1897 N°. 136. Donderdag 18 November. 84ste jaargang. Zeker de aandacht waard. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woenidag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjji per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bjj de hoeren Nijgh Van Ditmü.r te Botterdam en verder bg alle Boekverkoopers en Brievengaarders. Insendloy van advertentlënrio* De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pry« slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjk*- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 c Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. uren op den dag der uitgave. G0ESEHE COURANT. Bjj hoofdstak »jastitie" is ia de afdeelingen der He Kamer de propaganda van den Nieuw-Malthusi- aanschen Bond ter sprake gebracht. Hoewel daar bjj niet zoo sterk betrokken als de vorige minister, onder wien, geljjk men weet, de koninkl. sanctie op de statuten van dien Bond is verkregen, zal toch ook de tegenwoordige minister van justitie het niet kunnen ontgaan, van zjjne meening in dezen te doen bljjkm, en de zaak schgnt ons dan ook volkomen de aandacht en b «langstelling der natie waard te zjjn. Een der beminnelijkste Engelsche prozaschrijvers, Oliver Goldsmith, begon zjjn welbekenden roman De predikant van Wakefield ongeveer als volgt: >Ik was altjjd van gevoelen, dat hg, die trouwde en een talrjjk gezin groot bracht, aan de maatschappij meer dienst bewees, dan hjj, die als vrijgezel bleef leven." Dit boek versoheen in 1766, in een tjjd, waarvan een ander schrjjver getuigde, dat »sen schapenbout met een pint bier steeds het ontbijt uitmaakte van alle bewoners van het roemrjjke Albion" en toen er dus nog ruimte was aan de tafel des levens maar op het einde der negentiende eouw rjjst bg vele denkers en sociologen de ernstige vraag: is bet wel raadzaam om Goldsmith's gevoelen te allen tjjde en onder alle omstandigheden te onderschrg vee Immers, wjj weten het allen, de maatschappelijke toestanden zjjn zoodanig, dat een huvraljjk, zonder bahoorljjke waarborgen voor voldoend levensonder houd voor ieder in zjjn stand, met het oog op de maatsohappeljjke gevolgen voor de onschuldige slacht offers ervan, haast oen misdaad geljjkt. Wie leest van het Bcrofuleus geslacht der ach terbuurten, vooral van de groote stedenhoe het daar opgroeit als de paddestoelen der menschenwe- reld, een ruadsel in het oog van den denker, een voorwerp van innig medeljjden voor den philan- fcbroop, moet wel rillen bg de gedachte aan de gevolgen van zooveel onbezonnen huweljjken, als waarvan daar de bewjjzen voorhanden zjjn. Zeker, het huweljjk, d. w. z. het verbond van man en vronw, het begin van het huisgezin, moet als de basis van elke geregelde maatschappij big ven bestaan, moet mogelgk bljjven onder welke omstan digheden ook, maar of men onder alle omstandig heden daarmede der maatschappij een dienst bewjjat, zooala Goldsmith meende, is eene vraag, die thans onmogeljjk meer algemeen bevestigend kan beant woord worden en daarom gaat het niet aan om geljjk gesciied is eene vereaniging als de Nieuw- Malthusiaau8che Bood staatsgevaarlijk te verklaren, het weigeron der Koninkl. goedkeuring voor dien Bond te eischen. De grond voor zulk eene weigering wordt ge zocht in eenigan bjjbeltekst of in een voorschrift der kerk, maar het is aan da kerk totontoe niet gelakt om het groote gevaar te bezweren, dat er voor de maatschappij ontstaat in de onbezonnen huweljjkea en in de te groote toeneming der be volking, waarmede vermindering der middelen van bestaan gelijken tred houdt Daarvoor heeft juist de Nieuw-Milthusiaansche Bond een open oog en daarom mogen zjjne bestrjjders maar niet eanzjjdig weg beweren, dat hjj de onzedelijkheid in de hand werkt en het mag tevens niet worden voorbijge zien, dat de aanhangers der leer van den Bond grootendeels gevonden worden onder de genoeg zaam ontwikkelden, die over de maatschappelijke toestanden het meest tot oordeelen bevoegd en in staat zjjn. Wat Goldsmith in 1766 nog een dienst aan de maatschappij achtte te zjjn, werd door Malthus 83 jaren later, in zjjn toen zeer opzienbarend werk Proeve over de beginselen van bevolkingniet meer als een dienst besobouwd. Sinds dien tjjd, dus in den loop eener eeuw, hebben stoom en electciciteit en de honderden uitïindingen van den werktuig kundige den staat van zaken in onze mensoben- maatschappij volkomen veranderd; bet .dnizend- vingsrig werktuig" heeft den handenarbeid verdron gen het monster der werkloosheid jaagt de be volking van het platteland naar de groote steden, waar haar, soms in nog acuter vorm, alweer de werkloosheid aangrjjnst. Bet geslacht, dat daar uit haar geboren wordt, levert een groot contingent in de eterfte van kinderen beneden de 5 jaar, van wier dood de oorzaak gezocht moet worden in gebrekkige ontwikkeling, gemis aan voldoonde voeding, uit tering en klierziekten, en welke sterfte volgens de statistiek 40 bedraagt van alle sterfgevallen. En ijj, die, ondanks deze kwade kansen, in het leven blijven, vormen op hunne benrt een groot gedeelte ,an dat andere ojjfer van personen, dat jaarlgks het proletariaat doet klimmen en den weg hunner onders opgaat Is het nu te verwonderen, dat, waar s menscben natunr onverbiddelijk tot het huweljjk drqft, den kers en wjjsgseren mede trachten het probleem op te lossen, niet zoozeer om overbevolking te voor komen er is ruimte genoeg op de aarde als wel om le verhinderen, dat op eene bepaalde plek er een te talrjjk geslacht geboren wordt, dat, blijft het in hot leven, tcch msfc zich sleept de gevolgen der omstandigheden, waaronder het het leven zag Van de 1500 millioen menschen, waarmede onze aarde bevolkt schgnt, verbljjven er bgea tweederde op een zevende gedeelte van hare oppervlakte. Wan neer in die verhouding de noodige verandering is ontstaanwanneer eerst het groote vraagstuk zal zjjn opgelost, dat er arbeid en brood voor allen zal zjjn, en evenals bjj da vroegere herdersvolken, ieder kind, dat geboren wordt, da productiviteit van elk huisgezin zal verhoogen, dan eerst zal men het Neo- Malthusianisme staatsgevaarlijk kunnen noemen. Dan zal men kunnen verbetteren en veroordeelen de mannen en vrouwen, die er nu maar niet, ten na- deele van het algemeen, los op in leven, maar die nadenken en middelen trachten te beramen tegen eene kwaal, die, toen de bijbelwoorden, waarop hunne tegenstanders zich beroepen, werden gesproken voor het Israëlietiscbe volk, nog niet kon bestaan, omdat in die dagen alle nieuwe arbeidskrachten slechts welkom konden zjjn. Het doel van den Bond is volgender wjj ze om- Bchreven »a. Het verspreiden van kennis omtrent het vraag stuk der toename van de bevolking en van haren invloed op de stoffeljjke en geestelgke gesteldheid der menscheo b. het vei spreiden van kennis omtrent do wette- lijk geoorloofde middelen, waardoor elkeen in staat is, zoowtl in zjjn eigen belang als in dat der maat schappij, de geboorte te voorkomen van kinderen, wier verschjjnen do kansen op gelnk van het gezin vermindert en voor welke geen vooruitzichten zjjn op een menschwaardig bestaan." En nu willen wij de wijze van propaganda en de middelen van den Nieuw-Malt-hnsiaanschen Bond niet ia bescherming nemen, geenszins; maar zoo lang de mmsohau de ordinantie in Genesis IX Vervult de aardedoen ontaarden in oyervulling van eene kleine plek, die vervulling binnen enge grenzen honden zoolang de bevolking veel te sterk toeneemt voor den gecultiveerden bodem, die zelfs bg zjjn cultuur geen voldoende bate afwerpt en derhalve verlaten wordt, waardoor de bevolking zich in de groote steden opeenhooptzjolang kan en mag men niet veroordeelen haa, die wettelijk ge oorloofde middelen willen aanwenden om die toe neming der bevolking afteleiden of te baperkeu. Dr. Kuyper 6ehreef eenmaal: eerst dan mogen we met het gebouw der maatschappij vrede hebbenals het aan alle menschen een menschwaardig bestaan biedt. Tot zoolang vormt ze het voorwerp van onze critiek Dat gebouw levert meer en meer stof tot critiek. Nu er toestanden zjjn, zoodanig dat tal van ouders het oogenblik niet kunnen zegenea dat han een kind geboren wordtna de reusachtige toeneming der bevolking in de hoofdsteden tooneelen van diepe ellende, depravatie en menscheljjke verdierljjking te aanschouwen geeft, tooneelen, die we ook hier en daar ten plattelande ontmoeten, indien we ons maar de moeite willen geven ze op te merken, ware het toch veel beter, dat alle mannen en vrouwen van ernstigen wil, van welke partjj ook, in plaats van elkander te verbitteren, de handen ineensloegen en vroegenwat zullen wjj doen Wjj ontkennen het niet: het is een veeg teeken des tjjds, dat men, om te voorkomen dat de na reeds overbevolkte plekken van den aardbodem nog maar be volkt worden, of uit bezorgdheid omtrent het lot, dat een nog ongeboren geslacht te waohten staat, beper king van geboorte niet onvoorwaardelijk veroordeelen kan maar is het niet voor hem, dia daarvoor gevoal heeft, een verschrikkelijke gedachte, dat in de stegen en sloppen der groote steden, dat ook op menig gedeelt e ▼an het p'atteland een mm^ch^ngeslacht gebaren wordt en leeft, dat niet weet, hoe hot van den eenan dag op den anderen zal komen en waarvoor niet te sterven 's levens eenig doel is Nog eens wjj nemen, de goede bedoeling erkennende, niet alle middelen in bescherming, die door den Nieuw-Mal- thnsiaao8ohen Bond worden aangewend, eu wjj zouden, terwjjl elders millioenen vruchtbare akkers braak liggen, waar elke menschen hand haar gewicht in goad waard ii, geneigd zjjn te zeggen, dat koloni- satie het middel ie, dat in de eerste plaats moet worden aangewend. Maar kolonisatie is wel een mooi woorddoch de daad is noodig, en verplaats nu eens deze menschenmassa naar andere gewesten zon der eenige andere hulp dan het particulier iaitiatief, nog gezwegen van klimatische en andere belemme ringen 1 Toch zal het ook dien weg op moeten en de Nieuw- Malthusiaansche bew aging kan een krachtige prikkel worden om te trachten ook deze belemmeringen te overwinnen. Ook de Staat kan daartoe wellicht het zjjne bjjdragen en door dit middel, zoowel als door het ter hand nemen van de vroeger door ons breed voerig besproken sociale hervormingen, medewerken om onduldbare toestanden, als wjj boven schitsten, te verbeteren. Waar één lid ljjdt, Ijjdt het geheele lichaam en waar het aantal leden, die ljjden, groo- ter wordt, wordt het lichaam zachtjes aan gesloopt. Een sclirgver it reeds tot de Blotsom gekomen, dat »de tegenwoordige beschaafde natiën beBtemi zjjn om in de barbaarschheid te verzinken cm op gevolgd t8 worden door jongere volken, die nu nog in onontwikkelden toestand verkeeren." Als dat waar was, dan zou ons streven hopeloos zijn dan konden we gernst met de banden in den schoot gaan zitten, wachtende de dingen, die komen zullen. Maar, al leven we ongetwjjfeld in een tjjdperk van overgang, wjj wanhopen niet aan het voortbestaan der tegenwoordige maatschappij en van de Enro- peesche beschaving met baar, indien wjj ons slechts vrjjmaken van vooroordeelen, ons van jongs af op grond van vroegere toestanden ingeprent en welke ons zoo vaak maken tot kettermeesters over anderen. De wetenschap gaat steeds vooruit; nieuwe natuur krachten worden er ontdekt, welker bestaan we niet eens vermoedden. Het is niet te zeggen, waar dit alles op zal uitloopen, maar zeker zullen de oecono- mische verhoudingen der menschheid er meer en meer door gewjjzigd worden. Wil men, dat daardoor of daarbjj de strjjd om het bestaan een geljjke zal worden voor iedereeD, dat er in dien strjjd zco weinig mogeljjk slachtoffers zullen vallen, dan zie men niet verachtelijk neer op, en sta men niet on middellijk gereed om te veroordeelen en als staats- gevaarljjk uit te krjjten hen, die, den onhoudbaren toestand van de menschen massa op onze kleine plek gronds inziende, wellicht niet het juiste middel aan grijpen om er verbetering in te brengen, maar toch bljjken geven van een ernstig nadenken, dat zeer zeker de aandacht waard is en waaraan een goede en hoogst ernstige bedoeling ten grondslag ligt. GOES, 17 ^November 1897- Door het hoofdbestuur der commissie voor de feestviering te Goes bjj gelegen heid van de inhuldiging van H. M. onze Koningin zjjn nitgenoodigd om daarvan deel nit to maken een der leeraren der Nederlandsch Hervormde, die der Gereformeerde en die der Roomsch-Katholieke gemeente. De heeren ds. Lomere, daartoe aangewezen door het ministerium van predikanten der Ned. Herv., ds. Van der Veen als predikant der Gereformeerde en de heer Baede als deken en pastoor der R.-K. gemeente, hebben deze nitnoodiging aangenomen. De staat, aanwjjzende het door elke provincie te dragen aandeel in de lichting der nati onale militie van 1898, wjjst voor Zeeland 470 dienstplichtigen aan op 1941 totaal ingeschre venen. Naar den maatstaf van 77 ingeschrevenen te Goes, zon het contingent voor deze gemeente dus 18 bedragen. Jl. Maandagavond werd in do Prins van Oranje" alhier eene algemeene vergadering gehouden van de leden van den Cbristeljjken Volksbond. Zij werd bjjgewoond door vjjf be stuursleden, da leden der commissie tot Werkver schaffing en 16 gewone leden. Bg de opening dezer vjjfde vergadering deelde de voorzitter dhr. J. M. Eakebeeke, mede dat het be staar gemeend heeft te moeten voorstellen, voortaan een vergadering der leden niet meer te doen volgen door eene, waartoe het publiek ook toegang heeft, daar de ondervinding heeft geleerd dat toch niemand, of Blechts een enkel niefc-lid verschjjnt. Dit voorstel werd bjj acclamatie aangenomen. Vervolgens zeide de voorzitter dat bjj het bestuur het denkbeeld was gerezen aan zjjn ledental eenige uitbreiding te geven en wel om te voldoen aan de wenscheljjkheid dat ook een R. Katholiek lid daar in zitting heeft. De vergadering vereenigde zich met dat denkbeeld en benoemde, op voorstel van den voorziter, bjj acclamatie dhr. M. A. Stieger die deze benoeming onder dankbetuiging aanvaardde. De bestuursleden C. R. van Lelyveld en J. A. van Heeldie aan de beurt van aftreding waren, werden respectievelijk met 25 en 26 van ds 26 stemmen herbenoemd. Dhr. Van Lelyveld nam de benoeming aan, terwjjl dhr. Van Heel, niet tegenwoordig, van zjjne benoeming zal worden kennis gegeven. Vervolgens deed de penningmeester dhr. A. Dekker Jz. rekening en verantwoording van zjjn gebonden beheer gedurende het aigeloopen dienstjaar, terwjjl op verzoek van dan voorzitter, de bescheiden werden nagezien door dhrn. L. Duvekot en P. van der Meulen. Bjj monde van laatstgenoemde adviseerden zjj de reke ning goed te keuren, daar zjj iu orde was bevonden. Naar aanleiding dezer rekening werd door hen, die baar hadden nagezien, echter de aandacht gevestigd op de mindere ontvangsten tegenover de meerdere uitgaven voor de sigaren-fabricatie en de vraag ge steld of het niet wenscheljjk was te trachten daarin op eenigerlei wjjze verandering te brengen, een vraag, die later werd beantwoord. Onder dankbetuiging aan den penningmeester werd de rekening vastgesteld in ontvang op f 6857,681/2» in uitgaaf op f 6582,06 Va zjj gaf dus een batig slot van f 275,57. Daar het nazien der rekening zooveel tgd eischt, gedurende welken de vergadering moet gesehorst worden, gaf da voorzitter in overweging daarvoor eene commissie te benoemen, die zich voortaan met dit deel der werkzaamheden wilde belasten vóór den aanvang der vergadering. De aanwezigen konden zich met dit denkbeeld vereenigen en gaven den voorzitter volmacht een paar leden en een plaatsvervanger als zoodanig aan te wjjzen, waartoe hjj benoemde dezelfden, die in deze vergadering die taak op zich hadden genomen, benevens dhr. J. Faberij de Jonge als plaatsvervanger. Allen namen deze opdracht aan. Daarna werd door den secretaris der commissie tot Werkverschaffing, dhr. J. W. van de Weert Wz verslag uitgebracht omtrent hare werkzaamheden, waarvoor wjj verwjjzen naar de mededeelingen aan gaande de werkzaamheden van den Ohristelgken Volksbond alhier, de vorige week in onze gemeente in ruime mate verspreid. Tevens nam de verslaggever deze gelegenheid te baat om de opmerking, gemaakt door de commissie tot het nazien der rekening, toe te lichten. Bjj er kende, dat het sigarenmaken tot biertoe een nadee- lig saldo van ongeveer f 700 had opgeleverd, en zeide dat dit was veroorzaakt gedurende het eerste en de helft van het tweede jaar. Alle begin is moei lijk. Bjj den aanvang toch moesten de gereedschap pen en de grondstoffen worden aangeschaft, bet werk ging aanvankeljjk niet zoo ving en in vele opzichten moest nog door ondervinding geleerd worden. Het is bovendien een zaak, die in het klein niet dan met nadeel ter hand kan genomen Worden, doch nu zjj eenige uitgebreidheid heeft ondergaan, hoopt en ver trouwt de commissie dat voortaan betere resultaten zullen verkregen worden, wat in het laatste half jaar reeds het geval is. Bovendien werd het door den secretaris en ook door anderen der aanwezigen een niet gering voordeel geacht, dat jongens uit den geringsten stand daardoor in de gelegenheid wor den gesteld wat thuis te brengen, van de straat worden gehouden en een vak aanleeren, waarmede zij later hun brood kunnen verdienen. Door deze toelichting verklaarde dbr. Van der Meulen zich voldaan, koesterde de gegronde hoop, dat er weldra met de sigarenfabricage betere fiaan- ciëele uitkomsten zullen verkregeu worden en ver trouwde dat de commissie tot Werkverschaffing op den ingeslagen weg zoude voortgaan. De vergade ring gaf door applaus hare instemming met deze woorden te kennen. Dhr. Duvekot bleef bg zijne meening dat de scha depost wat al te groot is als slechts 4 of 5 jongens van de voordeelen profiteeren. Nog gaf de secretaris eenige cgfers aan, loopende over de vjjf jaren gedurende welke de Werkver schaffing bestaat. Zoo zjjn er in dien tjjd gemaakt 114,200 blokken, 52600 bosjes kachelbout, 42000 vuuraanmaker8, 875 rollen matten, 1105 kleine deurmatjeg en 207500 sigaren. Dit alles heeft bjj verkoop opgebracht f 9105. De gezamenlijke ont vangsten bedroegen f 20559 en de uitgaven f 19662, waarvan aan werkloon f 12821. Aan het einde der vergadering bracht de voor zitter dank aan de commissie tot Werkverschaffing voor haar belaogeloozen lust en jjver, en ook aan den concierge Van der Kujjp, over wiens diensten het bestuur zeer tevreden is. Spreker herinnerde er tevens aan dat weldra weder een beroep zal worden gedaan op de liefdadigheid der ingezetenen en beval de belangen van den Ohristelgken Volks bond in aller steun en medewerking aan. Het comité tot verbetering van den maat- schappeljjken en den rechtstoestand der vrouw in Nederland heeft zich met een adres gewend tot den Minister van Binnenlandsche Zaken om ook zjjner- zjjds de aandacht van den Minister te vestigen op de belangrjjke punten in bet adres door de Ver- eenigirg tot behartiging van de belangen der vrouw te Rotterdam (in zake wjjziging en aanvulling van enkele bepalingen van het B. W.) ter sprake ge bracht en zjjn instemming te betuigen met het daar in omschreven verzoek tot gelijkstelling van man en vrouw ten aanzien van ouderljjk gezag en voogdij. Evenzoo heeft het comité een adres gezonden aan denzelfden Minister om adhapsie te betuigen aan het adres van bovengenoemde Vereeniging in zake middelbaar en gymnasiaal onderwjjs voor meisjei

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1897 | | pagina 1