UIT DE OUDE DOOS. Zonderlinge manieren. Een wielrijder reed Woens dag buiten Monnikendam, op den weg naar Edam. Hg ontmoette daar den rijksdeurwaarder K. te Monnikendam, wiens hondje naar den rijder vloog. Onze fietsrijder loste een schot met los kruit. De deurwaarder nam daarop een revolver en Bchoot driemaal naar den wielrijder. Er zjjn echter geen ongelukken gebeurdde wielrijder was spoedig uit het gezicht. Te Rotterdam brak Woensdagavond een zware brand uit in een pakhuis van comestibles aan het Haringvliet. Een viertal spuiten waren spoedig aan wezig om aan de voor- en achterzijde het vuur te bestrijden. Een gezin, dat boven het pakhuis woonde, moest het pand ontruimen, daar door den vloer de vlammen zich aan de eerste verdieping meedeelden. Door het gedrang, dat nabij den brand ontstond, geraakten een vrouw en een spuitgast te water. De eerste was spoedig op het droge gehaald, maar de spuitgast, een 20-jarige jonkman, verdronk. De brand was te kwart voor elven gebluscht. Maandagnamiddag moest een conducteur van den trein, die te 1.4 uur uit Zutfen vertrekt naar Amersfoort, tusschen Asselt en Stroe de noodrem overhalen, omdat een reiziger van de 3e kl. plotse ling krankzinnig was geworden en men hem niet meester kon blijven. De ongelukkige werd in een bagagewagen geplaatst onder toezicht van een paar conducteurs en een ziekenverpleegster, die toevallig in den trein aanwezig was. Aan het station Amersfoort werd de zenuwlijder uit den trein verwijderd. Door de politie te 's-Gravenhage is proces verbaal opgemaakt tegen een dienstbode, die gaande weg een bedrag van f 60 verduisterd had ten nadeele van de familie, bij wie zij in betrekking was. Van dat geld leidde zij een genoeglijk leventje met een vriendin, die sedert Mei jl. haar logé was, zonder dat die gast in het huisgezin op gemerkt was! Door den voorzitter van de commissie van het toezicht op den gemeentelijken dienst te Amsterdam, dr. Van Geuns, is, naar aanleiding van een bericht in sommige dagbladen, een onderzoek ingesteld naar den dood van een jongen, die hoogstwaarschijnlijk bij tijdige geneeskundige hulp behouden zou zijn gebleven. Geen der vjjf Amsterdamsche doctoren, belast met de armenpraktjjk, wier hulp was inge roepen, zou nl. bijstand hebben willen verleenen. Centrum.) Men schrjjffc aan de Prov. Pr. en Ass. Ct. uit Groningen Als de aanstaande eerste herfstdag in het land is viert de oudste ingezetene van de stad en de pro vincie Groningen en voor zoover ons bekend is van ons geheele koninkrijk, zijn geboortedag. Den 21 n September bereikt de heer G. A. Boomgaard zijn 107n verjaardag. Niettegenstaande deze echte patriot en oranjeklant reeds 106 zonnen boven het hoofd heeft, leeft hg nog opgewekt en geeft in enkele opzichten menigen jeugdige van jaren een bescha mend voorbeeld. Boomgaard, die gehuisvest is in het St. Jacob- en Anna-gasthuis of onder de Gro ningers beter bekend als Lekker beetjesgasthuis", staat des morgens tegen 6 uur op en begeeft zich des avonds om 10 uur eerst te bed. De oude man heeft nog een goed geheugen, en, wat zeer opmer kelijk is, hij kan met een ongewapend oog zien welken tijd zjjn horloge aanwijst. Met voorliefde en •en doordringende stem spreekt hij van de oorlogen van Napoleon, onder wien hij als tamboer diende van het jaar 1811 tot 1814. De neef van den te Esch vermoorden heer De Wacquant, de heer B., die in hechtenis genomen werd onder verdenking van zijn oom vermoord te hebben, is Zaterdag in vrijheid gesteld. Het is be wezen dat hg, toen de misdaad gepleegd werd, te Luxemburg was, op 20 kilometer afstand van Esch. Als een bewijs hoe weinig indruk de in den laatsten tijd herhaaldelijk voorkomende mijnontplof- fingen op de mijnwerkers zelf maken, kan de gas ontploffing dienen, die onlangs in een aspbaltgroeve te Boryslow ia Gallicië voorkwam en waaraan drie menschenlevens ten offer vielen. Zooals uit het onderzoek bleek, had een mijn werker, ondanks het strengste verbod, in de mijn een sigaret aangestoken, waardoor de ontploffiog veroorzaakt werd. Te Morlaas (in de Beneden-Pyreneeè'n) wordt een haarmarkt gehouden. De handelaren komen daar bg honderden te zamen, de eenige straat van het dorp op- en nederwandeiende, een groote schaar, in een lederen gordel geborgen, met zich omdragende. De jonge meisjes die heur haar verkoopen willen, posteeren zich twee aan twee voor de huisdeur. Op vriendelijke wijze wordt er onderhandeld. De meisjes maken den band welke het haar vasthoudt los, de handelaar onderzoekt het en biedt tot een bedrag van 3—20 francs. Zoodra beiden het over den koop eens zijn geworden, geeft de kooper het meisje het geld, snijdt het haar af, en haast zich met een ander meisje weer een nieuwen koop te sluiten. Niet minder dan drie honderd man, behoorende tot vier Oostenrjjksche en Hongaarsche infanterie- regimenten, zijn Zondag op marsch in de buurt van Stuhlweissenburg, in Hongarjje, in elkaar gezegen, als een gevolg van groote hitte en zware ransels. Tien proceafc moet gevaarlijk ziek liggener wordt beweerd, dat er reeds verscheiden slachtoffers over leden zijn. Uit Parjjs worden nog bijzonderheden gemeld over het spoorwegongeluk, dat Maandagavond op de Westerlgn bg het station 8t. Lazare plaats had. Bg vergissing werd de trein, die om 10.20 uit Versailles vertrekt, afgeluid, voordat bericht was ontvangen, dat de trein van Les Moulineaux, de plaats was gepasseerd, waar beide treinen dezelfde ljjn gebruiken. Toevallig was deze trein een paar minuten te laat. Vandaar, dat beide treinen bij den Pont de V Europe tegen elkaar stoomden. Hoewel beide trei nen langaaam reden, was toch de schok zoo hevig* dat de twee locomotieven geheel werden verbrijzeld' Achttien personen werden gewond, waaronder de machinisten en de stokers. De meeste reizigers kwa men met den schrik vrij. Eenige dagen geleden is een kanaal geopend, hetwelk de groote Amerikaansche meren in directe gemeenschap brengt met den Atlantischen Oceaan. Het kanaal heeft 31/2 millioen dollars gekost. Zelfs Spitsbergen is niet veilig voor hen, die er een genot in vinden alles te vernielen wat hun onder de oogen komt. Bjj zijn Noordpool-expedities heeft professor Nordenskjöld te Middenhoek op Spits bergen met groote moeite en veel kosten gebouwen, werkplaatsen enz. laten oprichten, in het geheel tien gebouwen, waarin zich nog een groote voor raad levensmiddelen bevindt, benevens bedden, ge reedschappen enz., alle dingen welke in geval van nood kunnen worden gebruikt door visschers of expedities, die genoodzaakt zijn op Spitsbergen te overwinteren. Thans zijn door onbekenden, men vermoedt door Noren, de gebouwen verschrikkelijk verwoestvan een der huisjes is slechts de deur overgebleven, de groote voorraad levensmiddelen, bedden eu gereed schappen, tot zelfs het aanbeeld toe, zijn gestolen. Van het kleine spoorwegje, dat Nordenskjöld liet aanleggen, tusschen het strand en deze gebouw tjes, is slechts éen rail overgebleven. Een gebouwtje, waarin zich dynamiet bevond, was door kogels door boord. Men vermoedt, dat de vandalen het in de lucht hebben willen laten vliegen, doch dat de kogels hun weg over het dynamiet hebben genomen. De aan de zuidkust van Klein-Azië gelegen havenstad Adalia is door een brand in vjjf uren tijds grootendeels verwoest400 huizen, vier kerken en een moskee werden een prooi der vlammen. Meer dan 2000 menschen zijn dientengevolge zonder onder dak en kampeeren in het open veld. Het ergste is nog, dat deze menschen hun geringe have en goed door den brand verloren hebben en nu geheel van middelen ontbloot zijn om aan den kost te komen. De meer bemiddelde klassen der bevolking zijn na melijk reeds vroeger uitgeweken naar het platteland, om de cholera te ontvlieden, die in Adalia is op getreden. Door de directeuren van verscheidene straf gevangenissen is aan dr. Motet te Parijs een statis tiek overhandigd, waaruit blgkt, dat op de 100 veroordeelden wegens moord zich 53 dronkaards bevindenmisdrijven tegen de zeden worden voor 58% door dronkaards gepleegd, onder bedelaars en landloopers vindt men 70 dronkaards en 90 der gevallen van verwonding, mishandeling en beleedi- ging worden in dronkenschap gepleegd. Deze cijfers zijn welsprekend 1 Te Gent is Dinsdag eene ernstige werkstaking uitgebroken in eene katoen-fabriek. De werkstakers, tea getale van 2500, eischten loonsverhooging, benevens vermindering van den dagelijkschen werktijd. De patroons weigerden de gedelegeerden te ontvangen, die door de werklieden waren aangewezen, om met hen over dit geschil in overleg te treden. De werkstakers belegden toen eene vergadering, waarin werd besloten nog een poging te beproeven om eene schikking met de werkgevers te treffen. Om dezelfde reden staakten ook 300 werklieden in eene andere fabriek den arbeid. Latere berichten melden, dat de werkstakingen voortduren. Van den Kerchove (de eigenaar der eerste fabriek) weigert den opslag van 5 centimes per uur die door de werkstakers geëischfc wordt. Hoewel de fabriek op dit oogenblik veel bestellingen uit te voeren heeft, is er aangeplakt dat de werk plaats open is voor allen, die het werk willen her vatten, maar dat al degenen die niet willen voort- werken op de tegenwoordige voorwaarden, na het volbrengen van hun acht dagen, volgens reglement hun ontslag zullen bekomen. De socialistische partij leidt de beweging der werkstakers, en het Volkhet orgaan der katholieke werklieden, trekt er ook party voor. De tweede fabriek, die van Parmentier,Van Hoegar- den en Co., wordt bewaakt door gendarmen. Door den bestuurder uitgenoodigd om Woensdagmorgen het werk te hervatten en des avonds te onderhandelen, heb ben de werkstakers geweigerd. De katoenbewerkers hielden Dinsdag een meeting en besloten in hun verzet te volharden. Hardijns, de secretaris van het inter nationaal textiel comité, vraagt onderstand voor de werkstakers aan de Trades Unions en de Fransohe werkvereenigingen. Alles is rustig. De naam van den dader van den aanslag in de Rue Laffitte te Parijs blgkt nu Victor (ofLéon) Bouteilhe te zijn, geboren te Mende, departement Lozere* Zijn vader bekleedde den rang van majoor onder de commune. Bouteilhe heeft verklaard de bom niet zelf te hebben vervaardigd, en bereid te zijn de politie te brengen op de plaats waar ze ge maakt is. Blijkens nadere mededeelingen evenwel heeft Bouteilhe bekend, dat hij geen medeplichtigen had en de ontplofbare stoffen, waarmede hij de bus vulde zelf vervaardigde. Te Morecambe, in Lancester, zou de stoom boot Express naar Blackpool vertrekken. Een groot aantal pleizierreizigers, die dit uitstapje wilden mee maken, verdrongen zich op de landingsbrug, toen deze plotseling bezweek. Vijftig personen, waaronder vele vrouwen en kinderen, geraakten te water. Twee dames en een jonge man verdronken. De overigen werden gered. In Duitsche bladen komt het volgende verhaal voor Te Meran, in Tirol, overleed onlangs een Russisch generaal uit Riga, en om denzelfden tijd een rente nierster, mevrouw H., uit Berlijn. De twee lijken werden naar huis vervoerd. Toen de familie van de dame te Berlgn de kist vóór de begrafenis nog esns liet openen, vond men in de kist een ouden Rus- siscben generaal in uniform, en toen men over de zaak ging telegrafeeren, bleek ten slotte dat het lijk van de dame te Riga reeds met militaire eer was begraven. Keu vondst te liorsele. De Redactie der Goesche Courant ontving een exemplaar van de Zeeuw van Dinsdag 10 September 11. met verzoek, dit aan mij te willen zenden, wat zij natuurlijk deed. In dit nummer van de Zeeuw richt de heer Jan Mol Az. te Borsele tot mij een uitnoodiging, die op het volgende neerkomt. »Aan de westzijde van het dorp Borsele heeft men bij het graven van een put een in goeden staat verkeerende keibestrating g8vonden. De rijen steenen loopen van oost naar west, terwijl de opper vlakte een flauw beloop heeft, alsof de bestrating een marktplein had uitgemaakt. Ten westen van die plaats bestaat een hofstede, welke den naam draagt van Stadboek. Algemeen verkeert men in den waan, dat deze zijn naam heeft ontleend aan een stad, welke in de nabijheid moet hebben gelegen." Tot zoover de heer Mol, die mij nu verzoekt, te willen mededeelen, welke plaats of welke der vergane dor pen van het oude eiland Borsele hier bedoeld kan zijn. Al aanstonds moet ik genoemden heer en allen, die »in denzelfden waan verkeeren", de illusie ont nemen, dat de ontdekte bestrating een overblijfsel zou zijn van een stad, die ia de nabijheid van het tegenwoordige Borsele zou gelegen hebben. Nooit heeft het eiland Borsele een stad binnen zijn land palen gehad. Zelfs in het gansche gebied der heeren van Borsele, hoe uitgestrekt dit eenmaal ook was, bevond zich geen enkele stad. Toen genoemde heeren op het glanspunt hunner macht stonden en meester waren te Goes en te Veere, waren dit nog dorpen en geen stedenzij werden dit pas, nadat er de zon der Borsele's geheel verduisterd was. Ik ben genoodzaakt, een korte plaatsbeschrijving van het eiland Borsele te geven, om, afgaande op bovenstaande mededeelingen, zoo juist mogelgk te kunnen vaststellen, met welke resten wij hier te doen hebben. Zeer waarschijnlijk zou een onderzoek in loco meer zekerheid kunnen geven, maar daartoe ontbreekt mij vooiioopig de gelegenheid. Mochten meerdere opgravingen op de aangeduide plaats ge schieden, dan houd ik mij zeer aanbevolen voorbe richten daaromtrent, zooals aangaande vorm, richting en grootte der bestrating, diepte onderden beganen grond en verdere bijzonderheden. Het eiland Borsele, ook wel genoemd Borsele bewest vijfzode, omdat ook een Borsele beoost vijf zode bestond, werd aan de zuidzijde begrensd door de Wjjlingee (tegenwoordig Wielinge), ten oosten door de IJve en de Loo-ijve en ten westen door de Zwake, die tegelijk met het Sloe in de Wijlingee uitliep. Men verwarre deze Zwake niet met een ander stuk der Zwake tusschen Nisse en Ovezande, ofschoon beide door de Loo-ijve heen eigenlijk één geheel vormden. Het eiland had den vorm van een driehoek, met den top naar het noorden. In dien tophoek lag het gehucht of dorp Te Wijck of Tevic aan den oostkant, meer naar het zuiden, Oostkerke ten westen daarvan Sint Katharinaten zuidwesten van dit laatste en langs de bazis van den driehoek, dus aan de Wijlingee, Wolphaarsdorpin den zuid westhoek Westkerketen noorden van Wolphaars dorp het slot Troje en daar als het ware tegenaan, nog iets verder noordelijk, en bijna aan de Zwake Monster. Westkerke, Wolphaarsdorp en een deel van St. Katharina zijn een prooi der golven geworden, en tengevolge daarvan ligt de plaats, waar eenmaal Troje stond en waar nu het dorp Borsele te vinden is, veel dichter bij »de zee" dan vóór dien tijd. Rekenen we een oogenblik Troje niet mee, dan waren al de overige genoemde plaatsen gehuchten en dorpeneen stad bevond er zich niet onder. Zelfs Monster, het belangrijkste daarvan, kon op dien naam volstrekt geen aanspraak maken. Het ontieeude zijn naam aan het klooster, dat er stond. Het Latjjnsche woord voor klooster" is monasterium, en uit dat woord ontstond «Monster." Bovendien vond men er een kapittelkerk, waaruit dochterker ken geboren werden. Monster was de zetel van het vierde dekenschap van Zeeland. Er werd veel han del gedreven, wat vooral ook bevorderd werd door het voorrecht, dat geen waren in de andere omlig gende plaatsen mochten verkocht worden, die niet eerst te Monster ter markt waren geweest. Uit het hier gezegde blijkt, dat Monster een plaats van ge wicht was. Hoe was dat alles zoo gekomen Alleen door de onmiddellijke nabijheid van het slot Troje, waar de machtige heeren van Borsele resideerden. Deze heeren wisten voor Monster allerlei voorrechten te bedingen hunne bescherming bewerkte, dat er leven en vertier was op de straten. En waarom trokken ze nu juist hun grootste gunst op Monster Bamen en niet op de andere dorpen uit hun gebied 1 Om de eenvoudige reden, dat dit dorp tegen hun slot aanlag en de andere verder verwijderd waren. Reeds vroeger deelde ik mede, dat zich haast bg of om ieder kasteel tal van menschen vestigden, die in de hoede van den edelman veilig waren. En waar die edelman een van Borsele was, in glans en macht boven honderden uitblinkende, daar spreekt het wel vanzelf, dat een belangrijke plaats moest geboren worden. Zoo pas zeide ik, dat Monster (ik bedoelde daar mee het klooster) iets ten noorden van het Blot lag juister is het te zeggenhet klooster lag ten noor den van Troje met een geringe afwijking naar het oosten. Tusschen slot en klooster verrees nu het dorp Monster, het tegenwoordige Borsele. De dor pelingen genoten dus een dubbele bescherming, nl. een wereldlijke van den baron en een geestelijke van den deken in het klooster. Als men mijn be schrijving goed gevolgd heeft, ziet men in, dat het kasteel dus lag in den zuidwesteljjken hoek van het dorp. In de verstrekte mededeelingen lees ik alleen, dat de opgegraven bestrating ten westen van het dorp ligt, dat de oppervlakte een flauw beloop beeft en dat de rijen steenen van oost naar west loopen. Uit het hier gezegde meen ik te mogen besluiten, dat de bestrating geen overblijfsel kan zijn van het Monstersche marktplein. Vooreerst ligt een zoodanig plein niet ten westen van, maar binnen in een plaats. Ten tweede heeft een marktplein niet een enkel beloop, maar een helling uit een middelpunt naar alle zijden, als het tenminste helt. En in de derde plaats loopen op zulk een hellend marktplein de rijen steenen niet in óene, doch in verschillende richtingen. Behalve om deze redenen twijfel ik ech ter ook daarom aan het veronderstelde, omdat in de tijdeD, waaruit de bestrating waarschijnlijk dag- teekent, geen enkele straat eu geen enkel plein met keien geplaveid was. 'tWas alles aarde, waarin de varkens lustig rondwroetten. Ik kan in het gevondene niets anders zien dan het overblijfsel van het binnenhof van het slot Troje, als het plaveisel aan den zuidwestkant van Borsele ligt, of van het binnenplein van het klooster, als het ten noordwesten ligt. Het eerste komt mij het meest waarschijnlijk voor. Terwijl alle particuliere huizen nog uit hout bestonden, vond men alleen steenen, hetzij gebakkeD, hetzij gehouwen, aan kloosters en burchten, terwijl ook de daarbij aanwezige pleinen van gehouwen steenen of keien waren vervaardigd. Het plein van een klooster lag echter bijna altijd vlak, en alleen het binnenhof van een kasteel liep met meer of minder helling naar den hoofdingang. Zoo'n binnenhof strekte zich gewoonljjk ook maar in één richting uit, m. a. w. had maar naar ééne zijde een beloop en niet, zooals een marktplein onzer dagen, naar verschillende kanten. Een kasteel bestond vooreerst uit het hooldge- bouwdaarvóór lag het binnenhof, een vierkant of rechthoekig, geplaveid plein, dat aan drie zijden om geven was door sterke muren met hooge torens, welke muren aan het hoofdgebouw aansloten en aan hun voorzijde een poort, de binnenpoort, bezaten. Binnenhof en hoofdgebouw waren omringd door een gracht met ophaalbruggen. Buiten de gracht lag weer een plein, het buitenhof, dat echter gewDonljjk niet geplaveid was. Om het buitenhof stonden weer muren met poorten, waarvan één den hoofdingang vormde. En eindeljjk vond men om die buitenmuren weer een gracht met bruggen. Uit al het gezegde blijkt dus, dat ik de vondst te Borsele houd voor het binnenhof van het kasteel dor Borselsche baronnen. Stad of stede beteekent eenvoudig plaats. Het kasteel van den heer was de plaats, de stede, bij uitnemend heid. Daarom zal de hoek en de hofstede bij het kasteel stadboek genoemd zijn, alsof men zeide kasteelhoek. BAY O. Ingezonden Stukken. Buiten verantwoordelijkheid der Eedactie.) Aan *Een vriend van het Oranjehuis en rustend lid van de muziekvereeniging Borsele Uw schrijven, geplaatst in de courant van jl. Dinsdag, moet naar buiten den indruk geven, dat de leden van ons muziekgezelschap en die van onze zangvereeniging de schuld dragen, dat de 15e jaardag van onze Koningin te Borsele niet eenigszins fees telijk is gevierd. Nu verwondert het mij, dat iemand, wiens borst van liefde schijnt te gloeien voor Oranje, geen enkele poging heeft aangewend, om met zijne mede rustende ledon een, al was het dan ook maar bescheiden feestje op touw te zetten. Ik durf u, mijnheer, de verzekering geven, dat gij bij beide vereenigingen niet te vergeefs om mede werking zoudt hebben aangeklopt. Gij zult het toch wel met mij eens zjjn, dat alleen de uitvoering van een enkel muziek- en zangnummertje, wat al te bescheiden feestviering zou geweest zijn. Neen, bij zulk eene feestviering behoort iets meer en de kosten daarvan zijn te hoog, om door beide vereenigingen gedragen te kunnen worden. Door eenige moeite van uwe zijde waren de benoodigde gelden misschien gemakkelijk bijeengebracht kunnen worden en dan aad Borsele, evenals andere dorpen in ons eiland, feestgevierd, en muziek en zang zou ongetwijfeld dat feestje hebben opgeluisterd. Dat de leden der veieenigingon niet Oranjegezind zijn, is geheel onwaar. Pleit het niet voor hunne liefde voor onze jeugdige Vorstin, dat zij, toen hier toch niets gebeuren zou, naar Vlissingen en Mid delburg, in plaats van naar de kermis te Goes, op trokken, om in oogenschouw te gaan nemen, wat in genoemde plaatsen ter eere van Koninginne's jaarfeest gebeurde, en om tegeljjk aan de feestvreugde deel te nemen. Dat zij, meest behoorende tot den werkenden stand, van eene goedkoope reisgelegenheid gebruik maak- teD, is hun toch zeker niet als grief aan te reke nen, en dat tegenwind de reis in den ruimen en luchtigen hoogaarts drie uren zou vertragen, kon niet vooruit berekend worden. Een werkend lid van de Zangvereeniging te Borsele. Watergetijen voor lerseke. DAGEN. HOOGWATER. LAAGWATER. Voorm. Nam. Voorm. Nam. 14 September 9.55 10.47 3.34 4.25 15 11.33 5.17 6.3 16 0.13 0.46 6.48 7.16 17 1.13 1.37 7.43 8.7 18 2.— 2.21 8.30 8.51 19 2.42 3.3 9.12 9.33 20 3.24 3.43 9.54 10.13 Te houden Aanbestedingen. Datum. Plaat». Voorwerpen. Information, 17 Sept Goes, varkenshok, Liebert.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1895 | | pagina 2