1895 N°. 133.
Zaterdag 9 November.
82sle jaargang.
Bij (lit no. behoort een bijvoegsel.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bg de hearen Nijgh Van Ditmar te Botterdam en verder
bg alle Boekverkooper» en Brievengaarders,
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 etc
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjj»
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, hnwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
ïnsendlnff van adverteaitiëa veer 3 «ren op den dag der uitgave»
Kunstzin en welstand.
Men schrijft uit Amsterdam aan de N. R. Ct..-
»Het feit, dat de Nederlandsche Opera, blijkens
de door den Raad van bestuur verspreide circulaire,
zich in fioanciöele moeiljjkheden bevindt, zóó ernstig,
dat indien niet spoedig hulp komt dagen, de voor
stellingen 16 November worden gestaakt, verdient
de aandacht ook van hen, die niet tot de direct
belangstellenden in het bestaan der Opera behooren.
Want het feit staat niet alleen en wijst, in verband
met de andere gelijksoortige verschijnselen, op oor
zaken van algemeene beteekenis.
Het is de laatste jaren bij meer inrichtingen van
publiek vermaak een harde strijd geweest om het
bestaan en die niet alreeds bezweken zijn, sleepen
een kwijnend leven voort. De Parkschouwburg staat
leeg, het Paleis voor Volksvlijt wordt in een vélo-
drome herschapen, het tbéatre »De Vereeniging"
in de Kalverstraat is opgedoekt, de schouwburg
Tivoli in de Nes afgebroken, het Grand Théfitre Van
Lier en het Salon des Variétés, ze staan nog over
eind, maar Of nu de kunst in al deze tem
pels gediend werd op zulk eene wijze, dat hun
verdwjjnen zoo zeer te betreuren valt, zij daargelaten.
Maar staat dat verdwijnen niet in betrekking tot eene
vermindering der algemeene welvaart, te gevoeliger
gemaakt door de steeds stjjgende belastingen, die
moeten worden opgebracht
De winkelstand klaagt reeds jaren over verminde
rend debiet, met name waar het dingen geldt, die
de grens der weelde naderen. In hoeverre zulke
klachten gegrond zjjn, valt niet gemakkelgk te con
troleeren maar het sluiten en verdwijnen van in
richtingen van publiek vermaak, die dienen te re
kenen vooral op den toeloop van den middelstand,
springt wèl klaar in het oog en wjjst, dunkt ons,
op eene verlaging van den levensstandaard, waarbjj
allereerst op het superfla bezuinigd wordt."
Tot zoover de Ainsterdamsche correspondent der
N. R. Ct. Ons dunkt, dat tegen zjjn betoog al da
delijk dit valt op te merken, dat niet mag daar
gelaten" worden de vraag of in al de bovengenoemde
tempels de kunst gediend wordt." Want, moet die
vraag ontkennend beantwoord worden, dan kan de
afwezigheid van het publiek uit den middelstand
zeer wel aan dat gemis aan kunst moeten worden
toegeschreven, en behoeft volstrekt niet verlaging
van den levensstandaard" daarvan de schuld te zijn.
Of mag bij den middelstand geen kunstzin veron
dersteld worden
Of er werkelijk zooveel malaise heerscht bij den
winkelstand, als beweerd wordt, durven ook wij
niet beslissen. Alle controle ontbreekt te dien op
zichte maar van die verlaging van den levens
standaard big kt maar een pover beetje.
Wjj gelooven dan ook, dat, wel verre van de
mindere belangstelling van het publiek in de kunst,
daaraan te moeten toeschrijven, er geheel andere
redenen zjjn, waarom publieke voorstellingen zooveel
minder bezocht worden dan vroeger (want de kwaal
vertoont zich ook buiten Amsterdam). We later er
hier enkele volgen
lo. Het steeds toenemend aantal plaatselijke ver-
eenigingen op allerlei gebied, en niet slechts op dat
der kunst, met de uit haar voortvloeiende verga
deringen, repetition, bijeenkomsten, lezingen, con
certen, enz., enz., waardoor niet alleen het manneljjk,
maar tegenwoordig zelfs het vrouweljjk deel van
het huisgezin tal van avonden buiten den huise-
Igken kring doorbrengt
2o. Het groot aantal tooneel- en andere gezel
schappen, waardoor het publiek zoodanig versnipperd
wordt, dat ten slotte geen hunner meer eene vol
doende recette maakt, om zich staande te kannen
honden
3o. De steeds klimmende eischen, die men stelt
aan zalen en tooneelen, regie, beschaving en ont
wikkeling der acteurs, waarvan eene hoogere entrée
het onvermijdelijk gevolg is, zoodat het weldra on
doenlijk zal worden met meerderen uit één huis
gezin naar eene tooneelvoorstelling of opera te gaan
4o. Het groot aantal lief hebber jj-gezelschappen
van allerlei aard, welker opvoeringen altijd voor
het groote publiek de meeste attractie big ven be
houden, omdat men veel liever een broer of eene
zuater op het tooneel ziet spelen, die geenerlei op
leiding en vaak ook geenerlei talent bezit, dan een
goed geschoold actenr met degeljjken kunstzin, die
uit den vreemde komt. Bovendien heeft men na
zulk eene liefhebberij-voorstelling meeBtal nog een
bal na, en daarvoor
We hebben bij dit alles natuurlgk minder de toe
standen in Amsterdam dan die in kleinere plaatsen
op het oog, maar vermoedeljjk zal veel van het
bovenstaande ook wel op de hoofdstad van toepas
sing zjjn.
Behalve het onder no. 3 door ons gereleveerde
punt, hebben de aangevoerde redenen weinig met
den welstand te maken, terwjjl alleen het laatste
punt misschien tegen den kunstzin van het publiek
zou kunnen getuigen.
Tegen de aangevoerde redenen van achteruitgang
een geneesmiddel over te stellen, is, gelooven we,
niet wel mogelijk, en misschien ook niet noodzake
lijk. We hebben allen eerbied voor de kunst en we
stellen de ware kunst zeer hoog, maar wanneer ze
alleen door kunstmiddelen of hoogopgevoerde be
scherming moet worden in stand gehouden, zal ze
toch slechts een kwijnend bestaan kunnen voeren.
Het eenige, dat gedaan kan worden, vooral in
een kleinen kring als de onze, is, dat men tracht
de financiëele krachten te vereenigen op enkele goede
voorstellingen gedurende het winterseizoen, en dat
men de overige gezelschappen, die zoo terloops eens
mochten komen, eenvoudig laat passeeren. En daar
toe bestaat hierterstede dezen winter eene uitstekende
gelegenheid.
GOES, 8 November 1895.
Men meldt uit den Haag aan de N. R. Ct.
Op de begraafplaats Eik en Duinen werd gisteren
aan de familie aangeboden het monument, door
vrienden en vereerders van ds. C. E. van Koet s-
v e 1 d op zijn graf geplaatst.
Het is een verheven en breed monument, 3
meter hoog, bg 1 meter breed en 75 cM. diep, dat
zich verheft aan den voet van deze grafzerk, waar
onder zijn stoffelijk overschot rust en waarop nu
ook is gebeiteld zjjn naam met bijvoeging: »pre-
dikant te 's-Gravenhagehofprediker."
Het vierhoekige monument van blauwen hard
steen heeft een obeliskvorm. Op een socle rust een
voetstuk, waarboven in slanken vorm het hoofd
gedeelte zich verheft dat bekroond wordt met een
kruisbloem. Op dat gedeelte is in vergulde letters
de opdracht gebeiteld»Ter nagedachtenis van ds.
Cornelis Elisa van Koetsveld V. D. M.", waaronder
een basreliëf, zijn portret in brons te aanschouwen
gevende, door den heer J. Keiler te Parijs geboet
seerd, en daaronder de geboorte- en overlijdensdata
18071893. Boven de opdracht is een ster, het
symbool der opstanding.
Op het voetstuk aan de voorzijde zijn in de hoe
ken de alpha en omega gehouwen en daaronder
Btaat gebeiteldZalig de dooden, die in den Heer
sterven. Hunne werken volgen hen."
Aan een der zijkanten zijn de voornaamste stich
tingen van Koetsveld genoemd »Zuiderkerk, Beth-
lebemskerk, en Idioten gesticht" en aan den anderen
zijkant een drietal zjjner voornaamste werken »Pas-
torie te Mastland," Gelijkenissen" en »Novellen."
De achterzijde is geheel gevuld met de vermelding
van de verschillende standplaatsen, door Van Koets
veld vervuld, en zjjn geboorte en sterfdata.
Door den heer mr. C. A. van der Kemp, voor
zitter van de commissie voor het huldebljjk, werd
het woord gevoerd.
De toespraak van den heer v. d. Kemp, onder
aanhoudenden regen uitgasproken, werd, nadat hij
het monument aan de familie had overgedragen, be
antwoord door ds. Van Koetsveld, predikant te Goes,
zoon van den gehuldigden leeraar. Met eene herinne
ring aan de troostrijke deelneming bij de ter aarde-
bestelling van zjjn vader op zoo treffende wijze ge
bleken, wees hij op de gezegende nagedachtenis, die
zijn vader heeft nagelaten. De treffende wijze, waarop
die man werd gehuldigd, bracht hem het woord van
den Duitschen dichter te binnenwat goed, schoon,
waar is, 't wordt niet vergeten, 't Leeft voort in
't lied, in de geschiedenis en in de menschheid.
Voorts vertolkte hij den innigen dank van de ge
heels familie, ook van den 90jarigen broeder van zijn
vader, thans verhinderd hier te zjjn, voor het blijk
van hulde aan de nagedachtenis van den man gewijd.
Zoolang God de verwanten het leven geeft zullen zjj
in dit monument zijne nagedachtenis in eere houden.
Bjj de plechtigheid waren aanwezig leerlingen en
vereerders van den eenmaal zoo geliefden evangelie
dienaar predikanten van de hervormde en van de
Luthersche gemeentende pastoor der oudkatho
lieken, bestuursleden van het Idiotengesticht en bijna
alle leden der commissie voor het huldeblijk.
Baarland. Tot lid van 't Burgerlijk Armbe
stuur is herkozen de heer G. Schipper.
De Provinciale Staten van Overjjsel hebben
tot lid van de Eerste Kamer gekozen den heer G.
J. van Heek (liberaal), met 30 van de 45 stemmen.
De Eerste Kamer is Woensdagavond bjj-
eengekomen tot hervatting harer werkzaamheden.
Ingekomen was een. missive van den heer A. J.
Bljjdenstein, houdende mededeeling dat hij wegens
langdurige ongesteldheid zijn ontslag genomen heeft
als lid der Kamer.
De Voorzitter wijdde eenige woorden van hulde
aan den heer Blijdenstein.
Nog was ingekomen een missive, houdende meede-
deeling van het overlijden van jhr. C. Hartsen, welke
reeds met een brief van rouwbeklag is beantwoord.
Nog waren ingekomen de laatstelijk door de
Tweede Kamer aangenomen wetsontwerpen, waar
onder de Indische begrooting voor 1896. j*
Niets meer aan de orde zijnde werd de vergade
ring verdaagd tot hedennamiddag.
Volgens gisteren te Rozendaal ontvangen offi-
ciëele telegrammen uit Brussel en Esschen, is de
doorvoer van varkens in België weder
toegestaan.
Naar de N. R. Ct. verneemt, is de vergun
ning voor den opslag van dynamiet op Ro
zenburg geschorst.
Over dit feit zal ongetwijfeld de geheels door
het dynamiet op Rozenburg bedreigde streek zich
verheugen, in de hoop, dat deze schorsing de voor
loopster zal zijn van een afdoenden maatregel tot
opheffing van het gevaar.
De kostbaarheden van den vorst
van Lombok, door ons buit gemaakt, en wel
ter gezamenlijke waarde van f 850,000, gaan suc
cessievelijk naar Nederland, ten einde aldaar geré-
aliseerd te worden. Met het stoomschip Burgemees
ter Den Tex" gaat de eerste bezending, ter waarde
van een ton, en zoo vervolgens, tot de gansche buit
in Nederland is, alwaar de kostbaarheden, waaronder
artikelen van groote waarde, wel grif koopers zullen
vinden. Ongetwjjfeld zullen ze in Nederland wel
eerst voor het publiek worden tentoongesteld en
het is jammer dat men hier daartoe geen gelegen
heid heeft opengesteld, want de schatten big ven uit
het oogpunt dat zij buit zijn gemaakt en van een
vorst afkomstig, die fabelachtig rijk werd genoemd,
eene kunstwaarde behouden, welke door eene ten
toonstelling in haar waarde wordt verhoogd.
Bat. Ebl.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Beroepen bg de Ned. Herv. Gem. te Katten-
dijke de heer J. G. M. Andreae, cand. te Woudenberg.
Wegens het overigden van J. van Liere is
Woensdag bij de oud-gereformeerde gemeente te
Borsele tot diaken benoemd, dhr. J. op 't Hof Jz.
Ter vervanging van ds. C. Giltay is door het
Classikaal Bestuur van Goes tot quaestor van de
Noord- en Zuid-Bevelandsche Classikale Weduwen-
beurs benoemd ds. F. Hage, predikant te Wol-
fertsdgk.
Hruiniiigeii. Door stemgerechtigde lidmaten
der Ned. Herv. Kerk alhier is als notabele herkozen
dhr. Jos. Krjjger, en gekozen in plaats van dhr. P.
Kole Mz., die bedankt had, dhr. M. A. Fran yogs.
Rechtszaken.
Iemand te Kloetinge diende bij den commis
saris van politie te Goes eene klacht in wegens be-
leediging en verzocht later aan den burgemeester
zijner woonplaats intrekking dier klacht, terwijl hij
weer later dien ambtenaar vroeg om er toch maar
gevolg aan te geven. Naar aanleiding hiervan werd,
toen een vervolging was ingesteld, de officier van
justitie te Middelburg daarin door de rechtbank niet
ontvankelijk verklaard, op grondlo. dat indiening
der klacht bij den burgemeester niet was eene be
hoorlijke indiening; 2o. dat bij wederindiening na
intrekking geen gevolg aan de klacht kon gegeven
worden.
Tengevolge van het hiertegen door den officier van
justitie ingestelde hooger beroep werd de zaak gisteren
voor het gerechtshof te 's-Gravenhage behandeld.
De procureur-generaal bij dit college kon zich met
den eersten grond der niet-ontvankelijkheid niet ver
eenigen maar wel met den tweeden en vorderde
daarom bevestiging der uitspraak van de rechtbank.
Uitspraak 21 dezer. (N. R. C.j
Door de Arnhemsche rechtbank zijn de viir
tuinjongens van Neerbosch, die een knaap die
vruchten gestolen had hadden mishandeld, respec
tievelijk veroordeeld de eerste twee tot eene gevan
genisstraf van een maand en veertien dagen, de
laatste twee van zeven dagen.
Woensdag werd in de zaak »Elbe— Crathie"
door de rechtbank te Rotterdam het zeer uitvoerige
en breed gemotiveerde vonnis uitgesproken.
Aan de Norddeutsche Lloyd is haar eisch geheel
toegewezen. De rechtbank overwoog, dat door onder
ling verband van gewichtige vermoedens bewezen is,
dat de Elbe en de Crathie met elkander in aanva
ring zijn geweestde schepen koersten toch in den
zelfden nacht in dezelfde richtiDg; zij waren ieder
op ongeveer dezelfde plaats in aanvaring geweest
er was ook volgens verslag der Crathie aan
gevaren met een groot stoomschip; beide schepen
hadden witte lichten van visschers gezien waren
zij niet met elkander in aanvaring geweest, dan had
men noodzakelijk nog van eene botsing van twee
andere schepen gehoord. Uit de verklaringen der
overgebleven bemanning der Elbe nam de rechtbank
aan, dat aan boord van dit stoomschip orde heeischte
en goed reglementair gevaren is, terwijl de verkla
ringen der bemanning der Crathie na ernstig
wikken en wegen als on vertrouwbaar werden
beschouwd. Bovendien was de verklaring van den
kok der Crathie geheel in strijd met de getuigenissen
der overige bemanning. De rechtbank kwam door
onderlinge vergelijking der getuigenissen tot de con
clusie, dat de Crathie uit den weg had moeten gaan
en bij haar de schuld van het treurige ongeluk te
zoeken is.
Had de Elbe ook schuld
Deze vraag beantwoordde de rechtbank mede in
het voordeel der Elbe. Dit laatste schip kon met
volle recht denken, dat de Crathie, zooals haar plicht
was, zou uitwijken. Wellicht had de Elbe beter kun
nen handelen door met de stoomfluit signalen te
geven, doch verplicht was zij hiertoe zeker niet, zoo
dat zij niet gezegd kon worden ook schuld te hebben.
(N. R. Ct.)
Gemengde Berichten.
lerseke. Woensdagavond (dankdag voor den
oogst) gaf de zang vereeniging Excelsior" te Ierseke,
in vereeniging met de zuster-vereeuigingen Alles wat
adem heeft love den Heer" te Kruiningen en >Zing
den Heere" te Wemeldinge eene openbare uitvoe
ring in de Ned. Herv. kerk alhier. Het denkbeeld
om een paar vreemde vereenigingen tot deelneming
uit te noodigen, scheen zeer op prijs gesteld te wor
den, want, hoewel de entréeprijs hooger was dan
gewoonlijk, was het aantal toehoorders veel grooter.
De kerk was zeer gevuld.
Wissekerke. Alhier zijn over de maand October
1895 behandeld aan het kantoor Wissekerke 75
telegrammen, waarvan ontv. 40 en verz. 35, en aan
het kantoor Kamperland 92 stuks, alsontv. 55,
verz. 37.
Twee bekende stroopers uit Mierloo (bij Hel
mond), J. v. L. en T. v. M., kenden in het dennen-
boscbje de Sang een druk bezocht hazenpaadje, waar
zij met goed gevolg dachten een hazenstrik te zetten.
Ook de jachtopziener V. wist dit pad en hield
zich er nu en dan schuil. Voor een paar dagen
namen beide stroopers hunne kaus waar, en v. L.
zette den strik, dicht bij de plaats waar de opziener
zich in een dicht begroeide sloot verborgen had,
zich stilhoudende en lettende op de zaken die komen
zouden. »Gij zet den strik niet goed, Jan 1" sprak
Toon, »laat mg hem eens opzetten. Zoo vangt ge
niets, maar als ik hem zet, zult ge langoor wel
snappen." »Dat geloof ik niet!" zei de opziener,
die fluks voor den dag sprong en den strik opnam,
»gij vangt er geen een, maar ik snap er twee
Tableau.
Sommige deelen van IJsland, vooral in de na
bijheid der groote meren, worden des zomers in zoo
sterke mate door vliegen en muggen bezocht, dat
b. v. zij, die aan het My vater (muggenwater) wonen,
bg den veldarbeid zich door maskers en handschoe
nen tegen de steken dezer insecten moeten beschutten.
Daar IJsland geen kruipende dieren of amphibieën
heeft, die bescherming tegen deze plaag kunnen ver-
leenen, hebben dr. Ehlers uit Kopenhagen en een
Duitscher, die dezen zomer met hem naar IJsland
ging, een aantal kikvorschen meegenomen. Een
honderdtal, dat in leven bleef, werd in de nabijheid
van Reijkjavik, noordelijk van de warme bron, los
gelaten.
Het Fr arische tijdschrift La Nature vertelt,
dat het museum van natuurlijke historie te Solothurn
een zeer merkwaardig voorwerp ten geschenke heeft
ontvangen, nl. een vogelnest, dat geheel van staal
gemaakt is. Te Solothurn zijn veel horlogefabrieken
en men vindt natuurlijk in de buurt dier fabrieken
nog al eens versleten of gebroken borlogeveeren en
andere deelen van uurwerken. Dezen zomer ontdekte
een werkman in een boom in zijn tuin een nest,
dat er vreemd uitzag. Hg bekeek het en zag dat
twee kwikstaartjes hun nest geheel van oudo hor-
logeveeren gemaakt hadden. Het nest zat uitstekend
in elkaar en was heel gemakkelijk; het had een
middellgn van tien centimeter. Toen de jonge vogels
uitgevlogen waren, nam de horlogemaker het nest
weg en gaf het aan het museum. Men is zeer be
nieuwd, of de knappe kleine ijzerconstructeurs het
volgend jaar weer een stalen nest zullen bon wen»