1896 N°. 99. Zaterdag 22 Augustus. 83ste jaargang. Bij dit no. behoort een bijvoegsel. s) FEUILLETON. Luitenant Von Schollermark. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgozonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiön voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijqh Van Ditiiar te Botterdam en verder bjj alle Boekverkoopen en Brievengaar den. De prjjs der gewone advertentiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ct Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, fcuweljjkj- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 o Aanvrage* om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Iniendinf vao advertentlëu vief 9 «ren op den dag der uitgave. COURANT. Aan den ontvanger der directe brlaitingen ia op heden uit* gereikt liet kohier no. 2 voor de balnatiug op het FEKSOKRKI. dezer gemeente, voor het dienitjaar 1896/97, zoodnt ieder aangeslagene, na bekomen kennisgeving, verplicht is zijn ver schuldigde binntn den bepa&ldsn tijd te voldoen. Goes, 21 Augustus 1896 De Burgemeester vau Goes, J. G. d. W. HAMER Hecht en plicht. In ons vorig no. hebben wg trachten aan te toonen, dat het onbeperkte reebt om onze meening te uiten op de manier, die ons goeddunkt, niet bestaanbaar is in eene welgeordende maatschappij. Maar tevens hebben wjj het onbetwistbaar recht erkend om eene eigen meening te hebben. Dit laatste is, geJjjk wij nader willen doen uitkomen, een minder juiste uit drukking voor eene veel verhevener opvatting, nl. dat ieder verplicht is zich eene meening te vormen. Want het recht vai denken sluit in zich een plicht} den plicht om t9 spreken. Wanneer men bijv. iets weet, dat in het belang der maatschappij of der recht vaardigheid openbaarheid eisebt, dan treedt hot recht tot spreken, waarvan men naar willekeur al of niet gebruik kan maken, op den achtergrond en komt de plicht tot spreken in de plaats. Die plicht is niet altjjd gemakkeljjkWil men een voor elk begrypelgk voorbeeld Gjj hebt een vriend; die vriend is voor de rechtbank gedaagd en gij weet iets van de geschiedenis, die hem voor den rechter bracht. Ge moet als getuige optreden. Uw vriend is schuldig, maar gij zyt door vriendschaps banden nauw aan hem verbonden. En als de rechter u nu vraagt te zeggen, wat gjj van de zaak weet, zou het u dan niet veel waard zjjn om het recht van zwjjgen te mogen toepassen in plaats van uw plicht tot spreken te vervullen Er lijn duizenden gevallen, waarin het recht van zwjjgen begeerlijker is dan dat van spreken en waarin het o, zoo heerljjk is niet genoodzaakt te zjjn eene meening te hebben. Maar het algemeen belang brengt mede, dat ieder zooveel mogelijk tracht zich eene meening te vormen en niet uit gemakzucht of om >uit de slagen te blijven", zich maar van het denken onthoudt. Vooral is dit in onzen tjjd het geval ten opzichte van zoovele maatschappelijke aangelegenheden, die al sterker en sterker om voorziening roepen. Wan neer men b. v. eenvoudig nalaat over den socialen toestand van den werkman na te denken, dan is dat wel gamakkeljjk, maar men verzuimt dan tevens den plicht, die op ons allen rust, om te trachten in dien toestand de noodige verbetering te helpen brengen, opdat er zoo mogelijk een einde kome aan de on houdbare levensomstandigheden, waarin nog zoo ontzettend vele onzer medemenschen verkeeren. Vijand als wjj zjjn van elk eenigszins ruw op treden, keuren wjj werkstakingen af, hoewel wjj het reoht der werklieden daartoe evenzeer erkennen als het recht van deu patroon om, wanneer hij dat in het belang van de orde in zjjne zaken noodig acht, Naar het Duitsch van E. Berger. In een soort van vertwjjfeling liep Wolf nu eens zjju kamer op en neer met de handen krampachtig 8aamgevouwen en dan weer bleef hg aan het ven ster staan en keek onrustig de grauwe lueht in. Alles in hem haakte naar vrjjheid, naar verlossing van knellende banden. Daar kwam plotseling hem het spreekwoord voor den geest: >Een kus met eere,kan niemand deren." Ook zjjn kus was geen misdaad, waarvoor hjj boeten moest en Hilda zou misschien inzien dat zjj daarop geen hoop mocht bouwen en dat zij hem zjjne stontheid vergeven moest. Toen hg deze gedachte had opgevat werd het hem liohter om het hart, en droefheid en angst verdwenen. >Kom, kom, oude Wolf, nog hebt gjj uwe vrjj heid niet verloren", riep hjj uit, »dus voorwaarts met frisschen moed naar eene grootsche toekomst. Ja, het hoofd omboog en niet aehter u gekeken!" Nu kwam het hem dwaas en belacheljjk voor, dat hg de zaak zoo tragisch had opgenomen. Hg vermoedde niet wat de eerste lietdekus voor een rein, onschuldig meisjesharfc be teekent. Tien minuten later trad hg in de kamer zjjner moeder en groette haar zoo onschuldig en vriende- ljjk als altjjd; zjjn stem was vast en kalm. De majoors weduwe zat op de sofa voor de tafel met haar onvermjjdeljjk borduurwerk in de hand. te ontslaan wien hg verkiest, zonder daarvan tegen over derden rekenschap verplicht te zjjn. Maar dit neemt niet weg, dat er toch wanverhou dingen bestaan, die gevaar voor de orde in de maat schappij opleveren en waarover na te denken en zich eene meening te vormen, een dure plicht is. Men zegge niet»ik ben geen werkgever en dus gaan mjj die zaken niet aan, ik behoef daarover niet te denken". Zij gaan u wel degeljjk aan en als go u de moeite gaaft er over na te denken, zoudt ge tot de ontdekking kunnen komen, dat ge indirect aan de oplossing der zaak kunt medewerken door om iets te noemen uwe inkoopen of bestel lingen te onthouden aan die handelaars en werk gevers, waarvan het bekend is, dat zjj bun personeel geen behoorlijk loon geven, evenredig aan de waarde van bunnen arbeid. Velen, ook die het goed betalen kannen, vragen eenvoudig, waar kan ik het goed koopst terecht, zonder daarbjj verder na te denken en zonder te overwegen of die goedkoopheid wel licht niet ren gevolg is van de lage loonen of van te langdurigen arbeid door den werkman, waardoor weder andere flinke werklieden benadeeld en tot het uiterste gedreven worden, omdat hunnen patroons het werk ontnomen wordt of deze ten gevolge der sterke concurrentie evenzeer tot verlaging van het werkloon moeten besluiten. Wij gaan op dit punt thans niet verder in. Wjj merkten het alleen op om de aandacht er op te vestigen, dat op dit gebied geene ondergeschikte zaken bestaandat elk hulpmiddel, wèl aangewend, iets kan toebrengen tot de verbetering van bet ge heel en dat ook in dit opzicht de plicht van denken op ons allen rust. Hoe wjj daarbij moeten denken Een oude Engelschman vertelde eens het volgende >Daar zat een wjjsgeer bjj het licht van eene kaars en hjj bestudeerde de roerselen van het mensche- lijk hart. Lang had hg gezeten, lang had hij gedacht, en waar de eene daad scheen te spreken van adel des gemoed?, sprak de andere van baatzucht en ijdelheid. Hij kon geen leidende gedachte vinden. Toen kwam er een vliegje en het vloog om de kaars. In kringen, die al kleiner en kleiner werden, ging het een zekeren dood tegemoet. Wat deed onze wjjsgeer, onze denker, onze vriend der vrije gedachte?"" Hjj blies de kaars uit, redde de vlieg en vond wat hjj lang te vergeefs had gezocht, deze waarheid blusch het licht der wetenschap uit, zoo dra het één haar zou krenken van een levend wezen. Deze waarheid zjj de leidende gedachte ook bjj ons denken. Wanneer men zich daarbjj niet uitslui tend bepaalt tot wat door de wetenschap geopen baard, of door de koele rede op oeconomische of andere gronden voorgeschreven is, maar tevens ge leid wordt door de menschenliefde, die ook in dezen eene rol te vervullen heeft, dan wordt de kans op eene goede oplossing der sociale quaestie grooter en gjj zult den plicht van uw denken in dezen waar- digljjk hebben vervuld, vooral wanneer het denken door handelen wordt gevolgd. Gevoelt ge u beter, lieve jongen?" vroeg zij en keek met angstig vragenden blik in zijn bleek gelaat. Wolf verzekerde haar, dat hg zich volkomen wel gevoelde en dat hem niet het minste scheelde; hg nam eenige nieuwsbladen ter hand, verdiepte zich daarin, doch nauweljjks had hjj een paar berichten gelezen of Annemie kwam de tafel dekken en het middagmaal opbrengen. De oude dame praatte aan tafel over niets anders dan over het gezelschap van den vorigen avond bjj den wethouder en roemde juffrouw Jacoba, die alles zoo netjes gearrangeerd had en eigenlijk het zonnetje van het huis was. Daarna sprak ze van Hilda en prees onophoudelijk haar schoonheid en aanvalligheid. Wolf hoorde haar rustig aan, zonder eenige op merking te maken en kwam weer tot verademing, toen dit voor hem weinig welkome gesprek eene einde nam. Na den maaltgd trok hg zjjn overjas aan en deed door storm en regen een wandeling in het gebergte. Hg gevoelde dat hg Hilda voorloopig zooveel mo- geJjjk uit den weg moest bljjven. De Meimaand bleef voortdurend schoon, zonnig en warm en Wolf bracht met genoegen deze heerljjke voorjaarsdagen in de vrjje natuur door. Van den vroegen morgen tot den later avond, dwaalde hg in het groene gebergte rond, doch hjj kwam nooit thuis zonder zjjn geliefde moeder een ruiker van woud bloemen mede te brengen. >Ik zie u alleen maar *s avonds, mjjn jongen" merkte zjj met een zucht op. Wolt gevoelde het verwjjt, dat in haar woorden lag opgesloten. >Wees niet boos, mama" hernam bjj. >Hetiszoo schoon in onze bergen en ik bon zoolang in den GOES, 21 Augustus 1896. Bjj kon. besluit is, met 27 September, aan D. S t i g t e r, op zjjn verzoek, eervol ontslag ver kend als leeraar aan de rjjks hoogere burgerschool te Bergen-op-Zoom. Bij kon. besluit is, met 21 Augustus de offi cier-machinist 2e klasse L. A. vanPoel voorde, op zjjn verzoek, op pensioen gesteld, onder toeken ning van een pensioen van f 1000 's jaars en eeDe verhooging van dat pensioen ten bedrage van f 1125 's jaars. Het verlof naar Nederland van den kapt. der inf. O.-I. leger J. H. A. P. Overman is met zes maanden verlengd. In de gecombineerde vergadering van de ge meentebesturen van Hoedekenskerke, Baarland en 's-Gravenpolder werd aan den arts Dejjer eervol ontslag verleend tegen 15 November of zooveel vroe ger als de gemeenten van een geneesheer zullen voorzien zjjn. Te 's-Gravenhage is Dinsdag geopend de ten toonstelling voor het schoenmakers vak, uitgeschreven door de s-Gravenhaagsche Han delsvereniging. Onder de curiositeiten op deze tentoonstelling behoorden de Zuid-Bevelandsche schoenen uit de jaren 1654, getrouw nagemaakt naar de oorspron kelijke modellen, berustende in de gildekamer te Goes. De origineelen werden in genoemden tjjd ver vaardigd, als proef, door het Goesche gilde van schoen- en gareelmakers. Deze inzending is van onzen stadgenoot den heer J. de Krujjter. Een andere eigenaardigheid, nu we toch van deze tentoonstelling gewagen, zjj hier nog vermeld, nl. een paar schoenen metjjzeren zolen de hoog ste wensch van menigen huisvader, die, bjj het betalen van zoo menig paar laarzen van zjjn jongens, de verzuchting slaakt, dat er nog eens jjzeren schoe nen mochten worden uitgevonden. Jammer echter, dat dit paar >jjzersterke" schoenen dagteekent van twee eeuwen geleden Naar aanleiding van de berichten omtrent de gratie, die aan den gepensionneerden kapitein van het O.-I. leger J. van Vulpen is verleend, wordt aan de N. R. Ct. medegedeeld, dat de gratie niet is verleend, omdat de gegratieerde aanwijzingen gedaan heeft, die er toe geleid zouden hebben, dat de bewuste effectentrommel aan de eigenaars of rechthebbenden kon worden teruggegeven. De waar den zoo schrijft men aan dat blad verminderd met een bedrag van f 5000, dat daaraan ontbrak, toen de kapitein zijne rechten er op ten volle deed gelden, heeft hij nog in zijn bezit. De gratie is hem verleend, omdat zjjn schoonmoeder, die indeitjjd als aanklaagster tegen hem optrad, een adres van gratie aan H. M. de Regentes heeft ingediend, waarin zjj o. a. zegt >Dat slechts eene kunstmatig aangekweekte ver vreemde geweest." >Ik ben niet boos, gjj vergist u, maar ik ben ver8chrikkeljjk zelfzuchtig. Ik zou u zoo graag altjjd bij mjj hebben en in den korten tjjd dat gjj hier zijt, altjjd met u samen zjjn." >U wenscht juist hetzelfde als ik mama. Gun mjj nog enkele dagen, dan blijf ik thuis bij u." >Gelijk gjj wilt, lieve jongen Geljjk gjj wilt." Dat klonk zoo lief, zoo moederljjk en Wolf drukte haar vol gevoel de hand. Nog twee dagen bleef het schoon voorjaarsweer toen veranderde het plotseling en een gansche week vervloog onder hevige stormen, regenbuien en koude. De groene bergen waren met een zwaren, dikken nevel bedekt. Wolf bleef nu thuis en hield zjjn moeder gezelschap. Hij schreef aan zijne krjjgsmakkers en verdiepte zich uren laüg in de lektuur van verschei dene tjjdsohriften. Nu en dan bezocht hij ook een wjjn- of bierhuis, waar hg oude kennissen uit zjjn jongelingsjaren ontmoette. Door dezen omgang kwam een bjjna vergeten deel van zjjn leven weder in zjjne herinnering en dat deed hem goed. Eens had hg Hilda op straat ontmoet. Dat gaf hem een steek in het hart. Met een sprakeloozen groet was hg baar voorbjjgegaan zonder haar aan te zien. Dat zjj bleek zag en dat een droevige, zwaarmoedige blik in hare blauwe oogen lag, had hjj niet opgemerkt. Op een Zondagvoormiddag zat de barones met haar zoon aan het open venster van de zjjkamer. Storm en regen waren voorbjj en de zon straalde liefelijk van uit den blauwen hemel op hen neder. Zij dronken koffie en praatten in de beste stemming met elkaar, hoofdzakelijk over Wolfs toekomst, en zjj verdiepten zich in allerlei aangename gedachten. bittering tegenover hare kinderen, gepaard aan haar destijds geschokt zenuwgestel en de uiterst opge wonden toestand, waarin zij door vreemden, bljjkbaar machtig op haar werkenden invloed was gebracht, en waardoor zelfs hare geestvermogens zRb gekrenkt geworden, zoodanig helaas, dat zjj als krankzinnig naar het gesticht te 's-Gravenhage is moeten worden getransporteerd, haar hebben gebracht tot het afleggen van verklaringen, waarvan zij zich ternau wernood rekenschap kan geveD, doch waarover zij thans, nu zij op het advieB en initiatief van den geneesheer-directeur van dat gesticht daaruit geheel genezen is ontslagen, niet dan de levendigste wroeging gevoelt." Te Amsterdam zjjn gisteren in het bassin van den Heiligen weg proeven genomen met den red dinggordel of gummizak, uitgedacht door baron Van der Rop te Berljjn. De proevn waren zeer interessant en zjjn uitmuntend geslaagd. De uitvinding berust op de ontwikkeling van gecom primeerd chloor-metbylgas, in een glazen buis in den gordel verborgen. De sluitring van deze buis is van geprepareerd papier, dat, zoodra dit met water in aanraking komt, oplost, waardoor de sluitring verbroken wordt en de gordel als ballon opblaast en het zwaarste lichaam gedarende acht uren drjj- vendo houdt. Dit toestel kost 8 Mark en hooger. De gordel, bjj de Duitsche marine reeds in gebruik, is iets kostbaarder. Hij kan na expiratie van het gas weder opgeblazen worden. Hetzelfde systeem is toegepast op een werpgordel en ter vervanging van de gewone reddingboei, aan welker gordel verbonden is een glazen buis met phosphoor calcium, welk apparaat bjj binnendringen van het zeewater den omtrek verlicht en daardoor de plaats aanwjjst, waar de gordel zich bevindt. De correspondent te Batavia van de N. R. Ct. seint onder dagteekening van Woensdag Men verzekeit, dat de luitenant-kolonel van den generalen staf G. P. J. van Vliet benoemd is tot gouverneur van Atjeh, en dat de benoeming zal ingaan na bet verstrijken van zjjn verlof. De heer Van Vliet werd in Juli 1868 tot tweede laitenant der Indische infanterie bevorderd. In Januari 1894 vertrok hg naar Atjeh, waar hg de overste Nieuwenhuyzen als chef van den staf opvolgde. Tjjdens generaal Dejjkerlioff te Batavia vertoefde, voerde hg daar het bevel. Een goed deel van het succes, nu kortelings ge leden op Toekoe Oemar behaald, moet aan zjjne zorgen als chef van den staf worden toegeschreven. O^erden dood van generaal De Mou- 1 i n leest men in eene particuliere correspondentie uit Kota Radja in het N. v. d. D. het volgende Reeds dadelyk ontwikkelde zich de werkzaam heid van den generaal, die Zondagavond reeds inzage vroeg van de Orders voor brand en alarm," te Kota Radja gegeven. Den volgenden morgen bezocht de gouverneur met een extra-trein de posten in de geconcentreerde »Wil je niet een sigaar rooken vroeg de barones na een kleine pauze in het gesprek. >Als u het toestaat, ja mama." >Gaarnehet kistje staat naast u op de commode." Hg stond op om de sigaren te halen en kwam terug met het kistje in de hand. Op hetzelfde oogen- blik werd er hard aan de bel getrokken. Wolf liep naar de deur om open te doen. Daar stond juffrouw Jacoba op de stoep met loshangende matselinten. Zg kon nauwelgks meer ademhalen, zoo spoedig was zjj komen loopen. >Dag mijnheer Von Schollermark, ik stoor u toch niet", zeide zij en stak hem beide handen toe. ^Volstrekt niet, juffrouw Jacoba, kom binnen. U wenscht mama te spreken vroeg hg eenigszins verlegen. Jawel, jawel, dat is eigenlgk het doel van mgn komst. Ik heb met mama iets te bespreken, waar haast bg is en dat ook u aangaat, luitenantje Verwonderd en met stillen angst zag Wolf haar aan, toen hg haar binnenleidde. >Ik zal maar dadelijk mgn boodschap doen," zeide jaffrouw Jaoba, nadat zjj de majoorswednwe gegroet en plaats genomen had. >Het betreft een klein tochtje in de bergen, dat wg dezen middag zullen doen. De wethouder en een paar familiöa onder onze kennissen hebben dit partgtje op tonw gezet en rekenen er op, dat u en mgn heer de lai tenant daaraan zullen deelnemen, en daarom ben ik zelf gekomen om spoedig uw antwoord op dit verzoek over te brengen." Terwgl zg sprak bleef Wolfs blik gevestigd op zgn sigaar, die hg in de vingers hield. Hg zag er opgewekt, maar tevens onrustig uit. »Hoe denkt je daarover, mgn zoon," vroeg de

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1896 | | pagina 1