1895 N". 93. Donderdag 8 Augustus. 82ste jaargang. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f X,75. Afzonderlijke uommers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bg do hoeren Nijsh Van Ditmar te Rotterdam m verder bjj alls Boekverkoopers en Brievengaar dors. De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ete. Bü directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de priji slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- eu doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ot Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. InsenilÜjQi; vcm Advcrtentlên vó«* 3 ase» op den dAf dear uitgave. wwrognwai'-imMT ut igatnaaHKgVBarasag^s': GOES, 7 Augustus 1895. De weinigen, die zich gisteravond bevonden in de >Prins van Oranje" alhier ter bijwoning van de soiree musicaleetartistique, hebben iets waarlijk schoons gehoord. Het waren de drie gebroeders Scoeozza, die hun dit kunstgenot verschaften. Een programma, bevattende stukken van de meest bekende en beroemde componisten wisten zij op wegslepende wijze ten gehoore te brengen. Zij vormen een trio (twee violen en een barp) zoo zuiver, zoo volledig, zoo harmonisch, dat zg de bewondering van het publiek opwekten, een succes, dat alleen te verkrijgen is door ijverige studie en langdurige samenwerking. Wat zij gaven was inderdaad voortreffelijk schoon. Zij spelen met een gevoel en met een lust, die men slechts bij echte muzikale naturen aantreft en met een techniek, die verbazing wekt. Een ademlooze stilte gedurende de uitvoering van elk nommor werd dan ook gevolgd door een stormachtig applaus, als tolk der waardeering van hun schoon spel. Al leidt de verschijning van steeds dezelfde artisten, en nog wel in kleinen getale, zoo licht tot eentonigheid, bij dit trio was daarvan geen sprake. Telkens zag mea hen met genoegen optreden en ook telkens genoot men opnieuw. Jammer, dat de opkomst niet talrijker was, vooral voor de executanten, olschoon zij blijkbaar met even veel ambitie optreden voor een klein als voor een talrijk publiek. Waarschijnlijk geven zij de volgende week nogmaals alhier een soirée met een gevarieerd programma. Een bezoek kan alsdan ten zeerste worden aanbevolen. Niet alleen hier, maar ook op vele andere plaatsen traden zij met veel succes op en talrijke getuigenissen, waarvan deze musici in het bezit zijn, spreken van dit trio met bewon dering en waardeering. Wel interessant is de levens- of liever lijdensge schiedenis dezer drie jeugdige kunstenaars. Het is nu ruim 10 jaar geleden, dat een drietal knapen door de straten van Béziers, in het zuiden van Frankrijk, liepen. De oudste kon hoogstens 12, de jongste 6 jaar oud wezen. Veel muzikalen aanleg bezittende, trachtten zij den kost te winnen met de viool en ieder weerde zich zoo dapper als hij kon, en als het stukje uit was, ging vader met den hoed rond. Deze was vroeger schrijn werker geweest en verstond zijn vak uitstekend, maar door een nood lottig toeval was hg kreupel geworden en kon hij zijn vak niet langer uitoefenen. Er zat dus niets anders op dan dat de jongens den kost gingen verdienen. En zij verdienden den kost en zij verdienen hem nog. Van Béziers gingen zij naar Montpellier en later naar Rijssel en Gent, steeds met twee violen en een harp, die een hunner intusschen met de viool verwisseld had. De vader is eenige jaren geleden gestorven en nu werken de drie jonge mannen, behalve voor zichzelven, voor hun moeder en hun jongste broertje, die te Genteen uitstekende muzikale opleiding ontvangt, wat de andere broeders niet hebben kunnen genietenslechts enkele degelijke lessen hebben bij hen den grond gelegd en hun den weg gewezen om door eigen studie en volharding te worden wat zij thans zijn. Men gevoelt ook onwillekeurig sym pathie voor deze jonge mannen met hun echt zui- deljjk type, door hun bescheiden en beschaafd op treden; in hun oogen, vooral in die van den jongsten, ligt iets weemoedigs, iets mijmerends, als droomden zij van het land, >waar de citroenen bloeien". Zoodra zij echter nu eens zachte, straks krachtige, dan weer klagende, soms bijna vroolijke tonen aan hun in strument ontlokken, ziet en gevoelt men dat de jonge kunstenaars als het ware hun ziel in die tonen uitstorten. Mogen zjj overal elders een even dankbaar, maar veel talrijker publiek vinden dan gisteravond, dan zal >Moeder" in Gent, die wekelijks tweemaal be richt van haar jongens krijgt, gelukkige dagen be leven en voor het drietal droomen van een toekomst, die zij waarlijk verdienen. Bij kon. besluit zijn met den 2en dozer o. a. benoemd tot adelborst le kl. de adelborsten 2e kl. Ie afd. bij het Koninklijk instituut voor de marine te Willemsoord J. van der Bilt en Ph. de K a n t e r. Het besluit der Staten van Zeeland tot be noeming van den heer J. H. S n ij d e r s tot lid van Gedeputeerde Staten van dit gewest, is bij koninklgk besluit van 8 Augustus jl. no. 10 tot 1 October geschorst. Zaterdagavond overleed plotseling te Ginneken (bij Breda) de weled. heer B. M e g 1 i n k oud directeur van het postkantoor te Goes, later direc teur van het post- en telegraafkantoor te Middel burg. De overledene, die sedert anderhalf jaar te Ginneken was gevestigd, bereikte den ouderdom van 69 jaren. Blijkens het verslag over 1894/95, door den directeur der Nederlandsche Maatschappij voor kunstmatige oesterteelt, voor heen onder de firma C. L. de Meulemeester Co., uitgebracht in de algemeene vergadering van aan deelhouders, zijn de uitkomsten nog beneden de aan vankelijke verwachtingen gebleven na de noodige afschrijvingen sluit de exploitatie met een batig saldo van slechts f 1194,55 1/2» waardoor de winst-en ver liesrekening nog met f33,401,67 belast blijft. De oorzaken warende zeer ongunstige nazomer van 1894, waardoor het getal leverbare oesters onge veer 25 pet. beneden de raming bleef, en de belang rijke verlaging der prijzen, noodzakelijk om aan de concurrentie het hoofd te kunnen bieden. »Deze onoordeelkundige concurrentie" zegt de directie, »werd voor werkelijk le qualiteit zware oesters van 1891 allerminst door d« omstandigheden gewettigd." Verkocht werden 1.505.093 oesters le soort tot ge middeld f73,41 per 1000; 45.987 tweede soort tot f46,61 en 27.100 uitschot tot f22,35. In het sei- zoeu 1892/93 is de geheele voorraad .gemakkelijk verkocht kunnen worden tegen ongev. f 95 per duizend. »Van onze pannen", zoo wordt 0. a. verder mede gedeeld »zrjn levend afgestoken en thans uitgezaaid of in de putten aanwezig een gemiddeld getal van 25 oestertjes per pan. Op de natuur-perceelen was de aanslag aanzienlijk minder dan in 1892 en 1893, en daarvan is door felle vorst in Februari 1895 nog het grootste gedeelte vernietigdgelukkig echter is de aanslag in 1892 en 1893 zóo overvloedig geweest, dat dit feit voor onze toekomstige exploitatie g?ene nadeelige gevolgen behoeft te hebben. De winter in Februari 1895 is bgzonder hevig geweest. Bij tem peraturen van meermalen 16° a 17° Celsius, was de geheele bank overdekt met zeer zwaar drijf ijs waardoor wel schade, vooral op de bij laag water droogvallende perceelen, doch overigens geen zeer ernstig nadeel aan onzen oestervoorraad werd toe gebracht." Het zuiver bedrag der exploitatie-kosten, mot in begrip van de jaarlgkscbe pacht aan den staat (f53,057,375) was f 111,224,47*, tegen f 126,500,23» in 1893/94. Uitgebracht zijn op verschillende plaat sen in de Oosterschelde 600,000 pannen en 1800 M3. schelpen. Omtrent den broadvalvan dezen zomer valt met zekerheid nog niets te melden, doch tot op heden (10 Juli) is de weersgesteldheid daar voor zeer gunstig en da vooruitzichten zgn daar mede natuurlijk in overeenstemming. Op het bekende adres van K. Melis, F. C. M. Boenders en J. M. Timmermans te Middelburg, houdende bezwaren tegen de toelating van den heer H. P. den Bouwmeester, als lid van den gemeenteraad aldaar bij raadsbesluit van 24 Juli, en verzoekende dat Ged. Staten het onder zoek der stembriefjes ter hand zouden nemen, is afwijzend beschikt. Da M. Ct. meldt het volgende Naar aanleiding van de loopende geruchten en in verband met de Maandagavond medegedeelde be kendmaking van burg. en weth. alhier, waarbij de doorgang over het Muntplein voor het publiek ver keer is gesloten wegens den bouwvalligen toestand, waarin het Statengebouw verkeert, wordt ons verzekerd dat het nemen van dezen voorzorgmaatregol voor de veiligheid van het publiek dringend noodzakelijk was. Dit bleek ook ons bg een kijkje, dat wij heden namen. De muurwerken toch van het geheele gebouw verkeeren in een toestand, die niet te beschrijven is. Bij het wegnemen der betimmeringen en der gobelins in de vergaderzaal der Gedeputeerde Staten, noodig voor het herstellen van den Muntmuur, bleek het dat deze 85 centimeter dikke muur aan de binnenzijde achter deze bedekkingen nagenoeg geheel was afgekloofd, zoodat er nauwelijks 20 centimeter muurwerk was blijven zitten, welk laatste boven dien zóó slecht is, dat elke samenhang ontbreekt. Bedenkt men dat daar boven de volle muurdikfce ter hoogte van 10 meter aanwezig is en dat boven dien de zoldering was belast met duizenden kilo grammen archieven, steenen vloeren enz., dan kan men zich een denkbeeld vormen van den gevaarlijken toestand, waarin dat gebouw sinds jaren heeft ver keerd en die nu, na het ontmantelen der zaal, te voorschijn is gekomen. Ook het overige muurwerk verkeert in nagenoeg gelijken treurigen toestand, zoodat het oogenschijnlgk stevige bouwwerk slechts een ruïne is. Bereids zijn krachtige maatregelen genomen om het gebouw te behouden en zijn de archieven, de kostbare gobelins, schilderijen en verder meubilair verwijderd. Maandag jl. ontvingen uit Den Haag de firma's Meier Reuser, restaurateurs vau het Haven station en do mailbooton, benevsns die van do hearen j P. G. de Veij Mestdagh Zoon, beidan gevestigd I te Vlissingen, het diploma, waarmede de Koningin- j Regentes hun vergunning verleent tot het voeren S van het koninklijk wapen. Deze onder scheiding staat in verband met gedane leverautiën gedurende do feesten in het vorige jaar en bg den i laatsten doortocht van de Koninginnen bij hun terug- j komst uit Engeland mot het stoomschip de Valk. In België is men onlangs tot v e r h 0 0 g i n g van de invoerrechten overgegaan. De go- volgen van deze nieuwe richting in de economische politiek vau dat land beginnen reeds merkbaar te worden, volgens de Moniteur des Intéréts matériels. Uit goede bron verneemt het blad, dat tot een der voornaamste fabrikanten van het land, die in Duitsch- land materiaal moet leveren voor bijzondere maat schappijen, het verzoek gericht is, de verzending dier bestellingen te bespoedigen, daar er sprake is van het wijzigen der transportkosten van Gn naar België en vooral van de transitovrachten naar Antwerpen. Bij wijze van represaille maatregel tegen de invoer rechten, waardoor da Duitsche voortbrengselen in België getroffen wordflD, moeten maatregelen geno men zijn, om de vrachtprijzen naar België en naar Antwerpen te verboogen, en daarentegen te verlagen die naar de Duitsche en Nederlandsche havens. Op 31 Juli, den laatsten dag voordat de nieuwe bepalingen omtrent de bef fing van invoerrechten bij ons te lande in werking traden, hebben de ambtenaren te Rot terdam en te Arnhem nog voor belangrijke bedragen benaderdin laatstgenoemde plaats voor, naar men zegt, f60,000. De nieuwe bepaling, dat de aangever het recht heeft de aangegeven waarde te verhoogen binnen 24 uur nadat de ambtenaren de aangifte te laag verklaard hebben heett te Amsterdam reeds eenige malen toepassing gevonden en due betere vruchten voor de schatkist afgeworpen dan het oude stelsel van benadering. (Hbl.) E<?u commissie uit do Fransche Kamer doet dezer dagen een reis door ons land, om ons ge vangeniswezen te bastudeeren. De commissie bezichtigde Maandag de strafgevangenis te Leeu warden. Des namiddags is zij naar Feenhuizen en Frederiksoord vertrokken. Onder het opschrift Lohmande tyran" ken schetst de (a.-r.) Nederlander den aanval van dr. Kuyper op den heer Lohmanin diens betrekking tot de club der anti-revolutionaire Kamer leden als »een van de merkwaardigste middelen om, ter zelfverdediging van eigen standpunt, personen af te breken." Over de wijze, waarop in die club, die van 1878 af tot aan de optreding der tegen woordige Kamer heeft bestaan, werd gewerkt, geeft de Ned. eenige inlichtingen. Als eerste eisch gold daarbij, dat alleen het be sluit der meerderheid, genomen na voldoende be raadslaging, de leden bond, en ook dit nog maar alleen in zedelrjken zin ten slotte bleef de vrijheid van stemmen, zonder de verplichting om, bij af wijking van eenig besluit, de club te verlaten. Op die wijze werd niet alleen voorkomen dat éen man zich over allen heenboog, maar kwamen ook die elementen der partij, die in openbaar debat zich minder konden doen gelden, tot hun recht. Geen enkel middel ter doordrijving van eigen gevoelens werd gebezigd, dan het vrije woord en de vrije discussie 1 Dat in zulk een club een of meer leden een over wegenden invloed hebben, spreekt van zelf; in alle vergaderingen treft men hetzelfde aan, en slechts hij die droomt van gelijkheid", en met de Mon- tagnardbas le talent" uitgalmt, kan zich daar aan stooten. Maar men zou zich vergissen, indien men meende dat de club zich, zonder overtuigd te zijn, de leiding van wien ook Het aanleunen. Als voorbeeld ten bewijze haalt de Ned. aan de »non-possumus" politiek der rechterzijde, de aan kondiging, toen bij de Grondwetsherziening door de regeering ook een voorstel tot herziening van het onderwijsartikel werd ingediend, dat, in geval van verwerping, men niet verder tot Grondwetsherziening zou meewerken. f Welnuhet is geen onbescheidenheid thans dit te zeggen, die »non-possumus"-aankondiging is toen geschied tegen het advies in van de beide mannen, die destijds in de anti-revolutionaire partij als de leiders van de binnenlandsche politiek werden beschouwd en vooral de taktische gedragslijn plachten aan te geven, de hh. JE. Mackay en Lobman. Deze werden overstemd. En wat deden nu deze heeren Zjj lieten de verdediging van dien tak in de Kamer over aan hen, die ze hadden doorgedreven. Maar zij werkten trouw mede, en bij de verkiezingen heeft de heer Lohman zelf herhaaldelijk het eens door de club ingenomen standpunt verdedigd, en ook later, toen de uitslag tegenviel, de club tegen aanvallen in bescherming genomen, zonder ooit te laten doorschemeren, dat hij of een ander persoonlijk buiten schuld was. s-Het gold bij de leiding der club zoo weinig de eer of grootheid van personen, dat juist de heer Lohman, hoe vaak ook aangezocht, steeds, of althans zoo lang mogelijk, geweigerd heeft in de club eenige andere functie waar te nemen, dan de zeer bescheiden betrekking van secretaris. Dat hij daarbij vaak dreef en, wellicht vaak te sterk, aandrong op het volgen van óéne lijn is zóó natuurlijk, dat iets anders zich nauwelijks denken laat. In elk ander parlement ziet men, als er partjj-formatie is, hetzelfde gebeuren. En even natuurlijk is het, dat de leden, wier gevoeleis geen ingang vonden, vaak ontstemd waren, en hun hart dan aan elkander of aan anderen wel eens uitstortten. Hoewel dr. Kuyper het niet onkiesch geacht heeft, brieven van mr. Keuchenius te bezigen tegen diens vriend, aan wien die staatsman nog op zijn sterfbed blijken van de warmste sympathie en algeheele ia- stemming heeft gegeven, wenschen wij ons van soortgelijke publicatiën te onthouden. Mochten de particuliere brieven uit dat tijdperk eenmaal gepu bliceerd worden, dan zal men daarin voortdurend klachten van den een over den ander aantreffen, en menigmaal ook harde oordeelvellingenblijken van wantrouwen misschien. Onder politieke mannen, die elkander vaak alleen op politiek gebied ontmoeten, is dat zeer natuurlijk. Maar al die klachten, over en weer, waren dr. Kuyper bekend. Hij wist steeds genoegzaam wat er gaande wasbepaaldelijk als er diep ingrijpende geschilpunten waren, die tot uiteengaan der club konden leiden. Ook de heer Lohman zag zich meer dan eens tot heengaan gedrongen, maar werd telkens door den eenstemmigen aandrang zijner medeleden daarvan teruggehouden Welnu! Over niets wellicht is zóó luid door dr. Kuyper de loftrompet gestoken, als over den heer Lohman als leider der club. Hem was het bekend, hoe aangrijpend, hoe vermoeiend en hoe kiesch zulk een arbeid is, om eeD politieke club te zamen te brengen en te houden. Vooral wanneer zoo iets met de vroegere gewoonten strijdt en er geen antecedenten zijn. Hoe vaak ook deze leider in dien arbeid te kort mocht hebben geschoten, dr. K. meende steeds, althans indi:n men aan zijn openlijke verklaringen waarde hechten mag, dat iemand anders tot dien arbeid zich wilde leenen en voor dien arbeid de ge- sebikfckeid bezat. En thans moet diezelfde arbeid ten bewijze strekken van 's heeren tyranie, ea diens ongeschikt heid om met anderen om te gaanInderdaad dit is merkwaardig. Het boekje van dr. Kuyper over mr. Keuchenius zal, heeft men gezegd, voor »de komende geslachten" etne welkome bijdrage zgn. Ons dunkt dit ook; vooral voor de kennis van het karakter des schrijvers." Het bekende telegram aan het N. v. dD.y omtrent overstroomingen op Java, blijkt wel eenigermate overdreven te zijn geweest, maar toch hebban de hevige plasregens in het begin der vorige maand heel wat schade aangericht in Java's Westhoek. Ziehier wat 0. a. het Bat. Nieuwsbl. daaromtrent meedeelt »Voor de suikerfabrieken is het weer alleron gunstigst. De regens werken stremmend op het bedrijf en jagen de fabrikanten op buitengewone kosten. »De oogst van Javakoffie in de Preanger in het aanstaande jaar is als mislukt te beschouwen. De aanhoudende regens hebben de bloesems vernietigd en het staat te bezien of er een nieuwe bloei zal komen. »Te Buitenzorg zelf woedde op 2 Juli des avonds een buitengewoon kovige bandjir. Het water in de Tjiliwong wies tot bijna 3 meter boven gewoon bandjirpeilbet kwam met ratelend geweld van boven, groote rotssteenen medesleepend en alles ver nielend in zjjn vaart. De kampong Tandjaksn in hot dal van den weg naar Tanah Serael, werd geheel vernieldverscheiden© stukken van huizen uit de kooger gelegen streken kwamen afdrijvenallerwege is veel schade toegebracht, terwyl ook de veestapel niet gespaard is gebleven. Ook de lagere gedeelten van den Plantentuin hadden het zwaar te verant woorden de brug, welke den ouden tuin met den nieuwen aanleg verbindt, is weggeslagen. »De waterstand te Weltevreden en Batavia was ook zeer hoog; op Molenvliet Oost tusscben Sawah Besar en de Messigit stonden de erven der Euro- peeseke huizen blank; lagerop was het natuurlijk nog erger. Het water rees in den ochtend van 3 Juli omstreeks 30 centimeters in het uur. >En dat den 3en Juli, men kan wel zeggen in 't hartje van den drogen" mo°sson 1"

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1895 | | pagina 1