1897 N°. 85.
Donderdag 22 Juli.
84slc jaargang.
De prinses uit het Armenhuis.
GOESCHE
De uitgave dezer {Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vigdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjj» per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Nijgh Va.n Ditmar te Botterdam en verder
bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inieniini van
COURANT.
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, lmweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel,
advertentiën véa* uren 09 den dag der uitgave.
geen red-m behoeven te zjjn om zich van deelne
ming te onthonden.
Maar, zegt het Katholiek orgaan verder, er is
meer. Uit hetgeen het gedenkraam te aanschouwt
zal geven big kt tan duidelgkate, dut de beoogd^'
buide zal dragen een zniver protestantech karakter.
lo. Wegens de plaats, daarbjj toegekend aan den
Zwijger, die, als het waar is, dat hjj een verbond
aanging met het Nederlandsche volk, dit toch alleen
deed met de kleinste protestantsche helft, niet met
de overgroote katholieke helft, wier godsdienstoefe
ningen hjj op zware straffen binnen onze grenspalen
verbood.
2o. Omdat onze koningin Wilhelmina zal worden
voorgesteld, steunende op een proteBtantsch9n Bjjbel.
3o. Omdat bet raam zal geplaatst worden >in
een kerk, die aan den Nederduitseh-hervormden
eeredienst is gewyd."
Nu denken wij er niet aan, 2egt bet blad verder,
onzen Protestantschen medeburgers bet recht te
ontzeggen, om de Koningin een hulde te brengen
geheel op de wjjze als hun goeddunkt.
Willen heeren kerkvoogden van de Nieuwe Kerk
een glasraam aanbrengen, waarop zg onze jonge
Koningin voorstellen omgeven van alle helden"
der Hervorming, en het Geus-worden van Amster
dam en van het grootste gedeelte van Noord-Ne
derland in herinnering brengen het sta bun volko
men vrjjDat zjj voor zoodanige zaak den geldeljjken
steun inroepen van protestantsche landgenooten
niets natuurljjker 1 Waartegen wjj opkomen even
wel, isdat men aan deze zaak den naam wil ge
ven van nationaal huldebetoon en bydragen verlangt
van ons, Katholieken, welke er geheel bebooren
buiten te bljjven.
Als bet een inderdaad nationale hulde aan onze
Koningin betreft men weet het genoeg big ven
de Nederlandsche katholieken niet achter. Wie in
koningin Wilhelmina de protestantsche vorstin wil
huldigen en tevens van die gelegenheid wil gebruik
maken ter verheefrlyking van Willem den Zwijger
en diens bedrjjf, ga zjjn gang, doch vrage onze
medewerking niet
('t Komt ons voor, dat De Tijd in dezen overdrjjft.
De inhuldiging van H. M. de Koningin is werkeljjk
eene nationale zaak. De omstandigheid, dat de plech
tigheid steeds in de Nieuwe kerk te Amsterdam
geschiedt, ontneemt er allen scbjjn aan, dat hier iets
uitsluitend protestantech plaats heeft, en het gedenk
raam in de kerk dient alleen als herinnering aan
eene gebeurtenis, voor Nederlanders van elke gods
dienstige richting van geljjk belang.)
Bjj kon. besluit is H. P. J. T u t e i n N 0 1 -
t b e n i u 8 benoemd tot burgemeester der gemeente
Apeldoorn, met toekenning van eervol ontslag als
burgemeester van Vlissingen.
Door de antirev. kiesvereeniging «Nederland
en OraDje" te Middelburg is voor de Prov. Staten
van Zeeland (vacature wjjlen dr. J. van der Bake
Callenfels) tot candidaat gesteld de heer dr. J.
Dronktrs aldaar.
Bljjken8 een telegram van den gouv.-generaal
van Nederl.-Indië van 18 dezer wordt de gonverne-
ments-koffieoogst op Java voor dit jaar
thans geraamd op 362.000 pikols. (Stct
Onze weerkracht. Herinnerende aan art.
42 der schutterjjwet, hetwelk bepaalt, dat de schut
terijen jaarlijks van den len April tot den len October
op gezette dagen, moeten worden geoefend in bet
schieten na3r de scbjjf", merkt het Ned. Dgbl. op
dat thans op de meeste plaatsen niet eens een schiet
baan is, terwjjl toch, willen wjj onze onafhankelijk
heid met kracht verdedigen, elk weerbaar Neder
lander in de eerste plaats een goed schutter moet. zijn.
Het schieten moet in Nederland hoofdzaak en
daarom ook volkszaak worden, en ook de school kan
daarbjj als opvoedster dieist doen.
De gymnastieklokalen der scholen zjjn als gewone
schietbanen, zelfs voor bet schieten met verminderde
lading, niet te gebruiken, maar voor het schieten
mat flobertpatronen zijn zjj, zonder eenige verande
ring, uitnemend geschikt.
Waarom zouden wjj niet eens de proef nemen om
op elke jongensschool de leerlingen der hoogste klasse
geregeld in het flobert-schieten te oefenen Dat is
nuttiger dan de oprichting van zoogenaamde school-
bataillon8, die in Frankrijk een tijdlang in de mode
waren. Wie dan, ook na bet verlaten der school, in
de gelegenheid wordt gesteld, of desnoods verplicht
de schietoefeningen geregeld bjj te wonen, zal, als
hjj eenmaal als soldaat hot oorlogswapen in handen
krjjgt, ook daarmee in zeer korten tjjd voortreffelijk
weten om te gaan. Er heersebt bjj ons volk nog
zulk een onmanneljjke geest. Zeer vele mannen worden
reeds zenuwachtig, als zjj een geweer zier, en van
znlk een toestand hadden onze 16a en 17e eeuwsche
vaderen geen begrip.
Wjj willen geen militarisme, maar nog veel minder
het omgekeerde.
Wjj willen geen leger, dat dienstbaar kan worden
gemaakt aan eene oorlogszuchtige en avontuurlijke
politiek, maar een volk, dat zich vrjj en onafhankelijk
voelt, omdat elk man zich in staat acht zelf de
wapenen te voeren.
Dat bewustzjjn geeft moed en zelfvertrouwen.
(Ons Ijjkt dat alles goed en wel. Maar wjj wen-
schen daarvoor de schooljaren niet gebruikt te zien.
Voor velen zjjn die thans reeds kort genoeg. Er nog
tjjd afnemen voor zaken buiten het gewoon lager
onderwjjs achten wjj verkeerd. En wie zou in dat
vak onderwjjs moeten gaven
In de verschillende belastingwetten wordt met
strengheid opgetreden tegen allen, die fraude
plegen. Uit een geval, dat ons dez^r dagen uit een
Geldersche gemeente werd medegedeeld, schrjjft de
Arnh. Ctbljjkt, dat men bjj de personeels
belasting nog niet tegen alle middelen, waarbjj
men de fchatkisfc zoekt te benaderien, maatiegelen
heeft g( troffen. Voor eenige weken vond de schatting
van het mobilair plaats. Dat de schatters in aantocht
of te wachten zjjn, daarop heeft men op een dorp
al spoedig zjjn aandacht gevestigd. De schatters be
zochten dan ook een aanzieoljjk ingezetene, die het
vertrouwen van het grootste deel dnr burgerjj heeft
gewonnen dcor de verschillende e^reposten, die hjj
bekleedt. Zjj vonden bjj dien man, bjj wien een pas
getrouwde zoon inwoont, zulke versleten meubels,
dat de schatting slechts weinig kon bedragen- Eenige
dagen later gaat een der schatters weder voorbij en
ziet van verre, dat het huis, voor eenige dagen door
hem bezocht, veel in aanzien gewonnen heeft. Hjj
treedt nader, waagt het een kjjkje door de ramen
te nemen en zlet, dat de oude voor nieuwe meubelen
hebben plaats gemaakt en er de indruk werkeljjk
is, zooals men dit bij een man van dien stand zou
verwachten.
De schatter kjjkt wel verdrietig, dat hjj op die
wijze was misleid en dat menscheD, die een naam te
verliezen hebben, voor eenige guldens der schatkist
niet geven wat haar toekomt. Er is echter niets aan
te doen. Do man is eenmaal geschat en daarmee uit.
De misleider heeft loon van zjjn weik. Zou hg dit
echter ook hebben kunnen doen bij de vermogens-
en bedrijfsbelasting of bjj eenige aangifte van cijns
bare goederen
De St.-Ct. van gisteren bevat een Kon. besluit
van 6 Juli 1897, houdende bepalingen omtrent de
taak en de samenstelling van het Bestuur der V i s-
scherjjen op de Schelde en Zeeuwsche stroomen.
Deze bepalingen luiden
Art. I. 0nd6r den minister van financiën is het
bestuur der Visschergen op de Schelde en Zeeuwsche
stroomeu belast: a. met de handhaving van de op
het stuk dezer visschergen geldende wetten en ver
ordeningen en met de zorg voor de veiligheid van
hare belangen b. met het beheer der tc t het Domein
van den Staat behoorende visschergen in die wate
ren; c. met de bevordering van de belangen der
visscherjj in die wateren in bet algemeer, ook door
het opsporen, bekend maken en helpen invoeren van
elders tot stand gebrachte verbeteringen.
Art. 2. De samenstelling en de inrichting van het
bestuur der visschergen op de Schelde en Zeeuwsche
Btroomen worden bjj Kon. besluit geregeld.
Art. 3. De artikelen I, 2 en 4 van het Kon. besluit
van 17 Juli 1875 St.blno. 134) worden ingetrokken.
Bjj suppletoirs begrooting heeft de minister
van binnenl. zaken voorgesteld den post, uitgetrok
ken op de begrooting van 1896 voor reis - en
verblijfkosten van de districts veeart
sen, hunne plaatsvervangers en geëxamineerde vee
artsen, zoomede voor vacatie-gelden en belooningen,
met f 13000 te vei hoogeü, omdat de toegestane som
wegens het heerschen van het mond- en klauwzeer
onvoldoende is gebleken. Voorts wordt de post uit
gaven, wegens het heprschen van het mond- en
klauwzeer, met f 15000 verhoogd.
Uit Breda wordt aan De Tïjd geschreven
Reeds vroeger is er op gewezen, hoe celstraf,
langer dan twee jaren ondergaaü, n a d e e 1 i g werkt
op de gezondheid van den gevangene. Zoo'n
geval doet zich weer voor te Breda, waar een tot
celstraf veroordeelde door het «zitten" een ziekte
heeft opgeloopen, zoodat hjj een levensgevaarlijke
operatie in het R. K. Gasthuis het ft moeten onder
gaan.
Zou het niet wenschelgk zijn, dat van Regeerings-
wege eens een onderzoek werd ingesteld, welken in
vloed celstraf, langen tjjd ondergaan, op de gezond
heid van den tot die straf veroordeelde uitoefent
Men zou dan allicht tot andere wjjze van straffen
overgaan. En b.v. zou het wel overweging verdie
nen om, in plaats van gevangenen te laten concur-
reeren met den braven werkman, hen veldarbeid te
doen verrichten onder toezicht van politie of mili-
GOES, 21 Juli 1897.
De uitslag van de gisteren alhier gehouden
herstemming voor een lid van den Gemeenteraad is
aU volgt
Aantal kiezers 891 Uitgebracht 761 stemmen;
van onwaarde 15.
De heer J. B u jj s e verkreeg 408 en de heer
K. J. L a b r y n 338 stemmen, zoodat gekozen is
de heer J. Buijse.
Aan de stemming op 8 Juli jl. namen 692 kie
zers deel. Blijkbaar hebben ditmaal de meeste van
de Katholieken, die buiten d^n «Kring" staan, den
candidaat der arti-revoiuticnairen gestemd.
Op de praktjjken, bjj deze verkiezing door de
tegenpartij aangewend, zouden wij niet terugkomen,
ware het niet, dat ons (eerst) beden in handen
kwam een strooibiljet, door de besturen der antirev.
kiesvereenigingan Maandagavond laat en bljjkbaar
niet algemeen verspreid.
In dat biljet wordt eens zoo door en door een
zijdige en daardoor valscha voorstelling gegeven
van dd schoolzaken, dat wjj met verbazing de namen
der onderteekenaai 8 lazen. Daaronder toch zjjn er
van hen, die wjj tot het onderteekenen van zulk
een stuk niet in staat achtten.
Wjj stellen ons voor eerlang op dit fraaie chris
telijk product het volle licht te doen schjjnen.
Als lid der commissie, aan w Ike wordt op
gedragen het examineeren van hen, die eene akte
van bekwaamheid voor middelbaar onder wjjs in land
en tuinbouwkunde en hontteelt of de akte voor lager
onderwjjs ii de landbouwkunde, bedoeld bjj Koniok-
ljjk beslnit van 26 Mei 1897 (Staatsblad no. 161),
wenschen te verkrjjgen en welke commissie voor het
jaar 1897 zitting zal houden te Wageningen, is 0. a.
benoemd de heer I. G. J. Kakebeeke, rjjks-
landbouwleeraar te Goes.
'a-Gravenhage. Naar wjj vernemen zon het
nieuwe kabinet aldus zjjn voorgedragenPierson
kabinetsformeerder, FinanciënRoëll, Binnenland-
sche ZakenLely, WaterstaatVan Goltstein, Bai-
tenlandsche ZakenVan Dam van Isselt, Oorlog
Cremer, KoloniënMac Leod, MarineDrucker
Justitie. Vrgdag zouden de portefeuilles worden
overgedragen.
Aan de Telegraaf wordt echter uit 's-Hage ge
schreven
«Uit zeer vertrouwbare bron kan ik n melden,
dat dit bericht, hoewel niet van allen grond ontbloot,
in veel opzichten onjuist is. De samenstelling is
trouwens nog niet voltooid."
Te Amsterdam is tot de« burgerjj een circu
laire gericht om gelden bjjeen te krjjgen tot het aan
brengen van een gedenkraam in de Nieuwe
kerk aldaar, bjj gelegenheid van de inhuldi
ging der jonge Koningin.
Naar aanleiding daarvan zegt De Tijd: Al aan
stonds trekt het de aandacht, dat, naar nit de on-
derteekeningen bljjkt, de zestien leden der commis
sie, welke zich tot dit doel gevormd heeft, allen,
zonder uitzondering, Protestanten zjjn. Hoewel der-
geljjke eenzjjdige samenstelling van een commissie,
als het een nationaal huldebljjk geldt, zeker niet
de meest gewenschte mag heeten, zou toch deze
omstandigheid op zich-zelve voor Katholieken nog
7 FEUILLETON.
Naar het Duitsch van O. Elster.
Hertog Ernst was een krachtige, manneljjke ver-
Bchjjning, wien het groene huzaren-UDiform hjj
was chet van een Pruisisch huzaren-regiment zeer
goed kleeddeuit zjjn donkere oogen spraken levens
lust en levensmoed, om zjjn ietwat volle lippen
zweefde een krjjgshaftige lach en door zjjn donkere
snor schitterden zjjü tanden als witte paarlenzjjn
slanke, kraohtige gestalte zou een Apollo geen oneer
hebben aangedaan. Zoo trad hjj in fiere houding, met
den trots eens vorsten, maar met een welwillenden
blik, de salon van vrouwe Von Hannecken binnen.
Hjj richtte zich tot Elsie, die in haai verwarring
en verlegenheid de vriandeljjke toespraak van den
vorst nauweljjks kon beantwoorden met hoog ge
kleurde wangen maakte zjj een diepe buigiDg, ter
wjjl in haar hart oen gevoel opkwam als van een
naderenden moeiljjken strjjd, van dreigend onheil.
Met voriehenden, maar toch zachten blik keek de
hertog Elsie aan, en bewonderend bleef zjjn oog
gericht op haar lieftallig uiterlijk.
«Waarljjk, genadige vrouw," zeide hjj lachend
tot de barones, «als de muzikale talenten van uwe
gunstelinge hare schoonheid evenaren, dan zjjt gij
gelukkig dat wonderkind ontdekt te hebben."
Een trek, die spjjt verraadde, vertoonde zich op
het edele gelaat der barones. Zjj kende het licht
ontvlambare hart van den jongen vorst en een ge
voel van berouw, dat zjj Elsie reeds in het publiek
had gevoerd, sloop in haar ziel. Zjj wilde hem onder
de aandacht brengen, dat Elsie nog een kind was,
dat Zjjne Hoogheid niet te strenge eischen moest
stellen, doch de hertog had zich reeds tot andere
dames van het gezelschap gewend en die met
vriendeljjke woorden begroet. Ook de heeren van
het talrjjk gezelschap, bestaande uit officieren, hof
beambten en meerdere hoogwaardigheidbekleeders,
werden door den hertog met een enkel woord min
zaam toegesproken. Intusschen vloog zjjn donker oog
door het gezelschap om de lieve verschjjning, Elsie,
die hjj uit het oog verloren had, op te zoeken. Zjj
stond bereids aan de piano te wachten op het
teeken, dat het concert zou beginnen. Toen hjj haar
gereed zag, wilde hij baar geduld niet langer op de
proef stellen, begaf zich naar vrouwe von Han
necken en stelde voor een aanvang te maken. De j
barones boogde hertog gaf haar den arm, geleidde
haar naar hare plaats en zette zich naast haar neder.
Vrjj heer von Hanrecken gaf het teeken tot begin
en het beroemde stryk-quartet der bertogeljjke
kapel speelde eene ouverture. De hertog was ver
rukt over het meeBterljjke spel, bjj applaudisseerde
door luid handgeklap en voegde de barones eenige
woorden van dank toe voor het heerljjk genot.
«Nu wenschte ik ons wonderkind eens te hooren",
voegde bjj haar lachend toe, «ik ben waarljjk in de
hoogste spanning."
Elsie nam plaats aan den vleugelzij beefde ge
weldig een nevel scheen haar te omhullen, waarin
hare geheele omgeving verdween. Generaal von Han
necken fluisterde haar eenige bemoedigende wooi den
toezjj richtte zich op uit hare verlegen houding
en met flinken aanslag begon zjj een «fantaisie" van
Chopin.
Zy bezielde zich zelf door den stroom van tonen,
die zg voortbracht. De vrees en het verlangen van
haar hart, het juichen en het geluk harer zie), haar
levenslust, de vreugde der toekomst, het diepe kunste
naarsgevoel, dat alles sprak uit de tonen, die zg liet
hooren en een stormachtige bgval beloonde aan het
slot haar meesterlgk spel.
Nu waren haar angst en verlegenheid verdwenen;
nu durfde zg den hertog zelfs vrij in het vlammende,
donkere oog zien en met een tevreden lach zgn
lofspraak aanhooren.
En daarna moest zg zingen. Ook dit bracht hare
hoorders in verrukking. Nog nooit bad zg, zg ge
voelde het zelf, niet zooveel gerustheid, met zooveel
bezieling gezongen. Zelfs de barones en baar leeraar,
de professor der akademie, keken het jonge meisje
verrast aan, dat daar stond als een go fin der kunst,
en de hulde van een vorst in ontvangst had te
nemen. Telkens verzocht de hertog haar nog een
lied te zingen om immer meer baar mnzikaal talent
en hare schoone sopraanstem te kannen bewonderen.
«En nu ten slotte nog een li«d mgn lievelings
lied het «Winterlied" van Henning, dat kent
gg immers
«Zeker, Uwe Hoogheid."
Zjj ging naar de piano terug, de kapelmeester be
geleidde haar en zacht en smeekend parelden de
woorden van Elsie's lippen
Ontvlucht de enge stad, wanneer de velden groeien,
Bescboaw den doornenstruik, waaraan de rozen
bloeien,
Bestgg der bergen top, waarop de gemzen springen,
Rust onder boomen uit, waarin de vogels zingen
Maar zweeft ge op 't gladde jjs, al geeft u dit vermaak,
Vouw toch de banden saam, bid dat natuur ontwaak,
Bid, dat weer al herleef', wat dcor de vorst verdorde;
Hef smeekend d'armen op, opdat het lente worde.
Een diepe, ademlooze stilte volgde cp het lied.
De hertog stond op zgn hand omvatte krampachtig
de leuning van den stoel, hjj zag bleek, zgn lippen
schenen te beven en zgn oogen blikten voortdurend
op de schoone gestalte van Elsie, die met getogen
hoofd, neergeslagen oog<n en gloeiende wangen daar
onbewegelgk stond, terwjjl een onuitsprt kelgk gevoel
haar hart vervulde. Langzaam trad de hei tog op
haar toe en zeide«Gjj zy t een begaafde kunste
nares, Elsie, ik acht mg gelukkig u den weg naar
roem te knqnen banen. Nog nooit heeft mg dat lied
zoo aangegrepen als uit uwen mond ik dank u
van harte."
Hg vatte hare hand en drukte die aan zijn lippen.
Hunne blikken ontmoetten elkaar en een poos bleven
zjj op elkaar gericht als wilden zjj elkander in da