1897 N°. 122. Zaterdag 16 October. 84ste jaargang. Bij (lit no. behoort een bijvoegsel. ARMENZORG. GOESCHE Do uitgave dozer (Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjji per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommeri 5 centmet bjjblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangonomen bjj de heeren Nijöh Vin Ditmaa te Botterdam ea verder hjj allo Boekverkoopers en Brievengaardere. Inaoxidine van adverten^l'ar uren op den dag der uitgave COURANT. Do prijs der gewono advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 c. Aanvrag-ïn om o* vnrmelding van liefdegaven 5 cent per regel. Een van de grootste en zeker meest geduchte verschijnselen in onze maa'schappjj is het toenemen van het proletariaat, die groote factor voor de ver breiding der theorieën van het socialisme. De werkloosheid, die op de eene plaats voortdurend, elders alleen in den winter zich vertoont, dwingt den arbeider om zjjn toevlucht te nemen tot open bare, kerkeljjke of particuliere instellingen van lief dadigheid, een toestand, die hem al zeer spoedig het vernederende doet voorbjjzien, dat er gelegen is in bet ontvang9n van onderstand of van geld, zonder daarvoor arbeid te verrichten en waardoor langzamer hand een klasse van menschen ontstaat, die men in het algemeen «bedeelden" noemt. Men heeft allerlei middelen uitgedacht om die werkloosheid te bezweren: studeerkamer-middelen en meer of mia practische middelen en a. s. Zaterdag zal de Vereeniging voor de Staathuishoudkunde en de statistiek een middel bespreken, dat men ongetwijfeld up-to-date kan noemen»de verzekering tegen de geldeljjke gevolgen der werkloosheid." Den wensch uitsprekende dat onee oeconomen en statistici er in mogen Blagen deze zaak tot een goed einde te brengen, vreezen wjj toch, dat zulk een verzekering nog langen tjjd een ideaal zal bljjven, dat niet bereikbaar is, of waarvan in elk geval de vruchten in de eerste jaren niet znllen te plakken zjjn. Daarom meenen wjj het beter, nog wat lager bjj den weg te big ven en een enkel woord te zeggen over den toestand van het oogenblik. Vrjj wel is men het er over eens, dat rjjk en gemeenten zich meer dan vroeger het lot der «oeco- nomisch zwakkeren" moeten aantrekken, waaruit van zelf de leer volgt, dat, waar de kerkeljjke en de parti culiere liefdadigheid te kort schieten, de Btaat of de gemeente te hulp moet komen. Door de particuliere liefdadigheid wordt veel ge daan, dit valt niet te ontkennenmaar de kerke ljjke instellingen laten zjj het door onmacht of door verkeerd begrepen zuinigheid zich dikwijls zeer onbetuigd. En wanneer nu de gemeente door haar Algemeen Armbestuur den arme wil helpen dan staat daar de verouderde armenwet, die dreigend met den vinger wjjst naar hare artt. 20 en 21, welke luiden Art. 20. De ondersteuning der armen wordt, behondens de verdere bepalingen dezer afdeeling, overgelaten aan de kerkeljjke en bjjzondere in stellingen van weldadigheid. Art. 21. Geen burgerljjk bestuur mag onder stand verleenen aan armen dan na zich, voor zoo veel mogeljjk, te hebben verzekerd, dat zjj dien niet van kerkeljjke ot bjjzondere instellingen van weldadigheid kannen erlangen, en dan slechts bjj volstrekte onvermijdelijkheid. Gevolg hiervan is, dat öt de armen »van het kastje naar dan muur" worden gezonden öf dat de onder stand geheel onvoldoende is. Is het echter niet moge ljjk, dat, zoolang deze bepalingen wet zjjn en in afwachting van wat de Regeering op dit gebied voorstallen zal, het Bnrgerl. Armbestuur bjj nood zakelijkheid aan vuile datgene, waarvoor dc krachten der kerkeljjke instellingen te kort schieten Wjj herinneren aan Amsterdam. Daar kwam vaak bjj de behandeling der begrooting in den gemeen teraad de qnaestie dar gemeentelijke armenzorg ter sprake. Deze kostte zeer veel geld en men wist, dat zjj, bjj de toeneming van het proletariaat in de hoofdstad, van particuliere zjjde onvoldoende was. Wel traden verschillende vereenigingen en commis- aiëa tot leniging van gebrek en tot bestrjjding van werkloosheid op, maar waar zooveel monden om brood riepen, zoovelen honger leden, was hetgeen - men vooral in den winter deed, niet veel meer dan het voorkomen dat de bedeelden van honger stier ven. In zulke dagen komt het lomp°n-proletariaat in steden als Amsterdam nit kelders en krotten t) voorsobjjn; de werkloozen trekken door de straten en angstig vraagt menigeenwat znllen wjj doen Dit was daar ook in 1893 het geval en in den Raad werd toen van alles overwogen om in den nood te voorzien. O. a. werd voorgesteld om de nentrale vereeniging «Liefdadigheid naar vermogen" met f 50,000 te helpen. In Februari 1894 kwam het voorstel in behandeling; het werd verworpen omdat, naar men meende, de armenwet uit kracht der bovenaangehaalde artikels aanneming niet toe- ';et, maar toch werd op advies eener commissie, die de opdracht had gekregen om na te gaan wat binnen de grenzen der tegenwoordige wet tot ver betering der armenzorg van gemeentewege kon worden verricht en waarin bekwame juristen, o. a. mr. J. I jjnappel, zitting hadden, door den Raad de moening uitgesproken, «dat art. 21 van de arm n w t ook bedeeling vanwege het Borg, Armbestuur toeliet in die gevallen, waarin do volstrekt onvermjjdeljjke hulp wol voor een deel, maar niet voldoende door pai- ticuliere liefdadigheid wordt verstrekt" m. a. w. in dien b. v. een diaconie een huisgezin met vijf kinderen een gulden en twee brooden per week geeft, dan is het Burgerlijk Armbestuur gerechtigd het ontbro- kendo aan te vullen, opdat dit gezin niet aan een anders onvermjjdeljjken hongerdood worde prjjs ge geven. Zulk een gift van de diaconie zou dan niet de onderstand zjjn, welken de wet wilde. Het armbestuur der hoofdstad is daarna gereor ganiseerd en het beginsel doorgevoerd. De wets- interpreiati der rechtsgeleerde raadsleden heeft ook in hooger instantie geen verzet gevonden. Het proletariaat, dat men op groote schaal in de hoofdstad aantreft, wordt natnurljjk ook in geringe mate, maar wellicht in dezelfde verhouding, in de kleinere plaatsen aangetroffen. Ook in deze vindt •nen vooral des winters verscheidene werkloozen, verscheidene gezinnen, welke met f 1 en een paar brooden door de kerkeljjke armbesturen worden ba- deeld het ontbrekende wordt meestal door bedelen verkregen, wat dikwjjls aan de ingezetenen veel last veroorzaakt, terwijl het bniten kjjf is, dat vaak onoordeelkundig wordt gegeven en dat de vrjjmoedig- sten onder de armen met den grootsten bait gaan strjjken. En nu komt het ons voor, dat, waar het gemeentebestuur van de hoofdstad de veer wist te verlammen van de remschoen, welke in art. 21 der armenwet werd aangezet, andere gemeenten dat voor beeld kannen volgen. Gemeenten, waar werkverschaf fing bestaat, kannen door hare Burg. Armbesturen reeds veel doen door aan die werkverschaffing steun te verleenen en deze te beschouwen als een onderdeel van hare armenzorg. In onze gemeente wjj couBtateeren het met genoegen wordt door het Bnrgerl. Armbestuur reeds eene vaste bjjdrage aan de werkverschaffing geschonken. Het zal zeker wel overwegen of, wan neer die «werkverschaffing", die tevens niet onaan zienlijk door de ingezetenen wordt gesteand, nuttig bljjft werken, verhooging der bjjdrage niet op zjjn weg ligt, vooral als aan hon, die daar aan het werk zjjn, alle verdere hnlp geweigerd wordt. Want dit verli» ze men niet uit het oogde beste armenzorg is deze, dat de arme, die daarvan geniet, haar niet ontvangt als eene aalmoes, waardoor hem geleerd wordt te steunen op de publieke liefdadigheid en te vergeten, hoe onnatuurljjk en vernederend het is van aalmoezen te leven, maar wel als loon of gedeeltelik loon voor verrichten arbeid. Maar ook mot het oog op gemeenten, waar geene «werkverschaffing" bestaat, meenden wjj, dat het zjjn nut kon hebben, da uitlegging van art. 21 der armenwet door dan Amsterdamschen gemeenteraad toegepast, in herinnering te brengeD, te meer omdat het artikel vaak als beletsel voor onderstand of aan vulling daarvan van de zjjde der gemeenten wordt uitgelegd. Samenwerking tusschen kerkeljjke en bnrgerl. arm besturen, onderlinge bespreking en onderzoek om te zien of de onderstand wezenljjk onderstand is, d. w. z. voldoende om er het leven bjj te houdenof niet de kerkeljjke armbesturen te angstvallig zjjn om desnoods eens iets van hun kapitaal aan te spreken en aanvulling door het burg. armbest., waar wer- kaljjk onmacht bestaat, ziedaar wat zelfs onder de tegenwoordige armenwet mogeljjk is. De winter staat voor de deur en het laat zich aanzieD, dat hjj vroeg invallen zal. Eone verbetering der armenwet staat wel op de ministeriëale agenda, maar op het oogenblik moeten wij nog roeien roet de gebrekkige riemen, die wjj hebben. Particuliere en kerkeljjke liefdadigheid schieten schier overal te kort. De breeds opvatting van den Amsterdamschen gemeenteraad zjj dus anderen gemeente- of armbe sturen ten voorbeeld, en in afwachting van de wets voorstellen van dit ministerie, moge de band doen wat zjj te doen vindt om te helpen, voldoende te helpen, waar de nood groot is en om de ingezetenen te vrjj waren voor den last der bedelarjj. GOES, 15 October 1897. Tot niet-ambteljjke leden der commissie van aanslag voor de bedrjjfs- en andere inkom- sten zjjn den 13 Oct. 1897 door den kantonrechter te Goes benoemd van 1 Jan. 1898 1 Jan. 1902 in den kring Goestot lid M. de Jonge Jz., lid der Prov. Staten enz. te Goes, als plaatsvervangend lid G. H. van der Meer Mohr, kantonrechter-plaats- vervanger te Goes in den kring Kortgeneals lid P. H. van Lis, par ticulier te Kortgene, als plaatsvervangend lid Jan van der Maas, particulier te Ntfissekerke. Benoemd tot brievenbesteller te Amsterdam dh*. P. Le Coq van Goes. Borecle. Ia de Woensdag gehouden raads vergadering werd behandeld en vastgesteld de begrooting voor 1898. De inkomsten en uitgaven zijn beide geraamd op f 12148,34. Voor onvoor ziene uitgaven is uitgetrokken de som van f 513,39 i/s. Voor 1898 werd aan het burgerljjk armbestuur eene subsidie van f 500 verleend. Ingevolge art. 14 der wet van 24 Mei 1897 (St.bl. no. 156) besloot de raad tot herziening van den boofdelgken omslag, van havengelden en van be- grafeniarechteii. lersekc. In de heden gehondon raadsver gadering werd goedgekeurd het post- en telegraaf kantoor weder voor 5 jaar aan het rjjk tc verhuren tegen een hunrprjjs van f 500. De heer C. de Jonge M z., sedert 1857 secre taris-penningmeester van het Burg. Armbest., kreeg op zjjn verzoek eervol ontslag, en in diens plaats werd benoemd de heer C. de Jonge C i. Een verzoek van den varkenshond «Voor deel" om de aanstelling van een vaster keurmeester van vleesch en spek voor de consumtie, voor welke betrekking naar het oordeel van adressant, bjj gebreke van een veearts het best de gemeente-geneesheer in aanmerking kon komen, werd niet ontvankelijk verklaard. Bjj de behandeling der gemeente-bsgrooting word de daarop uitgetrokken verhooging met f 125 van de salarissen van den burgemeester en den secretaris met algemeene stemmen verworpen. Een voorstel van den heer Polderman tot verhoo ging met f 100 werd met 7 tegen 3 stemmen ver worpen. Een verzoek van den heer Rjjpma, klerk ter secretarie, om verhooging zjjner jaarwedde, thans f 360, werd door den heer Sauer beantwoord met een voorstel, om den 2en klerk te ontslaan en diens salaris bjj dat van den heer Rjjpma te voegen. De hoer Muller bracht de scheiding der betrek kingen van secretaris en ontvanger ter sprake, om dat hjj meende, dat daardoor de beide klerken over tollig zouden worden. De Voorzitter (de burgemee ster) bewees het tegendeel, hetwelk door den heer Sinice, wethouder, bevestigd werd. De toestand bleef daardoor onveranderd, en het verzoek van den heer Rjjpma kwam niet meer in behandeling. Den havenmeester werd op voorstel van de heeren Maller en Wesdorp een traktementsverhoo ging van f 25 toegestaan. Voor een der beide gemeente-arbeiders tevens grafdelver was f 26 meer uitgetrokken. Dit werd hem toegestaan, doch de andere arbeider kreeg een zelfde verhooging op voorstel van den hoer Polderman. De Voorzitter wenschte den nachtwacht om zjjn trouwe plichtsbetrachting tot gemeente-veld wachter bevorderd te zien, omdat deze nu een te zwaren post heeft. Hij zon h9t betreuren, indien hjj voor de gemeente verloren ging. De raad beval aan, zjjn diensten te verlichten door ook de drie veld wachters met nachtdienst te belasten, on verwierp het voorstel van den Voorzitter (met 7 tegen 3 stemmen) dat de gemeente een meerdere uitgaaf van f65 zou kosten. Een voorstel van den Voorzitter om f 100 te be stemmen voor hst kroningsfeest van de Koningin werd met 6 tegen 4 stemmen aangenomen. Van de inkomsten werd de post uitkeering voor de personeele belasting van f7263 tot f7703,85 verhoogd. Ten slotte werd de heelo bogrooting met een eind- cjjfer van f 28560,44 Vj met algemeene stemmen aan genomen. Tot directeur van de te Middelburg gevestigde begrafenis-maatschappjj «Uit Voorzorg" is gisteravond met groote meerderheid door de leden gekozen de heer J. A. B o u r d r e z, winkelier te Middelburg. Te Middelburg is een afleelicg van den Anti- dienstvervangingsbond opgericht. In de Nederlander van gisteren komt de heer H. de Wilde te 's-Hage op tegen het in ons vorig no. vermelde stuk van dhr. Van Koetsveld. De heer Do Wilde schrjjft o. a. Nu het schrjjven van deu heer O. E. van Koets veld niet veel meer dan oen persoonlijken uitval, waarvan ik de qualificatie gerust aan het publiek kan overlaten in Uw blad is opgenomen, zult Gjj mjj wel willen veroorloven met een enkel woord van repliek te dienen. De schrjjver spreekt van «onbeschoftheden" en «onwaarheden", noemt mij «een echt politiek fortuin zoeker." Ik zon evenwel wel willen gevraagd heb ben, of het getuigt van het bezit van het tegenover gestelde dier fraaie qualiticatiëa, wanneer de heer Van Koetsveld, die als gast een vergadering be woonde, dingen gaat vertellen, die met zjjn onder werp geen verband hebben en die als behoorende tot hot bepalen van een gedragsljjn voor een stem bus, niet aan de groote klok mochten gehargen wordenwaarbij dan nog komt, dat de schrjjver geheel onjuist is in zijn mededeelingen. Voor zoover ik mjj herinner, heb ik nimmer den raad gegeven ons Program op non-activiteit te stel len, laat staan de beginselen aan de kapstok te hangen. Wat mjj door den schrjjver is ten laste ge legd, is dan ook niet door mjj gezegd. Ten sterkste ontken ik de uitdrukking gebezigd te hebben: «allen waren goed als het maar geen mannen waren van de fractie-Lobman". Reeds hierom kan ik dit niet gezegd hebben, omdat er in bedoelde vergadering gehandeld werd over de verkiezing voor de Provin ciale Staten in Mei 1895, en ik steeds overtuigd ben geweest, dat met name bjj die verkiezingen de tegen stelling tusschen droits en gaucheom deze woorden in dit verband hier te gebruiken, moest wegvallen, in zooverre nl. dat de mannen van de eene scbakee- ring evenzeer moesten worden gesteld als die van de andere. Mocht wat de heer Van Koetsveld mij ten laste legt inderdaad in die vergadering zjjn ge zegd, dan is dit door een ander uitgesproken, hoewel ik betwjjfal of dit wel is geschied. Immers, waar liep het over? Alleen over deze vraag: zal de anti revolutionaire partjj in Znid-Holland met kracht deel nemen aan de Staten-verkiezingen De afge vaardigden van 's-Gravenhage, waartoo ik behoorde, meenden dat er geen aanleiding was om, nu alles wachtte op de nieuwe kieswet, veel geld en krachten te besteden aan die verkiezingen. Anderen, waar onder de heer Valk van Schoonhoven, waren de over tuiging toegedaan dat bjj elke stembus de a. r. partg haar banier moet vertoonen, met baar begin selen heeft op te treden. Hierop werd, me9r nog door mjjn medeafgevaardigden van 's-Gravenhage dan door mjj, geantwoord, dat bjj een Statenverkie zing niet in dien zin van beginsel-strjjd kon worden gesproken als bjj een Kamerverkiezing, terwjjl ik er nog bjjvoegde, dat zoo de a. r. partjj in Z. Holland in de positie verkeerde van die in Zeeland, waar een meerderheid was te verkrijgen, of van die in Gelderland en Utrecht, waar een meerderheid was te behouden, de gedragsljjn van zelf was aangewezen. Al wat de heer Van Koetsveld beweert van mij gehoord te hebben, heb ik niet gezegd en kon ik als anti-revolutionair ook niet gezegd hebbes. In het andere geval zou zeer zeker do voorzitter der ver gadering of andei-b de vergadering zelve mjj tot de orde geroepen hebben. Het spreekt van zelf, dat het overige van 's heeren Van Koatsveldi schrjjven hier door mjj onbesproken moet bljjven. ZEd. schijnt onbekend te zjjn met den regel, stGeds gevolgd, dat de namen van redacteuren, die geen staatslieden of leiders van een partjj zijn (en ten opzichte van dezen geschiedt dit ook als bjj uitzondering), niet in het publiek genoemd worden. Van harte hopende, dat de gemoedsrust van don heer Van Koetsveld, die wel wat geschokt scheen, door dit schrijven tot eenige kalmte zal zijn gekomen, teeken ik met dank voor de plaatsing aa?i de Redactie, Uw dw., Den Haag, 12 Oct. 1897. H. DE WILDE. Door het hoofdbestuur van den algemeenen bond Ineulinde te Rotterdam is aan H. M. de Korio- gin-Regentes een adres gericht met eerbiedig verzoek om in het belang van duizenden weduwen en woezen met de bevoegde autoriteiten te raadplegen, in hoe verre de oprichting van een generaal wedu wen- en weezenfonde voor militairen van land- zeemacht en koloniën beneden den rang van officier door het rjjk zou kunnen geschieden en de regeling daarvan, het vaststellen van het bedrag der stortingen en de uitkeering der pensioenen, even eens door het rjjk zou kunnen plaatsvinden. Bjj kon. besluit is aan het hoofdbestuur der vereeniging «Trouw aan Koning en Vaderland", gevestigd te Utrecht, tot ondersteuning van behocf- tigen, gerechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis of de Citadel-medaille, machtiging verleend tot het houden eener collecte door het geheele Rijk in de maanden October ot November van dit jaar. Door het hoofdbestuur der Centrale Liberale Kiesvereeniging in het district Enkhuizen is een schrjjven gericht aan de Liberale Unie, of deze haar invloed wil doen gelden bij den heer Gerritsen, om zjjn candidatnnr in te trekken, aangezien de candidaat der Centrale, de heer A. Kool, zich geheel met het program der L. U. vereenigt. Het dringt daarop te eerder aan, omdat de candidatour-Gerritsen toch geen kans van slagen heeft en slechts koren is op den molen der clericale tegens'anders. Naar het Dev. Dagbl. verneemt, h9etfc do af gevaardigde voor Deventer, de heer J. Stoffel, zich aangesloten bjj de groep vooruitstrevende libe ralen» onder voorzitterschap van mr. A. Kerdijk.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1897 | | pagina 1