ie Opsmtta
^d/v-ertorLtieri
Openbare verkooping,
op Maandag 26 Juli 1897,
DE PRUIMEN
Woensdag 28 Juli 1897,
vertoopen:
Vruchten te Velde
op Zaterdag 31 Juli a. s.,
aanbesteden:
Het begrinden van den Achter
weg naar Hansweerd.
levement van f 333,671/2 (als overschot verkochte
boomen) nit het batig slot van 1895 en
duaf 333,671/3
op Art. 3 (nieuw) te brengen een
prelevenaent van 1896 als overschot van
verkochte boomen- 811,38 i/g
en op Art. 1 (nieuw) van Hoofdstuk
IV, Afd. I, te brengen 't subsidie van
het Rjjk in de kosten verbouwing gym
nastieklokaal - 310,07
en eene leening aan te gaan van
hoogstens- 7000,—
f8455,13
Tot het aangaan dezer leening stellen B. en W.
voor hen te machtigen om het gaathuisbestuur uit
te noodigen een bedrag van f7000 aan de gemeente
ter leen te veratrekken door verkoop van een geljjk
bedrag der ten name van het Gasthuis staande in-
ichrjjving op het Grootboek en zulks tegen eene
rente, geljjk aan die, welke het GaBthuis thans ge
niet en verder op dezelfde voorwaarde, waarop bij
raadsbesluit van 21 Sept. 1893 no. VIII door ge
meld bestuur f 11000 aan de gemeente is ter leen
verstrekt, en de aflossing van het thans te leenen
kapitaal te doen plaats hebben met ten minste f 1000
's jaarB, te beginnen nadat evengenoemd kapitaal
van f 11000 zal zjjn terugbetaald.
De fin. commissie zal gaarne met het voorstel
medegaan, maar veroorlooft zich de opmerking,
dat namens B. en W. vroeger de verkoop van boo
men is toegezegd, bepaald met het doel om de op
brengst te doen dienen voor ean gedeelte in de hier
bedoelde uitgaaf en verzoekt nadere toelichting, daar
in 't voorstel van verkoop van boomen geen sprake is.
Naar aanleiding van deze vraag zegt de Voorzit-
terdat de verkoop van boomen door dit voorstel
niet is uitgesloten. B. en W. kunnen echter nog
niet met zekerheid aangeven, welke boomen noodig
gerooid moeten worden en onderzoeken daarnaar.
Zjj zullen daarover later een gedétailleerd plan in
dienen, en aangezien het geld der leening eerst in
't laatst van bet jaar noodig zul zijn, zal van de
leening slechts in zoover gebruik worden gemaakt
als dan noodig bljjkt.
Dhr. Ochtman geeft eenige toelichting omtrent de
vraag der fin. comm. tot B. en W. gericht. Bij de
vorige behandeling zjjn eenige groepen van boo
men met name genoemd en voor de aanwijzing
daarvan schenen toen termen te bestaan. Ook bij
echter is er voor zoo min mogeljjk bocmun te rooien,
om daardoor de stad niet te ontsieren, dcch er zgn
grens -n. Even als er een eind komt aan het leven
der menschen, zoo komt er ook een eind aan den
groei der boomen enkele hebben die grens bereikt,
en dit zal in het oog moeten gehouden worden.
De boomen vertegenwoordigen een zeker kapitaal
en door ze te laat te rooien zon men dat kapitaal
vernietigen. Intusschen kan hij, zoo dit belang in
bet oog wordt gehouden, zich zeer wel bjj de toe
lichting van den Voorzitter neerleggen.
De Voorzitter herneemt, dat na onderzoek, een
bepaald voorstel zal worden ingediend. De raad kan
dan oordeelen of er termen zgn Bommige boomen
niet, andere wèl te rooien.
Bg de rondvraag vraagt de heer Quist het woord
en zegt
Het zal het dageljjksch bestnnr wel niet onbekend
zgn door de peilingen, die eens of meermalen in het
jaar plaats hebben, dat de buitenhaven voor bet Sas
aan verzanding onderhevig is. Toen ik vooreenigen
tijd vernam, dat de verzanding toenam en voor de
Bchippers vrjjwat ongerief en nadeel opleverde, heb
ik mjj op de hoogte gesteld in hoeverre het waar
is wat ik had vernomen. Het is mg toen gebleken,
dat de verzanding of het opslikken zichtbaar toe
neemt en zelfs zoover is gekomen, dat een Bcbip met
7 Ve voet diepgang bij laagwater niet in de buiten
haven kan komen en met halfwas van water nauwe-
ljjks de buitenhaven in kan dat geeft ongeveer 3
nu"- wachtons, zoodat de tjjd niet ver meer is, dat
alleen bg hoogwater het Sas is te bereiken. Het is
wel jammer, mijnbeer Voorzitter, dat bg het bouwen
van het nieuwe Sas daarmede g^en rekening is ge
houden, want het was misschien te voorkomen ge»
weest d)or de nollen verder zee in te laten gaan,
dan had de stroom denkelijk het zand of slib voorbjj
de g-ul zee in gevoerd, in plaats dat bet nu naar
binnen komt. Met bet oog op de drukke vaart in
het najaar was het mjjns inziens gewenscht, dat die
belemmering voor de Bcheepvaart werde weggenomen.
Ik wenBchte van burgemeester en wethouders gaarne
te vernemen of het al een onderwerp van bespreking
heeft uitgemaakt en zoo niet of de Raad dan Bpoedig
van het dagelgksch bestuur mag vernemen, nadat
keurend met het hoofd en keek verwonderd naar
zgn leerlinge. Zoo heerljjk, zoo zuiver, zoo gevoelvol
had zjj nog nooit gezongen. Toen zjj geëindigd had
bleef zjj met het hoofd voorover gebogen bjj de
piano staan. Een oogenblik bleef de hertogin in
diepe gedachten verzonken en zeide daarna z&cht en
met eenigszinB bevende stem >Kom bg mjj, mjjn
kind, opdat ik u een kus op het voorhoofd d>~nk.
Gj hebt mg diep getroffen, gjj hebt mjj een waar
genot doen smaken".
Elsie knielde voor de hooge dame, maar deze
richtte haar op en kustte haar op het voorhoofd.
»Ik dank u injjn lief kind
»Heb ik u te veel gezegd, mama vroeg de her
tog. >Is juffrouw Hunntcken niet een ware kunste
nares
»Gjj hadt geljjk, mjjn zoon. Em ware kunstena
res en nu nog een lied als gjj niet te zeer ver
moeid zjjt." Elsie ging weer naar de piano.
Het winterlied, juff ouw," vroeg de hertog. >Gjj
vindt dat gotd mama
♦Zeker, want dat is ook een van mjjne lievelings
liedjes."
Terwjjl zjj zong, keek zjj het park in, doch met
magnetische kracht werd haar blik tot den hertog
getrokken, en zoo rustten hunne oogen op elkander
de zjjne met vurigen hartstocht, de hare met zegen-
vierenden glans. De hertogin, de bleeke mogere han-
het een onderzoek heeft ingesteld, of er maatregelen
moeten worden genomen.
De Voorzitter geeft daarop ten antwoord, datdtze
zaak niet aan de aandacht van B. en W. ontsnapt
is en hg haar, reeds eenigszins voorbereid, heeft aan- j
getroffen. Hjj heeft nu ook persoonlgk een b°zofk
aan het sas gebracht om zich van den toestand op de
hoogte te stellen, waarbjj hem is gebhken dat voor
ziening noodig is. Hjj laat daar cf bjj den b uw van
het sa6 die verzanding al of niet voorzien kon worden,
doch merkt op, dat aanslibbing bij uitmondingen een
gewoon verschijnsel is, zoodat jaarljjks moet worden
gebaggerd. Op de voorloopige ljjst van den bouw
meester is dan ook reeds een som van f 700 a f 800
geplaatst voor baggerwerken. Nu kan bet de vraag
zjjn of het niet voordeoliger voor de gemeente zal
zgn ineens eene som voor verleDging van den wes-
teljjken nol aan te wenden. Deze zaak maakt een
punt van overweging uit bg B. en W., die niet aar
zelen zullen het noodige voor te stellen.
Dhr. Quist meent dat tjjdens het oude sas die ver
zanding Diet plaats had.
Dhr. Ochtman verz; kert den he°r Quist, dat toen
het onde sas nog bestond, die aanslibbing eveneens
werd bespeurd, doch men was to&n niet zoo preten
tieus als thans. Wel is de verzanding torgenomen,
doch of het ongerief wel zoo groot is betwijfelt hij.
Rij acht het althans overdreven, dat een sch;p met
7 1/2 voet diepgang de haven nitt zou kunnen bin
nenkomen dan alleen bg hoog water. Intusschen moest
hg ook, dat het tgd wordt verbetering aan te
brengen.
Dhr. Quist zegt nog, dat hjj vier schippers gespro
ken heeft en dat alle vier verklaarden dat een diep
gaand schip uiet dan bg vrij hoog water kan bin
nen komen.
Dhr. Van der Leeuw betuigt zjjn genoegen dat
deze quaestie is ter sprake gebracht. Ware dit niet
het geval geweest, dan zou hij zelf daarover het een
en ander in het midden hebben gebracht, want ook
hem zgn daarover klachten ter oore gekomen. Wan
neer diep geladen schepen daar lang moeten wachten,
zon men met een sterken wind uit het Noorden
veel gevaar loopen zjjD schip te verspelen.
De Voorzitter verzekert nogmaals dat de aandacht
van het Dag. bestnnr op de zaak gevestigd is.
Nadat geen der leden over het Sas nog iets
weDechte in htt midden te brengen verkreeg dhr.
Van dtr Peijl het woord om te sprekon over het
gerucht, dat Goes het Rjjksproefstation zal kwijt
raken, omdat het geen voldoende ruimte aanbiedt
en ook door het Dag. Bestuur geen andere terreinen
konden aangewezen worden om het station te vestigen,
zoodat het nu verplaatst zal worden naar eene
andere gemeente. Spr. meende dat er wel voldoende
tenein bitr te vinden zou zgn geweest. Daarom wil
hg voorstellen, te trachten die ramp voor Goes nog
af te weren.
De heer Ramondt, op verzoek van den Voorzitter
hierop antwoordende, zegt dat de bewering als zou
op de vraag naar terrein in deze gemeente, door
het toenmalig dagel. bestuur gezegd zgn, dat geen
terrein aanwezig is, niet juist is. Er is een ambte
naar nit Den Haag hier geweest om over deze zaak
te spreken en het dagel. bestuur hosft dezen beer
verschillende gemeente-terreinen aangewezen, waarop,
als men niet besluiten kon een nieuwe oveicer.komst
met de eigenaars van het tegenwoordig terrein aan
te gaan, de oprichting van een nieuw proefstation
mogelgk was. Den bedoelden ambtenaar zijn zelfs
de kaarten der gemeente medegegeven, maar deze
zjjn terugontvangen zonder eeuig verder verzoek om
inlichting.
De beer Van der Peijl herneemr, dat hg iemand
over de zaak heeft gesproken en dat zjju zagsunn,
die op de hoogte kan zgn, beweerde, dat het dagcl.
bestuur weinig belangstelling in d°zen had betoond.
De heer Ramoidt teekent protest aan tegen eene
dergfljjke bewering en verklaart den persoon, van
wien de vorige spreker zijne inlichtingen verkregen
heeft, voor een onbetrouwbaar zegsman. Het dagel.
bestuur heeft juist getracht, zooals spr. reeds zoo
even opsomde, door medewerking en aanbieding van
faciliteiten ten opzichte van terreinen, eene mogfljjke
verplaatsing te voorkomen.
De heer Lenshoek zegt met den heer Ramondt
protest aan te teekenen tegen do beweringen van
den zegBman d^s heeren Van der Pc ijl. Hat dagel.
bestuur heeft, behalve wat reeds door den heer Ka-
mondt is gezegd, ook nog aangeboden den Raad
voor to stellen, zooveel grond terug te nemen van
het tegenwoordig terrein, als overbodig was voor
het proefstation, teneinde daarmede den cjjns te ver
minderen. Ook door den heer J. M. Kakebeeko, lid
der commissie, zgn pogingen aangewend tot behoud
dezer inrichting.
den op de leuning van haar stoel gelegd, keek droe
vig voor zich heen, en een diepe zucht slakend,
fluisterde zjj zacht:
Hef Bmeekend d'armen op, opdat het voorjaar
worde."
Niemand waagde het de ernstige stilte te ver
breken tot de fluisterende stem der zieke vorstin
werd gehoord
Gjj moet mg dikwjjls, zeer dikwijls door een ge-
zaDg komen opvrooljjken en verkwikken, mjjn kind,
het is zoo eenzaam om mg been geworden, de mu
ziek alleen is mjj een gezellin gebleven. Maar gjj
wilt u aan het tooneel wjjden, roem en lauweren
verwacht gjj en daarom zult gjj geen tgd en geen
lust hebben de droevige uren van een eenzame oude
vrouw te verkorten
Uwe Hoogheid heeft slechts over mg te bevelen."
>Neon, mjjn kind, neen; waar de kunst n roept,
heeft mjjn woord geen macht; maar, weet wel, de
weg naar de hooge kunst is steil en doornig. Hoe
weinigen bereiken den top; hoevelen stjjgen op,
maar zinken met door de brandende zonnestralen
I verzengde vleugels in de diepte van den nacbt terug;
moge de hemel u bjjstaan op dien gevaarljjken weg.
Gjj zijt nog jong, gij hebt nog een langen weg, een
lang leven voor u kunt gjj besluiten een enkel jaar
uw8 levens op te offeren om mjj in mjjn eenzaam
heid op te vrooljjken?"
De heer Van der Peijl legt zich bjj die inlich
tingen neder en vestigt ook nog de aandacht op
het Raveljjü, als een geschikt terrein. Wel zou daar
door de gemeente eenige inkomst derven, doch dit
is de zaak wel waard.
De heer Lenshoek herneemt, dat de gecommitteerde
nit den Haag, toen deze eene bespreking hield met
B. en W. alhier, ook speciaal op het Raveljjn attent
is gemaakt.
De Voorzitter merkt op, dat bot wpnscheljjk is,
om, wanneer men over een dergelijk pont wenscht
te interpelleprer, daarvan voor:.f kennis te geven aan
B. en W. Dezen kunnen dan allen vooraf nog eens
den loop der zaak n*g\an eo inlichtingen geven,
waardoor misschien menig woord onuitgesproken zou
kunnen blijven. Overigens verklaart hij de zaak
nader in het college ter sprake fe zullen bi enger.
Nadat nog de beer Van der Peijl gezegd heeft
eerst hedenmiddag het gerucht te hebben vernomen,
wordt het debat over deze zaak gesloten.
Ten slotte wordt h"t lo suppletoir kohier op de
belasting op de honden vastgesteld tot een bedrag
van f 40, waarna de vergadering overgaat in eene
mtt gesloten deuren.
Na heropening der zitting vraigfc nog de heer
Ramondt even het woord om mede te doelen, dat hy
op 26 Juni met den secretaris tegenwoordig is ge
weest bg het doen van rekening en verantwoording
over den afgeloopen winter door de commissie voor
de (Econom. Spjjsuitdeelingdat die rekening door
hen in volmaakte orde is bevonden en dat hjj zich
gerechtigd heeft geacht, nanoTs den Raad en de
burgerjj dank te betuigen aan de commissie voor de
uitnemende vervulling van hare taak, met verzoek
om ook weder voor den volgenden winter dezen tak
van armenzorg op zich te willen nemen, waartoe de
commissie zich bereid heeft verklaard.
De leden betuigden hunne instemming hiermede,
waarna de vergadering gesloten werd.
tl Zondag 25 Juli a. s. hopen onze
7. geachte vriend i
ij P. DE KOSTER T
J en Echtgenoote 2
V te Nieuwdorp, hnn
^rijf-en.twintig.jartg
J Huwelijksfeest
te herdenken.
24 Juli 1897.
Vele Vrienden
uit s-Heerenhoek
Ondertrouwd
Jb. VISSER
en
P. J. CAPPON.
Goes, 22 Juli 1897.
Ondertrouwd
GEORGE OHR. C. BETHE,
Leeraar H. B. S.
en
HELENA W. VAN GASTEL.
°°fB 23 Juli 1897.
Zierikzee
Heden overleed, zacht en kalm,
onze geliefde moeder, behuwd- en groot
moeder
DIN A MOL,
in den ouderdom van 75 jaar, ééa maand
en 11 dagen.
Uit. aller naam,
W. BOEI.
J. BOEI—WAG ENiA.li.
L. DE BROEKER.
O. DE BROEKER—BOEI.
Oudelande, 19 Juli 1897.
Heden overleed, in den ouderdom
van 56 jaren, na een geduldig doch smar-
teljjk ljjden, tot diepe droefheid van mjj
en mjjne kinderen, mjju innig geliefde
echtgenoot
WOUTER BIERSTEKER,
in leven Directeur van de Katwjjksche
Stoomboot-Onderneming.
Wed. N. P. BIERSTEKER—
Dronkers
en kinderen.
Leiden, 21 Juli 1897.
>Hoe moet ik Uwe Hoogheid begrijpm vroeg
Elsie in ademlooze spanning, want zjj meende de
bedoeling der vorstin te raden en wilde van harte
aan haar verzoek voldoen.
Ik bedoel, dat gjj voorloopig een jaar bg mjj
bljjft om mjj voor te lezen, te spelen en te ziügen.
In dien tgd kunt gij uwe studie voortzetten daar
voor zal ik zorgen Gn later, als gij het in de
sombere omgeving mjjner ziekenkamer niet langer
uithouden kunt, wanneer gjj lust gevoelt uwe vleu
gelen viijor uit te slaan, dan zal ik het zangvogeltje
niet langer terughonden, dan moogt gjj weer het
lever, de wereld invliegen ik laat u weer vrij
en mjjn beste wenschen zullen u volgen
Diep bewogen viel Elsie voor de hertogin op de
knieën, kuste haar de handen en stamelde eenige
woorden van dank. De hertogin streelde met zachte
hand hare weelderige lokken. De hertog sprak ver
heugd >Dat is een voortreffeljjke gedachte, mama,
ik kon juffrouw E'sie geen verbljjf aan mjjn hof
aanbieden, ik ben een rusteloos jonggezel, die nu
eens hier dan weer daar ronddwaalt, maar onder
uwe hoede, mama, is ons zangvogeltje veilig geborgen
en kan haar heerljjk talent steeds verder ontwikkelen."
Excellentie", sprak hjj tot mevrouw von Han-
necken, Gjj en uw echtgenoot hebt toch zeker niets
tegen het plan van Hare Hoogheid
Wjj kunnen slechts trotsch zgn op het plan
Onze lieve echtgenoot© «n dochter
ANNA ADRIAN A ELVE,
ontsliep heden in de vaste hope des
eeuwigen levens, kort na de geboorte van
een levenloos meisje.
Bergen-op-Zoom, 19 Juli '97.
A. A. VAN LUIJK.
P. ELVE.
Ondergeteekenden betuigen hunnen
harteljjken dank voor de vele bljjken van
deelneming, ondervonden bjj het overigden
onzer dierbare dochter en zuster.
P. H. KöSTERS.
B. C. KöSTERS—Müller
en Kinderen.
Goes, 23 Joli 1897.
De bekende en onbekende schuld-
eischers in de onder het voorrecht van
boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap
van Jolmnnc-s van lloepen, in leven
timmerman, gewoond hebbende te Rilland-
Rath en aldaar overleden den 10 Januari
1897, worden bij deze opgeroepen om op
Zaterdag den 31 Juli 1897» des
voormiddags om 111/2 uur, te veracbjj-
nen in de Gemeente-herberg van de we
duwe Koets te Rilland-Bath, alwaar reke
ning en verantwoording zal worden af
gelegd en de schuldvorderingen zullen
worden voldaan, voor zoover bet bedrag
der nalatenschap toereikende zal zjjn.
'9 namiddags te 2 uren, te Moe tin ge, in
de herberg van W. Akkenaar, ten over
staan van den Notaris 11ULOCK HOU
WER, voor de heeren Burger en Ha*
kebeelte
in verschillende boomgaarden in Ones,
Kloe tinge, KapelleEversdijk, NisseHoe-
dekenskerke en 18-Heer Abtskerke
van 2 boomen bjj Jb. Beenakker
en voor vemcliillende eigenaren
diverse perceelen
Aardappels, Erwten, Zomergerst
en Bruine boonen.
Alles breeder iu biljetten vermeld.
De Notaris PILAAR zal
des avonds te 6 nren te Schore, in de
herberg bg A. op 't Hop, voor den Eerz.
Aug. Zuijdwef,
eenige Perceelen
als: Rogge, Tarwe, Erwten, Haver
en Aardappelen,
nabij het dorp Schore.
Breeder bg plakbiljeltm omschreven.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Kruiningen zullen, behoudens nadere
goedkeuring,
's namiddags te 4 uren, ten Gemeente-
huize, volgeEB A. V.,
Aanwjjzing in loco 's namiddags 1 uur
van den zelfden dag, te beginnen te
Hansweerd.
Bestekken a f 0,50 per stuk verkrjjg-
baar ter Secretarie der gemeente.
Inlichtingen geeft de Gemeente-Op
zichter de heer A. LE CLERCQ.
Kruiningen, 21 Juli 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. DER WEDUWEN.
De Secretaris,
DOMINICUS.
van Hare Hoogheid", antwoordde de generaalsvrouw
kalm, maar baar scherpziend oog blikte vermanend
en vragend tot den hertog. Deze wendde de oogen
af, daar hg haar doordringenden blik niet kon ver
dragen.
Dat is alzoo afgesproken", ging hjj op levendigen
toon voort; ♦hoezeer ik het betreur juffrouw Elsie
nog voor eenigen tgd op mjjn tooneel te moeten missen,
zoo is toch uw wensch voor mg een bevel, mama.
Veroorloof mg alleen nu en dan van het schoone
gezang van Elsie te mogen genieten."
Dat verlof geef ik u gaarne" antwoordde de her
togin lachend, en zich tot de gravin wendend beval
zjj deze: ♦Wees zoo goed te zorgen, dat eenige kamers
voor juffrouw Elsie worden in gereedheid gebracht.
Wanneer wilt gjj in het slot uw intrek nemen?"
Wanneer Uwe Hoogheid het beveelt."
Nu, kom dan overmorgen. Verstaat gjj het, Excel
lentie
Gravin Von Hannecken boog toestemmend.
♦Tot weerziens dan, en nogmaals mjjn dank."
De hertogin reikte Elsie de hand, die deze diep
bewogen kuste.
De gravin boog eerbiedig en de hei tog geleidde
beide dames tot aan de deur.
♦Tot weerziens, tot spoedig wederzien", fluisterde
hjj Elsie toe, waarna bjj in de kamer terugging.
(Wordt vervolgd.j