1896 N°. 117. Zaterdag 3 October. 83sl" jaargang. Bij dit no. behoort een bijvoegsel. L O T I N G NATIONALE MILITIE GOESC De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlfjke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijgh Va.n Ditmaü te Rotterdam es vorder bp alle Boekverkooper» es Brievengaarders. in«euidlnff van De prjjs d.or gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct BH directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjk*- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 c Aonvragaa om es vermelding van liefdegaven 5 cent per regel, AdvertentSêo vèof waren o# den dn* de» uitgave. Voor de eerste maal wordt bekend gemaakt dat de VOOR DE VOOR DEZE GEMEENTE door den heer Commissaris der Koningin is bepaald op MAAN DAG den 2 November 1896, des vooriniddsgs te negen uren, te Goes, en dat die zal plaats hebben in de ZAAL BOVEN DE KOOPMANSBEURS. De militisplichtigen worden opgeroepen ten gestelden dage, ure en plaatse daarbij tegenwoordig te zijn, en redenen van vrijstelling hebbende wegens broederdienst of eenige wettige zoon, op Woensdag 28 October a. sdes voorraiddag3 tusschen 9 en 12 uren, ter Se retarie der gemeente daarvan opgaaf te doen, teneinde 'ntijds de bewijzen en getuigschriften tot vrij stelling te kunnen aanvragen en opmaken. Goee, den 80 September 1896. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d W. HAMER. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. Invoering van de vrije en ordeoefeningen. In no. 27 en 28 van dezen jaargang zijn in een twoetal artikelen in ons blad breedvoerig de redenen uiteengezet, die tot facultatiefstelling van de vrjje en ordaoefeni' gen op de scholen, naar de meening onzer redactie, aanleiding gaven. Destijds werd in ons blad aangedrongen op de indiening van een voorstel in d.en geest en het was dan ook met groote instemming, dat wjj kennis namen van het amend - ment, dat door mr. Travaglino was voorgesteld en in ons vorig no. werd medegedeeld. Geljjk wjj echter nog onder laatste berichten" in dat no. melddsn, heeft de vader van het amende ment zijn kind laten bezwijken onder den aandrang van den minister, die dreigde met intrekking van zjjn voorstel als het amondement-Travaglino werd aangenomen, tengevolge waarvan deze dit terugnam. Het baatte niet, dat mr. Pjjnappel het weder in diende na de verklaring van den minister was het lot beslist en zelfs mr. Travaglino stemde tegen zjjn eigen amendement. Het toeval wilde zelfs dat het eerst hij het tegen" moest doen hooren Er was zeker wel iets te zeggen voor de houding van den minister, die getrouw wil uitvoeren de wet van 1889 en in herinnering bracht, dat zoovele onderwijzers zich de moeite en koBten hadden ge troost om de akte voor vak j te behalenmaar waar Z9lfs de oud-minister Mackay, die de wet in 't leven had geroepen, met zoovele andere leden aanraadde het amendement aan te nemen, was er voor den minister geen zoo sterke aanleiding om met intrekking van zijn voorstel te dreigen. In de eerste plaats, omdat terugkomen op een beslnit vol strekt niets bedenkelijks heeft, wanneer gebleken is, dat er tegen de uitvoering groote bezwaren zijn gerezen, die men destjjds èl niet kende óf niet voor zien of te licht geacht had. Maar in de tweede plaats, omdat het voorstel van den minister om de verplichte invoering van het leervak wèl voor de openbare, maar niet voor de bjjzondere school te behouden, nu toch niet juist een voorstel kon ge noemd worden, waarbij rechtsgelijkheid op den voor grond stond, terwjjl het de wet met zich zelf in tegenspraak brengt, waar zjj de oefeningen" onder de verplichte vakken behoudt en die verplichting voor eene bepaalde categorie weer opheft. Hierdoor komt ook de Minister met zich zelf in tegenspraak Want, als hjj het vak zoo nuttig acht, dat hjj van facultatiefstelling niets weten wil, dan moet hjj het voordeel ervan niet onthouden aan de (duizenden kinderen der bjjzondere scholen. Hoe dit zjj, toen de voorstanders der bjjzondere school in de Kamer begrepen, dat, wanneer het voorstel van den Minister werd ingetrokken, de oude bepaling en dus de verplichte invoering met 1897 behoudens dispensatie van Gedep. Staten ook voor hunne scholen zou gehandhaafd big ven, stemden zjj op éan na (dhr. Bahlman) tegen het bewuste amendement. Eene dergelijke houding is misschien zeer praktisch, maar of zjj eervol is en eene krachtige overtuiging toont, is eene vraag, die wjj niet bevestigend kunnen beantwoorden. De ge- lieele zaak krjjgt daardoor een bedroevenden schjjn van een louter eenzjjdig belang te beoogen. Zelfs dr. Schaepmao, die een oogenblik ridderljjk uit zjjae tent trad, om te zeggen, dat, na de bedreiging van den Minister, de eer gebood voor het amendement- Travaglino te stemmen, stemde ten slotte tegen het amendement-Pjjnappel en daardoor gaf hjj dus prjjs wat hg »de eer" noemde. Wjj zullen de incidenten en plotselinge bekee ringen, die zich Woensdag in de Kamer voordeden, verder laten rusten. Ook zullen wjj niet andermaal uit voerig uiteenzetten de bezwaren, die afgezien van het meer of minder nuttige van het leervak inderdaad bjj verreweg de meeste gemeentebesturen ten opzichte van vak j bestaan. Maar zeker is het, dat, wanneer de vrjje en ordeoefeningen moeten gegeven worden op de manier, zooals dit op vele plaatsen thans geschiedt, het onderwjjs in het vak niet aan de bedoeling beantwoordt en eigenlijk ten nadeele van de zaak strekt. Wij behooren tot hen, die meenen, dat, wanneer het onderwjjs gegeven wordt volgens de bedoeling van den wetgever, d. i. op uren, waardoor het afwis seling brengt in en een tegenwicht vormt tegen het vele zitten en leeren der leerlingenindien de uitgebreide leerstof van het rak wordt behandeld in haar geheelen omvang en op de wjjxe, zooals de theorie voorsehrjjft, dat dan ongetwijfeld spoedig blijken zal, welke gunstige resultaten van dit vak te verkrijgen zijnzelfs ook voor dorpskinderen, die wel meer dan stadskinderen genieten van vrije beweging in de buitenlucht, maar wier houdingen en bewegingsvormen nog al wat te wenschen over laten, en waarin door gymnastiek veel verbeterd zou kunnen worden. Het doel van het vak toch is niet eenvoudig om beweging te nemen, maar om een fliuken gang, eene flinke houding en gestalte te bevorderen, de lichaamsdeelen onderling harmonisch te doen werken en lichamelijke afwjjkingen te voor komen. Daarin wordt door de enkele beweging in de buitenlucht voor de dorpskinderen evenmin voor zien als voor de stadskinderen. Wij zjjn dus voorstanders van het vak, maar om die resultaten te kunnen verkrggen is in de eerste plaats bjj elke school noodig een lokaal, dat vol doet aan de noodzakelijkste eischen. De grootte van zulk een lokaal regelt zich natuurljjk naar het aantal leerlingen, waarbjj echter niet uit het oog mag verloren worden dat bjj sommige be wegingsspelen evenveel ruimte noodig is voor 10 als voor 50 leerlingen. Sierlijk behoeft zulk een lokaal niet te zjjn, maar het moet behoorlijk licht en lucht hebben, tochtvrjj, behoorljjk verwarmd en voorzien zijn van een houten vloer en van de noo- dige leermiddelen. Een tweede eisch isbevoegde onderwijzers. Er zullen in ons land wel niet veel scholen meer zjjn, waarvan niet één of meer onderwijzers de bevoegd heid voor vak j bezittendoch daarentegen zjjn er nog meerdere hoofden, die de aanteekening missen en die dus noch het vak mogen onderwijzen, noch het kunnen controleeren. Voorloopig zal in dezen ongewenschten toestand echter wel geen verandering zijn te brengen, dewjjl men reeds meer of min be jaarde hoofden wel niet zal willen noodzaken nog het examen af te leggen. En genoegzaam vertrou wende op de toewjjding van de (hulp)onderwjjzers, achten wjj het bezwaar, dat ieder van deze nu eenigs- zins zjjn eigen idéé volgen kan, niet overwegend. Meer bezwaar achten wjj verbonden aan de omstan digheid, dat tenzjj de schooluren worden ver meerderd voor het onderwjjs in de andc-ra meei n o o d i g e leervakken minder tijd overschiet. Als men in aanmerking noemt hoeveel kinderen er zjjn, die zelfs niet de noodige 6 jaren op school kunnen bljjven of des zomers de school moeten verzuimen, en hoe jammerljjk bjj dezen reeds de resultaten van het onderwjjs zjjn, dan springt het in het oog, dat er voor de andere vakken geen oogenblik af kan en dat uitbreiding der schooluren niet te ontgaan is. En wat de vrije en ordeoefeningen zelf betreft, men moge er wel op bedacht zjjn, dat slecht ge geven gymn&stiekonderwjjs niet alleen nutteloos, maar zelfs gevaarljjk kan zjjn. Intusschen staan nu de gemeentebesturen voor het feit, dat, of de Eerste Kamer haar zegel aan het voor stel hecht of niet, zjj het vak met 1897 hebbeu in te voeren of dispensatie te vragen. Het is zeer te betreu ren, dat voor een wetsvoorstel, zoo eenvoudig als het onderhavige, ongeveer 9 maanden noodig zjjn geweest eer er eene beslissing viel. Vele besturen hebben begrijpelijkerwijze die beslissing afgewacht en nu is de tgd, die van de verplichte invoering scheidt, kort. Wat zullen de gemeenten doen Het komt ons voor, dat de gemeenten, voor welke de invoering naar de eischen der wet, zooals wjj die hierboven aanstipten, geen te groote beswaren oplevert, in het belang der jeugd handelen wanneer zij tot de invoering overgaanmaar dat half werk in dezen hoogst ongeraden is. Het onderwijs moet goed zjjn, of niet gegeven worden. Wanneer men de hand licht met de lokalen en de leermid delen, zal men slechte resultaten verkrijgen, waar door eigenlijk de uitgaven er voor nutteloos besteed zullen zjjn en meer kwaads dan goeflB wordt gesticht. Hieruit vloeit van zelf voort, dat wjj, zoo men onze meening vroeg, de gemeenten, voor welke de kosten om de zaak goed uit te voeren te groot zijn, zouden aanraden met eenigen spoed en op goed gemotiveerde gronden de in uitzicht gestelde dis pensatie te viagen. Wel is in de Kamer door mr. Kerdjjk gezegd, dat de gemeenten voor eene goede zaak als deze het geld moeten vinden, maar die uitspraak geeft meer blijk van groote liefde voor alles wat in het belaDg van het onderwgs kan zijn, dan van bekendheid met den financiëelen toestand van vele, vooral kleinere, gemeenten. Indien men meer wist hoe de besturen van laatstgenoemde gemeenten vaak te tobben hebben met het kloppend maken der begrootiDgen zonder al te zware lasten op de ingezetenen te legger, men zou anders spreken. Eq het zal er niet op beteren, wanneer zooals in de bedoeling der Regeering ligt de Hoofdei, omslagen niet meer progressief mogen ge heven worden. Gelukkig mag men aannemen, dat de Gedeputeerde Staten beter op de hoogle zjjn van den toestand der gemeenten en dat eene op goede gronden ge vraagde dispensatie door hen nauwgezet overwogen en bjj gebleken noodzakelijkheid niet geweigerd zal wordeD. GOES, 2 October 1896. Het oudste lid in jaren van de Tweede Ka mer der Staten-Genoraal, de heer J. H. D o n n e r is benoemd tot ridder in de orde van den Neder- landschen Leeuw. De nestor werd met deze koninklijke onderschei ding door den minister van binn^nlandsche zaken in de vergadering van gisteren persoonljjk geluk- gewenecht en ontviog natuurljjk ook de felicitatiën zjjner medeleden. Eea door den heer Gerritsen als amendement op het wetsontwerp tot wijziging van eenige artikelen der wet tot regeling van het lager onderwgs gedaan voorstel ou» art. 65 tervaststellende de examen- gelden, geheel te doen vervallen, is in de zitting der lie Kamer van Woensdag verworpen. Naar het Centrum en de Limb. Koer. nu weer van weliugelichte zijde vernemen wenscht de heer Ch. HoubeD, burgemeester van Venloo, bjj de a. s. verkiezing voor een lid der Tweede Kamer niet in aanmerking te komen. Tevens wordt gemeld, dat dr. W. H. Nolens zjjn candidatuur voor het lidmaatschap der Tweede Kamer bljjft handhaven. Door de anti-rev. kUsvereeniging »Nederland en Oranje" te Haarlem is tot candidaat gesteld voor de Tweede Kamer dr. A. E. van Rog en, onlangs op zjjn verzoek om gezondheidsredenen eervol ont slagen als leeraar aan de H. B. School aldaar. De StaatS'Ct. Staatsbl158) bevat een Konink- ljjk bestuit van den 25en Sept. 1896, tot schorsing van het besluit der Stiten van Groningen, dd. 10 September jl., waarbjj mr. H. C. A. Thieme A C z n. is benoemd tot lid van Gedeputeerde Staten van dat gewest. De Standaard heeft zich druk gemaakt over het costuum der Kamerleden en daarom trent een leer opgesteld, die hierop neerkomt, dat het niet-officieel costuum wel gedragen moet worden als de Kamerleden ten hove komen, maar niet als de Koninginnen in de Kamer komen. Die zaak, zegt het Centrumblijkt ook nog andere menschen warm te hebben gemaakt dan de civiel- en militaire kleeder makers, de gouddraadtrekkers en passementwerkers. Er schijnt nl. ook oen stukje anti-revolutionair staats recht te zitten in de galonrokken. Den Nederlander toch komen de in den Standaard geopperde stellingen omtrent de positie en de daaruit voortvloeiende pantalons en rokken der Tweede Kamerleden »van anti-revolutionair standpunt" vrij bedenkelijk voor. Dit blad behandelt naar aanleiding daarvan tweeërlei souvereiniteit Waar men al niet toe komen kan, als meu ijdele vormquaesties, om ze eenigszins presentabel te maken, tot gewichtige beginsel vragen gaat opblazen Het Centrum schrjjft Er is in den laatsten tjjd hier en daar sprake van een navolging van het Belgische militiestelsel, waarbij een vergoeding wordt gegeven aan in dienst zjjnde miliciens. Zoozeer spitst men zich er op, dat er aan gedacht wordt, om dit verlangen tot een punt te maken op een politiek partijprogram. Dit geett aanleiding tot het stellen van een vraag, die zeer voor de hand ligt, maar toch, naar het schjjnt, door velen over het hoofd wordt gezien. Indien men nl. overweegt dat ook nu reeds aan dienstplichtigen vergoeding wordt gegeven voor den tjji, di8n zjj ia 's lands dienst doorbrengen dat die vergoeding bestaat in kost, inwoning, kleeding, verpleging en sol dij dat derhalve de vergoeding, welke men thans op het oog heeft, in den grond der zaak niet6 anders is dan een verhooging van de soldjj bjj het leger is er dan niets tegen, dat deze znivere detail-zaak, een zaak van meer of minder tractement, een zaak van loonsverhooging voor den soldaat, tot een quaestie wordt gemaakt van partjj-politiek Wie het weet, moet het zeggen Ik zie schrgft de Haagsche correspondent der Arnlt. Ct. dat er weer een nieuwe stap is gedaan tot verhooging van 's lands weerbaarheid de artilleristen zullen nu definitief de chacots afzetten, die totnogtoe tot de normale uitmonste ring behoordeD, en gedekt worden door heel kleine, niet zeer sierljjke mutsjes van dierenvel, waarmede sedert eenigen tgd eenige manschappen zjjn uitge dost. Ik heb meteen gezien, dat dit hoofddeksel talpa genoemd wordt. Ik vrees dat de verschillende ornamenten, waarmede de officieren het zullen dra gen, werkelijk niet veel tot versiering van dit dopje zullen bijdragen en de drogers niet verzoenen met de kosten van aanschaffing. Voor hen, die pas kort dezen rang verkregen hebben en met de splinter nieuwe chacot loopen, is deze onverwachte uitgaaf niet zeer aangenaamwant met de afgekeurde cha cot kunnen ze niet veel meer uitvoeren. Voor zoo ver de officieren gehuwd zjjn, moeten ze zich maar troosten met de gedachte, dat, wanneer de nieuwe hoofdbedekking op hare beurt de gunst van de legerbevelhebbers verliest, waarop altoos veel kans bestaat, van de afgokeurde talpa een aardig win- termutsje voor moeder de vrouw kan gemaakt wor den, dat de draagster evenveel kan flttteeren als 't den drager weinig zal doen. Dat haalt een nieuwen winterhoed uit, en is dus een dubbel voordeel, sestetiBch en materiëel. Naar 't schjjnt is men er te Stettin op uit, ook buitenlandsche reederijen bedrijfsbelasting te laten betalende Kon. Ned. Stoomvaartmaatschapg te Amsterdam heeft van daar de uitnoodiging ont vangen, nauwkeurig op te geven wat zij door haar verkeer met Stettin verdient. Welk een storm van verontwaardiging, zoo schrjjft men uit Amsterdam aan de Vossische Ztg., zou ongetwgfeld in Duitsch- land opgaan als het de Nederlandsche overheid eens in den zin kwam zulk een belasting te hellen van de zaken, gedaan door de Duitsch8 handelsreizigers, die het heele jaar door ons land overstroomen Dezer dagen ontwikkelde de bakende Ericus in het N. v. d. D. wêor zjjne denkbeelden omtrent invoerrechten, schaalrechten of graan rechten. Hij deel dit èn naar aanleiding van ds prijzen der granen in lauden, waar die rechten wel, eu in ons land, waar die rechten niet bestaan èi in ver band vooral met de ideeën, door den heer G. A. Vorsterman van Oyen ia een van zjjn hand ver schenen brochure ontwikkeld. Aan het slot van zjjn betoog zegt Ericus »Geen ander antwoord bljjft ons over op de gestelde vraag: Zullen invoerrechten den graan verbruiker en den landbouwer in 't algemeen, dus ook den kleinon landbouwer, baten of schaden dan dit, na een ondervinding en overdenking van meer dan een kwart eeuw, gegeven na rijp beraad, voikomen te goeder trouw, na gehoord, gelezen en overwogen te hebben alles, wat daarover gesproken en ge schreven is Invoerrechten, zelfs zeer matige, zullen den graan- verbruiker zoowel als d9n landbouwer in 't alge meen, vooral ook den kleinen landbouwer, zeer stellig schaden, een ware ramp bljjken voor oas geheele vaderland, behalve voor enkele groote grond eigenaars, die dat geld in hun zak steken en de ge volgen, welke niet te overzien zjjn, baitenslands zullen ontvlieden. Naar het Soer. Hbld. verneemt is de vraag of het raadzaam kan worden geacht zendelingen toe te laten in de residentie Soerakarta door de Indische regeering na een langdurig overleg met den soesoehoenan ontkennend beantwoord. Dinsdagmorgen werd te 's-Gravenhage een telegram uit Probolingo ontvangen, luidende: aan houdende aschregen. De Lamongan moet dus weer aan 't werken zijn, zegt het Vai. bjj de mededeeling van dit bericht. Volgens de laatste mailberichten uit Jokohaini, is de o p 8 t a n d ia centraal Formosa zoo goed als onderdrukt. Ejnige Japii3Cia officieren daar zjjn van hun posten oatheveu en zullen voor den krgg3raad terecht staan, onder beschuldiging van iaftteil eu h»t v rmiorijQ v»u Fo'nouaea.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1896 | | pagina 1