1895 N°. 100.
Zaterdag 24 Augustus.
82ste jaargang.
De nitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bgblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Nijgh Va.n Ditmak te Rotterdam en verder
bg alle Boekverkooperi en Brievengaarders-,
ïn«É?sa«I2»u? van
advertentiên vós»* 3 atew og» den
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ts
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjji
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjka- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
dor ufitjigAve»
Voor de aangifte van leerlingen der
Burger-Avondschool
zal nog gelegenheid worden gegeven op MAANDAG en DINS
DAG 2 en 3 SEPTEMBER a. s., ia het gebouw der II. B.
School, terwijl het
toelatingsexamen
bepaald is op WOENSDAG 4 SEPTEMBER des voormiddags
9 uren.
Bij den heer Directeur der School zal men alsdan inlichtingen
kunnen verkrijgen omtrent de kosten verbonden aan het onderwijs
in het rechtlijnig teekenen.
Goes, den 23 Augustus 1195.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
Atjeh.
De Haagsche correspondent der Zaanl. Ct. maakt
melding van een hem ter oore gekomen gerucht,
als zou met het optreden van generaal Vetter als
commandant van het leger in Nederlandsch-Indië
een verandering van onze Atjeh-poli-
tiek gepaard gaan. Algemeen bekend is, dat de
generaal zijne benoeming slechts heeft aanvaard na
een herhaald aandringen van den gouverneur-gene
raal, die daarbij steun vond zoowel bij de Neder-
landsche regeering als bjj de Koningin-Regentes, en
thans verluidt, dat een der voorwaarden, door hem
gesteld, deze ishet verlaten van de lijdeljjke hou
ding, door ons in de laatste jaren in Atjeh aange
nomen en het volgen van een agressieve taktiek,
die met de geheele onderwerping van het Rijk zou
moeten eindigen.
In verband met een en ander vraagt de brief
schrijver, of de Nederlandsche volksvertegenwoordi
ging in zulk een zaak van overwegend landsbelang,
waarbij zeker millioenen schats en misschien ook
duizenden menschenlevens gemoeid zijn, voor een
voldongen feit zal en mag worden gesteld dan wel,
of de regeering de Staten-Generaal vooraf in de
gelegenheid zal stellen over den nieuwen koers te
oordeelen. Dit laatste schijnt hem dringend nood
zakelijk.
Uit een militair oogpunt, zegt de correspondent,
is er misschien zeer veel aan te voeren voor een
flinker, actiever optreden in Atjeh. De meer dan
20jarige oorlog, dien wjj daar voeren, werkt demo-
raliseerend op het leger, verzwakt het prestige van
de compagnie tegenover de inlanders, ondermijnt
onze flaanciëele kracht.
Het is niet te verwonderen dat bij de militaire
overheden de begeerte steeds levendiger wordt om
met Atjeh korte metten te maken en ons eindelijk,
zij het dan ook misschien ten koste van nieuwe en
zware offers, van dien kanker af te helpen. En die
begeerte niets is natuurlijker zal door het
groot succes op Lombok nog wel wat zijn aange
wakkerd.
Ondanks dat alles is echter een zeer voorzichtig
optreden, ernstig beraad en kalm overleg meer dan
ooit raadzaam.
>Erkend moet worden," zegt de bovenbedoelde
correspondent, »dat wij met de concentratie in Atjeh
bitter weinig vooruit zijn gekomen. We verliezen
geen terrein, maar blijven onophoudelijk iu de be
dreigde positie, die we ook bij den aanvang reeds
innamen. Kans op een spoedige geheele onderwer
ping van Atjeh bestaat er nietzooals de zaken nu
staan, kunnen er misschien 10, wellicht nog
meer jaren voorbij gaan, alvorens we een geregeld
Nederlandsch bestuur in het gansche Rijk van Aljeh
kunnen invoeren.
Van tjjd tot tijd zullen er nog offers vallen en
voortdurend zal men millioenen er aan ten koste
moeten leggen om zeer langzaam, stapje voor stapje,
het einddoel te naderen.
Bedenkt men dit alles dan heeft een meer actief
optreden, een korte aanvallende oorlog, die tot
algeheele onderwerping zou moeten leiden, zeker
veel aantrekkelijks, vooral voor den soldaat, wien
het jarenlang talmen begint tegen te staan als ware
het een uitvloeisel van gemis aan moed.
Doch wanneer van den anderen kant een vol
komen onderwerping van de nog in verzet zijnde
Staten van Atjeh, alleen is te bereiken door over
te gaan tot wat men noemt een verdelgings-oorlog,
dan mag daarover toch ook weder niet te licht
worden gedacht.
Vooreerst omdat zulk een krijg ook van onze
zjjde met schrikbarende offers zou gepaard gaan,
offers in bloed en in goed; maar ook, wijl de
toestand in Atjeh, hoe stuitend en onaangenaam
ook voor ons leger en voor onze financiën, toch
nu niet van dien aard is dat ze een vernietiging
rechtvaardigt van zooveel eigendommen en een uit
roeien van': zoo talrijke scharen van vijanden", als
vermoedeljjk het gevolg er van zou zjjn.
Het is ik besef 't een moeilijke zaak, ook
voor de regeering, om, wanneer werkelijk de nieuw
optredende legercommandant meent dat slechts langs
dezen weg van krachtig optreden een einde aan den
noodlottigen toestand is te maken, zich uit over
wegingen van humaniteit te laten bewegen tot een
weigering. Zwakheid is een onvergeeflijke fout in het
koloniaal bestuur; maar er is een grens ook voor
de ontwikkeling van kracht en gezag.
Noodelooze hardheid zou op de bevolking van ge
heel onzen Indischen Archipel een pijnlijken indruk
kunnen maken en schromelijke gevolgen na zich
kunnen slepen.
Daarom zal het zaak zijn dat de regeering, al
vorens haar medewerking te geven tot een weder
agressief optreden in Atjeh, zoo dit in de plannen
van het Indisch bestuur en van generaal Vetter
mocht liggen, haar verantwoordelijkheid vooraf dekke
door aan de Staten-Generaal en aan het Neder-
landsche volk, dat de lasten er van misschien zal
moeten dragen, eerlijk en onomwonden opening van
zaken te geven en de plannen mee te deelen.
Dan kan zich de publieke opinie in deze doen
geldenmen schatte haar in een zoo gewichtige
aangelegenheid niet te gering en raadplege vooral
ook de mannen, die bekend met de toestanden in
Atjeh, licht kunnen geven en wenken, die van nut
kunnen zijn bij de verder te volgen gedragslijn."
Het is uiterst moeielijk voor hen, die niet met
Indië en de Indische toestanden bekend zijn, en die
bovendien op militaire aangelegenheden den blik
der practijk missen, over de meest gewenschte hou
ding tegenover vijandige Inlandsche staten een oor
deel te vellen. Maar waar dit eenerzijds dwingt tot
voorzichtige kritiek op de plannen van ons Indisch
bestuur en den legercommandant, daar wijst het
tevens op het gevaarlijke om onze volksvertegen
woordiging te doen beslissen over die plannen. Van
het anderhalf honderd leden onzer beide Kamers
zijn er maar zeer enkelen, die als Indische specia
liteit kunnen gelden, en velen van die zullen zelfs
nog niet met juistheid kunnen oordeelen over den
besten weg om den oorlog met Atjeh, die nu reeds
23 jaar duurt, zonder dat onzerzijds op eenig wer
kelijk vooi deel kan worden gewezen, tot een goed
einde te leiden. Daarom komt htt ons voor, dat
het denkbeeld van den Haagschen correspondent der
Zaanl. Ct., dat de regeering »haar verantwoorde
lijkheid vooraf dekke" door aan de Staten-Generaal
onomwonden opening van zaken te geven en de
plannen mede te deelen, slechts in zooverre ge-
wenscht is, dat daarmede niet bedoeld wordt de
volksvertegenwoordiging te doen beslissen over de in
Atjeh te volgen tactiek.
Natuurlijk zullen de Kamers de sommen hebben
goed te keureD, die voor den oorlog met Atjeh
noodig zullen zijn, waDneer meer agressief mocht
worden opgetreden, en in zooverre hebben zij recht
te eischen, dat haar de plannen der regeering, in
overleg met den gouverneur-generaal en den leger
commandant vastgesteld, worden medegedeeld. Maar
dit is nog iets anders dan aan haar de beslissing
te laten over die plannen, en het zou de vraag zijn
of, waar de volksvertegenwoordiging gedurende meer
dan twintig jaren voortdurend hare goedkeuring
heeft gehecht aan de koninklijke daad der oorlogs
verklaring, door telkens de uitgaven voor dien oorlog
te sanctioneeren, zij nu wel anders doen kan dan
ook hare medewerking verleenen aan plannen door
de bevoegde autoriteiten noodig geoordeeld tot een
zoo krachtig doorzetten van dien oorlog, dat een
gunstig resultaat wordt verkregen.
Maar vooral bestaat er o. i. groot bezwaar tegen
den eisch van meerbedoelden correspondent, dat ook
de publieke opinie" zich zou doen gelden. Wan
neer 6r ééne zaak is, waarover de publieke opinie
zich niet moet doen gelden, dan is het zeker een
oorlogsplan. Niet alleen toch, dat de publieke opinie
daarover volstrekt niet oordeelen kan, maar het in
het publiek bespreken dier plannen is juist geheel
in strijd met de noodzakelijke geheime voorbereiding
en doorvoering van zulk een plan. En men wane
niet, dat, omdat men in dezen staat tegenover een
minder beschaafden en verafwonenden vijand, die
geheimhouding minder noodzakelijk iser zijn altijd
gedienstige geesten genoeg in binnen- of buitenland,
die bereid zijn daarginds die plannen mede te deelen,
nog gezwegen van de omstandigheid, dat vele in
landers van den tegenwoordigen tijd volkomen in
staat zjjn te begrijpen wat over Atjeh, Lombok enz.
in couranten geschreven wordt.
We gelooven om deze redenen, dat de regeering
geheel op eigen verantwoordelijkheid zal moeten be
slissen en handelen. Zij kan natuurlijk vooraf het
oordeel van deskundigen inwinnen en ongetwijfeld
zal zjj dit ook wel gedaan hebben. Maar, eenmaal
door die adviezen voorgelicht, dient de regeering
zelfstandig te beslissen in overleg met de Indische
regeering en den legercommandant, en schijnt ons
juist geene andere inmenging noodzakelijk of zelfs
maar gewenscht, dan die door de wet uitdrukkelijk
wordt geëischt.
Meer dan twintig jaar is de oorlog met Atjeh
slepende gevoerd, en heeft hij schatten gelds en tal
van menschenlevens gekost, zonder dat eenig werke
lijk voordeel werd behaald wanneer thans het
driemanschap Bergsma-Van dar Wijck-Vetter over
tuigd is, dat een meer agressief optreden noodzake
lijk moet geacht worden om den oorlog tot een goed
einde te brengen, dan hopen we, dat niet getracht
zal worden noch in Indië noch hier te lande om die
opflikkering van moed en zelfvertrouwen weder te
dooven door allerlei overwegingen, berekeningen en
critieken, die zeer zeker de zaken daarginds niet
tot een goed einde zullen brengen.
GOES, 23 Augustus 1895.
Benoemd tot agent van politie te Gouda dhr.
W. M o o j e n volontair aan het bureau van po
litie alhier.
Bij Kon. besluit is op pensioen gesteld de
kol. L. J. Risseeuw, van den staf der art.,
comm. der vesting-art., het bedrag van zijn pen
sioen bepaald op f2100, on is hem de rang verleend
van generaal-majoor.
Bij K. B. is benoemd tot kolonel, de luit.-kol.
C. L. van Pesch, van dien staf, gouverneur der
Kon. Mil. Acad.
Te Nijmegen is op 59-jarigen ouderdom over
leden de heer F. L. Faisely, schrijver van ver
schillende Fransche taalboekjes, en oui-leeraar der
H. B. S. alhier.
Naar men meldt, hebben voor de examens
in landbouwkunde, welke dezer dagen te
Wageningen worden gehouden, ditmaal niet minder
dan 44 personen verzuimd tijdig aangifte daarvoor
te doen. Hieronder zijn er zelfs 3 voor de akte
middelbaar onderwijs. Dientengevolge zullen dit jaar
maar ongeveer de helft examen doen van het aan
tal, waarop eerst was gerekend. Zij, die niet tijdig
aangifte deden, zijn van oordeel dat aan de oproeping
te weinig publiciteit is gegeven.
Naar men ons mededeelt, zullen nog dezen
winter de lessen van den ambulanten cur
sus in hoefbeslag in onz9 provincie een
aanvang nemen.
Daartoe in staat gesteld door subsidiën van het
rijk f600, van de provincie f700, eu van don Wil-
heltninapolder f 100, zal de Maatschappij tot be
vordering van Landbouw eu Veeteelt in Zeeland"
in iedore af deeling, er zijn er acht, lessen in de
theorie laten geven door een veearts en in de prac
tijk door een gediplomeerd hoefsmid. Het aantal
lessen in iedere afdeeling bedraagt 22zij zullen
zoo ongeveer om de week gegeven worden. Het is
te weuschen dat door vele smeden, vooral door smids
gezellen, gebruik gemaakt zal worden van deze ge
legenheid om van hun vak iets degelijks te leeren.
(Af. Ct)
In een vergadering der Vereeniging van
gemeen te-secretarissen in de provincie
Groningen is, overeenkomstig het voorstel van het
bestuur, besloten pogingen aan te wenden om een
pensioenfonds op te richten en daartoe zoo mogelijk
met de Zeeuwsche Vereeniging samen te
werken. Die Vereeniging stelt zich nl. een pensioens
verzekering barer leden ten doel, maar acht, om een
voldoende jaarlgksche uitkeering te kunnen verzeke
ren, niet alleen aan de ambtenaren zeiven, maar ook
aan hun weduwen, een provinciale vereeniging te
klein en daarom samenwerking met andere provin
ciën wenschelijk.
De Regeering van Tunis moet, naar men ba-
richt, voornemens wezen, de Europeanen, die nog
bij de Toearegs gevangen zijn en waaronder zich
ook onze landgenoote freule Tinne moet be
vinden, te laten opzoeken.
Men schrijft aan het Vad. uit Den Helder:
Bij de jongste verkiezingen voor den gemeente
raad moet de heer Staalman, ter ondersteuning
van zijn eigen candidatnur en van zijn vriend, den
eigenaar der drukkerij, zich bediend hebben van
middelen, welke de anti-revolutionaire kiesvereeni-
ging. alhier aanleiding gaven hem voor haar vier
schaar te dagen. Maar wie er verscheen, de heer
Staalman nietDe Vereeniging heeft toen de ver
gadering verdaagd, naar men wil weten met kennis
geving aan den gedaagde, dat, zoo hij op de eerst
volgende vergadering niet mocht verschijnen, hij als
lid geroyeerd zou worden.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Doopsgezinde ïcerJc. Godsdienstoefening op Zon
dag 25 Augustus des voormiddags om half elf door
ds. Tj. Kielstra van Middelburg.
Beroepen bij de Evang. Luthersche gemeente
te Groede ds. C. F. Stellwag te Deventer.
Mej. H. E. van den Berge alhier is benoemd
tot onderwijzeres te Oud-Vosmeer.
Aan de ambachtsschool alhier is weder
een wedstrijd tusschen de leerlingen gehouden. De
uitslag daarvan is geweest, dat de prjjzon zijn toe
gekend als volgt
Voor de afdeeling Timmerenin de 1ste klasse
aan N. Dominicus, in de 2de kl. (a) aan S. de
Koning, 2de kl. baan J. Dominicus en J. Koeman,
in de 3e kl. aan L. A. Markusse..
Voor de afd. Smedenin de 1ste kl. aan A. M.
v. d. Weert en B. Groenendijk, in de 2de kl. aan
G. C. v. Blitterswijk, in de 3de kl. aan A. den
Boer.
De le lyst der dit jaar gehouden collecte voor
de scholen met den bijbal vermeldt o. a. de volgende
bedragen: 's-Heer Hendrikskinderen met Wissenkerke
f 12.43, Wemeldinge (Herv. kerk) f 10.66.
Gemengde Berichten.
Ierseke. De verleden jaar in Augustus op
gerichte Werkmansvereeniging ^Eendracht maakt
Macht" hield deze week haar eerste jaarvergadering.
Het ledental steeg in dit jaar van 20 tot 33. Aan
contributie werd opgebracht f 146,50wegens ziekte
behoefde slechts f 5 uitgekeerd te worden, zoodafc
er een batig slot was van f 120. De periodiek aftre
dende bestuursleden M. Wesdorp, penningmeester
en D. van Stee en M. de Jonge, commissarissen,
werden alle 3 herkozen.
Door prof. v. Eichelsberg te Utrecht is in het
Academisch Ziekenhuis aldaar een bijzondere operatie
verricht. Hij bevrijdde nl. een gepensioneerd onder
officier van het Nederlandsoh-Indisch leger van den
tienden kogel, die deze dappere krijgsman op Atjeh
had opgedaan. Thans hesft hij er nog éen, waar
schijnlijk de laatste, in het been. Hij bevindt zich
thans in goeden welstand.
Zondagavond zat de bijua 64jarige v. D. met
zijn vrouw en eenige familieleden voor zijn woning
te Amersfoort te praten, toen een 19jarige korporaal
der infanterie, die wegens zijn baldadigheden reeds
meermalen kennis maakte met de politie, het straatje
inkwam en een zakmesje toonend hem toeriep: »Dat
moet er van avond nog in."
De korporaal ging daarop met een collega de naast-
bijgelegon herberg binnen, doch kwam er spoedig
weder uit, waarbij zijn vriend hem zeide de oude
menschen m6t rust te laten en trachtte hem den
anderen kant op te krijgen.
De korporaal rukte zich echtei los en liep op
juffrouw v. D. toe, die hij bij het hoofd vatte. Toen
haar man hem daarop heel kalm zeide, dat hij zijn
niet meer jeugdige vrouw liever met rust zou laten,
pakte het jongemensch hem in zijn langen baard en
bracht hem een steek toe onder de linkeronderkaak
en in den hals. Spoedig werd geneeskundige hulp
ontboden, en hoewel de heer v. D. veel bloedverlies
heeft geleden, is zijn toestand bevredigend. De dader
is in verzekerde bewaring gesteld.
Op het plein vóór het Muiderbosch te Am
sterdam werd Woensdagochtend een op hol geraakt
paard voor een melkwagen door een buitenlandschen
wielrijder ingehaald en met forsche hand tot staan
gebracht. Deze moedige daad werd algemeen ge
roemd, te meer nog daar veel schoolgaande kinderen
op weg waren en door dit krachtig optreden groote
ongelukken werden voorkomen.
Dinsdagavond is een pleziertrein van Kloef
naar Amsterdam tusschen Bussum en Weesp met
eenige stilstaande wagens in botsing gekomen. Een
vijftal pleizierreiziger3 werden licht gekwetst.
Te Winschoten deed zich dezer dagen aan het
bureau van den burgerlijken stand, het zeker zeld
zaam voorkomend geval voor, dat e9n voor weinige
maanden gehuwd timmerman den 16den Augs. jl.
aangifte deed van zijn eerstgeborene op den 14den
dierzelfde maand, terwjjl hetzelfde hoofd des gezins
op 19 Augs. aangifte deed van eene geboorte op 17
Augs. te voren, dus 3 dagen na de eerste. Moeder,
zoon en dochter zijn welvarend.
Te Zevenaar waren drie arbeiders op weg
naar huis met een kar hooi. De wagen sloeg om,
en twee der arbeiders geraakten onder het hooi,
een geheel en een gedeeltelijk. De eerste is gestikt.
Het was een oppassend arbeider, hij was gehuwd
eu laat een vrouw mst vjjf kinderen aohtnv