wanneer beklaagde in den winkel komt, bij bem
dan soms papier tot opteekenen geeft.
4e getuige W. Verhoeven verklaart, dat beklaagde
op het kantoor bg v. H. is als loopjongen. Dien
dag had de bekl. het geld van verscheidene wissels
af te dragen. Bg terugkomst op het kantoor heeft
hij ze geboekt en o. a. ook den bewusten wissel
gevonden tusschen de andere, die terug kwamen.
Getuige deed eenige uitlegging uit het ter terecht
zitting aanwezige boek, waarin hij de wissels schrijft.
Hg verklaart er bij tegenwoordig geweest te zijn
toen dhr. Neter kwam en hem heeft hooren ver
klaren, dat de wissel betaald was, terwijl bekl. be
weerde, dat dit niet het geval was, doch dat hij
uitgesteld was tot Maandag. Neter ontkende dit.
Get. verklaart verder op het kantoor ontvangen te
hebben f 1351,42 waaronder zich 2 bankbiljetten
van f50 bevonden. Behalve beklaagde loopt nog
Van Huet voor het kantoor met wissels, doch hij
acht het niet mogeljjk, wat ook door beklaagde
bevestigd wordt, dat er geld van Van Huet onder
dit bedrag kon zijn.
Bekl. wordt thans door den president gewezen
op de zeer bezwarende omstandigheid, dat meer
dan een biljet van f 50 onder het afgedragen geld
gevonden is, waarvan hij de herkomst niet kan
aantoonen, waaruit dus moet worden afgeleid, dat
hij meer zou hebben ontvangen dan beklaagde be
weert.
De A. v. h. O. M. (de off. van justitie) vraagt
getuige wie er op het kantoor was, toen hij van
half 2 tot 3 uren het kantoor verlaten had. De
getuige antwoordtWolf.
De verdediger vraagt den getuige hoe hij heeft
kunnen beweren dat er 2 bankbiljetten van f50
waren, waarop deze zegt, alleen het zilver te hebben
zien uitstorten, daar hij toen juist weg ging.
De verdediger constateert, dat hg dus niet gezien
heeft, dat die muntbiljetten van i Ï0 er wart-n.
De zitting, die een half uur geschorst werd, wordt
te 18/4 ure heropend.
Getuige P. Wolf verklaart te zijn werkzaam bij
dhr. Van Heel als boekhouder en 0. a. de wissels,
ter incasseering voor de jongens, uit te zoeken.
Op dien dag is beklaagde om half twee terug ge
komen en heeft het zilvergeld neergelegd op de toon
bank, waarop geen ander geld lag. Er bestond dus
geen mogelijkheid, dat dit vermengd zou kunnen
worden met het geld, dat Van Huet opgehaald
had. Hg heeft de bankbiljetten wel gezien, doch
weet niet van welk bedrag zij waren. Hij kan niet
precies meer verklaren, dat Verhoeven hem gezegd
heeft dat er 2 bankbiljetten van f 50 waren. Op
de vraag van den Voorzitter of het niet de ge
woonte is, dat de loopjongens bij terugkomst ver
klaren, waarom een wissel niet betaald wordt, ant
woordt hij bevestigend. In 't algemeen weet hg
weinig te zeggen, wat erop 't kantoör gebeurd is,
toen Ca. Mol en Neter er waren.
Een der rechters vraagt den getuige of de mo
gelijkheid bestaat, dat door een der bedienden van
het kantoor ondertusschen voor het een of ander
doel geld gewisseld is, zoodat dus voor zilvergeld
muntbiljetten in de plaats gekomen zijn. Deze ant
woordt bevestigend en zegt dat het personeel met
beklaagde inbegrepen, 5 bedraagt. In zijne tegen
woordigheid is er echter niet gewisseld.
De A. v. h. O. M. vraagt wie er op 't kantoor
was toen hij tegen 2 uur wegging. Get. antwoordt
Lunenburgwaaruit dus de Ambt. constateert dat
er altijd iemand op het kantoor geweest is.
Getuige Lunenburg verklaart eerste bediende te zijn
by deu heer Van Heel en op den middag van 3
Mei om half drie op 't kantoor te zjjn gekomen.
Hij zag Snoep bezig geld te tellen. In zgne tegen
woordigheid is er geen geld afgenomen, noch ge
wisseld. De 2e getuige Ca. Mol heeft hij niet ge
sproken, doch wel den le. get. die hemzelf kwam
halen. Hij zegt dat het kantoor nooit alleen staat.
Getuige Verhoevenwederom gehoord verklaart
van het g«ld iets afgenomen te hebben om eene
rekening te betalen.
Getuige Van Huet verklaart loopjongen bij de
firma Van Heel te zijn, op dien dag wissels ontvangen
te hebben, waarvan het bedrag door Wolf was ont
vangen. Niemand was aan het geld geweest, voor
deze het nazag.
Getuige Dkont heeft aan bekl. den 3den Mei een
wissel betaald van f 72 en eenten in 1 muntbiljet
van f 50, 2 van f 10 en klein geld.
Getuige Van Zweeden verklaarde beklaagde f 172,22
in zilvergeld en geen papier gegeven te hebben.
S noep heeft in zjjn winkel iets opgeteld.
Getuige Witkam heeft een tweetal wissels betaald
in papier, doch geen muntbiljetten. Hij weet niet,
dat er van deze des morgens in zijn kas waren.
Getuige Lena Korstanjewed. Mar. Kampheeft
Snoep betaald met een bankbiljet van f' 60 om
eenen wissel van f 59 en centen te voldoen, en dus
eenig kleingeld teruggekregen.
Getuige P. A. de Ligny heeft zilvergeld en bank
papier gegeven, in geen geval evenwel een munt
biljet van f 50.
Getuige A. Mulder betaalde een wissel van f78
en centen. Hij weet evenwel niet meer waarmee.
Door den A. v. h. O. M. er op gewezen dat hij
den 5en Mei aau den agent van politie Slimmens
verklaard heeft er geene muntbiljetten van f 50 onder
waren, zegt hg het zich niet meer met zekeiheid
te kannen herinneren Er is nog iemand bjj hem
geweest om naar dit geld te vragen, en vermeent
dat getuige Verboeven het was.
Dit wordt door dezen bevestigd en hg verklaart dat
hg de opgave voor den rechter van instuctie door
getuige gedaan, de juiste acht.
Getuige Visser heeft een wisseltje van f 3,67 moe
ten betalen en dit afgepast gegeven.!
Getuige Sandijck moest f 82,66 betalen en heeft
dit gedaan in specie.
Getuige A. Quakkelaar idem f 83,84 kan geen
b ipaald antwoord geven op de vraag of er papieren
geld bij was. Hg heeft dit wel den 5den Mei aan
Slimmens bovengenoemd verklaard.
Getuige P. Van Wijnenvrouw van S. Parkbeeft
een wissel van f 20 en centen betaald met een munt
biljet van f 50.
Beklaagde zegt »f 60." Getuige Verhoeven geroe
pen, zegt dat zij later (bij bovengenoemd onderzoek)
ook aan hem verklaard heeft, dit een van f 60 was.
Getuige blijft bij hare meening.
Getuige Van de Ven heeft een bankbiljet van
f 100 en verder kleingeld gegeven.
Getuige J. A. Visser heeft f 19,55 met een bank
biljet van f 25 betaald en de rest terug gehad.
Getuige Smit een wissel van f 24,80 in specie.
Getuige Bolland betaalde 3 Mei een bedrag van
f 180, doch hij weet zich niet meer te herinneren
waarin. Gewezen op zijne verklaring voor den hoofd
agent Slimmens, herinnert hg zich een bankbiljet
van f 200 gegeven te hebben en f 20 in zilver te
rug ontvangen te hebben.
Getuige Faberij de Jonge beroept zich op zijne ver
klaring aan de politie, daar hij zich niets met zeker
heid weet te herinneren, doch in geen geval een
muntbiljet van f 50 gegeven te hebben.
Getuige L. J. Kooman geeft ook geen muntbiljet
van f 50 gegeven.
Hierna worden getuigen Verhoeven en getuigen
P. van Wijnen nogmaals geroepen, welke evenwel
bij hunne verklaringen blijven.
Thans worden de getuigen a decharge gehoord.
le. Ph. M. v. d. Manderedie verklaarde Snoep
reeds 3 jaar te kennen, en dat hem zgne heele
wgze van doen bekend is. Toen het feit voorviel
heeft hij hem zeer ernstig ondervraagd en ook ge
fouilleerd, doch, zooals hij wel vermoedde, niets kun
nen vinden. Op verzoek van Neter zou hij eerst den
beklaagde bg zich houden, tot dhr. v. Heel thuis
kwam, doch had hem even naar huis gezonden om te
eten. Als nu N. bem zag had deze de aanklacht in
gediend. Hij beveBtigt op verlangen van den verde
diger, dat hij beklaagde zoo noodig een remplayant
zou koopen.
De president wijst hierop beklaagde er nogmaals op
schuld te bekennen, zoo hij het gedaan heeft, doch
deze houdt zijne onschuld vol.
2e. getuige J. A. van Heel verklaarde in zulk
eene duistere zaak geen vrijheid gevonden te hebben
den beklaagde weg te zenden toen hij van diefstal
werd beschuldigd, en bekl. dan ook nog steeds in
zijn dienst te hebben. Het geld dat Snoep gestort
had was blijven liggen, omdat Lunenburg spoedig
weg wilde daar roodvonk bij hem aan huis was en
daardoor Wolf verzocht had spoedig te gaan eten.
Het onderzoek, na dat der politie, is op zijn bevel
ook bg diverse personen, die dien dag wissels be
taald hadden, geschied. Hg had gehoord dat er door
Verhoeven 2 bankbiljetten van f50 waren afge
nomen terwijl niet kon opgehelderd worden, waar
het eene vandaan kwam. Hij twgfelde toen nog
niet aan beklaagdes eerlijkheid.
3e. getuige L. J. de Jongli verklaart met Ca.
Mol gesproken te hebben ongeveer op 25 Mei en
deze verklaarde dat getuige Neter wilde hebben dat
zij zou verklaren, dat ook in den winkel was geweest
eene zekere Sara Barkelau. Zij kon dit nietwant
zij had deze niet gezien.
Getuige Ca. Mol ontkent dit en zegt, dat S.
Barkelau haar gezegd heeft, dat zij ook in den win
kel was.
Getuiga Neter zegt, dat bewuste Sara Barkelau
er niet bij tegenwoordig was.
4e getuige Ca. Fokke, vrouw van L. J. de Jongb,
bevestigt de verklaring van haar man, dat Ca. Mol
gezegd had, dat Neter haar verzocht had te zeggen,
dat ook Sara Barkelau in den winkel geweest zou
zijn.
5e getuige Joseph Wolf verklaart dat hij eenmaal
aan Snoep f 10 te veel g6geven had en deze hem
er toen op attent gemaakt had.
6e getuige Lucia Cornelia Hufkens brengt eveneens
een bewijs van eerlijkheid van beklaagde bg, door
te verklaren dat hij 2 jaar geleden haar eveneens
op een abuis bad attent gemaakt.
7e getuige J. A. Schippers, vrouw van J. Kooman,
spreekt over een dergelijk feit.
Getuige Neter, nogmaals gehoord, bg zijn reeds
vroeger afgelegde verklaring blijvende, zegt zich
onmogelijk te hebben kunnen vergissen.
Eindelijk komt beklaagde nogmaals voor en wordt
er op gewezen, dat hij slechts óéa muntbiljet van
f 50 heeft ontvangen en er op het kantoor 2 heeft
verautwoord. De president vraagt of hij nu niet
erkent er één van getuige Neter ontvangen te heb
ben. Hg antwoordt hierop, dat hij dat niet kan ver
klaren en zegt verder niets te zeggen te hobben.
De verdediger vraagt hieiop getuige van Huet
of bij gehoord heeft wat Ca. Mol op het kantoor
van Van Heel gezegd heeft. Hg antwoordt in be
vestigenden zin »dat Neter wel f 600 aan zilver heeft
betaald." Ca. Mol, hierop voorgeroepen, zegt hiervan
niets te weten.
De A. v. h. O. M., hierop het woord verkrijgende,
wijst op de groote emotie, die deze zaak in Goes
gebracht heeft en wijt het lange uitstel van behan
deling aan den velen tijd van voorbereiding. Hij heeft
echter weinig tijd noodig om tot eene vordering te
komen, en had niet veel getuigen noodig om daar
toe te geraken. Beklaagde staat terecht voor dief
stal van een wissel, en de verklaringen van verschil
lende getuigen bevestigen dit.
Spreker gaat hierop in het kort den loop der zaak
na en wijst er op, dat bekl. bekend heeft den wis
sel weder méegenomen te hebben. Door de verkla
ring van de 2e. getuige, die gezien heeft dat Neter
eenige bankbiljetten heeft gegeven, terwijl bekl. zegt
er slechts één ontvangen te hebben, wordt het be
wijs van diefstal gepleegd te hebben verscherpt.
Op het kantoor is geconstateerd dat er 2 munt
biljetten van f 50 waren, terwijl alle bedienden ver
klaarden dat er niemand aan het geld geweest was.
Verder was ook door geen der getuigen een muntbiljet
van f 50 gegeven Jdan door den getuige J. C. Dhont,
terwijl de verklaring van getuige P. van Wijnen,
dat zij een muntbiljet van f 50 gegeven bad, door
beklaagde zelf wordt tegengesproken. Er blgft dus
over een muntbiljet van f 50, dat juist nu door
Neter aan bem gegeven is, zooals ook uit de verkl.
van getuige C. Mol blijkt.
Hij blijft dus persisteeren bij zijne meening dat
er hier diefstal gepleegd is van den wissel en eischt
eene gevangenisstraf van 6 maanden en in de kosten.
De verdediger, hierop het woord verkregen heb
bende, wij8t op het zonderlinge van de zaak, waar
aan den eenen kant een steeds als eerlijk koopman
bekend man staat, en aan den anderen kant een overal
als eerlijk bekend staand jongmenscb, die reeds eenige
jaren trouw en eerlijk zijn patroon gediend heeft.
Hij wijst er op, dat Neter een vergissing heelt kun
nen begaan, en er wel wat op zijne nauwgezetheid
aan te merken is, daar hij het niet noodzakelijk
acht er een kasboek op na te houden, wat toch voor
iemand, dia een groote zaak heeft, wel zeer beden
kelijk mag heeten. Verder ook noemde hij het be
denkelijk wissels om half 2 te betalen en eerst om
4 uur te boeken.
Volgens zijne meening kan de rechtbank toch geen
waarde hechten aan de verklaringen van Coma. Mol,
die af en toe zich zelf tegenspreken. Zij toch heeft,
bij voorbeeld, bij V. Heel op het kantoor verklaard,
wat Verhoeven en Huet betuigen, dat Neter wel
f 600 aan zilver heeft betaald, terwijl het vaststaat
het nog geen f 100 geweest is. Sprekers meening
is dat Neter er tuk op is, om slechts bewijzen van
schuld aan te brengen tegen beklaagde. Hij neemt
hem kwalijk bewijsmiddelen aan te voeren, die den
toets der waarheid niet kunnen doorstaan, doch zal
hem er niet te hard overvallen, daar het om zijn
eer en goeden naam gaat.
Hij gaat thans over tot de zaak der beide munt
biljetten van f 50 en zegt allereerst dat het vol
strekt niet bewezen is, dat er werkelijk 2 geweest
zijn en beroept zich hiertoe op de verklaringen
der getuigen Verhoeven, Wolf en Lunenburg. De
afwezigheid van den heer Van Heel wegens uit-
stedigheid, en Lunenburg grootendeels, wegens be
smettelijke ziekte, doet wel vermoeden er dien dag
minder attentie op de zaken is geweest dan ge-
woonljjk.
Verder is er nog nietB, dat bewijst dat het munt
biljet van Neter afkomstig is. Pleiter wijst daartoe
eerstens op de verklaring van getuige Mulder, en
getuige Quakkelaar, die zich niet meer herinneren
konden wat zij gegeven haddenook is niet ter
terechtzitting bewezen, wat aan den agent Slimmens
is verhaald geworden. Eindelijk wijst pleiter op de
verklaring van getuige P. Wijnen.
Het geheele schuldbewijs zou dus geput worden
uit de verklaring van getuige Neter, die zooals hg
reeds aangetoond heeft, niet erg betrouwbaar is.
Hier tegenover staat het vertrouwen dat be
klaagde geniet in Goes, ook bij zgn patroon, waar
hg nog steeds in dienst is, en het feit dat hij in
den heer v. d. Mandere een zoodanige beschermer
heeft gevonden, dat hij hem zelfs een rempla^ant
beloofd had. Hij kan niet gelooven, dat beklaagde
tot zulk een lage daad in staat zou zijn, wijst er
op dat geen spoor van het ontvreemde gevonden is
en bekl. geenerlei luxurieuse levenswijze voert.
Hg concludeert tot vrijspraak met veroordeeling
van den staat in de kosten.
De A. v. h. O. M. repliceerende, wijst er op dat
verdediger zich beroept op de onbetrouwbaarheid van
getuige Neter, doch dit is niet aan hem om te
constateeren, dooh wel kan hij verklaren, dat Neter
een uitstekend geheugen heeft. Verdediger zegt dat
het niet vaststond dat er 2 muntbiljetten waren,
doch al de bedienden van v. Heel verklaren dat er
niemand aan het geld geweest is, en er ook geen
ander geld kon zyd, dan door beklaagde daar is
neergelegd. Hij blijft persisteeren bij zijne vordering.
De verdediger repliceerende, betoogt dat door 3
getuigen de beproefde eerlijkheid van beklaagde is
bewezen. Hij is in bewondering over het geheugen
van Neterhet is om voor te knielen, zegt hij. Im
mers in de zenuwachtige opgewondenheid, waarin
hij na de ontdekking van het vermissen van den
wissel, naar het kantoor van Van Heel is gesneld,
wist hij zich nog tot zelfs in centen dadelijk te
herinneren met welke munt hg beklaagde had be
taald. De geloofwaardigheid van getuige C. Mol
blijft hij wraken en zegt dat om beklaagde's ver
oordeeling te verkrggen, er rechtens andere bewijzen
moeten geleverd worden.
Hierna wordt bekl. nogmaals gehoord, die zgne
onschuld blgft volhouden.
De President verklaart hierna de zitting gesloten
en de uitspraak bepaald op heden over 8 dagen.
De Rechtbank was samengesteld uit de heeren
mr. J. van der L9k de Clercq, voorzitter en mrs.
jhr. E. P. Schorer en Ph. J. Callenfels, rechters.
Gemengde Berichten.
De gave van het gezang is aan vele vogel
soorten verleend. Dat er evenwel een vogelsoort
bestaat, die dansen kan, is misschien aan slechts
weinigen bekend. Deze aan Terpsichore hulde bren
gende vogel treft men in Guyana en Noord-Braziliö
aan. Het is het rots- of kliphoen (Rupicola crocea
Rupicola eleganswelks huid vaak door de Indianen
als sieraad gedragen wordt.
Een reiziger geeft hiervan de volgende beschrij
ving: »Op een wandeltocht in de omgeving van het
meer Amuen in Britsch-Guyana maakte mijn gids
mij opmerkzaam op een kleine plek te midden van
een weelderigen plantengroei, waarop zelfs geen enkel
grashalmpje te zien was. De bodem was op die plaats
zoo glad, alsof menscbenbanden hem geëffend hadden.
Op mijn van groote verbazing getuigende vraag gaf
mijn gids mij ten antwoord, dat wij hier een dans
zaal der Rupieola's voor ons hadden, die pas kort
geleden door de gevederde dansvirtuozen verlaten
was geworden, waarschijnlijk ten gevolge van onze
luidruchtige nadering. Wij verscholen ons uiterst 1
behoedzaam in het nabijzijnd struikgewas, in de hoop,
dat het dansgezelschap terug zou keeren, om zijn
afgebroken dans voort te zetten. Werkelijk hoorden
wij na verloop van slechts weinige minuten, gedu
rende welke wij ons zonder eenig gedruis in onze
veilige schuilplaats verborgen hielden, het eigenaardig
tjilpend geluid der Rupieola's.
Een voor een kwamen de sierlgke, heerlijk oranje
rood gekleurde vogeltjes weer aanvliegen. Verschei
dene hunner vormden een kring om de dansplaats
heenandere wederom streken op de naastbij zijnde
laagste takken neder. Een der mannetjes sprong in
het midden der voor het dansen bestemde plek.
Hg begon ziju vleugels uit te breiden, wierp zgn
kopje omhoog en spreidde, evenals de pauw, zgn
veeren als een waaier uit. Daarop stapte hg eenige
keeren in een kring rond en krabbelde met zgn
pooten over den grond. Dit ging gepaard met een
bevalligen, huppelenden gang. De overige vogels
zaten nagenoeg onbeweeglgk toe te kijken zg waren
blijkbaar de bewonderende toeschouwers. Eindelijk
scheen het dansende diertje vermoeid te zijnhet
deed een eigenaardig gorgelend geluid hooren, waar
mede het als 't ware het einde der voorstelling
aankondigde. Toen hg het tooneel verlaten had,
nam een ander mannetje zijn plaats in. Zoo traden
achtereenvolgens drie voor het publiek op, om zich
daarna met een gevoel van trotsche zelfvoldoening
weer bij de andere vogels te voegen. Juist wilde
een vierde danser bljjken vau zgn vlugheid en
vaardigheid afleggen, toen het geritsel van een tak,
dien ik tot nog toe omlaag had gedrukt, om het
merkwaardig schouwspel beter te kunnen gadeslaan,
en dien ik thans onvoorzichtig genoeg losliet, de
diertjes deed schrikken. In een oogwenk was het
vlugge vroolijke dansgezelschap weggevlogen. Wg
hadden 18 mannetjes en ongeveer 3 wijfjes geteld.
(Vr. v. d. D.)
Op de lijn New-York—St. Louis loopt sedert
22 October een eigenaardige posttrein, welks wagens
gemaakt zgn van bgzonder sterk hout, zoodat geen
geweerkogel ze kan doorboren. De balcons, welke
zich tusschen al de andere wagens bevonden, zijn
vermeden, zoodat spoorwegroovers nergens gelegen
heid hebben, op den trein te springen en van daar
uit de reizigers in den trein te beschieten. De wagens
zelf zjjn zoo dicht aan elkaar gekoppeld, dat men
den trein voor óen wagen zou houden.
Den bewoners van het plaatsje Grohow bg
Fiume is in letterlijken zin de grond onder de voeten
weggezonken. Aardstortingen hebben overal in den
omtrek scheuren en spleten in den bodem doen ont
staan, gisteren zijn weer twee huizen ingestort, en
een commissie van deskundigen heeft uitgemaakt
dat de geheele ondergrond reeds in de diepte ver
zwolgen is, zoodat Grohow datzelfde lot wel zal
deelen. Alle inwoners zijn dan ook in naburige plaat
sen ingekwartierd.
Te Glasgow ging de vrouw van den hotelier
M'Neil, een bekend internationaal" voetbalspeler,
Zondagmiddag naar haar slaapkamer om eenige uren
rust te nemen. Toen haar echtgenoot kort daarop
boven kwam, vond hij haar zwaar ademend en ont
dekte, dat eenige valsche tanden in haar keel vast
zaten. Voor dokterhulp kon worden ingeroepen, was
de ongelukkige gestikt.
Verkoopingen en Verpachtingen.
Datum. PlaatB. Voorwerpen. Informatiën.
9 Nov. Goes, hofstede, Pilaar.
9 's-Heer Arendskerke, boomen, l)e Ronde Bresser.
11 Knpelle, wisschen, Pelle.
11 Kapelle, afbraak en boomen, I)e Ronde Breaier.
12 Goes, paard, tilbury en kerfbak, Hollmann.
13 Heinkenszand, boomen, De Ronde Bresser.
13 Ovezand, galanterieën, hit, kar, Hollmann.
14 Kruiningen, boomen, Prins.
14 Sinoutskerke, boomen, De Ronde Bresser.
14 's-Gravenpolder, huishoudelijke inboedel, P. Overman.
15 'e-Heer Arendsk. boomen, P. Overman.
15 Heinkenszand, huis, meubels en
arbeidersgereedschappen, De Ronde Bresser.
15 Kapelle, wisschen en hakhout, Pilaar en mr. Liebert.
16 1 Nisse, boomen, Pilaar.
16 f Goes, woonhuis en erf, Mr. Liebert.
16 Ovezand, boomen, De Ronde Bresser.
18 Goes, hofstede en landerijen, Pelle en Lansen Croin.
19 «- Goes, woonhuis, Pelle en Lansen Croin.
20 'b Heer Arendsk., boomen, Pilaar.
20 Ierseke, verp. land en regenbak, Ontvang-r
Ned. Herv. Gemeente.
20/21 Goes, meubels,
21 Goes, boomen,
Kapelle, boomen,
Oudelaude, boomen,
Waarde, boomen,
Ierseke, huizen,
Nisse, boomen,
Kruiningen, boomen,
29
30
2 Dec.
's-lieer Arendskerke, boomen,
Ovezand, boomen,
Ierseke, inboedel,
Nieuwdorp, boomen,
Heinkenszand, hofstede,
's-Ileerenhoek, boomen,
Kruiningen, boomen,
Waarde, boomen,
Ierseke, huizen en erven,
Wilhelminapolder, booraeu,
W olfertsdijk, boomen,
's Heer Arendsk., boomen,
Ned. Herv.
Pelle en Lansen Croin.
Pilaar.
Plins.
Van der Kloes.
De Ronde Bresser.
Prins.
P. Overman.
De Ronde Bresser
M11I. Houwer.
De Ronde Bresser.
Prins.
Van der Kloes
Da Ronde Bresser.
P. Overman.
Prins.
Pilaar.
Pelle en Lansen Croin.
Mr. Liebert
P. O-erman
De Ronde Bresser.
's Ileereuhoek, woonh. en meubilair, De Ronde Bresser.
Te houden Aanbestedingen.
Datum. Plaats. Voorwerpen. Informntiën.
15 Nov. Middelburg, her-tellen, vernieuwen en
onderhouden van prov. waterstaats
werken en wegen, Prov. ingenieurs
en opzichters
Watergetijen voor Ierseke.
dagen.
hoogwater.
laagwater.
Voorm.
Nam.
Voorm.
Nam.
9
November
6.50
7.23
0.52
1.20
10
8.—
8.42
1.53
2.80
11
9.25
10.3
8.12
8 55
12
10.40
11.14
4.33
5.10
18
11.46
5.44
6.16
14
0.14
0.39
6.44
7.9
15
1.8
1.25
7.83
7.55
Druk F. Kleeuwens Zood. Goes.