GOESCHE COURANT.
BIJVOEGSEL
ZATERDAG
8 FEBRUARI 1896.
No. 17.
Rechtszaken.
Arrondüsements-Rechtbank te Middelburg.
Zitting 7 Februari 1896.
Heden zjjn veroordeeld J. S., 34 j., te Ierseke,
gedetineerd te Middelburg, wegens landlooperjj tot
12 dagen hechtenis en opzending naar een rijks
werkinrichting voor den t(jd van 3 jarenA. Z.,
24 j., te Schore, wegens overtreding der drankwet
tot f3 of 3 dagen K. v. W., 23 j. en J. S., 28 j.,
beiden te Driewegen, wegeDS mishandeling ieder tot
f 3 of 3 dagen; C. R., 19 j., te Schore, wegens
mishandeling tot f5 of 5 dagen C. F., 55 j.,
te Goes, wegens mishandeling tot f 10 of 10 d.
M. K., 17 j., te Goes, wegens overtreding der drank
wat tot f3 of 3 dagen; A. P., 20 j. en P. H.,
22 j., beiden te Nisse, wegens vernieling ieder tot
f 10 of 10 dagen J. V., 39 j., te Heinkenszand,
wegens huisvredebreuk tot f 8 of 8 dagen.
Vrjjge6proken werd A. NI., 28 jte Ierseke,
beklaagd van diefstal.
In zakeW. C. v. d. V., oud 33 jaar, onder
wijzer aan de openbare lagere school E, geboren te
Middelburg, wonende te Vlissingen, appellant van
een vonnis van den kantonrechter te Middelburg,
waarbij hjj ter zake van het geven van huisonder
wijs in vakken tot het middelbaar onderwjjs behoo-
rende werd veroordeeld tot f 20 boete, is bij op
heden door de ArrondiEsements-Rechtbank te Mid
delburg in hooger beroep gewezen vonnis het in
eersten aanleg gewezen vonnis vernietigd en op
nieuw rechtdoende de appellant ontslagen van rechts
vervolging voor wat betreft het geven van onder
was aan den leerling Leeuwenberg en vrijgesproken
voor wat aangaat het geven van onderwjja aan den
leerling Van Noppen en zulks op grond van de
navolgende overwegingen
O. dat de appellant ais beklaagde in eersten aan
leg, bg vonnis van het Kantongerecht te Middelburg
dd. 8 October 1895, wegens het onbevoegd geven
van middelbaar onderwjjs is veroordeeld tot eene
boete van f20 en subsidiaire hechtenis van 4 dagen,
van welk vonnis de veroordeelde in hooger beroep
is gekomen bij akte van den 14en dier maand
O. dat bjj artikel 436 van het Wetboek van Straf
recht tegen het onbevoegd geven van onderwijs, als
het uitoefenen van een beroep, waartoe de wet eene
toelating vordert, eene straf wordt bedreigd van
hoogsten f 150 of f 300
O. dat echter de le rechter beeft toegepast de
strafbepaling opgenomen in artikel 6 der wet van
2 Mei 1863 (Stbl. no. 50);
dat die bepaling evenwel behoort tot die, welke
vervallen zijn, ingevolge 3d der wet van 15 April
1836 (Stbl. no. 64) en het. vonnis derhalve, op grond
van toppa^ing «ener niet meer bestaande straf be
paling, mopt worden vernietigd.
Gez'en aitikel 247 eu 256 van het Wetboek van
Strafvordering eo artikel 44 der wet op de rechter
lijke organisatie en h t beleid der Justitie.
Verklaart, het beroep ontvankelijk.
Vernietigt het vonnis, waarvan appèl en op nieuw
rechtdi ende
O. dat door het O. M. bij deze Rechtbank is ge
vorderd en namens den app llant geconcludeerd,
dat de appellant zal worden ontslagen van rechtsver
volging, vermits het door den eersten rechter als
wettig en overtuigend bewezen aangenomen feit
zoude vallen onder de straf bepaliag van artikel 436,
hiervoren genoemd, indien in de dagvaarding ware
opgenomen, dat de appelant onbevoegdeljjk middel
baar onderwjjs had gegeven buiten noodzaak," en
vermits door het ontbraken dezer beide laatste woDr-
den in de dagvaarding, e9n der elementen van het,
bg artikel 436 strafbaar gesteld feit, ontbreekt en
aizoo geen strafbaar feit is te laste gelegd.
O. dat echter vooraf behoort te gaan het onder
zoek, of de te laste gelegde feiten bewezen zjjn.
O. dienaangaande, dat de appellant in hooger be
roep heeft opgegeven, dat bij de akte als onder
wijzer heeft verkregen, onder de werking der wet
van 13 Augustus 1857 (St bl. no. 103) en geen bjj-
of hoofdakte bezit, alsmede, dat hg te Vlissingen
werkzaam is aan eene school voor lager onderwij»
en heeft bekend, ten tijde en plaatse in de dag
vaarding vermeld, huisonderwijs te hebben gegeven
aan L. B. Leeuwenberg, omstreeks 16 jaar oud en
aan J. J. van Noppen, omstreeks 19 jaar oud, aan
den eersten in de wiskuüdp, zooals dat op de lagere
school gegeven wordt, en in de werktuigkunde,
waaronder in deze moet worden verstaan de samen
stelling en werking van hefboom, van pomp en
dergelijke, hetgeen onder den naam van kennis der
natuur mede op de lagere schooi wordt onderwezen
en waartoe hij dezelf ie boeken gebruikt als op zijne
schooldit hij dit onderwijs gaf ter opleiding van
Leeuwenberg, voor hot «xamen van machinist bij de
koopvaardij, aan don 2en in de theorie der rekon-
kunde, de vormleer en het peispectief teekenen, en
zulks om hem te bekwamen voor het Mamen voor
de rgksnormaalschool voor fpekenonderwijzers te
Amsterdam, waarvoor bij is gdslaagd, terwijl de appel
lant verder heeft bekend, dat hij voor dit, door hem
gegeven onderwijs betaling ontving en dat hjj om
de aancUc'it te vestigen op het daor hem gegeven
ond< rwjjs, in de Vlissingsche courant van 5 Decem
ber 1894 heeft doen plaatsen eene, door hem onder
tekende advertentie, inhoudende, dat te Amsterdam
slaagde als le machinist, volgens programma C da
heer H. J. Voorlr ip en in de courant van 14 Juni
1895, dat J. J.'van Noppen geslaagd is voor het
hierboven genoemde examen.
O. dat de hiervoren vermelde bekentenis van den
appellant, ten aanzien van het door hem gegeven
onderwjjs, bevestigd wordt door de in eersten aan
leg onder eede gehoorde getuigen L. B. Leeuwen
berg fn J. J. van Noppen, wier verklaringen in
het proces-verbaal dier terechtzitting ziju opgeno
men en inhouden, dat zij het onderwijs van den
appellant hebben ontvangen, zooals dat door hem
is opgegeven en met het doel door hem vermeld
O. dat alzoo door de bekentenis van den appel
lant, bevestigd door de verklaringen dezer getuigen,
wettig en overtuigend is bewezen, dat de appellant
onder anderen gedurende het tjjdvak van omstreeks
September 1894 tot Juni 1895, eenige keeren we
kelijks ten zijnen huize aan de Bad huiss'raat te
Vlissingen aan Laurens Bastiaan Leeuwenberg en
Johannes Jacobus van Noppen, en niet Adrianus
Johannes van Noppen zooals abusievelijk in de dag
vaarding staat opgegeven, onderwjjs heeft gegeven,
en wel aan den eerstgenoemden in de wiskunde en
sints de laatste maanden van bovenbedoeld tijdvak
tevens in de natuur- en werktuigkunde zulks ten
einde dezen leerling in staat te stellen tot het af
leggen van het examen als machinist ter koopvaardij
en aan den tweeden genoemde in de theorie der
rekenkunde, perspectief teekenen en aanschouweljjke
meetkunde of vormleer, zulks ten einde dezen leer
ling in staat te stellen tot het afleggen van het
examen in teekenen aan de Normaalschool te Am
sterdam
O. dat do appellant heeft erkend geene akte voor
middelbaar onderwjjs te hebben en dat vermits nie
mand zoodanig onderwjjs mag geven zonder het bij
de wet van 2 Mei 1863 (St.bl. no. 50) gevorderde
bewijs van bekwaamheid, thans te beslissen valt ot
het hiervoren genoemde door den appellant gegeven
onder wgs moet gerekend worden te zijn middelbaar
onderwjjs
O. dat mag worden aangenomen, dat de vakken,
die voorkomen op de programma's van de examens
ter verkrijging van de akten bedoeld bij artikel 56a
en b der wet tot regeling van het lager onderwijs,
behooren tot het gebied van het lager onderwijs,
dat de appellant onderwijs heelt gegeven in enkele
dier vakken, waartoe ook kan gerekend worden dat
in de werktuigkunde opgevat in de daaraan door
hem gegeven beteekenis, terwijl niet is bewezen,
hoever de appellant in dat onderwijs is gegaan, nog
minder dat het de grenzen van bovenbedoelde pro
gramma's heeft overschreden dat derhalve het door
hem gegeven onderwjjs niet buiten het gebied van
lager onderwjjs ligt, zooals ook door en namens den
appellant is betoogd;
O. dat echter volgens de wet op het middelbaar
onderwijs en de daaruit voortvloeiende besluiten het
onderwjjs in die vakken ook op de of sommige scholen
van middelbaar onderwjjs als barger dag- en avond
scholen en de eerst® klasse der hoogere burgerscholen
gegeven wordt; dat volgens art. 1 der wet van
2 Mei 1863 (St.bl. no. 50) tot het middelbaar onder
wjjs gerekend worden te behooren alle vakken,
welke volgens die wet onderwezen worden aan de
scholen, in die wet bedoeld, zoodat het door den
i beklaagde gegeven onder wgs ook kan geweest zijn
middelbaar onderwjjs.
O. dat de Rechtbank niet aanneemt, dat artikel I
voornoemd in dien zin moet worden opgevat, dat het
onderwijs in vakken, die zoowel op de scholen voor
lager onderwijs als op die voor middelbaar onderwijs
onderwezen worden, ook dan middelbaar onderwijs
zou zijn, indien het gegeven wordt als huisonderwijs
of op scholen, waarover de wet van 2 Mei 1863
(St.bl. no. 50) zich niet uitstrekt, doch vau oordeel
is, dat dit afhangt van de bestemming, waarvoor
dat onderwjjs gegeven wordt.
O. dat naar den geest der wet op bet inidd ilbaar
onderwjjs tot dat onderwijs behoort, datgene wat
gegeven wordt rechtstreeks met het doil om den
leerling op te leiden ot te bekwam-m voor *on ot
ander bedrijf of beroep of maatschappelijke betrekking.
O. dat ten aanzien van L. B. Leeuwenberg, diens
opleiding door den appellant voor een bepaald be
roep bewezen is en deze derhalve in dat opzicht
onbevoegdeljjk middelbaar onderwijs heeft gegeven.
O. dat dit niet kon gezegd worden ten aanzien
van de opleiding van J. J. van Noppen voor het
toelatingsexamen tot de rjjksnormaalschool voor
teekenonderwgzers
dat die school wel kan worden aangemerkt als
eene inrichting van onderwjjs, bestemd ooi hare
leerlingen op te leiden voor eene maatschappelijke
betrekking in de vakken die daar worden onderwezen,
doch dat daarom het onderwijs, dat gegeven wordt
om een leerling voor de toelating op die inrichting
te bekwamen, niet rechtstreeks ten doel heeft het
verwerven eener zoodanige maatschappelijke betrek
king, maar als voorbereidend onderwjjs moet worden
aangemerkt
O. dat de Rechtbank bij hare opvatting, dat in
deze het doel van het onderwijs uitmaakt of het
lager- of middelbaar is, niet behoeft te onderzoeken
ot de door den appellant onderwezen vakken ook
op de burgeravondschool te Vlissingen gegeven
worden.
O. dat uit deze overwegingen volgt, dat het be
wijs geleverd is, dat de appellant middelbaar onder
wijs heeft gegeven aan éen leerling, namelijk aan
L. B. Leeuwenberg, door gedurende het tjjdvak van
omstreeks September 1894 tot Juni 1895, eenige
keeren wekelijks, ten zjjnen huize aan de Badhuis
straat te Vlissingen onderwijs te geven in de wis
kunde en sints de laatste maanden van bovenbe
doeld tjjdvak tevens in de natuur- en werktuigkunde,
zulks ten einde hem in staat te stellen tot het
afleggen van het examen als machinist op da koop-
vaardjj en wel zonder in het bezit te zjjn van een
akte van bekwaamheid, volgens de wet, houdende
regeling van het middelbaar onderwjjs dd. 2 Mei
1863 Staatsblad no. 50
O. dat echter ingegolge artikel 5 dier wet dat
feit niet strafbaar is.
Gemengde Berichten.
Men schrijft ons uit Mruiningen
Den lOdon Februari a. s. hoopt een der oudste
ingezetenen dezer gemeente, 0. Stroosnjjder, den dag
te herdenken, waarop hij 60 jaa - geleden tot dood
graver werd aangesteld Hij volgde zjjn vader, die
den 6en Februari 1836 gestorven was, als zoodanig op.
Hij heeft zoovele braven, zoo menig dierbaar
vriend en boozen ook begravenimmers
in die 60 jaren heeft hjj 3286 ljjken begraven.
Dg wakkere grijsaard is nog gezond, flink en sterk
en wanneer hjj daar nog zoo vlug langs den weg
loopt zal niemaud hem aanzeggen, dat hg reeds zijn
80ste jaar is ingetreden.
Wij willen hopen, dat hg nog lang zijn betrekking
zal vervullen, doch ook, dat die hem o zoo weinig
werk zal geven.
fileinkenszand. De villa »Barbe8tein" in deze
gemeente is door kerkbeheorders der Ger. gem. al
hier aangekocht om tot predikantswoning te worden
bestemd.
Een treurig incident heeft deze week te Ho-
ras, een dorp nabij Fueda, plaats gehad. Maandag
avond jl. werd een banket gegeven ter eere van
's Keizers verjaardag, waaraan de notabelen van het
dorp deelnamen. Plotseling zonk de burgemeester,
die aan het hoofi der tafel zat, op zijn stoel in
elkander en na eenige minuten was hij een lijk.
Een stukje vleesch was hem in de luchtpijp ge
schoten, waardoor hjj stikte.
Lissabon werd Dinsdagavond in beroering ge
bracht door een dynamietaanslag op het huis van
den geneesheer, die het certificaat heeft afgegeven
waarbjj de werkman, die onlangs een steen wierp
naar het rijtuig des Konings, krankzinnig werd
verklaard. Er werd niemaud getroffen. 57 perso
nen zjjn in hechtenis genomen.
Men weet dat er in Engeland rjjke tooneel-
speelsters zjjn, zooals mevr. Langtry, de lelie van
Jersey, die voor meer dan een half millioen aan
juweeien kan verliezen zonder dat zij er armer van
wordter zjjn ook zeer milddadige actrices, zoo
als wijlen mevr. Lynn Stephan, die Cambridge met
een Katholieke kerk heeft begiftigd en aanzienlijke
sommen heett geschonken voor weldadige doeleinden.
Natuurljjk zijn de tooneelspelers in den regel
noch zoo rjjk, noch zoo weldadig, maar er is een
uitzondering op den regel en wei met den onlangs
overleden David James, wiens testament dezer dagen
werd geopend Daarin komt o. a. voor een opsom
ming van legaten aan verschillende gestichten, wees
huizen, hospitalen, tehuizen voor ongeneeslijk© ziek
ten, doofstommen-inrichtingen enz. deze lega
ten geven opgeteld het aardige sommetje van 30,000
pond sterling of f360,000 en vormen lang niet het
grootste gedeelte van zijn vermogen.
David James trouwens was niet alleen tooneel-
Bpeler, maar ook tooneeldirecteur. Dat baantje schijnt
in Engeland lucratiever dan hier te lande.
Enkele personen hebben zich als oesLrater
een zekere vermaardheid verworven, zegt het Hbl.
doch dezen waren eer onverzadeljjke gulzigaards,
dan buitensporige lekkerbekken. De geschiedenis
verhaalt van Keizer Vitelline, die 1200 oesters ver
slond Albinus, die het keiserrjjk aan Septimius
Severus betwistte, at er 400 opeigenljjk was dit
maar een kleinigheid, een tusfchengerecht voor hem.
Wanneer hij werkelijk veel van oesters had ge
houden, dan zou hjj aan het meer van Lucrinam
en de golf van Tarente ni it genoeg gehad hebben.
Zijn eötiust was verbazend Zoo zelfs, dat hij eens
achtereen 500 gedroogde vijgen opat
Onder de oestereters van lateren tijd wordt ons
genoemd een broeder vau dea beroemden Mirabeau,
die eens 30 dozijn oesters verorberde.
Napoleon's generaal Junot, hertog van Abrantes,
was gewoon eiken morgen 300 oesters te gebruiken
voor zjjn ontbjjt, en wel gedurende het geheele
seizoen. Men vergete bg al deze mededeelingen niet,
dat de grootte dier oesters niet bekend is men
verkoopt soms zulke kleine, dat er voor een gezond
inensch met goeden eetlust en dito beurs, niet veel
kunst aan is om een verbazende" hoeveelheid te
gebruiken.
Het idee een hoofdstuk uit den Bijbel te doen
overseinen ten einde meester van de telegraaf te
big ven, werd tot nu toegeschreven aan Archibald
Forbes. Maar het schjjnt dat de eer ervan toekomt
aan een Amerikaan, Stephen Fiske, die voor de
New-Yorlc Ilerald den prins van Wales volgde toen
deze de Niagara bezocht Ook de Tribune van Ncw-
Yoik had een vei slaggever. Fiske wist vóór dezen
op het kleine telegraafkantoor te zjjn, en toen bij
eenmaal voor het eenige loketje stond, nam hg den
eenigen draad in beslag door behalve zijn nieuws
een hoofdstuk uit Mattheus en een uit de Open
baring te doen overseinen. (N. R. Ct.)
Een ongewoon voorval greep Zaterdag in de
hav^n van Nieuw-York plaats. De sleepboot Sayre
die de haven uit wilde stoomen, kwam in botsing
met een passagiersboot en de bemanning, die dacht
dat de sleepboot zinkende was, sprong op de passagiers
boot over. De Sayre was evenwel volstrekt niet van
plan om te zinken en stoomde nu zonder bemanning
full speed weg.
Een aantal sleepbooten maakten zich dadelijk op
om de vluchteling te achtervolgen en te trachten
haar terug te brengen. De Sayre stoorde zich aan
niets en stoomde recht op het eiland aan waar het
Vrjjheidsbeeld op staat, en stootte tegen de pier,
die erg beschadigd werd. Ook hierdoor niet in haar
vaart gestuit, zwaaide de boot om en liep met haar
voorsteven in een schoener, die voor anker lag en
boorde deze in den grond.
Na nog met een roeiboot in botsing te zjjn ge
weest, liep zij op een boei aan, die verbrjjzeld werd.
Terwjjl dit alles gebeurde, had een van de ver
volgers op haar gewonnen en stonden eenige man
nen gereed om op de vluchteling over te springen.
Dcch hiervan wilde de Sayre niets weten zjj draaide
eensklaps om en liep regelrecht op het Engelsche
schip Halyhoad aan. De bemanning van de ver
volgster, de Ritnyonzag het gevaar er werd meer
stoom gemaakt en zoodoende slaagde men er in langs
zij van de Sayre te komen.
Toen men dicht genoeg bg haar gekomen was
sprongen eenige mannen op haar dek over, een van
hen ging naar de machinekamer en zette de machine
achteruit, terwjjl een tweede het roer greep en
haar koers veranderde. Juist op drie bootslengten
van de Halyhoad kon men de amokmaker tot stil
stand krijgen.
Een ontzettend ongeluk had Maandagmiddag
aan het Cheshire Lines-station te Liverpool plaats.
Een te Liverpool welbekend koopman, de heer Ears-
man, wachtte aan gemeld station op een trein, om-
met zijne zuster naar Southport te vertrekken, toen
de laatste, de rails overstekende, plotseling strui-
helde en op de ljjn viel, juist toen een locaaltrein
het station binnenstoomde. Haar broeder zag oogen-
blikkeljjk het gevaar en was in een sprong bjj de
ongelukkige om haar te redden. Het was echter te
laat en beiden werden door de machine gegrepen.
De rechtervoet der dame werd even boven den enkel
van het lichaam gescheiden, de heer Earsman daar
entegen werd door de machine, die over zijn lichaam
ging, letterlijk in twee stukken gesneden.
De stad Straatsburg is erfgenaam geworden
van het vermogen van haar overleden secretaris, dat
bljjkens den inventaris, die er van is opgemaakt,
meer dan een millioen mark bedraagt.
Met innig leedwazen deelt de (Transvaalsche)
Volksstem mee dat zich onder de gevangenen van
Jameson's troep eenige Transvalers bevonden, zoo
laag gezonken om de wapenen tegen figen landge-
nooten op te nemen. Het blad noemt Jaap Struis,
Van de Venter, Du Toit en Howcroft, welke laatste
nog de vermetelheid had tot zijn verraden landge-
nooten te zeggen Julie moet me niot schiet, ik
is ook een Transvaler."
In de fabrieksstad Sosnovitza (Russisch Polen)
weerklonk dezer dag-n, 's avonds om elf uur, iu
een der stiaten een pistoolschot, en onmiddelljjk
daarna hulpgeroep en nog ver?cheidene andere schoten.
De politie en de men&chen, die vau alle kanten
kwamen toesnellen, vond«n den bakker Feldmann
doodelijk gewond voor zijn huis en verscheidene
mengchen meer of minder ernstig gekwetst daarbjj
liggen. Het bleek, dat de bakker neergeschoten was
door eenige mannPD, en dat de aanvallers, in plaats
van terstond te vluchten, met revolvers en messen
een bloedig gevecht hadden gevoerd met de men-
schen, die hem te hulp kwamen. Het is nog niet
gelukt de moordenaars op te sporen.
Feldaiann is weldra aan zijn wonden gestorven.
Diusdaginorgeu is de Blenheim met het ljjk
van den prins van Battenberg te Portsmouth aan
gekomen. Het lijk werd daar op het koninkljjke
jacht Alberta overgebracht. De weduwe en vele
leden van het vorstelijke huis, ook twee broers
van den overleden prins, waren erbjj tegenwoordig.
Het lijk is niet gebalsemd. Aan boord der Blonde
was men er niet op ingericht, en toen de Blenheim
met ervaren balsemers te Funehal aankwam, was
het te laat.
De Blenheim heeft van Madera tot Plymouth ge
middeld 21 knoopen in het uur geloopen.
Woensdagochtend had de plechtige begrafenis plaats.
Chamberlain, Balfour, Goschen en tal van autori
teiten waren met een extratrein overgekomen. De
stoet verliet de aanlegplaats te half een, na aan
komst der Koningin, en terwjjl Chopin's treur-
marsch gespeeld werd, richtte hjj zich langzaam
naar Whippingham. De kist, waarin het lgk van
den prins rust, werd van de aanlegplaats op een
affuit, met zes paarden bespannen, met groot® mi
litairo praal naar Whippingham vervoerd. Rgtuigen,
waarin de Koningin, prinsas Beatrix en de twee
prinsessen van Battenberg gezeten waren, volgden.
Alle prinsen gingen te voet in den stoet, die uit
omstreeks tweehonderd menschen bestond.
Laatste en taiegraphische berichten.
'a-Gravenpolder. In de heden gehouden raads
vergadering werd besloteD, in verband met de be
kende circulaire van den Commissaris der Koningin,
de pensioensqua'stie van den gemeente-veldwachter
te behandelen als deze beambte zijn 45jarigen leef-
tjjd bereikt heeft.
Voorts besloot de raad onder zekere voorwaarden
aan de KolenvereenigiDg »de Kolenmjjn" 42 vier
kante Meters gemeentegrond voor on bepaalden tijd
in huur af te staan tot het bouwen van eene loods
voor deze bloeiende vereeniging.
's-Gravenhage. EERSTE KAMER. De Minister
van Waterstaat ontkende den plicht van den Staat
tot onderhoud van de zeeweringen van Noord-Hol
land, maar hg was bereid eene bijdrage te verleenen.
Hij ontwikkelde ernstige bezwaren tegen staatsexploi
tatie van telefonen en beloofde iu overweging te
nemen de verlaging van het intercommunaal tarief.
Eon motie-Tienhovec, den wensch uitsprekende
dat de Staat in overleg zou treden met de Staten
van Noord-Holluud over de zeewering, is tot later
verdaagd. De behandeling der Staatsbegrooting ia
De Kamer is uiteengegaan.
Druk F. Kleeuwena Zoon. Goes.