1896 N". 89. Donderdag 30 Juli. 83stc jaargang. De uitgave dezer Courant geBchiedt Maandag-, Woensdag- eu Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjjo per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonn mienten en Advertentiën voor dit blad aangenomen bg de heeren Nijgh Va.n DiTMi.it te Rotterdam eu verder by alle Boekverkoopers en Brievengaauiers. De prys der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 cL Bg directe opgar.f van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, imwelgks- on doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct. Aanvragaa om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Kna«n<dlnu van «dvertenrt^n wr 29 wren ok* den day der nltyave. EXAMENS Wij zagen onlangs in ons blad een tameljjk lange reeks van namen van gelukkigen, die geslaagd waren bg een examen tot toelating of bevordering tot de een of andere klasse der Hoogere Burgerschool. Bg onzen gelukwensch aan de geslaagden en een woord van troost asn de enkelen, die niet konden toegelaton of bevorderd worden, voor zoover zy altgd zich dat onaangename afgewezen" niet door slecht gedrag of gebrek aan ijver op den bals ge haald hebben want dan houden wg ons troost woord maar liever terug, willen we een paar woorden zeggen over examens in het algemeen. Dr. Vitriaga, de bekende Jan Holland, die zelf rector was van een gymnasium, zei eensEr is een tgd van het jaar, dat zoo ongeveer het geheele Nederlandsche volk verdeeld wordt in twee deelen, waarvan het eene examineert en het andere geëxa mineerd wordt". Die uitspraak is nu wel wat overdreven, maar als aardigheid kan zg er vrg wel door en het is een feit, dat er ontzaglgk veel extmens worden afge nomen. Het woord examen beteekent onderzoek en waar dus geëxamineerd wordt, geeft men blijk iets maar niet te willen aannemen op een bloote mededeeling, maar zich met eigen oogen en ooren te willen over tuigen. Wie zich aan een examen onderwerpt, doet de mededeeling, dat hij zich voor het een of ander bekwaam en geschikt achtwie het examen afneemt verklaartik wil het gaarne gelooven, maar ik wil me van de waarheid van uw beweren over tuigen. Die verklaring getuigt van ernst en geeft groote waarde aan de toekenning van een diploma, ge tuigschrift of wat ook, dat als vrucht van het af gelegd examen wordt uitgereikt, terwgl die uitrei king tegelgkertyd groote verantwoordelgkheid laadt op de schouders van heD, die het uitreiken. Groote menschen zya niet altgd gewoon aan zoo'n eenvoudig toelatings-examen als b. v. voor de H. B. Schooi veel gewicht te hechten. Wij hoorden wel eens spreken van zoo'n exament/e- We hebben zelfs wel eens andere examens zoo minachtend hooren noemen, natuurlgk altgd door mensehen, die een veel moeielgker dan dat, waar over zij spraken, achter den rug hadden en dan kwam het ons voor, dat dit oordeel niet billgk was, omdat voor den betrokkene zelfs het kleinste examen eene groote zaak is. De examens voor de H. B School zgn dezer dag^n aan de orde: dus wg willen ze als uitgangspunt nemen en laten het aan den lezer over om wat wij zeggen zullen ook op andere examens toe te passen. De jongen, di6 zich aangeeft voor het toelatings examen op do H. B. School, meent de bekwaamheid en de geschiktheid te hebben do lessen aan de mid delbare school te kunnen volgen. Nu is hg echter uit dan aard der zaak niet de aangewezen persoon om daarover onpartijdig en met kennis van zaken te oordeelen. De bekwaamheid zou misschien nog gaan hg kan de zgne vergelijken met die van anderen, welke toegelaten zgn en een goed figuur op de middelbare school gemaakt hebben, en daar het onderwys op de H. B. School aansluit aan dat op de Lagere School, kan hg door te zien naar de cgfers, die hg kreeg in de hoogste klasse der L. S., berekenen of bg genoeg gevorderd is om naar de middelbare over te gaan. Door overlegging van die cgfers zou hjj dus er wel in kunnen slagen den leeraar te overtuigen, dat bg knap genoeg is. Maar de geschiktheid Daarover kan bij zelf niet oordee len. De ouders zgn daarin evenmin deskundigen. Die geschiktheid toch eischtden noodigen aanleg om verder te leeren en wel dat 1e doon op de wijze, zooala dat op de middelbare school geschiedt. Over den aanleg om verder te leeren kan zeer zeker de lagere onderwgzer veel zeggPD, maar of de methode der middelb. school de geschikte is voor den jongen, daarover zal toch het best kunnen beslissen, de man, die de methode door en door kent in de praktijk. Men zal ons tegenwerpen, dat die aanleg toch bezwaarlgk blyken kan uit het eenvoudig toelatings examen, waarbg examinandus en examinator meestal voor het eerst met elkander in aanraking komen en terwgl het vaak voorkomtdat een geëxamineerde, hoewel eene zaak zeer goed kennende en wetende, haar op een gegeven oogenblik geheel onwillekeurig verkeerd meêdeelt. Deze opmerking^ is onweerlegbaar juist en komt ons zoo belangrgk voor, dat, zoo wjj moesten kiezen tusschen het toelatingsexamen en eene verklaring van het hoofd der school, wg onvoorwaardelgk aan de laatste de voorkeur zouden geven. Maar het exa men bestaat nu eenmaal, en het komt ons voor, dat, j waar wg tegen afschaffing der overgangs-exakwens niet i het geringste bezwaar zouden hebbeD, het toelatings- i examen tot de H. B. S. gerust instand kan worden ge- j houden. In de eerste plaats omdat dit nu niet van dien aard is, dat er veel inspanning van den aspirant voor gevorderd woidt; en in de tweede plaats omdat het een verklaring van het betrokken hoofd der lagere school, die toch meestal vooraf door de ouders geraad pleegd wordt, completeeren kan, zoodat, als hier van verantwoordelgkheid sprake kan zijd, deze alsdan aan beide zijden bestaat. Bovendien vergete man niet, dat door sommige ouders wel eens wat heel veel spied wordt gemaakt om hunne kinderen van de lagere op de middelbare school te krggen. Het hoofd der lagere school kan daardoor in een moeielgk par ket komen. Daarom achten wg het ook in het be lang dier hoofden zelf, dat niet aan hen de eind beslissing staat. En dat een ondersoek gebeurt door hen, die met den jong' n verder moeten werken, kan, dunkt ons, iet anders dan nuttig zgn voor hem en voor zgne medeleerlingen. Van daar dat wg in tegenstelling met velen voorstanders zijn van deze toelatingsexamens. De verantwoordelgkheid van h9m, die verklaart, dat een jongen de H. B. School mag bezoeken, is zoo groot, dat wg ons nooit hebben kunnen begrgpen, dat er menschen zgn, die spreken vau ongemotiveerd wantrouwen, wanneer de leeraren maar niet ieder aannemen, die door den lageren onder wgzer wordt aangewezen en, eerlgk gezegd, kunnen wg ons den ervaren onderwgzer niet best voorstellen, die het zou eischen, dat zoo iets geschiedde. Voor zoover dit voor enkelen onder onze lezers noodig kan zgn, zg hier bovendien opgemerkt, dat men in deze quaestie Goes niet als maatstaf kan nemen, aangezien hier bij uitsondering eene voorbe reidingsklasse bestaat, terwgl de leerlingen elders terstond in do le klasse komen, waarvcor zg reeds wat. van het Fransch enz. moeten wtten. Uit den aard der zaak behoeven dus de eischen voor de toelating hier in Goes niet zoo hoog gesteld te worden als in de andere gemeenteu. Er is nu juist in den laatsten tgd weer veel over geschreven en het woord wantrouwen kwam zelfs voor in het Handelsblad. Welnu een zoo groote verantwoordelgkheid op 2ich te nemen zonder p^r- soonlgk onderzoek zouden wg geneigd zgn te noemen lichtvaardigheid, en als vader zou ik er steeds op gesteld zgn een op onderzoek berustende verklaring van de middelbare school zelf te bezitten, dat zg meent, wat met mgn zoon te kunnen aanvangen zgn toekomst kan ervan afhangen 1 Dat het examen moet worden afgenomen op eene wijze, die voldoenden grond voor die verantwoorde- ïykheid aanbiedt, spreekt van zelf. V Bij toeiatings-examens is het hoofdzakelijk de ge- examineerde, die belaDg heeft bg een riebtig onder zoek olschoon natuurlijk de geheele school aan gevaar wordt bloot gesteld, indien niet aan alle eischen voldaan wordt maar, er zgn andere examens, nl. die welke recht geven tot het beklee- den vaa eon betrekking of het uitoefenen van e*n ambt, waarbg de gehrele maatechappy direct belang heeft. Men heeft academische examensvoor pre dikant, geneesheer, advocaat enz. Men heeft exa mens, na het afleggen waarvan men de bevoegd heid kan verkrggen om onderwgs te geven aan middelbare of lagere scholen. Er zijn examens voor ambtenaren bg de telegi aphie en de posteryen voor personen aan wie het bestuur van een schip wordt toevertrouwd, enz. enz. Nu is het gemakkelgk om maar eens over de talrykheid der eximens te lachen; maar het is toch ook goed om de ernstige zjjde van de zaak de verantwoordelgkheid aan het uitreiken van het diploma verbonden onder de oogen te zien. Dan zal meu minder lust gevoelen om te lachen en eer begrijpen, hoe, wie het meest verstand van examens hebben, ook tevens hot meest ertegen op zien ze af te nemen. Want byua alle examens hebben eenzelfde, tot nogtoe on verbeterlgk, gebrek ze zgn noodwendig te veel theoretisch, te weinig praktisch. Waar men eenigszios kan bg artsexa mens gaat dat gelukkig betrekkelijk gemakkelgk zoekt men dat gebrek to verhelpen door attesten vau praktische werkzaamheden te eischen, maar de examinator kan onmogelgk instaan voor de juistheid dier attesten en daardoor wordt hg gedwongen door toekenning van het diploma een groofcer ver antwoordelgkheid op zich te laden, dan hg billgkar- wgs doen kan. Toch moet o. i. al het streven van hen, die met examens te maken hebben, in de eerste plaats zich richten op het meer practisch maken ervan, in het belang van de maatschappij. Waar afschaffen niet wenschelyk is, dient verbetering de leus te zgn. Het groote publiek wordt niet altgd juist inge licht omtrent den uitslag van examens, vooral niet bg ongunstigen afloophet ontvangt toch gewoon- lpk zgn berichten uit den mond van hen, die niet slaagden. Teleurgesfcelden nu zijn zelden juiste berichtgevers en rechters in eigen zaak zgn niet betrouwbaar. Zoo langzamerhand heeft elk altgd door mede- j deelingen van afgewezenen een voorraad staaltjes opgedaan van onbekwaamheid, oneerlykheid, licht- i vaardigheid van examinatoren. We willen niet beweren, dat alle examinatoren j ernstige, eerlyke, bekwame mannen zgn, maar we doen toch een beroep op het gezond verstand van eiken lezer om zelf een antwoord te geven op de vraag, of de aldu6 beschuldigde examinatoren niet tot de zeldzamuitzonderingen zullen behooren. Vooreerst is ons geen examen bekend, waarbg het lot van den geëxamineerde in handen van één persoon is. Steeds is er bg elk examen van eenig belang een commissie, die op vastgestelde wyze door de bevoegde macht is aangewezen. Die commissie gaal, na bespreking van ontvangen indrukken en na bet optellen en vergelijken van cgfers, over tot het nemen van een beslissing, ge- woonlgk bg meerderheid van stemmen. Die cijfers elf worden minstens door twee per sonen gewoonlgk een vrager en een bgzitter vastgesteld. Hoe klein wordt hierdoor niet de kar s op oneer lijkheid, op invloed van mindere geschiktheid van één der examinatoren of op mindere ernstige op vatting der taak Werkelgk, men moet zeer ingenomen zgn met zich zelf om een examen-commissie de schuld eener afwgzing te geven, in plaats van die te zoeken bg zich zelf. Wg bedoelen met dit neer te schrjjven niet een verdediging van fxaminatoren zjj hebben die in de oogen van onbevooroordeelde menschen met ge zond verstand niet noodig maar het ware belang van hen, die zich te een of te ander tgd aan een examen zullen onderwerpen. Zg zullen het best slagen, wanneer zg in hun examinatoren menschen zien van gewone natuur en aanleg, dat zgn dezulken, die alleen in den uiter sten nood er toe overgaan een ander verdriet te be rokkenen en die bun best doen om, waar zg dit (men vergete dat nietkunnen doen zooder eenige op offering hunnerzyds, hun evenm«nsch een gelukkig oogenblik te bezorgen. Laat elk examinandus den examinator als een vriend beschouwen en zgn kans van slagen wordt er grooter doorEr is geen reden voor het tegendeel. GOES, 29 Juli 1896. Ook He Nederlanderhet blad van mr. Lobman, veroordeelt de ook door ons gewraakte beschouwing van De Zeeuw in zake den Amsterdamschon onder wgzer Den Hartog. De Nederlander toch schrgft ♦Wg kunnen in de woorden van de Zeeuw niet anders zien dan eene vergoelijking van het gepleegde feit, eene vergoelijking, die wjj vooral na ken nisneming van wat zelfs liberalen en radicalen over deze zaak schreven, en nu zoo kennelyk gebleken is, dat men hier te doen heeft met een systematifche ondermijning van alle gezag en tucht weinig gepast vinden. Wjj gelooven, dat zg aan de Zeeuw is ingegeven door een rechtinatigen afkeer van het dogma der neutrale school, doch wg achten 't onge oorloofd, een kwaad te bestrgden door de exceseen van dat kwaad goed te praten en aan te moedigen." En over de fraaie volgende tirade Socialisten of niet, de heeren klasse-onderwgzers hebben groot gelyk dat zjj met allerlei eerlgk wapen strgd voeren tegen vernederende en karakterbeder- vende klasse-examens" zegt De Nederlander »Dat zgn mooie woorden, maar ze hebben alleen dan iets met de zaak-Den Hartog te mak -n, wanneer men straatkabaai en scheldpartijen onder het begrip ♦allerlei eerlgk wapen" betrekt. Dit een oogenblik van de Zeeuw te denken, ware natuurlgk ongerymd." Naar Het Volksdagblad mededeelt is de beer Den Hartog voornemens excuus te vragen, doch hg wil dit. thans niet doen, om niet den schijn op zich te Iaden, dat het dreigende ontslag hierop influenceert. Maar wg kunnen verzekeren zegt, genoemd blad dat de heer Den Hartog dat wel zal doen nadat het besluit van den Raad zal zgn gevallen. Hoe de beslissing ook uitvallen moge, hetzy hg bljjve ge handhaafd of worde ontslagen, in elk geval is de heer Den Hartog voornemens om daarna, maar ook eeist dan, den heeren Baerfc en Van Üoorne persoonlyk zgn verontschuldigingen aan te bieden. Ons dunkt, dit is alles wat men van den heer Den Hartog kan verlangen," zegt het blad. Wij mefnen echter, dat nu het voornemen van den hepr Den Hartog vooraf is geplubiceerd, bg even goed nu reeds die verontschuldigingen kan aanbieden. De heer mr. T. van Asch vanWgck heeft de bei.oeming tot lid der Eerste Kamer voor Zeeland aangenomen. Aan den heer D. S t i g t e rleeraar in de staatswetenschappen bij het M. O. te Dordrecht, is op zgn verzoek tegen 7 Sept. eervol ontslag verleend. De heer L. Boogaert, ryks veearts te Ove- zand, is beaoemd tot provinciaal veearts standplaats Ter-Neuzen. (M. Ct.) Bevorderd tot opzichter van den Rgks water staat der Ie klasse de heer C. J. van Slugs, thans opzichter der 2e klasse. Borsele. In de Maandag gehouden raadsver gadering deden B. en W., onder overlegging vaa de rekening der ontvangsten en uitgavea van de gemeente, verantwoording van hun beheer over 1895. Daaruit bleek dat de ontvangsten bedragen f 9767,15 V2 ea de uitgaven f 8087,811^. De aansporing op de agenda voor de ver gadering van de leden der Afd. Heinkens- z a n d der Maats chappy tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland, om in grooten getale ter vergadering te komen, heeft niet aan de verwachting beantwoord. De vergadering, gisteren in de ♦Prins van Oranje" alhier gehouden, werd bggewoond door slechts 6 leden van het bestnur en 28 gewone leden. De oorzaak daarvan moet, zooals de voorzitter, dhr. E van den Bosch, opmerkte, on- getwyfeld worden toegeschreven aan de drukke werkzaamheden van den landbouwer in dezen tjjd. Na opening der vergadering, lezing en goedkeu ring van de notulen der vorige, deelde de voorzitter enkele punten mede uit het rapport van de afge vaardigden naar de voorjaarsvergadering van het hoofdbestuur. Het vermelde is reeds vroeger in ons blad opgenomen. Alsnu kwam aan de orde het punt, waarvoor op de agenda een talrjjke opkomst werd gewenscht, daar in het antwoord, dat aan de Afdeeling werd verzocht, het aantal aanwezigen moet worden op gegeven. Het bedoelde punt bevat: Missives van de Ministers van Oorlog en van Binnenlandsche Zaken, dat na 1897 geen snbsidie meer zal worden gegeven voor hengstenkeuringen, teüzjj bepaald wordt dat niet goedgekeurde hengsten niet mogen worden gebruikt Dhr. Hanken leidde, op verzoek van den voorzitter, dit punt in en gaf als zijn gevoelen te kenneD, dat men zich kan houden aan wat over deze zaak is besloten op de algemeene vergadering te Hulst. Daar verklaarde men zich vóór verplichte hengstenkeuring, maar tevens vóór het vrye gebruik van afgekeurde hengsten, met vermelding van hunne gebreken want wilde men de afgekeurde weren en alleen de goed gekeurde toelaten, dan zouden er zoj weinig bruik bare overblijven, dat er spoedig gebrek aan fokdieren zou bestaan. Bovendien moet elk landbouwer voor zich zeiven weten en vrg blyven van welke hengsten hg kweeken wil. Nadat nog door enkele leden een korte discussie over dit punt was gevoerd, werd met 31 van de 34 stemmen (3 in blanco) besloten aan het hoofdbestuur te melden, dat deze afdeeling zich verklaarde vóór vt rpiiehte hengstenkeuring, vermelding der gebreken, dcch het gebrnik van afgekeurde hengsten toe te laten. Daarna kwam iu behandeling eene missive van de ♦Vereeniging Landbouw en Veeteelt" te Wolferts- dgk om ondersteuning van eene aanvrage aan bet hoofdbestuur om subsidie voor den wintercursus. Ofschoon deze aanvrage gericht is aan het hoofd bestuur, moet zg eerst iu de afdeeling worden be handeld, op verlangen van dat bestuur. Dhr. J. J. van Weel bracht omtrent deze missive in het midden, dat hij het oprichten van dergelgke cursussen ten zeerste wenscht aan te moedigen. Behalve dat daar voor iefereen iets te leeren valt, acht hg ze een uitstekende gelegenheid tot voor bereiding voor hen, die later de Landbouwschool alhier wenschen te bezoeken. Tevens wjjst hjj er op dat «en landbouwcursus van rykswege kan worden gesnbsidiëerd, wanneer een geëxamineerd landbouw- onderwgzer daaraan is verbonden. Daar dit op het oogenblik te Wolfertsdyk niet het geval is, verklaart hg zich genegen aan het hoofdbestuur te udviseeren de gevraagde subsidie te verleenen. Ook spreekt hg de gegronde verwachting uit dat deze cursus zich spoedig ia een gediplomeerd onderwgzer zal kannen verheugen. Naar aanleiding van deze aanvrage deelde dhr. Ter Haar zgne onderviading mede aangaande de ontwikkeling der jongelieden, die de landbouwschool alhier bezoeken, en verklaarde geheel het gevoelen

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1896 | | pagina 1