1895 N°. 107.
Dinsdag 10 September.
82ste jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrgdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ts
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pr jjs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweïfjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald 20 et
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Intending van «dveErteoilën vów 8 uren op den dag der uitgave.
De Aanbesteding van Steenkolen en Turf,
benoodigd voor de gemeente, van 1 October 1895 tot 30
September 1S96, zal op Zaterdag den 21 September 1895, des
namiddags te een uur, ten Ra&dkuize alhier, plaats hebben.
De conditiën zullen ter Secretarie ter lezing liggen van heden
af tot den dag der besteding, van des voorraiddags 9 tot des
namiddags 2 uren, volgens welke afzonderlijk moet worden
ingeschreven voor de levering van New-Castle- en Ruhrkolen,
beiden per 100 kiloen voor de korte turf per 1000 stuks en
voor de lange turf per ton.
Goes, den 7 September 1895.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De fd. Secretaris,
VAN DELLEN.
Algemeen Overzicht.
De toestand op Cuba blijft Spanje nog altijd
veel zorg baren, en hoe de zaken daar loopen zul
len, is zelfs bjj benadeling nog niet te voorspellen.
In zooverre zou van een gunstiger wending sprake
kunnen zijn, dat er tusschen de opstandelingen ver
deeldheid is ontstaan over de verder te volgen ge
dragslijn. Terwijl de gematigden onder hen, de
autonomisten, geneigd zijn den strijd te eindigen,
wanneer Spanje zich bereid verklaart aan Cuba eene
zekere mate van zelfstandigheid te verzekeren, on
geveer overeenkomende met die, welke ook de Brit-
sche koloniën genieten, willen de separatisten van
g68ne toenadering weten, en big vei deze eischen
de volkomen afscheiding van Cuba, zoodat alle on
derhandelingen overbodig zijn en alleen het zwaard
moet beslissen. Bij de laatstgehouden bijeenkomst
der partijhoofden bleven echter de separatisten in
de minderheid, en zoo heeft men dan nu aan maar
schalk Martinez Campos nieuwe voorstellen gedaan.
Die voorstellen zijn natuurlijk doorgezonden naar
Madrid, doch zij schijnen bij de Spaansche regeering
geen gunstig onthaal te hebben gevonden, wat zich
daaruit laat verklaren, dat Spanje, nu het eenmaal
met kracht beproeft den opstand te bedwingen,
moeielijk kan overgaan tot het doen van concessies,
die maar al te duidelijk de zwakheid van het moe
derland aan het licht zouden brengen. Men verwacht
dan ook, dat de Spaansche regeering op de vredes
voorstellen der heerschende partij op Cuba niet zal
ingaan, maar dat zij tot het uiterste hare legermacht
op dat eiland zal versterken, teneinde maarschalk
Campos in de gelegenheid te stellen den opstand te
bedwingen.
De groote moeielrjkheid blijft maar de fiaanciëele
zijde der quaestie. Niemand weet hoe Spanje aan
het geld moet komen om de ontzettende kosten
van dezen krijg te dekken, en er hebben dan ook
reeds geruchten geloopen, dat het ministerie—Ca-
novas er ernstig over denkt om heen te gaan en
aan den heer Sagasfca, die dan natuurlijk weder
minister-president zal moeten worden, de oplos
sing over te laten van het vraagstuk, hoe aan
het geld te komen voor de belangrijke uitgaven,
waartoe de opstand op Cuba het moederland dwingt.
Natuurlijk geeft men de geldelijke verlegenheid van
Spanje niet als oorzaak op, waarom het ministerie
wenscht heen te gaan. Het heet, dat er een ernstig
geschil is ontstaan tusschen den minister-president
Canovas en eenige zijner collega's over de regeling
der aanstaande algemeene verkiezingen voor deCortez.
Doch vermoedelijk is dat niet meer dan een gezochte
reden, want elke regeering in Spanje kan bij ver
kiezingen de meerderheid verwerven, en het kan
dus ook den heer Canovas geene moeite kosten om
de minderheid, waarover hij thans in de Kamer
beschikt, in eene meerderheid om te zetten.
Intusschen zij opgemerkt, dat aan de geruchten
omtrent eene mogelijke rninistriëele crisis niet al te
veel waarde mag worden gehecht, en dat eerst nadere
berichten, die de eerste bevestigen, dienen te wor
den afgewacht.
De Armenische quaestie is dan toch eindelijk
in zooverre tot eene oplossing gekomen, dat de
Porte besloten heeft alle eischen, door Frankrijk,
Rusland en Engeland te dien opzichte gesteld, in
te willigen. Deze gunstige wending, die niet dan
na veel schrijven en onderhandelen is verkregen, is
ongetwijfeld in hoofdzaak te danken aan de krachtige
houding, die de Engelsche premier Lord Salisbury
in dezen heeft aangenomen. De buitenlandsche poli
tiek van dezen minister was toch altijd krachtiger
dan die van de heeren Gladstone en Roseberj, maar
nu eerstgenoemde, zooala we mededeelden, onlangs
te Chester in eene openbare redevoering met klem
heeft aangedrongen op eene inwilliging der door de
drie mogendheden gestelde eischen, kon Lord Salis
bury nog minder goed eenige toegeefljjkheid betoonen.
Een oogenblik heeft Turkjje bljjkbaar nog gehoopt
op steun van de zijde van het drievoudig verbond,
doch zoowel Duitschland als Italië en Oostenrijk
hebben zeer duideljjk te kennen gegeven, dat ze zich
in de Armenische quaestie onzjjdig willen houden,
maar dat ze in geen geval de Porte zouden steunen.
Toen' de sultan aldus alleen bleef staan, moest hij
wel toegeven, en zoo zal dan nu de toestand in
Armenië gezuiverd worden onder toezicht van eene
internationale commissie, bestaande uit vertegenwoor
digers van al de mogendheden, die het tractaat van
Berlijn hebben onderteakend.
In Macedonië schijnt het nog altijd niet rustig
te zijn. Omdat men in de laatste dagen niets meer
vernomen had omtrent de oproerige bewogingen in
die provincie, hoopte men reeds, dat daar weder eene
periode van kalmte zou zijn ingetreden. Maar nu
heeft Turkije eene nota gezonden aan zijne vertegen
woordigers aan de hoven van Duitschland, Engeland,
Oostenrijk, Rusland, Frankrijk en Italië, teneinde
nader de aandacht op den toestand in Macedonië
te vestigen, aangezien zich steeds meer oproerige
benden langs de grenzen vormen, met het doel om
het verzet tegen de Turken aan te wakkeren. In
de bedoelde nota stelt de Porte de Bulgaarsche
regeering voor dit feit verantwoordelijk en zij ver
zoekt dan ook, dat de mogendheden, die het tractaat
van Berlijn onderteekenden, haar invloed te Sofia
zullen doen gelden, opdat een einde kome aan den
steun, dien de weerspannige Macedoniërs nog steeds
uit Bulgarije ontvangen.
De Bulgaarsche regeering beweert echter, dat ze
alles doet wat ze kau, om het zenden van verster
kingen uit Bulgarije en Oost-Rumelië naar Mace
donië tegen te gaan.
GOES, 9 September 1895.
Het Koninginnefeest werd jl. Vrijdag
avond besloten met een conoert van »Euphonia" in
de fraai geïllumineerde muziektent op de Groote
Markt. Van deze gelegenheid maakte de heer Breet-
velt gebruik om de harmonie nogmaals te danken
voor de vele diensten, die zij aan dit feest heeft
verleend. Een bijzonder talrijke massa menschen,
waaronder velen van buiten, bevond zich daar om
te genieten van de opwekkende tonen der muziek,
van de gezellige drukte, die er den ganschen avond
heerschte, en om zich te amuseeren met het afsteken
of zien afsteken van voetzoekers en klein vuurwerk,
waarvan zulk een druk gebruik werd gemaakt, dat
vuurregens, vonken en vuurballen niet van de lucht
waren en de meer of minder zware slagen elkander
snel opvolgden.
Nadat het programma van het concert was afge
werkt en een paar volksliederen als toegift waren
gegeven, werd vanwege Volksvermaken" een vuur
werk afgestoken, dat blgkbaar zeer in den smaak
viel van het publiek en dat in de dubbele beteekenis
van het woord een der lichtpunten van het feest
mag genoemd worden. Zoodra de laatste moordslag
zich had laten hooren en de stralen vuur knetterend
waren uiteengespat en in rook vervlogen, begaf zich
de menigte naar de Beestenmarkt, gevolgd door
»Euphonia", dat in fakkeloptocht daarheen trok, om
nogmaals te genieten van eenig vuurwerk, dat, be
kostigd door een particulier, ook daar nog werd
gegeven, als ware het om de bewoners aldaar scha
deloos te stellen voor het gemis van het kinderfeest,
waarop zij tot kort voor de uitvoering ervan zoozeer
hadden gerekend en waarvan zij van uit hunne
woning getuigen hadden kunnen zijn.
Bjj de ovatie, die tijdens den optocht der school
kinderen werd gebracht aan den Burgemeester, werd
door de meisjes, die in een met groen en bloemen
versierd rijtuig den optocht openden, aan de echt-
genoote van den Burgemeester een prachtig bouquet
aangeboden, terwjjl door mevr. Van Eeten een lau
werkrans werd gehecht aan het vaandel der har
monie >Euphonia", dat vóór den aanvang van het
concert ook een ovatie bracht aan de heeren mr.
Van Eeten en Breetvelt.
Vrijdagnamiddag werd aan H. M. de Koningin
een telegram gezonden van den volgenden inhoud:
Aan Hare Majesteit de Koningin te Assen.
De kinderen der openbare lagere scholen en der
Roomsch-Katholieke school te Goes, vereenigd ter
viering van Uwer Majesteits geboortedag, bieden
Uwe Majesteit hunne eerbiedige kinderlijke hulde
aan. Leve onze Koningin Hoezee
Comité voor Volksvermaken.
Daarop werd Zaterdagavond te 8s/4 uur het vol
gende antwoord ontvangen:
Comité voor Volksvermaken, Goes.
Hare Majesteit de Koningin-Regentes draagt mij
op de kinderen van openbare lagere scholen en
Roomsch-Katholieke school te Goes welgemeenden
dank te betuigen voor aangeboden hulde aan Hare
Majesteit de Koningin.
De adjudant van dienst,
Grovestins.
En hiermede eindigde het feest ter eere van den
jaardag onzer Vorstin, dat, hoewel niet op denzelfden
dag gevierd, toch als goed geslaagd mag beschouwd
worden. Daarom een woord van lof aaa hot bestuur
der vereeniging voor Volksvermaken", dat tot dit
feest hot initiatief heeft genomen, voorde vele moeiten,
zorgen, opofferingen, soms zelfs teleurstellingen, die
het zich heeft willen getroosten om den 15en jaar
dag onzer Koningin ook in onze gemeente op waardige
wijze te gedenken.
Gesteund door ruime geldelijke bijdragen der
burgerij, konden de vele kosten, die aan een dergelijk
tweedaagsek feest verbonden zijn, geheel of voor een
groot deel worden bestredon. Mocht Volksvermaken"
zich kunnen verheugen in een meer vasten steun
door belangrijke uitbreiding van het ledental, dan
zou het bestuur ook meer in de gelegenheid zjjn
om den naam der vereeniging eer aan te doen en
feesten te organiseeren voor het volk. Moge het nu
gehouden feest bevorderlijk zijn aan het bereiken
van dit doel, waarnaar Volksvermaken" in de
laatste jaren ernstig streeft.
Te Oosterland is Woensdag de heer A. v a n
der Havo, in leven burgemeester dier gemeente,
begraven. Was in het sterf huis door den predikant,
dr. Klap, de overledene geschetst als vader en als
mensch, bij de geopende groeve herdacht de heer
Was, die den burgemeester ruim 40 jaar aïs secre
taris ter zijde had gestaan, den afgestorvene als
burgemeester. De heer Was bracht den tegenstand
in herinnering, dien de heer Van der Have bjj zijn
optreden had te verduren, van bijna de gekeele
gemeente, zoo zelfs, dat de gemeenteraadsleden wei
gerden met hem te vergaderen. Hij had aan alle
bezwaren moedig het hoofd geboden, gesteund door
zijn goed rechtsoms waren in eene bui van zwaar
moedigheid hem wel eens de woorden ontglipt
»Ik geef den brui er van Doch die moedelooze
bui ging over en met nieuwen moed vatte hg zijne
taak weder op, totdat de dood hem die uit de hand
nam. En met welken uitslag dat geschied is Men
behoefde maar om zich te zien om het antwoord
op die vraag te geven. Die algemeene deelneming
in het verlies van groot en klein, van geringen
en aanzienlijkendie woningen, in rouwgewaad
gehuld of met gesloten venstersdie tranen in
veler oog en die niemand zich schaamdedie
diepe stilte en eerbied alom, ze waren zoovele ge
tuigen van diepe smart, van besef wat men in den
man verloor, wiens lijk men thans ten grave droeg.
Van waar die verandering vroeg de heer Was.
Omdat de gemeentenaren hunnen burgemeester had
den leeren achten om zijne onkreukbare rechtvaar
digheid, om zijne voorkomendheid, maar vooral om
zijne hulpvaardigheid. Dit alles werd door den heer
Was met eene van aandoening bevende stem her
dacht.
Dr. Klap herdacht nog wat de overledene was
geweest als vriend voor hem en voor alle inwoners
hoe diep gevoeld werd, ook door den eenvoudige,
wat in den overleden burgemeester zou gemisr wor
den. Hij spoorde alle omstanders aan, het voetspoor
van den heer A. van der Have te drukken, dat
zou zeker een hulde zijn, hem waardig.
De oudste zoon, de heer Job van der Have van
Frederiksoord, dankte in weinige woorden, de aan
doening belette hem bijna het spreken, voor de eer,
zijn overleden vader aangedaanzoo deed ook de
heer B. G. van der Have, burgemeester van Ouwer-
kerk, broeder van den overledene.
(Z. NbdeJ.
Te Terneuzen is overleden de heer J. d e
Fe ij ter, sedert 30 jaar raadslid en sedert 12 jaar
wethouder.
De Belgische Senaat heeft over den invoer
van vee beraadslaagd. De heer Léger interpel
leerde de regeering over het sluiten van de grenzen,
waardoor de vleeschhouwers al te veel nadeel lijden.
De heer De Bruyn antwoordde dat zijn ministerieel
hart balanceerde tusschen de veeboeren en de slagers,
dat de laatsten met hun klachten den toestand over
dreven voorstellen, dat er integendeel te Cureghem
b. v. nog een massa vee onverkocht blijft, en dat
het Hollandsche vee nu eenmaal verdacht is. De
heer Surmont meende dat men met injecties van
tuberculine veel gevaar wegneemt, de heer Audent
drong er op aan het vette vee, direct voor de abat
toirs bestemd, te laten binnenkomenzoo loopen de
veeboeren immers geen gevaar. Dit, antwoordde de
heer De Bruyn, zal ik doen, zoodra ik merk dat het
vleesch opslaat in prijs.
Donderdagavond heeft de Vleeschhouwersbond te
Antwerpen een vergadering gehouden, om tegen het
gesloten-houden van de grenzen verzet aan te teekenen.
Dat ziek zijn van het Hollandsche vee zoo zei de
heer Karei Sluyts, voorzitter van den bond is
niets dan een voorwendsel. Zoo groot was de onte
vredenheid, dat een der aanwezigen de regeering
beschuldigde de grenzen alleen voor óen veeboer ge
opend te hebben, een verren bloedverwant van minis
ter De Bruyn I Heden zou men te Borger-
hout een groote protest-meeting houden, waar de
gansche provincie zal worden uitgenoodigd. Men
wil dat de grens terstond heropend worde, en niet,
zooals in Oost-Vlaanderen is gevraagd, den lOen
October.
Onder het opschrift »de goede consfci-
tutioneele practtjk" schrijft het Vadert.
Het is van den Minister van Koloniën een ver
dienstelijke daad geweest, dat hij de Kamer zoo
vroeg met zijn Indisehe bsgrooting heeft verrast.
Niet tevreden met terug te keeren tot de allengs
verlaten practijk om de begrooting althans tegen
den uitersten wettelijken termijn in te dienen, heeft
hij haar nog zelfs enkele weken vóór den aanvang
van het zittingjaar aangeboden. De Kamer kan haar
nu rustig bestudeeren, wat te gemakkelijker is, om
dat zij wel van een administratief bjj houden der
zaken, niet van veel initiatief of hervormingskracht
getuigt.
Intusschen kan deze ministerieele voortvarendheid
eerst practisch nut afwerpen, als daaraan dezelfde
voortvarendheid van de zijde der Kamer beantwoordt.
Waarom zou het nu niet eens mogelijk zijn, deze
begrooting spoediger te behandelen, ten einde ook
de Eerste Kamer gelegenheid te geven, haar in
November af te doen en zoodoende meer tijd te
reserveeren voor de Staatsbegrooting Niet om nog
wijdloopiger behandeling van deze aan te bevelen,
maar om voor de Eerste Kamer de kans te openen,
deze zoo al niet geheel, dan toch voor een belang
rijk deel vóór den aanvang van het nieuwe dienst
jaar af te doen.
Met een weinig goeden wil zou de tjjd tusschen
Kerstmis en Nieuwjaar, waarin tegenwoordig de
Indische begrooting door onzen Senaat wordt onder
handen genomen, voldoende zijn, om met de gansche
Staatsbegrooting gereed te komen. De schriftelijke
voorbereiding zou gevoegljjk vóór dien tgd kunnen
afloopen, als de Tweede Kamer zorgde, vroeger ge
reed te komen en de Eerste desnoods een aanvang
maakte met de behandeling in de afdeelingen van
de eerste hoofdstukken, voordat de geheele begroo
ting in de Tweede was aangenomen.
Maar om dezen terugkeer tot betere constitutio-
neele praktijken mogelijk te maken, is zelfbeperking
bij de Tweede Kamer een eerste plicht. Zou men
nu niet eens een eind kunnen maken aan de gewoonte,
om uit de behandeling der begrooting aanleiding
te nemen tot het ontwikkelen van allerlei hervor
mingsplannen, tot het doen van allerlei interpellatiën,
tot het aanbevelen van allerlei particuliere belangen,
tot het fabriceeren van allerlei motiën, die zelf weer
aanleiding geven tot eindelooze discussiën
Hoeveel tijd zou niet gewonnen zijn, als men den
politieken strijd bij het Adres van Antwoord uit
vocht, bij de Indische begrooting de elk jaar terug-
keerende algemeene verhandelingen over koloniaal
regeeringsbeleid en koloniale fiaanciëele politiek
achterwege liet, bij de algemeene beschouwingen
over de Staatsbegrooting zich alleen met de Rijks
financiën bezig hield en bij de enkele hoofdstakken
zich tot practische opmerkingen bepaalde? De tegen
woordige practijk is tijd- en papierverspilling op
groote schaal.
Ieder jaar hetzelfde schouwspel, herhaling van
dezelfde beschouwingen. Jaarlijks worden de Hande
lingen dikker en jaarlijks wordt er minder gehandeld;
door al het praten over hervormingen, in beslag
genomen, en al het vragen eenerzijds en het beloven
anderzijds brengt ten slotte het parlementaire stelsel
maar in discrediet.
Hoeveel beter weet men toch in Engeland te doen
En waarom kunnen wij dat voorbeeld niet volgen?
De Haagsche correspondent van de N. Gr. Ct,
deelde dezer dagen mede, vernomen te hebben, dat
de heer De Ras eene interpellatie zou
aanvragen, om van den minister opheldering te
vernemen over de geweren-zaak.
»De heer de Ras, die in deze aangelegenheid een
actieve rol heeft vervuld, zou meer licht vorderen,
en het kan goed zjjn, dat ook dit muisje een tame-
ljjken staart hebben zal. De vraag is alleen, wie de
pijn zal gevoelenals er op wordt getraptschreef
genoemde correspondent.
De heer De Ras schrijft naar aanleiding daarvan
o. m. in de Limb. Koerier
Indien ik de overtuiging had, dat aan den Minister
van Oorlog was te wijten het mislukken der onder
handelingen met betrekking tot de levering der
kl.-kalibergeweren door de binnenlandsche industrie,
ik zou geen oogenblik aarzelen, den minister in de
Kamer opheldering te vragen voor de pijn, die ik
bij deze gelegenheid gevoelen zou, en voor hetgeen
u dacht, ben ik zoo heel bang niet.
Maar 't is mij gebleken, dat niet de minister
oorzaak is van het afbreken der onderhandelingen.
Wel heeft de minister zich aanvankelijk niet toe
schietelijk betoond, en veel bezwaren geopperl,