wanneer beklaagde in den winkel komt, bij bem dan soms papier tot opteekenen geeft. 4e getuige W. Verhoeven verklaart, dat beklaagde op het kantoor bg v. H. is als loopjongen. Dien dag had de bekl. het geld van verscheidene wissels af te dragen. Bg terugkomst op het kantoor heeft hij ze geboekt en o. a. ook den bewusten wissel gevonden tusschen de andere, die terug kwamen. Getuige deed eenige uitlegging uit het ter terecht zitting aanwezige boek, waarin hij de wissels schrijft. Hg verklaart er bij tegenwoordig geweest te zijn toen dhr. Neter kwam en hem heeft hooren ver klaren, dat de wissel betaald was, terwijl bekl. be weerde, dat dit niet het geval was, doch dat hij uitgesteld was tot Maandag. Neter ontkende dit. Get. verklaart verder op het kantoor ontvangen te hebben f 1351,42 waaronder zich 2 bankbiljetten van f50 bevonden. Behalve beklaagde loopt nog Van Huet voor het kantoor met wissels, doch hij acht het niet mogeljjk, wat ook door beklaagde bevestigd wordt, dat er geld van Van Huet onder dit bedrag kon zijn. Bekl. wordt thans door den president gewezen op de zeer bezwarende omstandigheid, dat meer dan een biljet van f 50 onder het afgedragen geld gevonden is, waarvan hij de herkomst niet kan aantoonen, waaruit dus moet worden afgeleid, dat hij meer zou hebben ontvangen dan beklaagde be weert. De A. v. h. O. M. (de off. van justitie) vraagt getuige wie er op het kantoor was, toen hij van half 2 tot 3 uren het kantoor verlaten had. De getuige antwoordtWolf. De verdediger vraagt den getuige hoe hij heeft kunnen beweren dat er 2 bankbiljetten van f50 waren, waarop deze zegt, alleen het zilver te hebben zien uitstorten, daar hij toen juist weg ging. De verdediger constateert, dat hg dus niet gezien heeft, dat die muntbiljetten van i Ï0 er wart-n. De zitting, die een half uur geschorst werd, wordt te 18/4 ure heropend. Getuige P. Wolf verklaart te zijn werkzaam bij dhr. Van Heel als boekhouder en 0. a. de wissels, ter incasseering voor de jongens, uit te zoeken. Op dien dag is beklaagde om half twee terug ge komen en heeft het zilvergeld neergelegd op de toon bank, waarop geen ander geld lag. Er bestond dus geen mogelijkheid, dat dit vermengd zou kunnen worden met het geld, dat Van Huet opgehaald had. Hg heeft de bankbiljetten wel gezien, doch weet niet van welk bedrag zij waren. Hij kan niet precies meer verklaren, dat Verhoeven hem gezegd heeft dat er 2 bankbiljetten van f 50 waren. Op de vraag van den Voorzitter of het niet de ge woonte is, dat de loopjongens bij terugkomst ver klaren, waarom een wissel niet betaald wordt, ant woordt hij bevestigend. In 't algemeen weet hg weinig te zeggen, wat erop 't kantoör gebeurd is, toen Ca. Mol en Neter er waren. Een der rechters vraagt den getuige of de mo gelijkheid bestaat, dat door een der bedienden van het kantoor ondertusschen voor het een of ander doel geld gewisseld is, zoodat dus voor zilvergeld muntbiljetten in de plaats gekomen zijn. Deze ant woordt bevestigend en zegt dat het personeel met beklaagde inbegrepen, 5 bedraagt. In zijne tegen woordigheid is er echter niet gewisseld. De A. v. h. O. M. vraagt wie er op 't kantoor was toen hij tegen 2 uur wegging. Get. antwoordt Lunenburgwaaruit dus de Ambt. constateert dat er altijd iemand op het kantoor geweest is. Getuige Lunenburg verklaart eerste bediende te zijn by deu heer Van Heel en op den middag van 3 Mei om half drie op 't kantoor te zjjn gekomen. Hij zag Snoep bezig geld te tellen. In zgne tegen woordigheid is er geen geld afgenomen, noch ge wisseld. De 2e getuige Ca. Mol heeft hij niet ge sproken, doch wel den le. get. die hemzelf kwam halen. Hij zegt dat het kantoor nooit alleen staat. Getuige Verhoevenwederom gehoord verklaart van het g«ld iets afgenomen te hebben om eene rekening te betalen. Getuige Van Huet verklaart loopjongen bij de firma Van Heel te zijn, op dien dag wissels ontvangen te hebben, waarvan het bedrag door Wolf was ont vangen. Niemand was aan het geld geweest, voor deze het nazag. Getuige Dkont heeft aan bekl. den 3den Mei een wissel betaald van f 72 en eenten in 1 muntbiljet van f 50, 2 van f 10 en klein geld. Getuige Van Zweeden verklaarde beklaagde f 172,22 in zilvergeld en geen papier gegeven te hebben. S noep heeft in zjjn winkel iets opgeteld. Getuige Witkam heeft een tweetal wissels betaald in papier, doch geen muntbiljetten. Hij weet niet, dat er van deze des morgens in zijn kas waren. Getuige Lena Korstanjewed. Mar. Kampheeft Snoep betaald met een bankbiljet van f' 60 om eenen wissel van f 59 en centen te voldoen, en dus eenig kleingeld teruggekregen. Getuige P. A. de Ligny heeft zilvergeld en bank papier gegeven, in geen geval evenwel een munt biljet van f 50. Getuige A. Mulder betaalde een wissel van f78 en centen. Hij weet evenwel niet meer waarmee. Door den A. v. h. O. M. er op gewezen dat hij den 5en Mei aau den agent van politie Slimmens verklaard heeft er geene muntbiljetten van f 50 onder waren, zegt hg het zich niet meer met zekeiheid te kannen herinneren Er is nog iemand bjj hem geweest om naar dit geld te vragen, en vermeent dat getuige Verboeven het was. Dit wordt door dezen bevestigd en hg verklaart dat hg de opgave voor den rechter van instuctie door getuige gedaan, de juiste acht. Getuige Visser heeft een wisseltje van f 3,67 moe ten betalen en dit afgepast gegeven.! Getuige Sandijck moest f 82,66 betalen en heeft dit gedaan in specie. Getuige A. Quakkelaar idem f 83,84 kan geen b ipaald antwoord geven op de vraag of er papieren geld bij was. Hg heeft dit wel den 5den Mei aan Slimmens bovengenoemd verklaard. Getuige P. Van Wijnenvrouw van S. Parkbeeft een wissel van f 20 en centen betaald met een munt biljet van f 50. Beklaagde zegt »f 60." Getuige Verhoeven geroe pen, zegt dat zij later (bij bovengenoemd onderzoek) ook aan hem verklaard heeft, dit een van f 60 was. Getuige blijft bij hare meening. Getuige Van de Ven heeft een bankbiljet van f 100 en verder kleingeld gegeven. Getuige J. A. Visser heeft f 19,55 met een bank biljet van f 25 betaald en de rest terug gehad. Getuige Smit een wissel van f 24,80 in specie. Getuige Bolland betaalde 3 Mei een bedrag van f 180, doch hij weet zich niet meer te herinneren waarin. Gewezen op zijne verklaring voor den hoofd agent Slimmens, herinnert hg zich een bankbiljet van f 200 gegeven te hebben en f 20 in zilver te rug ontvangen te hebben. Getuige Faberij de Jonge beroept zich op zijne ver klaring aan de politie, daar hij zich niets met zeker heid weet te herinneren, doch in geen geval een muntbiljet van f 50 gegeven te hebben. Getuige L. J. Kooman geeft ook geen muntbiljet van f 50 gegeven. Hierna worden getuigen Verhoeven en getuigen P. van Wijnen nogmaals geroepen, welke evenwel bij hunne verklaringen blijven. Thans worden de getuigen a decharge gehoord. le. Ph. M. v. d. Manderedie verklaarde Snoep reeds 3 jaar te kennen, en dat hem zgne heele wgze van doen bekend is. Toen het feit voorviel heeft hij hem zeer ernstig ondervraagd en ook ge fouilleerd, doch, zooals hij wel vermoedde, niets kun nen vinden. Op verzoek van Neter zou hij eerst den beklaagde bg zich houden, tot dhr. v. Heel thuis kwam, doch had hem even naar huis gezonden om te eten. Als nu N. bem zag had deze de aanklacht in gediend. Hij beveBtigt op verlangen van den verde diger, dat hij beklaagde zoo noodig een remplayant zou koopen. De president wijst hierop beklaagde er nogmaals op schuld te bekennen, zoo hij het gedaan heeft, doch deze houdt zijne onschuld vol. 2e. getuige J. A. van Heel verklaarde in zulk eene duistere zaak geen vrijheid gevonden te hebben den beklaagde weg te zenden toen hij van diefstal werd beschuldigd, en bekl. dan ook nog steeds in zijn dienst te hebben. Het geld dat Snoep gestort had was blijven liggen, omdat Lunenburg spoedig weg wilde daar roodvonk bij hem aan huis was en daardoor Wolf verzocht had spoedig te gaan eten. Het onderzoek, na dat der politie, is op zijn bevel ook bg diverse personen, die dien dag wissels be taald hadden, geschied. Hg had gehoord dat er door Verhoeven 2 bankbiljetten van f50 waren afge nomen terwijl niet kon opgehelderd worden, waar het eene vandaan kwam. Hij twgfelde toen nog niet aan beklaagdes eerlijkheid. 3e. getuige L. J. de Jongli verklaart met Ca. Mol gesproken te hebben ongeveer op 25 Mei en deze verklaarde dat getuige Neter wilde hebben dat zij zou verklaren, dat ook in den winkel was geweest eene zekere Sara Barkelau. Zij kon dit nietwant zij had deze niet gezien. Getuige Ca. Mol ontkent dit en zegt, dat S. Barkelau haar gezegd heeft, dat zij ook in den win kel was. Getuiga Neter zegt, dat bewuste Sara Barkelau er niet bij tegenwoordig was. 4e getuige Ca. Fokke, vrouw van L. J. de Jongb, bevestigt de verklaring van haar man, dat Ca. Mol gezegd had, dat Neter haar verzocht had te zeggen, dat ook Sara Barkelau in den winkel geweest zou zijn. 5e getuige Joseph Wolf verklaart dat hij eenmaal aan Snoep f 10 te veel g6geven had en deze hem er toen op attent gemaakt had. 6e getuige Lucia Cornelia Hufkens brengt eveneens een bewijs van eerlijkheid van beklaagde bg, door te verklaren dat hij 2 jaar geleden haar eveneens op een abuis bad attent gemaakt. 7e getuige J. A. Schippers, vrouw van J. Kooman, spreekt over een dergelijk feit. Getuige Neter, nogmaals gehoord, bg zijn reeds vroeger afgelegde verklaring blijvende, zegt zich onmogelijk te hebben kunnen vergissen. Eindelijk komt beklaagde nogmaals voor en wordt er op gewezen, dat hij slechts óéa muntbiljet van f 50 heeft ontvangen en er op het kantoor 2 heeft verautwoord. De president vraagt of hij nu niet erkent er één van getuige Neter ontvangen te heb ben. Hg antwoordt hierop, dat hij dat niet kan ver klaren en zegt verder niets te zeggen te hobben. De verdediger vraagt hieiop getuige van Huet of bij gehoord heeft wat Ca. Mol op het kantoor van Van Heel gezegd heeft. Hg antwoordt in be vestigenden zin »dat Neter wel f 600 aan zilver heeft betaald." Ca. Mol, hierop voorgeroepen, zegt hiervan niets te weten. De A. v. h. O. M., hierop het woord verkrijgende, wijst op de groote emotie, die deze zaak in Goes gebracht heeft en wijt het lange uitstel van behan deling aan den velen tijd van voorbereiding. Hij heeft echter weinig tijd noodig om tot eene vordering te komen, en had niet veel getuigen noodig om daar toe te geraken. Beklaagde staat terecht voor dief stal van een wissel, en de verklaringen van verschil lende getuigen bevestigen dit. Spreker gaat hierop in het kort den loop der zaak na en wijst er op, dat bekl. bekend heeft den wis sel weder méegenomen te hebben. Door de verkla ring van de 2e. getuige, die gezien heeft dat Neter eenige bankbiljetten heeft gegeven, terwijl bekl. zegt er slechts één ontvangen te hebben, wordt het be wijs van diefstal gepleegd te hebben verscherpt. Op het kantoor is geconstateerd dat er 2 munt biljetten van f 50 waren, terwijl alle bedienden ver klaarden dat er niemand aan het geld geweest was. Verder was ook door geen der getuigen een muntbiljet van f 50 gegeven Jdan door den getuige J. C. Dhont, terwijl de verklaring van getuige P. van Wijnen, dat zij een muntbiljet van f 50 gegeven bad, door beklaagde zelf wordt tegengesproken. Er blgft dus over een muntbiljet van f 50, dat juist nu door Neter aan bem gegeven is, zooals ook uit de verkl. van getuige C. Mol blijkt. Hij blijft dus persisteeren bij zijne meening dat er hier diefstal gepleegd is van den wissel en eischt eene gevangenisstraf van 6 maanden en in de kosten. De verdediger, hierop het woord verkregen heb bende, wij8t op het zonderlinge van de zaak, waar aan den eenen kant een steeds als eerlijk koopman bekend man staat, en aan den anderen kant een overal als eerlijk bekend staand jongmenscb, die reeds eenige jaren trouw en eerlijk zijn patroon gediend heeft. Hij wijst er op, dat Neter een vergissing heelt kun nen begaan, en er wel wat op zijne nauwgezetheid aan te merken is, daar hij het niet noodzakelijk acht er een kasboek op na te houden, wat toch voor iemand, dia een groote zaak heeft, wel zeer beden kelijk mag heeten. Verder ook noemde hij het be denkelijk wissels om half 2 te betalen en eerst om 4 uur te boeken. Volgens zijne meening kan de rechtbank toch geen waarde hechten aan de verklaringen van Coma. Mol, die af en toe zich zelf tegenspreken. Zij toch heeft, bij voorbeeld, bij V. Heel op het kantoor verklaard, wat Verhoeven en Huet betuigen, dat Neter wel f 600 aan zilver heeft betaald, terwijl het vaststaat het nog geen f 100 geweest is. Sprekers meening is dat Neter er tuk op is, om slechts bewijzen van schuld aan te brengen tegen beklaagde. Hij neemt hem kwalijk bewijsmiddelen aan te voeren, die den toets der waarheid niet kunnen doorstaan, doch zal hem er niet te hard overvallen, daar het om zijn eer en goeden naam gaat. Hij gaat thans over tot de zaak der beide munt biljetten van f 50 en zegt allereerst dat het vol strekt niet bewezen is, dat er werkelijk 2 geweest zijn en beroept zich hiertoe op de verklaringen der getuigen Verhoeven, Wolf en Lunenburg. De afwezigheid van den heer Van Heel wegens uit- stedigheid, en Lunenburg grootendeels, wegens be smettelijke ziekte, doet wel vermoeden er dien dag minder attentie op de zaken is geweest dan ge- woonljjk. Verder is er nog nietB, dat bewijst dat het munt biljet van Neter afkomstig is. Pleiter wijst daartoe eerstens op de verklaring van getuige Mulder, en getuige Quakkelaar, die zich niet meer herinneren konden wat zij gegeven haddenook is niet ter terechtzitting bewezen, wat aan den agent Slimmens is verhaald geworden. Eindelijk wijst pleiter op de verklaring van getuige P. Wijnen. Het geheele schuldbewijs zou dus geput worden uit de verklaring van getuige Neter, die zooals hg reeds aangetoond heeft, niet erg betrouwbaar is. Hier tegenover staat het vertrouwen dat be klaagde geniet in Goes, ook bij zgn patroon, waar hg nog steeds in dienst is, en het feit dat hij in den heer v. d. Mandere een zoodanige beschermer heeft gevonden, dat hij hem zelfs een rempla^ant beloofd had. Hij kan niet gelooven, dat beklaagde tot zulk een lage daad in staat zou zijn, wijst er op dat geen spoor van het ontvreemde gevonden is en bekl. geenerlei luxurieuse levenswijze voert. Hg concludeert tot vrijspraak met veroordeeling van den staat in de kosten. De A. v. h. O. M. repliceerende, wijst er op dat verdediger zich beroept op de onbetrouwbaarheid van getuige Neter, doch dit is niet aan hem om te constateeren, dooh wel kan hij verklaren, dat Neter een uitstekend geheugen heeft. Verdediger zegt dat het niet vaststond dat er 2 muntbiljetten waren, doch al de bedienden van v. Heel verklaren dat er niemand aan het geld geweest is, en er ook geen ander geld kon zyd, dan door beklaagde daar is neergelegd. Hij blijft persisteeren bij zijne vordering. De verdediger repliceerende, betoogt dat door 3 getuigen de beproefde eerlijkheid van beklaagde is bewezen. Hij is in bewondering over het geheugen van Neterhet is om voor te knielen, zegt hij. Im mers in de zenuwachtige opgewondenheid, waarin hij na de ontdekking van het vermissen van den wissel, naar het kantoor van Van Heel is gesneld, wist hij zich nog tot zelfs in centen dadelijk te herinneren met welke munt hg beklaagde had be taald. De geloofwaardigheid van getuige C. Mol blijft hij wraken en zegt dat om beklaagde's ver oordeeling te verkrggen, er rechtens andere bewijzen moeten geleverd worden. Hierna wordt bekl. nogmaals gehoord, die zgne onschuld blgft volhouden. De President verklaart hierna de zitting gesloten en de uitspraak bepaald op heden over 8 dagen. De Rechtbank was samengesteld uit de heeren mr. J. van der L9k de Clercq, voorzitter en mrs. jhr. E. P. Schorer en Ph. J. Callenfels, rechters. Gemengde Berichten. De gave van het gezang is aan vele vogel soorten verleend. Dat er evenwel een vogelsoort bestaat, die dansen kan, is misschien aan slechts weinigen bekend. Deze aan Terpsichore hulde bren gende vogel treft men in Guyana en Noord-Braziliö aan. Het is het rots- of kliphoen (Rupicola crocea Rupicola eleganswelks huid vaak door de Indianen als sieraad gedragen wordt. Een reiziger geeft hiervan de volgende beschrij ving: »Op een wandeltocht in de omgeving van het meer Amuen in Britsch-Guyana maakte mijn gids mij opmerkzaam op een kleine plek te midden van een weelderigen plantengroei, waarop zelfs geen enkel grashalmpje te zien was. De bodem was op die plaats zoo glad, alsof menscbenbanden hem geëffend hadden. Op mijn van groote verbazing getuigende vraag gaf mijn gids mij ten antwoord, dat wij hier een dans zaal der Rupieola's voor ons hadden, die pas kort geleden door de gevederde dansvirtuozen verlaten was geworden, waarschijnlijk ten gevolge van onze luidruchtige nadering. Wij verscholen ons uiterst 1 behoedzaam in het nabijzijnd struikgewas, in de hoop, dat het dansgezelschap terug zou keeren, om zijn afgebroken dans voort te zetten. Werkelijk hoorden wij na verloop van slechts weinige minuten, gedu rende welke wij ons zonder eenig gedruis in onze veilige schuilplaats verborgen hielden, het eigenaardig tjilpend geluid der Rupieola's. Een voor een kwamen de sierlgke, heerlijk oranje rood gekleurde vogeltjes weer aanvliegen. Verschei dene hunner vormden een kring om de dansplaats heenandere wederom streken op de naastbij zijnde laagste takken neder. Een der mannetjes sprong in het midden der voor het dansen bestemde plek. Hg begon ziju vleugels uit te breiden, wierp zgn kopje omhoog en spreidde, evenals de pauw, zgn veeren als een waaier uit. Daarop stapte hg eenige keeren in een kring rond en krabbelde met zgn pooten over den grond. Dit ging gepaard met een bevalligen, huppelenden gang. De overige vogels zaten nagenoeg onbeweeglgk toe te kijken zg waren blijkbaar de bewonderende toeschouwers. Eindelijk scheen het dansende diertje vermoeid te zijnhet deed een eigenaardig gorgelend geluid hooren, waar mede het als 't ware het einde der voorstelling aankondigde. Toen hg het tooneel verlaten had, nam een ander mannetje zijn plaats in. Zoo traden achtereenvolgens drie voor het publiek op, om zich daarna met een gevoel van trotsche zelfvoldoening weer bij de andere vogels te voegen. Juist wilde een vierde danser bljjken vau zgn vlugheid en vaardigheid afleggen, toen het geritsel van een tak, dien ik tot nog toe omlaag had gedrukt, om het merkwaardig schouwspel beter te kunnen gadeslaan, en dien ik thans onvoorzichtig genoeg losliet, de diertjes deed schrikken. In een oogwenk was het vlugge vroolijke dansgezelschap weggevlogen. Wg hadden 18 mannetjes en ongeveer 3 wijfjes geteld. (Vr. v. d. D.) Op de lijn New-York—St. Louis loopt sedert 22 October een eigenaardige posttrein, welks wagens gemaakt zgn van bgzonder sterk hout, zoodat geen geweerkogel ze kan doorboren. De balcons, welke zich tusschen al de andere wagens bevonden, zijn vermeden, zoodat spoorwegroovers nergens gelegen heid hebben, op den trein te springen en van daar uit de reizigers in den trein te beschieten. De wagens zelf zjjn zoo dicht aan elkaar gekoppeld, dat men den trein voor óen wagen zou houden. Den bewoners van het plaatsje Grohow bg Fiume is in letterlijken zin de grond onder de voeten weggezonken. Aardstortingen hebben overal in den omtrek scheuren en spleten in den bodem doen ont staan, gisteren zijn weer twee huizen ingestort, en een commissie van deskundigen heeft uitgemaakt dat de geheele ondergrond reeds in de diepte ver zwolgen is, zoodat Grohow datzelfde lot wel zal deelen. Alle inwoners zijn dan ook in naburige plaat sen ingekwartierd. Te Glasgow ging de vrouw van den hotelier M'Neil, een bekend internationaal" voetbalspeler, Zondagmiddag naar haar slaapkamer om eenige uren rust te nemen. Toen haar echtgenoot kort daarop boven kwam, vond hij haar zwaar ademend en ont dekte, dat eenige valsche tanden in haar keel vast zaten. Voor dokterhulp kon worden ingeroepen, was de ongelukkige gestikt. Verkoopingen en Verpachtingen. Datum. PlaatB. Voorwerpen. Informatiën. 9 Nov. Goes, hofstede, Pilaar. 9 's-Heer Arendskerke, boomen, l)e Ronde Bresser. 11 Knpelle, wisschen, Pelle. 11 Kapelle, afbraak en boomen, I)e Ronde Breaier. 12 Goes, paard, tilbury en kerfbak, Hollmann. 13 Heinkenszand, boomen, De Ronde Bresser. 13 Ovezand, galanterieën, hit, kar, Hollmann. 14 Kruiningen, boomen, Prins. 14 Sinoutskerke, boomen, De Ronde Bresser. 14 's-Gravenpolder, huishoudelijke inboedel, P. Overman. 15 'e-Heer Arendsk. boomen, P. Overman. 15 Heinkenszand, huis, meubels en arbeidersgereedschappen, De Ronde Bresser. 15 Kapelle, wisschen en hakhout, Pilaar en mr. Liebert. 16 1 Nisse, boomen, Pilaar. 16 f Goes, woonhuis en erf, Mr. Liebert. 16 Ovezand, boomen, De Ronde Bresser. 18 Goes, hofstede en landerijen, Pelle en Lansen Croin. 19 «- Goes, woonhuis, Pelle en Lansen Croin. 20 'b Heer Arendsk., boomen, Pilaar. 20 Ierseke, verp. land en regenbak, Ontvang-r Ned. Herv. Gemeente. 20/21 Goes, meubels, 21 Goes, boomen, Kapelle, boomen, Oudelaude, boomen, Waarde, boomen, Ierseke, huizen, Nisse, boomen, Kruiningen, boomen, 29 30 2 Dec. 's-lieer Arendskerke, boomen, Ovezand, boomen, Ierseke, inboedel, Nieuwdorp, boomen, Heinkenszand, hofstede, 's-Ileerenhoek, boomen, Kruiningen, boomen, Waarde, boomen, Ierseke, huizen en erven, Wilhelminapolder, booraeu, W olfertsdijk, boomen, 's Heer Arendsk., boomen, Ned. Herv. Pelle en Lansen Croin. Pilaar. Plins. Van der Kloes. De Ronde Bresser. Prins. P. Overman. De Ronde Bresser M11I. Houwer. De Ronde Bresser. Prins. Van der Kloes Da Ronde Bresser. P. Overman. Prins. Pilaar. Pelle en Lansen Croin. Mr. Liebert P. O-erman De Ronde Bresser. 's Ileereuhoek, woonh. en meubilair, De Ronde Bresser. Te houden Aanbestedingen. Datum. Plaats. Voorwerpen. Informntiën. 15 Nov. Middelburg, her-tellen, vernieuwen en onderhouden van prov. waterstaats werken en wegen, Prov. ingenieurs en opzichters Watergetijen voor Ierseke. dagen. hoogwater. laagwater. Voorm. Nam. Voorm. Nam. 9 November 6.50 7.23 0.52 1.20 10 8.— 8.42 1.53 2.80 11 9.25 10.3 8.12 8 55 12 10.40 11.14 4.33 5.10 18 11.46 5.44 6.16 14 0.14 0.39 6.44 7.9 15 1.8 1.25 7.83 7.55 Druk F. Kleeuwens Zood. Goes.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1895 | | pagina bijlage 2