1895 N°. 116. Zaterdag 1 October. 82sle jaargang. DE AVONDSCHOOL, De Najaars-Schouw FEUILLETON. Koosje Heydemann. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,4 uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bp de heeren Nijgh Van Ditmir te Rotterdam ea verder bij alle Boekverkoopen ea Brievengaarders. Insending van advertentiën vóór J& uren op den d*g der uitgave. COURANT. De prgs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 t Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjt slechts tweemaal berekend. Geboorte-, hnweljjkl- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 ct Aanvragen om en vermeldjng van liefdegaven 5 cent per regel. zijnde HERHALINGSSCHOOL [Hoofd de heer Ittmann] zal dit j«ar oen aanvang nensen op Vrijdag den 1 November, des namiddags te 5 uren. Aangitte van leerlingen, onverschillig van welken leeftijd, mits ouder overlegging eener schriftelijke verklaring van het hoofd eener school, dat zij het gevrone schoolonderwijs hebben genoten, kan geschieden ter Secretarie dsr gemeente vau Woens dag den 2 tot en met Vrijdag den 18 October a. s. Goes, den 28 September 1895. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. over de Voetpaden zal gebonden worden onmiddellijk na den 15 October a. s. en tegen «le nalatigen wordt alsdan de bij het reglement op de wegen en voetpaden voorgeschreven vervolging ingesteld Goes, den 28 September 1895. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS. Algemeen Overzicht. Koning Leopold van België beeft de afgeloopen week te Parijs doorgebracht, vanwaar hij den presi dent der republiek, den heer Félix Faure, een be zoek heeft gebracht te Fontainebleau. Een paar dagen later bracht de president den koning een tegenbezoek te Parijs, bij welke gelegenheid ver moedelijk de Congo-quaestie wol ter sprake zal zijn gekomen, misschien wel in verband met den eisch van de Engelsche regeering, dat aan haar land een gedeelte van het gebied aan den Njjl, dat tot dus ver door de Congo-regeering als haar eigendom werd beschouwd, zal worden afgestaan als schade loosstelling voor de terechtstelling van den Engelscb- man Stokes door den Belgischen kapitein Lothaire in Congo-land. Omtrent den toestand daarginds, waarvan we op gezag van de Antwerpsche Matin verleden week een en ander mededeelden, meldt nu de Etoile Beige nadere bijzonderheden, die inderdaad geen gunstig licht werpen op den staat van zaken in het Congo- gebied. Een der redacteurs van laatstgenoemd blad heeft nl. een onderhoud gehad met den heer Van Eetvelde, den minister voor den Congo, en deze verklaarde, dat de inboorlingen in de provinciën Aruwimi en Lomani reeds sedert geruimen itijd in openlijk verzet zgn tegen de regeering, hoofdzake lijk tengevolge van de wreedheden, waarin de in- landsche soldaden} van den Congo-staat zich schuldig maakten. Toch achtte de minister het zeker, dat het aan de Congo-regeering gelukken zou ook daar weldra de orde te herstellen. Ook in Cassai zijn de inboorlingen in verzet gekomen, maar in de overige districten heerscht volkomen rust. De genoemde minister erkende dan ook, dat de toestand daarginds ernstig is, al noemde hij ook de daarover loopende geruchten overdreven. Er zijn alle voorteekenen, dat het Fransche ministerieRibot een harden aanval zal te weerstaan hebben als in de laatste helft der volgende maand de Kamer weder bijeenkomt. Er zijn nu bereids zes interpellatiën betreffende Madagascar aangekondigd, 10) Naar het Duitsch van H. Fohrbach. »Ah, daar zijn ze allen bijeen, allen ook juf frouw Heydemann," zeide de barones lachend, »Hey- demann Een vreemde naam vindt je niet, Urte >Ja, een zeer vreemde naam, tante Eva," riep Hasso, vreemd maar toch lief, even lief als de draagster ervan, met wie ik mij gisteravond heb verloofd." »Wat blief je? Ik begrijp niet »Koos Heydemann is mgn meisje, tante Eva," zeide Hasso vroolgk. »Zoo, zoo, ei 1 En wanneer is de bruiloft en waar? Hier op Russeinen, ja En al gauw >Zoo gauw mogelijk, tante." De barones klapte vergenoegd in de handen. >0, dat is heerlijk, heerljjk Dan doe ik mijne dof blauwe japon aan, hé, Urte Of ze fronsde even het voorhoofd, >of vindt ge, dat die lichtroode mij beter staat Ge krijgt eene nieuwe japon als Koosje trouwt," zeide de baron, de zieke naar een schommelstoel geleidende. >Urte, Urte, hoort ge dat Hij L" en het is de vraag, of het daarbij blijven zal. De o estand der troepen op dat eiland schijnt veel te wensehen over te laten, en volgens de te Toulon en Marseille aangekomen zieke en gewonde officieren en soldaten is deze expeditie zeer slecht voorbereid. De Fransche bladen bevatten dan ook weinig opwekkende berichten daaromtrent, en het zal de vraag zijn of het tegenwoordige Kabinet niet over deze expeditie zal struikelen, vooral ook, omdat de heer Ribot als minister van Financiën al dadelijk nieuwe kredieten zal moeten aanvragen om den oorlog tegen de Hova's voort te zetten. Gelukkig komen er eenige gunstiger tijdingen om trent den loop der expeditie, aangezien de voor hoede van het Fransche leger, tengevolge van een gewonnen slag, tot op 40 K. M. de hoofdstad Anta nanarivo is genaderd. Men hoopt daarom nog altijd, dat die stad vóór 1 October in handen der Fran- schen zal zgnvoor tijdigen aanvoer van levens middelen daarheen schijnt voldoende gezorgd te zijn. De verliezen der Franschen zijn betrekkelijk gering, maar de soldaten hebben veel van het klimaat te lijden. Hetzelfde geldt ook voor de Spaansche sol daten op Cuba. Veel nieuws valt er van den op stand op dat eiland niet te melden. Martinez Campos schijnt zich voor te bereiden op een grooten slag, maar hij klaagt dat hij te weinig soldaten heeft, en dat het meest jonge, nog weinig geoefende re- cruten zijn, die slecht tegen het klimaat kunnen. Hij durft evenwel om financiëele redenen geen ver sterking meer aanvragen. Toch schijnt de regeering voornemens hem in November nog 25.000 goedge- oefende manschappen te zenden, waarmede de ge- heele Spaansche legermacht op Cuba, tot 100.000 man zal klimmen. De ministriëale crisis te Madrid, die gevreesd werd, is voorloopig althans bezworen. De heer Canovas schijnt voornemens aan het bewind te blijven en nieuwe credieten aan te vragen, wanneer de Cortez bijeen komt, wat trouwens eerst in Februari het geval zal zijn. Men verwacht, dat de meerderheid het Kabinet zal blijven steunen. Italië heeft de vorige week feestgevierd ter her denking van het vijf-en-twintig jarig jubilé van de eenheid des rijks. Aangezien met de vestiging dier eenheid gepaard ging de opheffing van de wereld lijke macht van den Paus, had dit feest eene sterk politieke kleur, en was het voor de regeering niet altijd gemakkelijk de juiste houding aan te nemen. Toen de minister-president Crispi dan ook bij de onthulling van een standbeeld voor Garibaldi het woord voerde, en daarbij verklaarde, dat Italië er kende het oppergezag des Pausen, wat de kerkeljike aangelegenheden betreft, maar tevens de verzekering gaf, dat van deze regeering geen herstel der we reldlijke macht van dezen kerkvorst is te verwach ten, heeft de minister het eigenlijk niemand naar den zin gemaakt. De radicalen keuren het eerste deel dezer verklaring af, de clericalen het laatste gedeelte, en van weerszijden wordt de regeering aangevallen. De berichten omtrent de feestvieringen maken dan ook wel den indruk, alsof een groot deel mislukt is. De positie der regeering zal echter vermoedelijk door dit alles niet geschokt worden, daar de meer derheid der Kamer bereid blijft den heer Crispi te steunen. Hoewel, zoover we weten, nog niet officiëel be- >Ja, mevrouw," sprak Urte, De barones lachte luid. »Ik krjjg van hem eene nieuwe japon als zjj trouwt, en hij noemt haar Koosje." »De baron is nu ook juffrouw Heydemann's oom," zeide Urte op beslisten toon. >0 zoo, ja! Ik vergat en ik wat ben ik?" Ze keek vragend in het rond. »U is juffrouw Heydemann's tante." »Ja, juist, ge hebt gelijk. Koos! Koosje! Kom eens bjj mij, weet ge al, dat ik uwe tante ben Ik uwe tante, vindt ge het niet gek Koosje ging glimlachend naast de zieke zitten. »Zoo is het goed 1" zeide deze, hare hand grij pende. »Ge moet bij mij big ven, en niet van uwe arme tante weggaan. Ik zal u beschermen, zoodat u geen leed kan geschieden. Ik zal u liefhebben, heel, heel lief. Zoo lief als ik, toen ik nog een kind was, mijne pop met het blonde haar heb gehad. Weet ge nog wel, Urte En als hij het u te lastig maakt", ze liet hare stem tot een zacht gefluister dalen, >dan zegt ge het mij maar, dan gooi ik hem langs de helling naar beneden evenals die bank, ge weet wel Koosje sprong met een onderdrukten kreet op. Zouden we niet allen te samen een eind gaan rijden?" vroeg de baron luid. >Hebt ge geen lust om eens naar Ossminten te gaan, Eva?" De barones lachte schamper. >Wg O, jij, jij l Neen, ik wil niet rijden", schreeuwde ze kend is, wie met den heer Badeni het nieuwe Oos- tenrijksche miaisterie zullen vormen, weet men toch mede te deelen, dat deze premier al spoedig zijn programma zal bekend maken, en dat daarop bovenaan staat eene kiesrechtuitbreiding, waarbij het aantal afgevaardigden met 80 zal worden ver- j meerderd, »terwijl tevens de kiesbevoegdheid zoover zal worden uitgestrekt, dat zelfs zij, die de invoe ring van algemeen stemrecht verlangen, daarmede tevreden zullen zijn." Hoe dat mogelijk is, waar graaf Badeni op de clericale partijen zal moeten steunen, is nog niet duidelijk. Ook bij de verkiezing door de tweede-klasse- kiezers voor den gemeenteraad hebben te Weenen de anti-semieten de zege behaald, en bij die der eerste-klasse-kiezers wonnen ze nog 7 zetels, zoodat de gemeenteraad nu zal bestaan uit 91 anti-semieten en 46 liberalen. Men verwacht, dat alle liberale ambtenaren zullen worden afgezet. GOES, 30 September 1895. Door den minister van binnenlandsche zaken is de volgende circulaire gericht aan de Gedeputeerde Staten der provinciën »Het is mij gebleken, dat sommige gemeentebe sturen ten aanzien van den naam hunner gemeente eene spelling bezigen of wensehen te bezigen, welke afwjjkt van die, welke aan mijn departement ge bruikelijk is. Daar het mij wenscbelgk voorkomt, dat de spel ling der kieswet tot algemeenen leiddraad 8trekke voor de schrijfwijze der bedoelde namen, heb ik de eer u te verzoeken, een onderzoek in te stellen naar de verschillen, die mochten bestaan tusschen de door de gemeenten zelve gevolgde of blgkens Jdoor haar aanhangig gemaakte voorstellen of gedane verzoeken begeerde spelling, en die, welke gevolgd is in de tabel, behoorende bij het bij de Staten-Generaal aanhangig gemaakte ontwerp van wet tot regeling van het kiesrecht. Van de uitkomsten van dat onderzoek zal ik gaarne mededeeling ontvangen, vergezeld van uw advies omtrent de gebleken verschillen." Op zich zelf verdient, gelooven we, het denkbeeld van den minister van Binn. Zaken toejuiching, maar het zal dan toch wenschelgk zijn, dat zgn departe ment zich in contact stelle met dat van Waterstaat, Handel en Nijverheid, dat in 1883 eene voor de namen van sommige gemeenten meer of minder gewijzigde spelling heeft vastgesteld, met voorschrift, dat die voor de postkantoren mosst worden gebezigd. Laatstbedoelde spelling toch wgkt zeer af van die, welke in de door den minister van Binnenl. Zaken bedoelde tabel is gevolgd. Aan de rijks-universiteit te Leiden is het doc toraal examen geneeskunde afgelegd door den heer M. P1 e u n e Jr. Eene o. i. zeer juiste bijdrage tot de spel- lingquaestie, levert dr. Ch. M. van Deventer in de Kunstwereld. De daarin verdedigde meening is eene, die wel mag worden gehoord. »Naar men west is de heer Kollewijn er voor om de uitgangen zooveel mogelgk weg te laten in de schrijftaal, in aansluiting aan de usantie der spreek taal. Maar hier zoowel als elders schijnen de heer Kollewijn en zijn vrienden mij toe de literatuur eensklaps, terwjjl ze als een stout kind kwaadaardig met de voeten stampte. »Ik wil nietJe zult niet weer naast haar zitten, ik wil het niet hebben ik wil Hij nam haar snel in zjjne armen en droeg haar in huis. >0, Godmompelde Urte, hen handenwringend volgende, »hoe zal dat alles nog eindigen »Ik geloof toch", sprak Hasso naar Koosje gaande, die bevend tegen de tafel leunde, »dat het verstan diger is, dat ge van hier weggaat, want op den duur zult ge zulke opgewonden scènes toch niet best kunnen verdragen." »En gisteren waart ge juist van oordeel, dat ik moest blijven", zeide Koosje verlegen. »Ja, maar to9n ik dat zeide, waren we nog niet verloofd. Toen stond oom Ernst mg dus nader dan gij, en in zgn belang verzocht ik u Russeinen niet te verlaten. Maar nu is het heel iets anders." Maar waar moet ik heen gaan vroeg ze. »Ik heb nog meer familie, weliswaar hm"; hg plukte zenuwachtig aan zijn baard. Koosje bloosde. »Och toe, laat mg alsjeblieft hier blijven", sprak ze snel. »Ge ziet wel, dat oom Ernst alles doet om mij voor elke onaangename ontmoeting te beschermen." »Hm, ja en toch ben ik bang voor je." Hij schudde het hoofd. Tante Eva is veel erger dan ik dachtDit is de eerste maal, dat ik zoo iets kwaad te doen door verwaarloozing van het inzicht, dat schrijftaal en spreektaal nu eenmaal anders moeten zijn, wijl de laatste gesteund wordt door middelen van uitdrukking, die de eerste mist. Iemand, die spreekt, kan zgn bedoeling verduidelijken door buigingen van stem, door gebaren van hand en hoofd, door uitdrukking van het gelaat. De logische betrekking der woorden kan in het gesprek worden aangewezen door andere middelen dan die der taal. In het geschreven woord is men beperkt tot de middelen der taal zelf, en om dan evenveel te kun nen doen als met spreken, heeft men méér middelen noodig. Daarom alleen reeds is het gewenscht da middelen, die er zgn, te behoudendaarom alleen reeds is het onjuist de geschreven taal als de botte nabootsing van de gesprokene te beschouwendaarom alleen reeds is het onwijsgeerig de vrijheden der ge sproken taal met huid en haar in de geschrevene te willen overbrengen. »Doch het behouden der uitgangen heeft nog een ander voordeel dan dat het de duidelijkheid der uitdrukking beschermt; het vermeerdert ook het materiaal der artistieke uitdrukking, de stylistische uitdrukking van aandoening. De spreektaal der Hol landers althans is niet zeer geschikt in de vormen van groote en gedragen zinnen, maar waarom zouden wij aan de schrijftaal ontnemen, wat zij nu eenmaal heeft en wat haar in staat stelt althans eenigszins den rijkdom van styleering te bewaren, waardoor het antieke proza zoo groot was. De verwaarloozing der uitgangen maakt het onmogelgk van het be ginsel der inversie partij te trekken, en het is juist dit beginsel, dat krachtdadig medewerkt om de periode groot en gedragen, en lyrisch en dramatisch beide te maken. Natuurlijk moet men ook in het schrijven droog heid en stijfheid en pedanterie vermijden. Maar zeker zou men ook den artisten geen dienst bewijzen, zoo men hun een der middelen van hun kunst ontnam, en dat zou men doen, zoo men hen in hun jeugd niet er aan gewende de uitgangen te hanteeren. De artisten gevoelen zelf behoefte am middelen van uitdrukking, die menig beschaafd man als stijf en gedwongen afkeurt. Veel meer dan vroeger kan men thans in het artistieke proza het gebruik van het tegenwoordig deelwoord aantreffen, en het tegen woordig deelwoord staat voor de spreektaal vrij wel op den index, terwijl het langen tijd bij velen ook in geschreven taal voor onuitstaanbaar gold. »Maar spreken en schrijven zijn nu eenmaal niet hetzelfde, om de redenen reeds genoemd en ook daarom, dat men in schrijven doen en durven mag, wat in de conversatie met haar eischen van familia riteit en bescheidenheid onuitstaanbaar is: mooi zgn, verheven zgn, gedragen zgn, kunst maken, en kunst is wel een bewerking van elementen aan het leven ontnomen, maar niet de botte nabootsing van het leven. Schrijf zooals men schrijft, en spreek zooals men spreekt, zeide Huet reeds. Men kan deze spreuk herhalen en er aan toevoegen wees democratisch, maar niet plebeïsch." Dr. R. A. Kollewijn maakt, naar aanleiding hier van, eenige opmerkingen, en verwijst o. a. omtrent de meening van den heer v. D. dat het niet-schrij ven van de buigingsuitgangen, die de spreektaal niet meer kent, onduidelijkheid zou veroorzaken, naar een der volgende aflaveringen van Taal en Letteren, waar hij dit punt en vooral het verband tusschen een bijwoon, tot nogtoe wist ik alles maar van hooren zeggen, en daarom dacht ik, dat haar toestand veel minder akelig was. Na wat ik daareven gezien heb, acht ik het heusch niet gewenscht, dat ge hier big ft." Koosje vatte eensklaps zijne beide handen. »Och toe," vleide ze, »zeg, dat ik op Russeinen mag big ven." Hij keek haar besluiteloos aan. »Ja, schat, als je nu bepaald wilt blijvenMaar weet je, dan moet je ook »jij" tegen mij zeggen, anders geef ik geen toestemming." Ze knikte. «Zeg dan nu eensHasso, ik heb je lief." Ze aarzelde even. Hasso, ik heb je ze bleef eensklaps steken en snelde als een schuchtere ree het huis in. Des nachts werd er onverwacht luid op de deur van Koosje's kamer geklopt. »Om Godswil, doe gauw open, gauw 1" riep eene angstige stem. 9Wie is daar?" vroeg Koosje verschrikt wakker wordend. »Ik UrteO, juffrouw, hoe vreeselgk Doe toch open Wat is er dan, Urte vroeg ze, over het geheele lichaam bevend, terwijl ze de oude binnenliet. »Ik vrees, dat het afloopt o, God!" Urte zonk half bewusteloos snikkend op een stoel. Na eenige oogenblikken stamelde ze: >Z3 heeft naar a

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1895 | | pagina 1