1897 N°. 146.
Zaterdag 11 December.
84sle jaargang.
Bij dit no. behoort een bijvoegsel.
r e litgave dozer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjji per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Nijqh Va.n Ditmab te Rotterdam en verder
bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Db prjji der gewone advertentiën is van l-ö regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjki- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 c
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent pei regel.
Iniendlnf wmn »dver<en«Jënróor 9 uren ai «en dag der ultsave.
GOËSCHE
COURANT.
Ter uitbreiding en nidere toelichting vau het
He Kamer-telegram in ons vorig no. nemen wjj uit
bet overzicht van Het Vaderland nog het volgende
over
»De eerste re le van den Minister van Justitie
maakte op de Kamer den voortreff^lgksten indruk.
Een uitstekende ordening der verschillende punter,
een klare en bckncp'e uiteenzetting van de beteeke-
nis van elk punf, een scherpe en bondige argumen
tatie, een beslist uitspreken van eigen overtuiging,
en dat alles met sonore stem, niet al te haastig
voorgedragen, in een toon van welwillende tegemoet
koming. Men behoeft ten aanziin van 's Ministers
inzichten en bedoelingen g^en oogeoblik in het
duister rond te tasten. Voor zoover zgn mondelinge
toezeggingen zjj a Mimorie van Antwoord aan volden,
weet men ihans o. a., dat een spoedige herziening
van hot Wetbo k van Strafvordering zeer bepaald
in zjjn bedoeling ligt, waarbij papiei onderzoek, pre
ventieve hechtenis, revisie, 'fc rt-eht der verdediging
en cok de voorwaardelijke veroordeling, die hg
hoopt te kunnen invoeren, behooren tot de onder
werpen, die de bijzondere aandacht zullen vorderen.
Verder, dat een w ij z i g i n g der notariswet
binnenkort zal worden aanhangig gemaakt, waarbg
o. a. het recht om over h .t protocol te beschikken zal
worden opgeheveD, terwgl een beperking van dei
toevloed van candidaat-notarissen zal worden ge
zocht in verzwaring der eischen van algemeene ont-
wikkeiicg en in tjjdelijk uitstel vau extm^r?, maar
de wenscher, ten aanzien van vervanging van no
tarissen geuit, waarschjjnljjk nog niot zullen kun
nen worden verwezenlijkt, al helt de Minister daartoe
over. Dan dat den heer Harte een tegemoetkomende
houding is verzekerd, als hg poogt art. 449 Sr.
zóó te herzien, dat bezwaren in de toepassing wor
den weggenomen, mits het instituut van het bur
gerlijk huwelgk niet worde aangerand. Nog dat
wederinvoering van de doodstraf niet van hem is
te wachten hoe krachtig en helder formuleerde
hg te dien aanzien zjjn evolutionistische overtuiging
tegenover den zoogenaamd aan Gods Woord ont
leenden eisch 1 en dat bestrijding van Neo-Mal-
thusiaansche propaganda bg 't bestaande verschil
van overtuiging omtrent de beginselen van zede
lijkheid, z. i. riet kon liggen op den weg der over
heid. Eindeljjk, dat de Minister niet voornemens is
iQ te grjjpen in de toepassing der Zondagswet en
een bepaalde uitvoering daarvan te bevordereD."
Aan de rede zelf ontiaenen wjj nog het volgeade
Tegenover den heer Brummelkamp merkte de Min.
op, dat er niet maar éen zcdeljjkheid is. Juist op
het terrein van het Neo-Malthusianisme
staan twee richtingen tegenover elkanderde eene
vindt het werk zeer onzedelgk, de andere zeer
zedelijk. In die omstandigheden is onthouding plicht
der Keg. Dat is geen liberale politiek, maar ook
antirevolutionaire. Ingrjjpen ware hier een inbreuk
op de conscientievrgheid. Malthus heeft ju:st uit
positief-Christelijk standpunt de beperking der ge
zinnen bepleit.
De Min. zon nochtans in de verste verte de prosti
tutie, die ook op deze wjjze kan worden in de hand
gewerkt, niet willen vergoelijken. Men gvere er tegen,
maar met verstand en men wekke door Staatsinmen
ging geen ernstiger kwaad dan dat men bestrjjdt.
De intrekking van art. 449 Wetb. van Strafv. moet
de Min. ook weigeren. Hg kan begrgpen, dat men
wenscht aan het k e r k e 1 jj k h u w e 1 jj k burger
lijke rechtsgevolgen te verbindenmaar dat men
bezwaar heelt tegen den voorrang van het burger-
ljjk huwelgk begrjjpt de Min. niet. Het gevaar, waar
tegen 't art. waakt, bestaat of het bestaat niet;
bestaat het, dan moet het art. worden gehouden
bestaat het niet, dan zal het art. niet worden toe
gepast. Alleen voor kerkelijke huweljjken in extre
mis gesloten maakt de Min. een uitzondering en als
de heer Harte, wiens standpunt de Min. respecteert
en waardeeit, een voorstel mocht doen op dit, niet
principale punt, dan is daartegen van 's Min. zjjde
geen verzet te duchten. En ook tegen een wgziging
der wet, waardoor alleen van het burgerlgk huwe
lgk vóór het kerkelijke zal moeten bljjken, op wat
wjjze ook, zon de Min. zich niet verzetten.
Principieel is de Min. ook tegen de wederinvoe
ring van de d o o d s t r a f. De toeneming der moorden
en doodslagen in ons land is niet zoo groot als men
beweert. Maar die toeneming ligt veeleer hierir,
dat de moordenaars niet worden gevat, niet, dat ze
niet worden gedood.
Om ze te doode", moet men ze toch eerst hebben.
Was de Min. van oordeel, dat 't Gods wil is dat de
doodstraf in ons recht zjj opgenomen, dan zou hg
geen dag rust hebben zonder die toevoeging en als
lid der Kamer ziu hg niet aarzelen een voorstel
tr toe te doen. Een principëjl debat over de dood
straf wil de Mie. niet \oeren, maar hg stelt tegen
over de stelling dat de doodstraf is de kroon van
't strafstelsel, de moderne leer, dat men ook den mis
dadiger moet deelachtig maken de schatten van be
scherming, aan de leden der maatschappij verzekerd,
terwjji tcch een deel van de schuld des misdadigers
op de maatschappij zelf rust. De Min. zou weder
invoering van de doodstraf een groote stap achteruit
achten op 't gebied der beschaving.
De uitslag omtrent de ziak der gebrs. Hooier-
huis is uit ods telegram voldoende gebleken. De
motie van den heer Van der Zwaag om afkeuring
te betuigen over de handel wjjze der autoriteiten in
zake de uitzetting van Biller en Kronauer,
werd verworpen met 72 tegen 3 st. Hierbij deed
zich de eigenaardige omstandigheid voor, dat de heer
V. d. Zwaag z-dt niet meestemmen kon omdat
hg de presentioljjst Diet had geteekendPo
litieke vaders dienen voor het succes hunner politieke
kinderen ook op de kleinigheden te letten
GOES, 10 December 1897.
Daartoe uitgenoodigd door het bestuur van
het Departement »Goes" der Maatschappij tot Nut
van het Algemeen trad gisteravond in de schouwburg
zaal der soc Steit V. O. V. alhier op mej. E. C.
Knappert van Leiden ter behandeling van het
onderwerp De opvoeding van onze meisjes.
Na door den voorzitter, jhr. Van Reigersberg
Verslajj1, te zjjn ingeleid, besprak zjj in enkele trekkeD,
hoe in vroegere tjjden over deze gewichtige quaestie
werd gedacht, om daarna te komen tot eene ba-
schouwing van de eischen, die thans daaraan gesteld
worden. Breedvoerig betoogde zjj, dat, tot welken
stand de meisjes ook behooren, het doel van elke op
voeding moet zjjnontwikkeling vooral tot »mensch",
het mensch-zyn moet zooveel mogelgk tot den hoog-
steo graad van ontwikkeling gebracht worden. Wel
zjjn de neigingen van man en vrouw verschillend,
doch in de hoogste uiting, h*t menech-zgn, moeten
ze als geljjk beschouwd worder, daarom moet bij
de opvoeding niet de eerste gedachte zjjn wat zal
het meisje worden, maar zjj moet mensch worden.
De school en h)t huisgezin moeten staan in dienst
van de maatschappij en daarin moeten onze meisjes
niet opgeleid worden om iets te zijn, maar om iets
te doen. Bjj de opvoeding is het daarom noodig
karaktervorming cp den voorgrond te plaatsen eu
het onderwgs, zelfs vakonderwgs, daaraan onder
geschikt te maken.
Een font bg de opvoeding is, dat men die vol
eindigd acht aan het einde van den leertgd. Dit is
eene dwaling, want juist van het 18e tot het 28e
jaar heeft bet meisje het meest behoefte aan leiding
en er reebt op dat haar aanleg tot den hoogsteu
graad van ontwikkeling komt, opdat zjj daardoor
geschikt worde tot een zelfstandig, onafhankelijk
bestaan.
Hoewel in de laatste 20 jaren in de opvoeding
der meisjes en in hare gelijkstelling voer sommige
betrekkingen met jongens groote vooruitgang is te
besp uren, zoo staan haar bg het eindigen van het
onderwjjs drie zaken in den weg om zellstandig haar
recht als mensch op te eischenconventie, angst en
egoïime (der ouders).
Conventieomdat men nog altjjd van meening is,
dat een meisje niet zoo vrjj als een jongen kan op
treden en hare taak nog grootendeels geacht wordt
alleen te bestaan in het worden van eeüe goede huis
houdster. Te veel wordt daarbjj uit het oog verloren
het verschil lusschen wat de Eogelschen noemen
housekeeping (het gewone begrip van huishouden)
en homekeeping (het vormen van een gezellig inte
rieur). Aan hare opleiding en vorming behoort even
veel ten koste te wordan gelegd als aan die der jon
gens. En toch is het aantal broeders nog te tellen,
die ridderljjk genoeg zjjn om het niet met leedwezen
aan te zien, dat dit ten opzichte van hunne zusters
plaats heeft.
Angst, omdat men meent, dat door de ontwikke
ling van het meisje de kans voor haar op een huwe
lgk geringer wordt. Doch al ware dit zoo, dan mag
dit geen reden zjjn om hare ontwikkeling tot vol
komen mensch1' te zjjn tegen te houden. Onder alle
omstandigheden moet zjj in dat opzicht tot haar
recht komen, opdat zjj, ook als zjj niet huwt, niet
behoeft te vragen: «wat zal de toekomst voor mij
zjjn" maar: «wat zal ik voor de toekomst zjjn"
Egoïsme der ouders. Er zjjn vele ouders, die om
bet kind bg zich te houden, er tegen zjjn, dat b. v.
hunne zoons naar Oo9t of West gaan en het meisje er
van terug houden om een zelfstandig bestaan te
kiezen, haar eigen weg te volgen. Dit moet anders
wordenmen late ook het meisje vrjj om zelf over
baar leven te beschikken en menigmaal zal het ook
d&n voorkomen, dat het meisje het bljjven bjj da
ouders uit vrjje beweging kiest.
Vervolgens wees spreekster op vele vrouwen,
wier leven ongelukkig kau genoemd worden, en die
allen meisjes geweest zjjn, aan wier opvoeding veel
heeft ontbroken. Daarom moet de n aatscbappg met
het oog op tal van instellingen gewijzigd worden,
en zoodanig worden ingericht, dat elke vronw in
staat gesteld wordt haar eigen leven te leiden en
haar onafaankelijk te maken van tal van gebreken,
die onze maatschappij aankleven en die de ooi zaak
zjjn van de ellend®, die in onze dagen in vele op
zichten heerscht.
Vooral van den verbeterden rechtstoestand dbr
vrouw verwacht spreekster goede resultaten. Als
ongeooiloofd wordt het tegenwoordig nog beschouwd,
dat een meisje of een gehuwde vrouw zich in wjjder
kring beweegt dan in haar huisgezin. Dit denkbeeld
moet verdwjjnenhet eene individu mag niet leven
ten koste van het andere, en evenzoo mag een meitje
niet opgeofferd worden aan den jonger, die buiten
het huisgezin zjjn werkkring moet zoeken.
Na de pauze wees spr. uitvoerig op het nut van
tal van inrichtingen, die in den laatsten tjjd ten
bate der vrouwen zgn verrezen, als: kookcursussen,
huishoudscholen, tehuizen voor dienstmeisjes, naai
scholen, vakvereenigingen enz. en bepleitte daarvan
het nut ook omdat zjj aan tal van jonge meisjes
geiegenheiJ geven in een nuttigen werkkring als
opvoedster op te treden. Zoodra dergeljjke inrich
tingen, vooral de laatstgenoemde, allerwege verrezen
zgn en voldoende worden gesteund, zal daarmede
althans éóa vraagstuk, bet dienstboden-vraagstuk,
zgn opgelost en ODze vrouwen en meisjes mogen
zich dan gelukkig achten in dezan lijd te leven.
Ten slotte bracht mej. Knappert onder de aan
dacht hoe meer beschaafde meisjes van heilzam n
invloed kunnen zgn cp die uit mindere standen.
Groote zorg moet besteed worden aan de opvoeding
van het volkskind, maar ook bg dit moet ter dege
rekening worden gehouden met haar aanleg en haar
de vrjje keuze van een beroep gelaten worden. Trouwt
de meer beschaafde, de meer ontwikkelde, dan komt
het geleerde haar zelf en haar gezin ten goede
trouwt zjj niet dan zal zjj voor z:chzelven gelukkig
kunnen zgn door anderen gelukkig te maken.
Op de opvoeders rust groote verantwoordelijk
heid de werkeloosheid van meisjes uit den hoo-
geren stan^, da halfheid van weteD, het gemis van
zelfstandigheid kunnen door een goede en oordeel
kundige opvoeding worden weggenomen en zoodra
de viuchten daarvan zgu vei kregen is emancipatie
verder onnoodig.
Na deze voordracht, die door een zestigtal aan
wezigen, meest dames, met aandacht was aaugf-
hoord, nam jhr. v. Reigersberg Veislujjs nogmaals
het woord om hulde en daDk te brengen aan mej.
Knappert voor de aangename wjjze, waarop zjj hare
beschouwing o*er dit belaogrjjke onderwerp heeft
gegeven. Hg meende dat de goede opkomst mocht
gelden als bewgs dat men instemde met het denk
beeld van het Bdstunr eene dame als spreekster te
hebben laten op'reder, eene meening waarmede het
publiek door applaus vetklairde mede te gaan.
Naar aanleiding van het ook door oas mede
gedeelde b'richt, dat het als lid der Witte Scc'ë-
teit" te 's-Gravenhage gedéballoteerde Kamerlid mede
was voorgedragen door eea antirevolutionair, vraagt
de Zeeuw: wat doet nu enn antirevolutionair in eene
deels onstichtelijke inrichting als de Wittel"
»Een antirevolutionair die in de Witte" loopt,
is dat «antirevolutionair ook iu uw huisgezin
Of tg kan ook een «uitlander" zjja."
Wjj zouden zco z°ggeneen antirevolutionair doet
in een soc ëteit precies hetzelfde als een niet-anti-
revolutionair.
Trouwens, om te weten te komen wat een anti
revolutionair in eene sociëteit doet, behoeft de redac
teur van het blad niet vt r te ioopen
In hoever nu door het bezoeken van eene soc.ÖLit
zoo'n antirevolutionair afwijkt van zjjne beginselen
eu een «uitlaoder" wordt, laten wjj in het midden;
maar wanneer men dat doet in eyne eigene gemeente
en bet dus niet onder stoelen of banken steekt,
vinden wij dat lang zoo erg niet als wei wanneer
men in eigen gemeente zelfs de fat6oerljjke plaatsen
van uitspanning met vrome verachting voorbggaat
en elders, als men meent dit ouopgemei kt te kunnen
doen, deze v èl bezoekt, gelijk herhaaldeljjk geschiedt 1
Blgkens Woensdag bjj den Raad van State,
afd. voor de geschillen van btstuur, ingekomen
Kon. besluit is op f 108.33 bepaald het bedrag der
rjjk8bjjdrage over 1896 toekomende aan het
bestuur der V e r e e n i g i n g tot bevordering van
christelijk schoolonderwijs te Goes,
voor hare tchool aan de Wijngaardstraat aldaar, en
zulks omdat bedoelde school Blechts over de maand
Januari aan de vereiechten der wet voldeed, daar
de vereeniging, onder wier bestuur zij staa*, slfchts
gedurende dat tjjd vak rechtspersoonlijkheid bezat.
Bjj Kon. besluit zjjn herbenoemd tot burge
meester van VHeererihoek dhr. J. G. F. Timans,
gpcrefaris dier gemeente; van 's-Heer Arendskeika
jhr. U. E. Lewe van Ngenstein.
De afdeeling V-Gravenpolder van de ver
eeniging van bietenbouwers vergaderde
Dinsdagavond ten einde het Beetwortelcontract vooj
1898 te bespreken. Van de 30 leden waren er 16
present, die aan de geanimeerde beraadslagingen
deelnemen. Een concept-contract werd door het
bestuur ter tafel gebracht en artikelsgewjjze be
sproken van de besluiten in de vergadering ge
nomen zal de afgevaardigde ter algemeene verga
dering op heden verslag uitbrengen. Ook het contract
voor verkoop op suikergehalte werd besproken en
met eenige wgziging aangenomen.
De indjjkiDg van een groot gedeelte van het
zoogenaamde >Verdronken land van Saef-
tingen", gelegen onder degemeeLtn Graatw en
Clinge (Z°euwech-Vlaanderen), waaraan gedurende
den geheelen zomer een 900 a 1000 man gewerkt
hebben, is thans voltooid. Daardoor is Zeeland een
polder van 580 fl.A. ijjker geworden. Een flinke
djjk van 5000 Meter lengte sluit den nieuwen Saef-
tingerpolder, naar men hoopt, voor goed van de
Schelde ai. Men verwacht, dat men in het aarstaai.de
voorjaar tot verkoopiüg der gronden zal overgaan.
Vele tegenspoeden hebben de aannemers gedurerde
den zomer ondervonden. Hooge vloeden en zware
stormen sloegen tu en dan gedeelten van den pas
aangelegden djjk weg en de groote storm in de maand
Juli veroorzaakte vooral veei schade.
Komende gebeurtenissen werpen hare schadu
wen vooruit, zegt een Engelach spreekwoord. Zoo
is bet ock met de inhuldiging van H. M. de
Koningin.
De Staatscourant bevat reeds de mededeeling, dat
die inhuldiging, de plechtige bezegeling van het
grondwettig verbond tusschen Orarje en Nederland
zal plaats hebbi n op Dinsdag 6 September 1898 en,
evenals bg de vorige inhuldigingen, in de Ni<nwe
Kerk te Amsterdam. (In ons vorig no. medegedeeld.)
De vorm, waarin deze mededeeling geschiedt, her-
innett, zegt het Handbldat, menscheljjkerwjjs ge
sproken, op dien bepaalden dag Q. M. Koningin
Wilhelm'na reeds de rrgeering zal hebben aanvaard
en het regentschap geëindigd zal zgn. Dat regent
schap duurt immers «gedurende de minderjarigheid"
der Koninginzoodra H. M. dus meerderjarig is
geworden, dat is volgens de grondwet haar acht
tiende jaar heeft vervuld, houdt de minderjarigheid
op en aanvaardt de Koningin zelve de regeering.
Dat zal op 31 Augustus 1898 het geval zgn.
Van dat oogenblik af is het dus H. M. de Koningin
zelve, die regeeringsdaden verricht en dus ook de
inhuldiging heeft te regeier. Uit den aard der zaak
is het echter ge wenscht dut de bepalingen daarom
trent reeds een geruimen tjjd voorat worden vast
gesteld, das terwgl H. M. nog minderjarig is.
Het is zeker met het oog op deze omstandigbeder,
dat de med< deeling van den dag der inhuldiging,
en ock van den weg door H. M. te nemen bg den
intocht in Amsterdam en in Den Haag, is ingekleed
in dezen vorm: »H. M. de Koningin-Weduwe Re
gentes het ft, overeenkomstig den wensch van H. M.
de Koninginbepaald" enz.
Door bewoners en eigenears van gronden in
den Susannapolder (onder St. Annalaod) is
aau den raad dier gemeente een request verzonden
met verzoek, om middelen te beramen tot verbete
ring van den Sch-nkeldijk, eene der grenzen van
genoemden polder. Zjj wjjzen er op, dat het djjks-
bestnur onmachtig schjjnt om verbetering te ver-
krjjgen van den Schenkeldjjk, die door den laa'sten
Junistorm zoo heeft geleder, terwjji eene eventneele
doorbraak voor een psar honderd menscben treurige
gevolgen zou hebbeo. Zjj vertrouwen dat de invloed
van den Raad hunn* wenschen zal kunnen doen
vervullen.
Het eerste nummer is verschenen van Mtde-
deelingenvan den Nationalen Bond van Han
dels- en Kantoorbedienden in Nederland.
Dit blad zal den 15den vau elke maand te Am
sterdam verschgnen.
Het ledental van dtn Bond bedraagt thans 1185.
Vrede van MunBter. De Minister vau
Binnenlandsche Zaken heeft te kennen gegeven, dat
van regeeringswege geen maatregelen zullen worden
genomen tot algemeene viering van den 250sten
verjaardag van den vrede van Munster.
Snel recht. In Het P. van J. schrift
iemand:
»In procedures aanhangig voor h t Gerrclts cf
te Amsterdam, is thans geen pleitdag meer te be
komen vóórhalf October 1898, zegge eea