2011 men een zoogenaamde bail mobile" achten en in elk geval zeker afschaffing van rentmeesters of tus- schenpersonon, die niet volkomen met de landbouw- toestanden bekend zijn. .De beide aftredende bestuursleden, de heeren J. Hejjboer en L. de Wilde, werden herkozenin plaats van den heer J. Markusse Mz. werd de heer S. J. de Regt te Wissekerke gekozen. De voorloopige begrooting van den dienst 1896 werd in ontvang en uitgaaf beide tot een bedrag van 828 gulden vastgesteld. Voor de sluiting der vergadering bracht een der leden de aanstaande nieuwe regeling van den suiker accijns naar sprekers meening eene zaak van groot belang voor den landbouwer-bietenverbouwer ter sprake. Door het bestuur werd toegezegd, dat het de noodige stappen zal doen ten einde het landbouwbelang te steunen. De Staats. Gt. bevat een Min. besluit hou dende bepaling dat in de gevallen, waarin de Bel gische autoriteiten op grond van de daar te lande geldende veeartsenijkundige voorschriften de toelating van uit Nederland ingevoerde runderen of schapen mochten weigeren, de geweigerde dieren weder in Nederland zullen kunnen worden ingevoerd op de volgende voorwaarden 1. dat de invoer geschiede langs dezelfde lijn als de uitvoer plaats greep 2. dat aan het grenssration hetzij in originali dan wel in gewaarmerkt afschrift of uittreksel de vrachtbrief worde overgelegd, welke bij den uitvoer tot geleiding heeft gestrekt; 3. dat het vee niet verder dan het grensstation worde vervoerd dan na door den districts-vesarts of een zjjner plaatsvervangers te zijn onderzocht. De opmerking is gemaakt dat een lid dei- Tweede Kamer, die in deze zitting geen enkele vergadering had bijgewoond, door nog juist vóór 1 December te verschijnen, zijn aanspraak heeft be houden op de f 500 per kwartaal aan de leden toe gekend. Dit is niet geheel juist. De Grondwet legt aan ieder lid der Tweede Kamer behalve vergoeding van reiskosten, eens, heen en terug voor elke zitting »als verdere schadeloosstelling" een som van f 2000 *s jaars toe. »Deze schadeloosstelling zoo bepaalt de Grond wet (art. 891) verder wordt niet genoten door de leden, die het ambt van minister bekleeden, noch ook, voor den tijd der zitting, door hen, die gedurende de geheele zitting afwezig bleven." Volgens de woorden van deze bepaling behoudt dus een lid aanspraak op de volle f 2000, indien hij ook maar ééne vergadering heeft bijgewoond, welke die kan wezen, waarin de zitting wordt geopend of gesloten wordt verklaardEerst op den dag der sluiting kan dus bljjken of een afgevaardigde, die zich het geheele jaar niet vertoond heeft, de »sckade- loo8Stelling" heelt verbeurd. De vergoeding voor reiskosten ééns voor de heen- en ééns voor de terugreis" voor elke zitting (dus voor het geheele jaar), is door de wet van 26 Mei 1849 bepaald op 75 centen voor ieder uur afstand tusschen de plaats, waar het Tweede Kamerlid ge vestigd is, 8n de plaats waar de Staten-Generaal vergaderen. De leden der Eerste Kamer, die geene vaste schade loosstelling genieten, ontvangen alleen als vergoeding van reiskosten ook 75 cent per uur, doch voor elke vergadering, die zij bijwonen, bovendien f 8 daags voor verblijf kosten, ook als zij in commissie werk zaam bljjven. De leden, die wonen in de stad, waar de Staten-Generaal vergaderen, ontvangen die ver goedingen niet. »Maar," aldus merkt de Arnh. Ct. op, wanneer de heer Kuyper niet vóór 1 December was ver schenen, dan zou hem toch het eerste kwartaal niet uitbetaald zijn, omdat dan niet zou gebleken zijn óf hij wel één dag de zitting zou bijwonen. Verbeurd had hij de schadeloosstelling niet, wanneer hij dien dag niet verscheen, maar toch ook niet uitbetaald In elk geval is nu gebleken, dat de heer Kuyper van plan is de schadeloosstelling aan te nemen, ook al ljjdt hij zelf volstrekt geen schade, maar alleen de kiezers, wier mandaat onvervuld blijft." De Minister van Justitie heeft aan de bur gemeesters vau Amsterdam, Utrecht, 's-Gravenhage en Rotterdam eene circulaire gezonden over d e verhouding tusschen meerdere com missarissen van politie in eene ge meente, inzonderheid tusschen den hoofdcom missaris en de commissarissen. De circulaire is gericht tegen de opvatting, die velerwege schijnt te bestaan, dat de commissarissen geheel zelfstandig zouden moeten optreden en de bevelen van den hoofdcommissaris niet zouden behoeven op te volgen. Ten aanzien van den aanmaak der ge weren deelt de Min. van Oorlog mede, dat zich 70or 1 Augustus een gepensioneerd hoofdofficier der marine tot hem heeft gewend met een aanbie ding tot levering van 47.000 geweren en 5000 karabijnen van 6.5 mM., vergezeld van een ver klaring, waarin twee op financieel gebied gunstig bekende firma'B mededeelden een syndicaat te hebben gevormd, ten einde het tot stand komen van de door den aanvrager bedoelde maatschappij te ver zekeren. Reeds dadeljjk had de Minister gelegenheid o. a. reeds te wijzen op de onvoldoendheid van het ge deelte der aanbieding, dat van begin van aanmaak in stede van tijdstip van levering gewaagde en op het geringe aantal der dageljjks te vervaardigen wapenen. Terwijl de Minister wachtte op de ontvangst van hetgeen onontbeerlijk was om tot eerste be oordeeling van het technische gehalte der aanbie ding over te gaan en op de aanvullingen, die boven dien gevraagd waren, trok da aanvrager zijn aanvrage geheel onverwachts in. De Minister meende zijner- zjjds alsnog een p>guig t» rnajten doen om van l deze eenïge ingekomen aanbieding tot aanmaak van de geweren in het binnenland gebruik te maken. Deze poging mocht echter niet baten. De aanbieding werd teruggenomen, omdat de aanvrager niet meer dan 100 geweren daags kon leveren. Aangezien niet voldaan werd aan de her haalde vraag van den Minister om toezending vau technische bescheiden en aanvulling van het vele dat ontbrak, is do Minister buiten staat gewefst om na te gaan in hoeverre de aanbieding in andere opzichten te kort schoot. Dat het getal van 100 geweren per dag te weinig was, toont de Minister nader aan. Staten-Generaal. TWEEDE KAMEK. Bij de behandeling der begrooting van justitie werden gisteren tal van punten behandeld. De Mi nister zeide o. a. toe arbitrage, zooveel mogelijk tot oplossing van geschillen bij aannemingwerken voor zijn departement. In strijd met het gevoelen van den heer Rutgers in deze zaak laat de Minister het verbod of het toelaten van wandeloptochten van werkeloozen te Amsterdam over aan het oordeel van het gemeentebestuur, welke zienswijze de heer Heems kerk deelde. Het algemeen debat is gesloten. Karkelijka Zaksn en Onderwijs. Doopsgezinde kerk. Godsdienstoefening op Zon dag 8 Dec., des voormiddags te 10 uren, door ds. H. A. van der Meulen van Haastrecht. Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. te Bergen- op-Zoom ds. Van der Meulen te Haastrecht. Naar men verneemt heeft ds. G. P. Wijnmalen, sedert 1841 predikant te IJzendijke, emeritaat aan gevraagd. Door het Bestuur der Chr. School te Giesen Nieuwkork c. a. werd tot hoofdonderwijzer benoemd de heer P. Los Bz. Met den benoemde stond o. a. op het drietal de beer H. Lampen te Goes. Rechtszaken. Heden werd voor de Arr.-Rechtb. te Middel burg behandeld de zaak tegen J. M., oud 53 jaren, laatstelijk oesterkweeker te lerseke, wiens tegen woordige woon- of verblijfplaats is onbekendter zake dat hij in April 1895 of omstreeks dien tijd te lerseke opzettelijk wederrechtelijk zich heeft toe geëigend een bedrag van ruim f 1800, welke gelden toebehoorden aan de te lerseke gevestigde burger lijke maat- of vennootschap »de Ver wachting," ten doel hebbende de oesterteelt in de Schelde en Zeeuw- sche Stroomen of aan den secretaris-penningmeester dier maatschappij Cornelis Kerkhof te Delft, althans niet aan hem, beklaagde, en welke gelden hij be klaagde, als vervangend -secretaris-penningmeester van bedoelde maat- of vennootschap onder zich had. In deze zaak werden vanwege het Openbaar Mi nisterie 6 getuigen gedagvaard. De O. v. J. achtte het wettig en overtuigend bewijs van bekl. schuld geleverd, zoowel door inzage vau de boeken der betrekkelijke maatschappij, als door de getuigenverklaringen en die van dhr. cura tor in 't faillissement van beklaagde. Hij vorderde daarom veroordeeling tot 2 jaren gevangenisstraf, ontzetting van burgerrechten gedurende 7 jaren, met bevel, dat beklaagde zal worden gevangen genomen. Uitspraak 13 dezer. Voorts werd behandeld de zaak tegen K. V., oud 65 jaren, geboren te Toulon, zonder vaste woonplaats, gedetineerd te Middelburg, ter zakedat hij op 1 October jl. des avonds omstreeks elf ure zich be vindende in de herberg van J. Schoolmeester te Vlake geweigerd heeft, op de vordering van ge noemden Schoolmeester dat lokaal te verlaten, zoo dat hij daaruit m9t geweid is moeten worden ver wijderd door den rijksveldwachter J. B. Raes en de onbezoldigde rijksveldwachters J. Zuidweg, J. van Koeveringe en J. Kole, waarbij hij eene met vijf kogels geladen revolver uit zijn zak heeft gehaald met het oogmerk daarmede die beambten en andere omstanders, die hulp verleenden, opzettelijk van het leven te berooven, van welk voornemen de uitvoe ring niet is voltooid, doordien genoemde personen hem die revolver met geweld hebben ontrukt dat hij vervolgens, nadat voormelde beambten Raes, Van Koeveringe en Kole hem hadden gebracht naar den burgemeester van Kapelle, die aan Raes in last had gegeven om hem beklaagde, die in Kapelle had rondgezworveu, op te sporen en aan te houden, teneinde hem als vreemdeling over de gren zen te brengen en voormelde burgemeester daarna aan Raes had gelast hem - beklaagde verder naar Goes over te brengen, dewijl in Kapelle geen gelegenheid was tot tijdelijke in bewaringstelling en de voornoemde beambten hem daarop, ter vol doening aan dien last, van Kapelle verder naar Goes wilden overbrengen, zich daartegen mot geweld heeft verzet door te schoppen en trappen en alstoen den rijksveld wachter Raes een hevigen trap op het lin kerbeen boven de knie heeft toegebracht, .hetgeen lichamelijk letsel heeft tengevolge gehad. In deze zaak werden vanwege het openbaar Mi nisterie 13 getuigen gedagvaard. Bekl. ontkende schuldig te zijn aan het hem ten laste gelegde en moest herhaaldelijk door den pre sident tot kalmte worden aangemaand. Get. -Joh. Schoolmeester werd het gewicht van den eed onder het oog gebracht en hem gezegd, dat hij dien niet als een vorm moest beschouwen. De getuigen handhaafden hunne bij de instructie afgelegde verklaringen. De O. v. J. bracht hulde aan den rijksveldwach ter Raes te Kapelle voor diens tactvol optreden in deze zaak en aan de onbezoldigde rijksveldwachters voor hunne gewaardeerde medewerking, waardoor zeker menschenievens zijn gespaard. Bekl. is een hoogst gevaarlijk sujet, dat ontelbare malen in ons land is veroordeeld oa iu België zelfs tot de dood straf, gewijzigd in levenslange gevangenisstraf. De O. v. J. eischto eene gevangenisstraf van 10 jaren. De ambtshalve verdediger van bekl., mr. F. N. vau der Bilt, concludeerde vrijspraak. Uitspraak 13 dezer. Gemengde Berichten. Een GBjarige weduwe alhier, die gisteravond in de Lange Voiststraat een bezoek wilde afleggen, was daar nauwelijks aangekomen, toen zij over be nauwdheid klaagde, ineenzakte en den geest gaf. fl&attendijlie. Woensdagavond gaf het fanfa- rengezelschap x>Oefening kweekt Kunst" alhier een concert. Deze voor onze gemeente zoo ongewone ge beurtenis had, ondanks het min gunstige weer, een groot getal nieuwsgierigen gelokt, zoodat de loden vau genoemd gezelschap voor een vrij talrijk publiek optraden. Het zestal muzieknummers en de drie komische voordrachten werden met onverdeelde aan dacht aangehoord. Vooral de voordrachten, die dan ook verdienstelijk werden uitgevoerd, vielen zeer in don smaak. Toen een der aanwezigen het gezelschap dankte voor den genoegelijken avond en den leden daarbij een welgemeend »Tot weerzienstoeriep was hij zeker de tolk van het geheele publiek. Bij den landbouwer A. M. werd men 'deze week des avonds opnieuw opgeschrikt aangezien door een onbekende met geweld eene ruit werd in geworpen. Om erger te voorkomen is van het ge beurde aangifte bij de politie gedaan. Zooals omstreeks veertien dagen geleden gemeld werd, schoot men toen op een avond een geweer of pistool af dicht bij M's. woning. Aan den Znidkraaiertpolder strandde Donder dagmiddag bij den hevigen storm uit het westen een tonnenlegger van het Ned. loodswezen. lerseke. Op het telegraafkantoor alhier zijn in November ontvangen 1154, verzonden 184, totaal behandeld 1338 telegrammen. Een merkwaardig geval van slimheid bij run deren, anders op dat gebied nog al tamelijk on gunstig aangeschreven, deed zich dezer dagen te Schagen voor. Door een drietal veehouders werden op de markt 4 gras-kalveren aan een landbouwer in den Anna-Paulownapolder, ongeveer 21/2 aur van Schagen gelegen, verkocht. Des nachts wisten de beesten de afsluiting van het hok, waarin men ze tijdelijk had opgesloten, te verbreken, waarna ze den terugtocht naar Schagen hebben ondernomen, 's Morgens iu de vroegte vond ieder der verkoopers zijn gewezen eigendom loeiend voor de hoeve staan. Uit Beesd meldt men aan de Tielsche Courant Welke ernstige gevolgen het veroorzaken van een schrik kan hebben, is hier dezer dagen op treurige wijze gebleken. Een jong meisje, krachtig en gezond, struikelde voor enkele weken op een donkeren avond over een zwart voorwerp, dat later bleek een jongen te zijn, die zich opzettelijk op den grond had gelegd, .om schrik aan te jagen. Nog denzelfden avond moest een geneesmiddel aangewend worden, om haar geschokte zenuwen tot rust te brengen. Niets mocht echter baten. Hare zenuwachtigheid ging over in krankzinnigheid en den lsten dezer maand is zij overleden. De gemeenteraad van Alkmaar heeft het door den- gemeente-secretaris aangevraagd eervol ontslag geweigerd. Met algemeene stemmen is bij ontslagen, met ontzetting uit alle commission. Door den herbergier Caron, te den Hout bij Oosterhout woonachtig, is bij de marechaussee aldaar aangifte gedaan, dat door hem uit Rotterdam een ongeteekende brief is ontvangen, waarin iemaüd, zich Jack the Ripper noemende, h^m en zijn gezin bedreigt. Uit Rotterdam wordt aan het U. D. gemeld: Justitie en politie schijnen nog zoo spoedig niet van Van Berkel te kunnen scheiden, ofschoon er niets bezwarends tegen den man gevonden is, en hjj integendeel veel heeft, kunnen aanvoeren, dat voor zjjne onschuld aan den gruwelmoord pleit. Bij eene nauwgezette vergelpkende studie tusschen zijn handschrift en dat van den meermalen vermelden brief moet ook d9 overtuiging zich gevestigd heb ben, dat er toch eigenlijk geen overeenstemming is, zooals eerst gedacht werd. Evenwel moeten de verhooren, die Van Berkel ondergaan heeft, wel eonig nut hebban g«had voor de instructie in deze treurige zaak. Er zou na melijk uit zijne verklaringen eenig vermoeden zijn gerezen, dat Hoogsteden, de vader van den ver moorden knaap, niet alles medegedeeld heeft wat hy weet, en wat misschien de justitie op een beter spoor zou kunnen brengen. Van Berkel, die vooral door de verklaringen van zijn zwager Hoogsteden onder verdenking schijnt te zijn gekomen, (zij het dan ook, dat men hierbij niet bepaald aan opzet van de zijde van Hoogsteden heeft to denken), heeft op zijne beurt zijne familie niet gespaard. Eu zoo moeten er dingen aan het licht zijn gekomen, die aan de moraliteit van Hoogsteden en vrouw doen twijfelen en, in verband daarmede, aan de goede trouw van Hoogsteden bij het verstrek ken van inlichtingen aan de politie. Met andere woorden, er zou eenig vermoeden zijn gerezen, dat de vader van den knaap, uit vrees dat er te zijnen nadeele zekere zaken (met den moord in geen recht- streeksch verband staande) ontdekt zouden worden, namou verzwijgt, die misschien bij den inoord van zeer nabij betrokken zijn. Iu verband met deze vermoedens werden Hoog steden en zijae vrouw Dinsdag opnieuw bij den hoofd-commissaris ontboden, om nadere inlichtingen te geven. Vraagt men, waarom Van Berkel nog altijd ge vangen gehouden wordt, dan schijnt het antwoord geen ander te kunnen zijn dan dit: men hoopt nog altijd iets uit hem te zullen krijgen, dat op het spoor kan brengen. Maar men zal wel moeten ein digen met hem los te laten. Vermeld dient nog te worden, dat Van Berkel getrouwd is met eene zuster van Hoogsteden. Hij is dus geen familie van Hoogsteden's tweede vrouw, zooals eerst gedacht werd. De goede verstandhouding tusschen de beide zwagers schijnt door heel andere oorzaken verstoord te zijn geworden dan door eene geldquaestie. Van Berkel verklaart pertinent, dat hij zijn zwager niet f 700 te leen gevraagd heeft, zooals deze beweerde. De N. li. Ct. meldt nog Nadat het verhoor van W. van Berkel Woensdag middag door don hoofd-commissaris van politie ge sloten is, is hjj in overleg met den rechtercommis saris, den heer mr. T. H. van Meurs, en den officier van justitie, op last van laatstgenoemde, per rijtuig onder geleide van den inspecteur van politie H. Brinkman naar de strafgevangenis aan den Noord singel overgebracht. Aan Van Berkel, die gedurende zijn verhoor en ook Woensdag uiterlijk zeer kalm was, is toegestaan afschrift van de verklaringen, door hem aan den hoofd-commissaris afgelegd, te nemen. Des namiddags hield hij zich daarmede onledig. Zondagavond had, onder zonderlinge omstan digheden, een diefstal plaats te Amsterdam bij den barbier M. Do bewoner en zjjn echtgenoote waren 's middags na éénen uitgegaan, omaan een familie feestje deel te nemen. De commensaal, een oude heer, die bij het echtpaar een opkamer bewoont, was 's avonds omstreeks zes uur thuis gekomen, om zijn gebruikelijk dutje te doen. Tegenelf uur ontwakend, ontdekte hjj tot zijn niet geringen schrik, dat inmiddels een niet ge- noode bezoeker zijn gouden horloge uit zijn vestzak gehaald, een sommetje van f85 uit zijn kast ver wijderd" en al zijn kleeren en ondergoed overhoop geworpen had. Met dien buit scheen de dief tevreden te zijn, want ofschoon het hem zeer gemakkelijk ware geweest ook de in de kast van den heer D. gereed liggende penningen voor huur en belasting te naasten, daar de sleutel in de kast stak, heelt hij die blijkbaar niet eens geopend. Alleen was uit een penantkastje een bjjbel geno men, die opengeslagen werd gevonden Wie weet of de dief, het boek doorbladerend en toevallig een tekst lezend, die op dieverijen sloeg, niet tot betere gedachten is gekomen en daarom de kast, waar de aap lap, ongemoeid heeft gelaten Dat zijn bekee ring niet zoo ver ging om het gouden horloge en de 85 gulden op de opkamer terug te brengen, moot ongetwijfeld, helaas, geweten worden aan 's mans bezorgdheid, dat hij den ouden heer in zijn dutje zou kunnen storen 1 Men weet niet, waarover zich meer te verbazen: of over de driestheid van den dief, of over de lengte en de diepte van het middagdutje van den ouden heer, of over de zorgeloosheid van den barbier, die, wanneer hij eenige uren met zijn gezin afwezig blijft, den sleutel laat steken in de kast, waar hij zijn geld heeft geborgen. (Tijd). Te Londen had onlangs voor den Tower een eigenaardige plechtigheid plaatsde feestelijke parade van 830 »telegraphboys" voor den postmeester- generaal, den hertog van Norfolk. De jongens, die nieuwe uniformen aan hadden, vormden twee ge lederen en groetten op militaire wijze. Toen voerden zij verschillende marschoefeningen uit onder het ge luid van hun trommelslagers en pijpers. In het ge heel vormden zij 12 compagnieën. De postmeester- generaal betuigde zjjn vreugde over den kloeken geest en de fl nke houding der jongens en spoorde ze aan, in hun tegenwoordigen dienst de voorschool van latere plichten te erkennen. Albert en Pilot, twee olifanten, werden aan boord van de Persia van Hamburg naar New-York vervoerd. Onderweg braken zij los van hunne ket tingen en gingen elkaar te lijf. Na een vervaarlijk getoeter omklemden zij elkaar met hun trompen en trachtten elkaar met de tanden te doorboren. Al wat op het schip met de verwoede beesten in aan raking kwam werd vernield. Eens vielen zjj met zoo'n smak aan een boord, dat het geheele schip trilde. Over en weer troffen de stcoten. Eindelijk richtte Albert zich op zijne achterpooten op en liet zich op Pilot vallen. Deze kwam onder te liggen en de tanden van Albert drongen in zijn lichaam. Het bloed stroomde uit beider lijven. Dit verzwakte hen blijkbaar, en 200 dorsten de schepelingen de beesten eindelijk te naderen en konden zij hen door een ruim gebruik vau mestvorken en gloeiende jjz°rs van elkander scheiden. Het gevecht had twee uren geduurd. Indien men slechts zoekt, is er nog wel iets nieuws onder de zon te ontdekken dat vrouwen als siierenbevechters ontreden, hadden wij althans nog nimmer gehoord. Spanje, bet klassieke land der stierengevechten, kan er zich op ^beroemen" op dit gebied der vrouwenemancipatie schitterend te zijn voorgegaan. De gezusters Lolita en Angelita Pages, twfe jeugdige meisjes met het wildbruisende bloed der Spaansche schoon en in de aderen, zijn onlangs in de arena opgetreden en hebben in ver scheidene steden van het schiereiland schitterende triomfen gevierd. Men heeft haar de overwinning echter zeer gehiakkelijk gemaakt, want de zooge naamde stieren, die zij moesten bekampen, waren niets meer dan onmondige kalveren en de strijd had meestal veel overeenkomst met een landelijk slacht feest. Te Jerez evenwel, waar de beide vurige »To- réras" dezer dagen optraden, werd het spel bloe dige ernst. De stieren waren ditmaal tegen de dames opgewassen en zoo ongalant, tegenover het schoone geslacht het recht van den sterkste te doen gelden. Het gevolg daarvan was, dat Angelita door een onopgevoeden stier overrompeld, op de horens go- nomen en herhaaldelijk in de lucht geslingerd werd. Te Mont-de-Marsan (Frankrijk) zijn de bewo ners eener wijk zeer ongerust. Daar woont nl. een artiste," madame Valcourt, die een prachtigen boa constrictor bezat van vier en een halven meter. Zij bezigde het dier om er mee op te treden iu een

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1895 | | pagina 2