1896 N°. 28.
Donderdag 5 Maart.
83slc jaargang,
GOGSGHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Pry's per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bp de heeren Nijgh Van Ditma» te Botterdam en verder
bp alle Boekverkooper» en Brievengaaiders.
Imendlng v&n Advertentiën vóar 8 urea op den dnf der uitfAve
COURANT.
De prp's der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 etf
Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prpB
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelpki- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct
Aanvragen ooi en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Vak j.
ir.
Van de bezwaren tegen de invoering der vrije en
orde-oefeningen op de lagere school was men op
het einde van 1893 vrij algemeen overtuigd. Terecht
zeide de heer Travaglmo, toen hij op 16 December
van dat jaar zijn amendement, om die invoering tot
1897 te verdagen, toelichtte: »Ik zou durven be
weren, dat in 1889 eene belangrijke meerderheid
in deze Kamer zich zoude verzet hebben tegen het
opnemen der vrye en orde-oefeningen onder da ver
plichte vakken van lager onderwijs, als men zich
destjjds behoorlijk rekenschap had kunnen geven van
de vele bezwarenwelke later bleken daaraan ver
bonden te zijn." Ei aan het einde zrjuer toelichting
verklaar ie by, dat de bedoeling er van was >oin
aan den minister nog meerdere ruimte van tijd te
geven tot opheffing, voor zooveel mogelijk, vaa de
bestaande moeieljjkbeden."
Thans nadert het jaar 1897 en de regeering komt
met de erkentenis, »dat als zeker img worden aan
genomen, dat ditzelfde bezwaar (de onmogelijkheid
om hot onderwijs ia de vrije en orde-oefeningen,
bij gemis van eene daarvoor geschikte lokaliteit of
oefenplaats, to doen geven zonder schade voor de
gezondheid der leerlingen) 2ich tegen de verplichte
invoering met 1 Januari 1897 nagenoeg in gelijke
mate zal doen gevoelen ats voorheen."
Zijn er dan nu, zoo vraagt men zich af, niet alles
zins termen om vak j uit art. 2 dar lager-ondsrwijs-
wet te schrappen, of het althans facultatief te stellen
In 1878 werd vin de opneming van het vak in de
wet afgezien, op grond van vele praktische bezwa
ren iu 1889 werd het verplichtend gesteld, zonder
dat men zich van die bezwaren rekenschap gaf
tegen den tijd der verplichte iu voering deiea zich
die bezwaren allerwege gevoelen en werd zij op
dien grond verdaagd tot 1897 en thans >doon die
bezwaren zich ia geljjke mate gevoelen."
Maar tot de schrapping van vak j kan de regee
ring, blijkens het thans door haar ingediende ont
werp, niet besluiten. Ja, zelfs het facultatief stellen
van het onderwijs geven in het vak, komt haar niet
geweascht voor, want nadat in de memorie van
toelichting wordt erkend, dat de wetgever van 1889
»bij het verplichtend stellen van het onderwijs in
vak j met dat bezwaar (gemis van lokaliteit) blijk
baar geene rekening heeft gehouden," acht de te
genwoordige regeering het toch doel treffend, dat
de vrije en orde-oefeningen wel onder de ver
plichte leervakken aan de openbare lagere scholen
blijven opgenomen."
In het kortde regeering erkent het bestaan van
bezwaren tegen het geven van onderwijs in vak j\
zij weet geen middel om die bezwaren op to heffen
maar toch stelt zij het vak verplichtend. Wordt in
deze redeneering der logica niet eenig geweld aan
gedaan
Wat zal dan nu het practisch resultaat zjjn der
voorgestelde wetswijziging? Wanneer wij het wel
bagrjjpen geen ander, dan dat de breede stroom van
adressen om vrijstelling, waarover in 1892 reads
door de toenmalige regeering werd geklaagd, in
•ene andere bidding zal worden gevoerd, en dat
die stroom niet éene uitmonding zal hebben in het
departement van Binnenlandsche Zaken, maar een
elftal uitwateringen in de vergaderlocalen der vet-
ichillende colleges van Gedeputeerde Staten.
Wanneer men dan zeker niet overdreven eisch
blijft stellen,' dat de vrije en orde-oefeningen wordea
onderwezen in daartoe geschikte lokalen, dan ken
nen we op Zuid-B^veland manr zeer enkele gemeen
ten, waar dat onderwijs met 1 Januari 1897 zal
kunnen worden ingevoerdwanneer daarbjj tevens
wordt verlangd, dat het zal gegeven worden in de
gewone schooltijden zonder stoornis voor het daar
mede samenvallend onderwys in de andere school
lokalen, dan kan het vak vermoedelijk op geene
enkele school in onze omgeving worden onderwezen.
Waar bovendien de bestaande scholen overal vo'-
doende zijn, on de financiëele toestand der gemeenten
van dien aard is, dat het bouwen van afzonderlijke
lokalen voDr het onderwijs in vak j boven de draag
kracht dier gemeentou moet g jacht worden, daar is
de voorspelling zeker niet gjwaagd, dat de invoering
van het v e r p 1 i c h t e" vak schier overal nog
jaren op zich zal doen wachten.
We ziiden daareven, dat d9 voorgestelde wets
wijziging geen ander gevolg zal hebben, dan dat
de verzoeken om vrijstelling van de invoering de
colleges van Ged. Staten zullen overstelpen. Toch
is er nog één, en wel dit, dat vak j op nagenoeg
geene enkele bijzondere school zal worden ingevoerd.
Immers, waar ook bij de meeste dier inrichtingei
de vereischte lokaliteit voor het onderwjjs in dat
vak ontbreekt en thans voorgesteld worlt als eisch
voor het verleenen van subsidie aan de bijzondere
scholen te doen vervallen dat ook in de vrjje en
orde-oefeningen onderwijs worde gegeveD, daar is
het te voorzien, dat op die scholen de invoeriDg
van dat vak wel heel lang op zich zal laten wachten.
In sommige bladen is de regeeiing over deze
vrjjgevigheid tegenover het byzonder onderwjjs hard
gevallen. Onzes inziens ten onrecht". Veeleer wil
het ons toeschjjnen, dat bij dit gedeelte der voor
gestelde wetswijziging de logica weer voor den dag
treedt, die by het eerste gedeelte een oogenblik
schuil gaaf. Het argument tocb, dat, waar de be
sturen van bijzondere scholen geen subsidie krijgen
voor den bouw van lokalen, zjj ook moeielyk kunnen
worden genoodzaakt tot het bouwen van nieuwe
lokalen, waarop in 1889 niet was gerekend, is vol
komen gegrond. Wij achten hier dan ook geen be
voorrechting aanwezig, maar wel leidt o. i. deze
vrijstelling voor het bijzonder onderwys tot eene
andere conclusie, ui., dat daaruit voldoende bljjkt,
dafc het vak vrije en orde-oefeningen zonder schade
voor het lichamelijk heil der jengd zeer wel op de
lagere school kan gemist worden.
Of zal in het vervolg werkelijk blijken, dat die
enkele openbare scholen, waar ook vak j wordt
ingevoerd, bevolkt zullen zjju met louter gezonde
kinderen, en dat al de overige inrichtingen van
lager onderwys een hooger percentage van ver
zuim wegens ziekte zullen aanwijzen Er zal wel
niemand zijn, die deze meeniug is toegedaan, maar
dan volgt daaruit ook onmiddeilyk deze conclusie,
dat tegenover de talloos vela bezwaren tegen de
verplichte invoering zoo luttel voordeel 6toat., dat
bet doen vervallen van vak j uit art. 2 der wet,
of althans het opnemen ervan onder de facultatieve
vakken, hoe eerder hoa beter dient te geschieden.
En waar de regeering bljjkbaar huiverig is een
dergelijk voorstel te doen, en zelfs, zij het dan ook
zonder nadere toelichting, verklaart, dat het »doel-
trelïsnd" is het vak als verplicht leervak to hand
haven, daar hopen we, dat uit de volksvertegen
woordiging zelve een amendement zal komen om
vak j onder de niet verplichte leervakken een plaatsje
te geven.
Heeds op 16 December 1892 zeide de heer Tra-
vaglino in de Tweede Kamer: »Het zoude my zeer
aangenaam geweest zijn, als de minister het leervak
facultatief hadde gestelddeze oplossing zoude naar
mjjne tneenïng de beste geweest zijn."
Als deze afgevaardigde sedert dien tijd niet van
meening is veranderd, is zeker in de eerste plaats
op hem de hoop van schier alle gemeentebesturen
Eene beslissing in de Kamer.
Omtrent de beslissing, die gisteren ia de Tweede
Kamer gevallen is over het amendement Kolkman-
Vermeulen, (zie onder Staten-Generaal in dit blad)
zegt het Vad.
Om de ware beteekenis dezer stemming te be
grijpen, moet men ze ontleden, om dan tot de con
clusie te komen, dat zeer verschillende motieven
hebben samengewerkt, en dat de gelegenheid is
aangegrepen het Ministerie een nederlaag toe te
brengen, op een punt, waarop het 't gemakkelijkst
viel de troepen bijeen te hebben. Voor wie het
politieke winst is moge de toekomst uitmaken ge
vaarlijk is het te dien aanzien thans reeds een voor
spelling te wagen.
Merkwaardig is het, dat de motieven van 't amen
dement langzamerhand verplaatst zijn, zoodat di
heeren Kolkman en Vermeulen moeite moesten heb
ben hun kindeke te herkennen. De regeling dor
gemeente-fiaanciën, het eerste uitstellingsmotief, was
Vrijdag al wat op den achtergrond geraakt, en de
algemeens toestand der financiën was heden ook niet
meer het overwegend motief. Daarvoor kwam in de
plaats het bezwaar, dat met de invoering van het
nienwe personeel het kiesrecht zjjn grondslag zal
hebben verloren, een bezwaar, dat het geluk had
door den bovan verdenking verheven onpartydigen
inoud van den heer Pijnappel te worden binnenge
leid. Voor de heeren Borgesius en Drucker bleek
ook hier het bezwaar te leggen, en zy waren het
heden, door wie de heeren Vermeulen en Kolkman
zich nu op sleeptouw lieten nemen. Mag men ver
onderstellen, dat er onder de Katholieken, die voor
het amendement stemden, waren voor wie dit be
zwaar niet byzondar sterk woog en dat ook de
heeren Bselaerts en T. Mackay nu juist niet doer
deze bedenking hun stem voor het amendement
lieten bepalen? Omgekeerd, was het toevallig, dat
de vooruitotrevenden dia door hua stem toonden
het bezwaar niet te deelen, dezelfden waren, als dia
zich bjjzonder voldaan hebben getoond over de rege
ling van den grondslag paarden
Hat bezwaar werd in een theoretisch kleed ge
huld, in een po'itieke sententie neergelegd. Zoo iets
is den heer Pijnappel uitnemend toevertrouwd. De
invoering van het nieuwe parsoueol zou den grond
slag voor het kiesrecht doen vervallenmag men
dit doen zonder tegel jjk een kiesrecht in te voeren,
dat het vervallende vervangen moet. De praktyk
zou er, mrenen wij, wel weg mede geweten hebben,
nu de bepaling in het wetsontwerp was ingelascht,
dat het eerste belastingjaar loopen zou van 1 Mei
1896 tot 31 Januari 1897. Voor het geval de kies
wet dezen zomer wordt aangenomen, ware natuurlijk
alles in orde geweest. Men had dan in 't volgend
jaar de kiezersljjsten kunnen opmaken op grond der
kohieren van het nieuwe personeel, en de verkie
zingen van 18y7 hadden naar de nieuwe kieswet
kunnen plaats hebben. Verondersteld, de kieswet
werd verworpen, dan zou, naar de Minister vaa
Binnenlandsche Zaken opnieuw erkende, een nood-
regeling noodig zjju, maar de tjjd zou waarschjjnlijk
niet hebben ontbreken die te maken.
Wat zal thans moeten geschieden De bedoeling
is nu blykbaar de invoering van de nieuwe perso-
neele belasting te doen plaats hebben, als ook de
kieswet is aangenomen. Intu98chen zal de invoering
van het personeel dan wel niet vóór 1 Januari a. s.
kunnen geschieden, maar dan is het oninogeijjk de
verkiezingen te doen plaats hebben op den grond
slag dier wet. Het gevolg zal moeten zyD, dat óf
de verkiezingen van 1897 moeten plaats hebben op
den grondslag der oude wet op het personeel, óf
die verkiezingen bjj de wet worden uitgesteld. Wat
het voordeel van elk dezer alternatieven is, is een
vraag van hoogere politiek, ter oplossing waarvan
wij ons incompetent verklaren."
Inderdaad, de beslissing der Kamer stelt alles,
wat tot hiertoe tot reorganisatie van ons belasting
stelsel was geschied weder op losse schroeven, of
2ooals de heer Lohman het uitirukte »nu wij dicht
bij huis zijn, gaan we aan den slootkant neder-
zitten".
>Er is" zegt de N. R. Ct., »eene reeks van vele
jaren voorbijgegaan, waarin de hervorming van het
belastingstelsel als een eisch van goede oeconomische
en sociale politiek in en buiten de Kamer aanbe
volen, doch vruchteloos nagestreefd is geworden
Nu eindelijk, ruim vier jaar geleden, is de arbeid
ondernomen aan den eindpaal waarvan wy thans
staan. Dank zy de samenwerking van Kamer en
regeering, is met het invoeren der gesplitste inkom
stenbelasting het afschaffen van schadelijke belastin
gen gepaard kunnen gaan. Het slagen van de nieuwe
regeling der invoerrechten en de met goed gevolg
bekroonde conversie maakten het verder gaan lichter
dan mm ooit had durven hopen. Dat men echter
voor het laatst nog tot een moeilijken arbeid geroepen
zou worden en de hervorming van het personeel de
kroon op het werk zetten moest, heeft men van den
aanvang af gewetenmaar nu het er op aankwam
dien beslissenden stap te doen, weigerde de Kamer
daartoe mede te werken. Zij voteerde een uitstel,
dat wel eens een afstel kon worden."
Gaat men den uitslag der stemming na, dan vindt
men onder hen, die vóór het amendement gestemd
hebben, nevens leden o. a., die tegen het wetsont
werp op het personeel zjjn, de overgroote meerder
heid van hen, die met het kiesrechtvoorstel der
regeering niet syinpathiseeren, behoorende zoowel
tot de linker- als tot de rechterzijde der Kamer.
Het is wel geen gewaagde veronderstelling, dat deze
leden met welgevallen een uitslag begroet hebben,
die de regeering met hare kiesrechtplannen in moeie-
ljjkheid moet brengen. Maar of zij met die gewaagde
partijpolitiek in waarheid de belangen van het over
groote deel der belastingbetalende Nederlanders hebben
behartigd, is eene vraag, die zij zelf vermoedelyk in
hun binnenste moeielyk toestemmend zullen kunnen
beantwoorden.
GOES, 4 Maart 1896.
i:d van zijn veertigsten ver
jaardag ondervond dhr. J. Kooiman alhier
verleden Maandag talrijke blijken van belangstelling
a's zoovele bewyzen, hoezeer mon zijne verdiensten
op prijs stelt. Namens het bestuur en de werkende
leden der harmonie »Euphonia" werd hem een ma-
jolica-stel van zes stuks geschonkenvan de zang-
vereeniging >Exoelrior" ontving hjj een muziekkast,
als stoffelijke bewjjzen van erkentelijkheid voor de
goede leiding, die deze vereenigingen, waarvan de
heer K. directeur is, van den jubilaris genieten.
Ook vele ingezetenen deden van hunne belangstelling
blijken.
Des avonds bracht »Euphonia" hem een serenade
met fakkellicht, torurjjl de voorzitter, dhr. I. G. J.
Kakebeeke, den jarige namens het gezelschap geluk
wonschte. Daarna ward nog een wandeling door
eukele straten der stad gemaakt onder het uitvoeren
van eenige muziekstukken en begaf men zich naar
hot oefeuiugslokaal ia hot »Oafé Hartman", waar
nog eenige oogenblikken werden giwyd aan gezellig
samenzijn.
Een groot aantal belangstellenden had zich
gisteravond begeven naar het kerkgebouw der Ned.
Herv. gemeente alhier om te genieten van de uit
voering van het zangkoor dezer gemeente
en van de orgelbespeling door den directeur, dhr.
J. Kooiman, die aldaar plaats hadden. De talrjjke
opkomst getuigt van de ingenomenheid, waarmede
deze uitvoeringen steeds worden aangehoord. Ook
nu weder werden een achttal geestelijke liederen
zniver en met gevoel gezongen en maakten op de
aanwezigen een gunstigen indruk. Zonder te kort
te willen doen aan de wjjze, waarop de andere
nummeis van het programma werden gezongen,
mogen toch als de schoonste en best uitgevoerde
genoemd worden: »Psalm 118", Looft den Heer",
»Psalm 100" en >Herders Zondagslied". Het laatste
vooral, dat altjjd schoone lied van Kreutzer, klonk
welluidend en plechtig door het ruime kerkgebouw.
Het was duidelijk te bespeuren, dat het wel bezette
koor, dank zy de uitstekende leiding, die het ge
niet, voortdurend goede vorderingen maakt. Een
tweetol stukken voor orgelspel brachten er niet
weinig toe bij de waarde dezer uitvoering te ver-
hoogen.
Nadat de uitvoering van het programma was ge
ëindigd nam ds. Van Lelyveld het woord ora, naar
hij zich overtuigd hield, ook namens alle aanwezigen
het koor on zijn directeur dank te zeggen voor dezen
avond van waar kunstgenot, en betuigde tevens zijn
erkentelijkheid voor hun zeer ge waardeerden etoun
bij de gewone godsdienstoefeningen, waardoor het
kerkgezang meer aantrekkelijk wordt gemaakt en de
stichting er van verhoogd. In het byzonder braeht
hjj den directeur lof toe voor zjjn ijver, toewyding
en bekwaamheid, waarmede hg de oefeningen van
het koor leidt en waardoor dit, zooals ook weder
dezen avond bleek, voortdurend in krachten en vor
deringen toeneemt. Spreker hoopte dat dhr. Kooi
man nog langen tjjd op dezelfde wyze zal blijven
voortgaan zyn talenten te wjjden aan de bevorde
ring der edele zangkunst.
Daar deze avond ook ten doel had het weldoen
der armen, wekte spreker zyn hoorders op een milde
gave te schenken bjj het verlaten van het kerk
gebouw en eindigde met dankzegging.
De gy m n as t i e k-ver e en i gi n g Vol
harding" alhier zal a. I. Vrjjdag hare tweede
s o i r e gedurende dezen winter geven. Door hare
vroegere uitvoeringen heeft deze vereeniging be
wezen, dat zy de gymnastiek en het tooneelspel
met vrucht beoefent, waarom een bezoek aan deze
soirée mag wordon aanbevolen.
Wolfertsdijk. Maandagavond jl. gaven de leer
lingen van den winterenrsus in land
bouwkunde in de school te Oostkerke in eene
openbare les bljjken van wat zij iu den afgeloopen
winter hadden geleerd. Da heer I. G. J. Kakebeeke,
rjjkslandb du wieeraar, de commissi* van toezicht en
enkele belangstellenden woonden de les bij. Alle
leerlingen, zeven in getal, werden bevorderd tot de
tweede klasse. Dit was de eerste openbare les, die
aan een wintercursus in Zeeland is gehouden.
Onder het opschrift »Eon nieuwe atoom-
va a r 11 y n" wordt het volgende aan het N. v. d. D.
Onder »Eene nieuwe stoomvaartlijn op Engeland,"
in uw nummer van 25 Februari, komt een bericht
voor, dat bjj nadere beschouwing niet verdient ds
sensatie te verwekken, die allicht het gevolg er van
kon zyn.
De beoogde ljjn Ostende Tilbury-docka zal op
het vervoer met de bestaande Hollandsche en Engel-
sche lijnen van onze havens weinig of geen invloed
hebben.
Wel kan Antwerpen er onder lyden, en zeker zal
dit het geval zjjn met de ljjnen van en naar de
Fransche havens, doch op het vervosr van en naar
Amsterdam, Rotterdam en Vlissingen zal de invloed
gering zjjn. Eene concurrentie daarmede wordt niet
beoogd en is ook niet wel mogeljjkeen entrefilet
in de Etoile Beige van 23 Februari twjjfelt zelfs aau
het nut van de ontworpen ljjn, die op het touw
gezet wordt door of vanwege ondernemingen, welke
met overtollig materieel of met ontschepingsgelegeu-
heid opgescheept zitten.
Of het station Hengeloo (O.) uitgebreid zal word in
met het oog op een in te richten dagdienst van den
Hoek van Holland valt te betwijfelen. Wie zich aau
eeu ander spiegelt, spiegelt zich zacht
Intusschen denkt men in Nederland er niet aan
dat een wezenlijk gevaar steeds blijft dreigen van
denzelfden »Hoak van Hfiland," eenmaal te kwader
ure als eindpunt van een spoorweg ingericht.
Da Vliasingsche ljju heatt zich» ondanks de daar
door ontstane concurrentie, niet alleen weten te han 1-
haven, doch zelfs, dauk een kloek beslu't, door alLa