BIJVOEGSEL GOESCHE COURANT. DINSDAG 5 MAART 1896. No. 27. Eene Landbouwlezing. J1. Vrijdagavond hield do Rijkslandbouwlceraar in Zeeland, de heer I. Gr. J. Kakebeeke, te Kapplle eene lezing, die, jammer genoeg, zeer schaarsch be zocht was. Van het gesprokene zendt eene welwil lende hand ons het volgende verslag Spr. had tot onderwerp gekozen de voeding van plant en dier in het algemeen en verbond er aan eene bespreking van de bemesting met het oog op het gebruik van kunstmeststoffen, alsmede van eenige punten betreffende de voedingsleer, meer speciaal ter beantwoording van de vraag of het tegenwoordig bij de lage prijzen voordeelig kan zijn graan te voederen inplaats van koeken of andere kracht voeder- middelen aan te koopea. Spr. hield een eenvoudi g maar zeer bevattelijke rede, waarin hij alleen hoofd zaken behandelde, voor zoover die noodig waren om zich een juist denkbeeld te vormen van do stoffen, waaruit plant en dier zijn opgebouwd, welke daar aan voor hunne levenswerkzaamheid (groei en onder houd) moeten worden toogevoegd, welke voedings stoffen de plant kan vinden in den grond en welke in de lucht, en hoe daarop het gebruik van ver schillende kunstmeststoffen en van stalmest is ge baseerd. Het verbrandbaro (organische) gedeelte van een plant, d. z. das die stoffen, die bij verbranding ia gasvormigen toestand de lucht, of, zooals spr. zich uitdrukte, den schoorsteen ingaan, bevat die stoffen of wel dat bouwmateriaal, waaruit het plsnten- lichaam is opgebouwd en dat door de omringende lucht geleverd wordt. Het koolzuur uit de lucht wordt door de bladgroenhoudendo bladeren opge nomen en daaruit, ia vereeniging met uit den grond opgezogen water, het geraamte vau het planten ge bouw gevormd. Het onverbrandbare gedeelte, d. i. de aseh (anorganische bestanddeelen), die men na verbranding overhoudt, bevat die voedingsstoffen, welke de plant niet in de lucht kan vinden, maar die zij met behalp van hare wortel slechts uit cbn bodem kan opnamen. Is daarvan nu in den grond geene voldoende hoeveelheid aanwezig dan moot het tekort door bemesting aangevuld worden. Vroeger kende men daarvoor uitsluitend deu stalmest, een mengsel van stroo met vaste en vloeibare uitwerp selen, dat op elke boerderij, door het houden van vee, in groote hoeveelheden wordt verkregen. Te genwoordig zijn naast den stalmest, verschillende soorten knnst- of handelsmesfcstoffea in zwang, die echter dien stalmest daar, waar het gebruik van zijne bijzondere eigenschappen vereischt wordt, geens zins kannen vervaagen. Zoo bijv. bevat stalmest de humus, die de kunstmest mist en dit bestand deel heeft op don natuurkundigen toestand van den grond een groeten invloed. Zfj maakt onder anderen een dichten taüon kei- grond los, en deze we dt dus beter bereidbaarzij maakt een kouden groid warmerzij slorpt het water op en houdt hot op droge, lichte gronden ook vast, en zij verhoogt in het algemeen de che mischs warkzaamh-id van den bodem. Da kunst meststoffen hebben voor de verbeteri ig van den na tuurkundigen to°stand van den grond geen waarde; zij dienen alleen om aan de plant i, twee of hoog stens drie voedingsstoffen toe te voeren. De stalmest bevat alle voedingsstoffen maar ingeval voor oen voordeelige ontwikkeliu van hot gewas slechts één of twee van die stoffen extra worden vereischt, kan men daaraan voldoen door kunstmest, zoodat men dan zijn stalmest kan besparen. De landbouwer nu heelt slechts m*t drie voedingsstoffen rekening te boud'n. De scheikundige, die heeft aangetojud dat bet plaatenlichaam er gedeeltelijk uit was opgebouwd en dus dat voor den groei d. i. voor don opbouw voedsel als bouwmateiiaal moet toegevoerd worden, noemt die dm voedinysst-.ff-in stikstof, phosphorus en kalium. Onze kunstmeststoffen bevatten deze bo- standdeelen, en men ondersch-idt daarom stikstof- j houdende mosts'ofDn, phosphorzuurboudende mest- stoffen en kali-meststoffen, en verder combinaties daarvan als stikstof- en phosphorzuurhoudende mest stoffen. Spreker onderwierp deze soorten van kunstmest stoffen aan eene korte bespreking, na vooraf nog even met ernst eiop gewezen te hebben dat het hoogst verkeerd is den gier uit dan stalmest te laten wegbopen in slooten, en alzoo deze kostbare mest stof verloren te laten gaan. Juist de gier geelt aan dei stalrn ?8t in den voor de plant me°st opaeen- ba''ea vorm, de kostbaarste voedin jsstof nl. dest.k- stof, die o. a. gekocht wordt in de chili-salpeter, de duurste van alle kunstmeststoffen. Wven bleet spr. sfilstaau bij de conserveringsmiddelen, die men tegenwoordig heeft om de stikstof, die bij verrotting van den stalmest zoo licht vervliegt, vast te houien. Hij b3val a's zoodanig iu het bijzonder het gebruik vai saperphosphaatgips aan. Aldus gekomen tot da stikstof houdende meststoff in, noemde spr. als de voornaamste representant daar van de chili-3alpeter. Hij wijlde eenige woorden aan hare plaats van herkomst eu hare samenstelling, en wees erop dat men, met het oog op het gebrutk in de practijk de chili-silpeter moet beschouwen als eene meststof, die din groei sterk aanzet, evenals de zweep een oud paard aaidiijft. Deze prikkel om krachtig te groeien heeft voor de plant een grooter verbruik vau de andere voedingsstoffen uit den bodem engsvolge. Zijn deze dus in overvloei aanwezig dan ia het gebruik van chili-salpeter alle9Q gerechtvaardigd, anders moet men b. v. phosphorus, waarvan meestal niet gen09g aanwezig is, mele toevoegen. Vandaar dat hot veelal aan te bevelen zal zijn naast chili- salpeter een phosphorhoudsnden meststof, b. v. superphosphaat te gebruiken. Alleen in geval de plant kwjjaende is, is eeie o/erbeuaesting imt chili- salpeter in het voorjaar zeer op zjjue plaus, maar in dat geval meer om verloren krachten te doen herwinnen dan wol om eene buitengewoon krachtige ontwikkeling te veroorzaken, evenals men awn een zieke bouillon of eenig ander opwekkingsmiddel goeft. In verband met de voor Zeeland zoo belangrijke suikerbietenteelt, deelde spr. mede, dat chili-sulp-ter het suikergehalte verlaagt, maar dat het de op brengst in K.G. per H.A. doet toenemen. Door veredeling der bieten moet die nadeelige inwerking van chili-salpeter zooveel mogelijk worden geneu traliseerd, d. w. z. een invloed van buiten is min der en minder instaat om het suikergehalte, ge bonden aan esn bepaalde bietenvariöteit, beneden zekere grens te verlagen. Vooral als men te laat chili-salpeter op onze bieten zaait wordt de kans op een slecht suikergehalte grooter. Ook is bet af te raden cbili-salpeter, dat za&r op losbaar is, in groote hoeveelheden ineens, on lang vóór het zaaien te geven beter is het in drie keeren uit te strooien eens vóór het zaaien, eens na do opkomst en eens na de uitstoeling. Vooral als het graan is uitgestoeid en zich gaat strekken (lecgtc- groei) zal eene chili-bemesting de vorming vai graan bevorderen. Staat het graangewas dicht, dan vooral is wat laat uitstrooien van chili-salpeter gebiedend noodzakelijk, want anders wordt de ontwikkeling ia het loof zoo s?ork, dat legering en te weinig korrel zetting niet kunnen uitblijven. Ook kar wij is volgens spr. dankbaar voor eene stikstofbemesting. Men geve 100150 K.G. nadat in het voorjaar de karwij goed aan den gang is. Zaait men erwten on karwij, dan kan het aan te bevelen zijn een gedeelte van de te verstrekken hoe veelheid chili-salp9ter te geven in het najaar, dus b.v. 75 K.G., vooral wanneer de erwten, tengevolge van eone zeer weligen groei, de karwij wat onder drukt hebben en daardoor de plantjes wat zwak zijn. Ten opaiehte van de phosphorzuurhoudende mest stoffen stond spr. alleen even stil bij het verschil in stikstofgehalte, tusschen Peru-guano en ammo niak superphosphaat. B*ide meststoffan bevatten dezelfde hoeveelheden stikstof en phosphorus, maar de laatste meststof is in het materiaal, dat haar samenstelt beter te vertrouwen. De bron van de echte Peru-guano is uitgeput; de naam is echter bij de landbouwers, naar aanleiding van de vroe gere uitstekende resultaten (toen dus nog W9l echte Peru-guano t9 vinden was) zoo gelief koosd, dat hij nog steeds op de meeste prijscouranten voork>int. Waar men dan ook Peru-guano nog algemeen ziet geb'uiken is dit meer hst gevolg van het vast houden aan eene oule gewoonte. Met nadruk wees spr. erop, dat er gewassen zijn, (de vlinderbloemigen) die het vermogen bezitten de stikstof uit de lucht op U uenen. Man behoeft dezen gewassen de stikstof dus'niet door middel van chili-salpeier toe te dienen. Het ge/olg vai d*>ze ontdekking is gewassfc de zoogenaamde groen® be mesting. Men verbeuwt namelijk die vlinderbloe migen (lupinen, wikken erwten, klaver enz dikwijls als tveede gewas (dus in den stoppel) opzettelijk met het doel om zoodoende de lucht als stikstof leveranciirster te doen optraden voor den grond, en dus ook voor het volgende gewas, dat geen zo genaamde stikstof-verzamelaar is. Men heeft aan die groene bemesting zeoveel waar le gehecht, dat men, vooral waar man weinig graan (d9 grootste stikstof-consument) verbouwt, in het uiterste verviel om gean vee meer te houden, m*o- neridJ, dat het ond^rploegen van het groene F4ikst>f- assimileerende gewas voorzag in de beho?tte a n voedsel voor goede oogsten, zoodat men geen mest meer dacht noodig te hehbm. Spr. raad ie aan voo - zichtig te zijn met de gelijke stelUngen. Op kleigrond, waar de groene bemesting, ook om techaiseh i red non, zeer onzeker is, verdient het gmoecuh ileali- seeren ervan bepaal l afkeuring, en hij waarschuw ie er tegen het bedrijf niet te spoedig op groene be mesting te basearen, maar er alleen gebruik van te maken onder daarvoor gunstige omstandighehi. V-rvo'gous behandelde spr. de phosphorhoudmde meststoffen en hij vond daarbij aanleiding eaae ver gelijking te maken tusschen de drie concurrenten: Thomas Slakkeam°-1, superphosphaat en hit zoo genaamde natuurlijk phosphaat. Het chemisch vel schil tusschen dit drietal is g degen in het meer of mindere kalkgehalte, dat van invloed is op Go m ito van oplosbaarheid en dus ook op meer of minder snelle werking. Ia dit opzicht staat superphosphaat bovenaan, dan volgt T no m as-slakken meel eu einde lijk het natuarljjk phosphaat, welk iaatst9 dus de grootste hoeveelheid kalk bevat, derhalve het minst oplosbaar is en dientengevolge het langzaamst werkt. In de moeste gavallea zal dus het superphosphaat vooral in Zeeland de voorkeur verdienen. Wanneer men b. v. met zure weilanden te doen heeft, is Tnomas-slakkenmeel beslist beter, omdat dan de grootere hoeveelhei! kalk van deze meststof het middel is om de nadeelige zure eigenschip van zulken grond weg te nemen. In het algemeen zou. men kunnen zeggen, dat daar, waar een flinke toe voer van kalk om verschillende redenen noodig is, het gebruik vau Taomi3-9Ukksnaneel noodig most geacht worden. Aangezien het kalkgehalte van den grond na ver loop van tijd sterk vermindert, en de kalk een element is dat zoowel uit een natuurkundig als uit een chemisch oogpunt in dea grond van het hoogste belang is, kan hst niet verwonderen, dit Taomas- slakkeameel, vooral in den eersten tijd, toen het prijsverschil nnt superphosphaat grootar was dan tegenwoordig, zooveel gebmikt wsrl en z^lfs nog wordt; het heeft indertijd een groeten iadrak ge maakt dat men eau lastig afvalproduct van di Ijzer fabrieken, dat voerheen waardeloos was, mit goed gevolg als misfcstof kon gebruiken. Met het oog op de groote openbaarheid vim superphosphaat, het zoogenaamd taruggaaD, d. i. bet overgaan in ern voor de planten minder gemakkelijk opneembaren vorm (bicalciumphosphaat), achtte spr. hot niet goed superphosphaat zoo vroeg uit te strooien als men dikwijls ziet doengedeeltelijk voor en gedeeltelijk na den zaai zal dikwijls het meest aanbeveling ver- dienen. Daarna behandelde spr. nog het een en ander be treffende de kali-houdende meststoffen, waarvan bij, als voornaamste representant, noemthet kaïait. De grond geraakt, vooral iu Zeeland, meer en meer uitge put aan kali, aangezien de verbouw van suikerbieten toeneemt en dio van graan vermindert, en de eerste zijo groote kali-verbruikers. Gelukkig dat de kleigronden zen* rijk aan kali zijn, waarom bjj deze gronden betrekkelijk weinig kaïait behoeft te worden gebruiktmaar iu do toekomst zal hst meer in toepassing worden gebracht. Op zura en arme weilanden, en die zijn er ia Zeeland ook, kan eene kali bemesting goede diensten bewijzen. Voorziet men h*t weiland, dat toch al zoo stief moederlijk wordt bedeeld, van kalium, dan bemest men daarmede indirect ook het bouwland, hetzij j doordat het weiland wordt gescheurd, hetzij doordat de mest kali-rijker wordt tengevolge van bet eten d3or het vee vau raeor kali-houdend hooi. Spr. waarschuwde tegan mengsels van kustmest, die den r.aam dragen van het gewas, waarvoor zij mosten dienen zij zijn vooral daarom niet «an te bevelen, omdat men de samenstelling ervan niet kent en men dus niet kan beoordeelen in hoever zjj passen voor eene bepaalde grondsoort met hare bepaalde behoefte aan plantenvoedsd, voor een gotd productie vermogen in het algemeen, al worden ze ook voor een bepaald gewas aangeprezen. Bovendien is het gevaarlijk iets aan te schaffen, waarvan men de samenstelling niet kent, en de tak van handel, dis dea verkoop van kunst meststoffen uitoefent, laat op dien regel geen uitzondering toe. Het is te bopen dat de ervaring, die velen nog onlaags hebben opge daan, met Franschen kunstmest, die door een be hendig oplichter was geïatroduceerd, mag blijken eene leerzame les te zijn geweest. Na eene korte pauze besprak dhr. Kakebeeke vervolgens eenige punten betreffende de voedings leer, d. i. de leer hoe men onze huisdieren het voordeeligst kan voederen ter bereiking van het doel, waarvoor ze bestemd zijn. Spr. verklaarde, wat men verstaat onder vooderverhouding, de verhouding nl., die in het voedsel bestaat, tusschen de hoeveel heden eiwit, en koolhydraten en vet, drie voe dingsstoffen, die bjj de voedering van onze huis dieren op den voorgrond treden, evenals stikstof, phosphorus eu kali dit doen bij de voedering of de bemesting van de cultuurge wassen. Zeer dient men te letten op de vartserbuarheicl van de drie voe dingsstoffen: eiwit, koolhy Iratea en vet, in eenig voeiarmiddel voorkomen Ie, want op d a varteor- baarheid, d. w. z. dat gedeelte van de voedingsstof, dat door het bloed wordt opgenomen en dat dus niet onverbruikt het lichaam verlaat, komt het aan. Men heeft nu tab allen, waarin men niet alleen zien kan hoeveel eiwit, koolhydraten en vet in eeuig krachtvoedermid lel voorkomen, maar ook hoe groot de verteerbare hoeveelheden er vau zjjn. Wil mei dus twea voeiermiddelen met elkander verge leken dan rekent men voor beide uit de hoeveel heden van genoemde voedingsstof! ju, die in een gelijke hoeveelheid bijv. 100 Kg. aanwezig zijn. Kent men nu den prijs per 100 Kg. en weet men dat de waardeverhouding ii ge'd van c-iwit, vet en keolhyiratea tot elkaar staan als 3:2:1, dan kin door eene eenvouiige berekening opgelost wor den hoeveel achter3öuvolgens 1 Kg. vau de drie voedingsstoffen kost. Op die wijze is het zeer wel mogelijk, dat een vosdermiMel, dat per 100 Kg. veel minder kost dan een ander in werkelijkheid veel duurder is. Door dez9 beschouwing loste spr. de vraag op wat voordeliger is: het graan te vor- vo 'deron of het tegen zeer lagen prijs aan de markt te brengen. Vergeleken mot lijnkoeken volgens de biirboveu uiteengezette zuivere ko.ste.ibecekeuing kan het trgenwoordig wfl degelijk voordeelig zijn zijn tarwe Co vervoedereu ia plaats van haar te ve: koopea. Vervolgens stond spr. stil bij de middflen om de veiteerbairheid vau het voedsel te yerhoogen, o. a. het. snijden, walen, pletten, broeien en stoomen, waarbij spr. aanleiding vond iet inkuilen aan te bi releo om slecht gras smakelijker en geunakkslijker verteerbaar te makon, al ging bij niet zoo ver als dhr. Bertels, die verrot voider wilde iakuilen om he* als het ware als roggebrood weder te voorschijn te b'engen. Spr. eindigde nut eene aanbeveling van hel vle3Schvoadermiddel, dat als zen* krachtig en gemakkelijk verteerbaar kracht voeder, in kleine ho3- veolhedea gegeven, vooral voor jong fokvee zeer geschikt geacht moet worden. Vlet het oog op den leerrjjksn inhoud van deze leziag had zij waarlijk wal verdiend door een talrijk publiek te worden aangehoord, en het is zeer te betreuren, dat het op Zuid-Beveland zoo gewone verschijnsel zich ook hier weder voordeed, dat het meereudeel der landbouwers wegblijft van openbare bijeenkomsten, waar hunne eigene belangen worden behandeld, te meer nog op een avond als de Rjjks- landbeuwieeraar ia deze provincie optreedt om voor hen het woord te voeren. Van het gering aaital aanwezigen waren de meesten bovendien nog niet eens landbouwars uit de onmiddellijke omgeving, maar daarom verdient het des te meer waardeering dat anderen zich een rjjtoer in den koudm avond hadden getroost om te verschjjnen, waar zooveel te leeren viel. Hat is toch ontegenzeggelijk waar, dat onze Rgkslandbouw- leeraar met soortgelijke populaire voordrachten over tal van onderwerpen, die van actueel belang zjjn en die punten betreffen, waarop in de practjjk nog zoo vaak wordt gezondigd zijne kennis nuttig dienst baar kan maken aan de belangen van den Z6euw- schen landbouw. Het spijt ons daarom, dat we dit verslag niet kunnen eindigen met de overtuiging uit te spreken, dat hij zich na afloop van deze lezing aangemoedigd zal hebben gevoeld om zijn tjjd en krachten te besteden tot de voorbereiding van meer dergelijke aangename en nuttige verhandelingen. Afloop Aanbestedingen en Verkoopingen. Heden werd ten overstaan van notaris De Ronde Bresser in »de Prins van Oranje" alhier geveild: le een woonhuis, schuur, varkenshok, erf en moes tuin te Goes aan den 's-Heer Hendrikskinderendijk, koopor werd Adr. Verbuig te Kloetinge voor f 1704 2e een perceel moestuin aldaar, kooper dhr. G. Reijerse Fz. te Goes voor f614 en f 40 voor boomen 3e ren perceel moestuin aldaar, kooper dhr C. Karelse te Goes voor f 614 plus f 10 voor boomsn4e twee perceelen tuingrond aldaar, kooper dhr. N. de Jonge Jz. te Goes voor f 1838 en f 85 voor boomen en bezaai ing; 5e een hoefje enz. en een perceel tuingrond aan den 's-Heer Hendrikskinderendjjk, kooper dhr. M. Verb3em te Goes voor f3025 en f120 voor boomen eri bezaaiing; 6e twee woonhuizen en tuin aldaar, kooper dhr. W. Duvekot te Goes voor f 1711, alles onverminderd 81/2 pet. onkosten. Te houden Aanbestedingen. Datum Plaats. Voorwerpen. Information. 9 Mrt., Kapelle, restaureeren der kerk, J. Verheul Dz., .Rotterdam. 18 1 Wilhelminadorp, bouwen vaste brug, S. v. d. Vegt te Sas van Goes. Verkoopingen en Verpachtingen. Datum. Plaats. Voorwerpen. Information. 3 MrtBergan-op-Zoom, verp. schelpdieren- visscherij, W. J van Gruting eu Vischbe8tuur. vendutie, Hollmann. icspau en meubels. De Ronde Bresser. landerijen. Pelle en Lansen Croin. 7 7 7 10 11 12 13 13 17 19 26 26 1 Apr. Goes, Heinkenszand, Biezelinge, Wemaldinge, 's Gravenpolder, Baarland. booruiinspan, Mulock Houwer, beestiaal, stroo, Hollmann. boerenins^an, P Overman. Kloetinge, herberg en landerijen, Pilaar. 's Heer Arendsk., hoefje en land, De Ronde Bresser. 's Heer Arendik beestiaal en inspan, Hollmann. Goes, woonhuis en erf, Pilaar. Rilland, meubilair, Hollmann. Kattendijke, boereninspan, Mulock Houwer. Heinkenszand, hui9 en tuin, De Ronde Bresser. Ierseke, winkelinventaris en meubilair, Hollmann. Helder, verp. vUchperceelen in de Zuiderzee, Stammes. Ni9se, jachthuis, meubelen, P. Overman. Ellewoudsdijk, boereninspan, VanderKloe». llansweerd, meubilair euzHollmanu. '8 Gravenpolder en Nisse, hooi, mangels enz., Hollmann. Marktberichten. ROTTERDAM, 2 Maart 1896. Vlas op bet land met weinig omzet. De aan voer bedroeg 28422 steen blauw, 350 steen Gro- ningseb, 4365 steen Zeeuwscb. De helft werd tegen vorige prijzen verkocht. L ij n z a a d weinig, tegen iets lagere prijzen verkocht. De Ajuin aanvoer be droeg 5000 balen. Puike tot een prijs vau f 0,65 per 48 kilo. Aardappels als voreu. Granen buiten] misehfl stilMeel onveranderd stil. Bin- nenlandseba Tarwe geringe 15 ets. lager. W i n- tergerst 10 ets. lager. Witte Boonen 50 ets. lager. Bruine Boonen 25 et!, lager. Ka nariezaad 25 ets. lager TARWE5,15 a 6,65 ROGGE- 3,40 - 4,— WINTERGERST- 3,- - 3,9" ZOMERGERST- 3,25 - 8,86 HAVER- 1,75 - 2,90 PAARDENBOONEN - 4,60 - 5,05 BRUINE BOONEN 8,75 - 10,50 WITTE BOONEN - 11,— - 12,— ERWTEN- 4,60 - 7,50 KOOLZAAD- KANARIEZAAD- 4,— - 6,25 Druk F. Kleeuweus Zoon Goes.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1896 | | pagina bijlage 1