vaderland, waar bet zegt »Het mag gevraagd wor den of bet thans het oogenblik was om van liberale zjjde hervormiDgs-ideiëi in-deze Kamer te werpen, zonder dat men zelf omvang en strekking daarvan kan geven Er b *staat bg den heer Kerdjjk een overtuiging, of liever een zeker zwevend besef, dat wjj niet op den "goeden weg zgnmaar welke met onze krachten meer overeenkomende organisatie \an het booger ondorwgs moet worden nagestreefd, weet *>y niet. Wel weet hjj, dat deze minister voor be perking en inkrimping niet te vinden is; wel weet bjj, dat een overtuiging daaromtrent in zjjn partij nog zelfs in embryo niet bestaat; wel weet hjj, dat de zaak in de pers volkomen onvoorbereid is en op geen programma zelfs is aangeroerd wel weet hjj, dat de vjjaDd op de loer staa', om, waar maar eenige kans gezien wordt op onderwjjs te beknibbelen, ge bruik te maken van elke hulp, die bjj vinden kan. En desalniettemin grjjpt, de heer Kerdjjk deze ge legenheid aan om den minister, die zijn politieke geestverwant is en die zich beijvert de wet naar letter en geest toe te passen, bjj de eerste de beste gelegen heid den voet dwarB te zetten. Eo de heer Kerdgk, niet Einpp&mer, maar leider eener partjj, schaart zija trouwste aanhangers om zich heen." Men heeft indertgd smalend gevraagd of er ho mogeniteit zou kunnen bestaan tusschen mannen als Van Karnebeek, Bastert en een minister, zoo gfavarcaerd als de heer Goeman Borgesius. Wjj hopen, dat althans bg meer iogrgpende aan- gelegsihetea de minister niet op deze categorie alleen za' moeten steunen en dat deze gebeurtenis niet het voorspel zjj van wat vroeger wel eens in eigen boe zem bedorven werd. Heden wordt in de lie Kamer nog beslist omtrent een post, door Minister Borgesius voorgesteld, be trekkei jjk eene Hoogere Burgerschool te Helder, eene gemeente van 30000 zielen en om welke school door den gemeenteraad verzocht is geworden. Een amendement is voorgesteld om den post niet goed te keuren, welk amendement gesteund wordt door den afgevaardigde van Helder, den heer Staalman. Aanneming van dat amendement zou een tweede échec zijn voor den Minister. Men zie hiervoor Laatste berichten GOES, 18 December 1897. Namens H. M. de Koningin-Regentes is aan den Burgemeester van Goes eene som van U100 gazonden, met verzoek deze op da meest doeltreffende wjj ze te besteden in het belang van Lanrina Kriekaard, eebtgenoote van Cornell's van der Klooster, die in verband met hare bekende omstan digheden, zich met een verzoekschrift tot H. M. had gewend. De heer C. C. den Decker, klerk aan het post- en telegraafkantoor te Goes, verkreeg bjj het onlaDgs te 's-Grarenbage gehouden examen bet post- radicaal. Wbl. v Z. VI) Waarde. De gemeenteraad benoemde jl. Vjrjjdag voor den tjjd van één jaar tot havenmeester, dhr. W. t a a d e r W e e 1 e. Borsele. In de Vrjjdag gehouden vergadering van den gemeenteraad werd in het burgerljjk artr- bestuur herkozen tot lid en voorzitter de heèr J. Rottier Lz. (burgemeester). Van heerea Ged. Staten wai bg B. en W. een

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1897 | | pagina 1