1895 N°. 86.
Dinsdag 23 Juli.
82stc jaargang.
A. E. Janssen
J. F. van cler Leeuw
S. van der Peijl,
W. T'emperman.
De Verkiezing
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bjjblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advortentiön voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Nijsh Van DiTiu.it te Rotterdam en verder
bg alle Boekverkooper* en Brievengaarders.
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 cte
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgi
slechts tweemaal berekend.
Geboomte-, huwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
InK^ndlnis van advertenties voor 9 wren op den daj der nttirave»
Voor de herstemming ter verkiezing
van vier leden van den Gemeenteraad
van Goes, op Dinsdag 30 Juli a. s.,
blijven wij met den meesten aandrang
aanbevelen de heeren
Wij dringen er met den meesten ernst
op aan, dat allen, die bereid zijn op
bovenstaande candidaten hunne stem uit
te brengen, het daarheen leiden met
hunne werkzaamheden, dat zij dien dag
te Goes zijn of althans de stad niet
verlaten vóór zij hunne stem hebben
uitgebracht.
roor vier leden van den GEMEENTERAAD bij herstemming
tissehen de heeren:
8. van der Peijl, J. Adam, A. E. Janssen,
Hl. H. Hars nek, J. Faberij de Jongpe,
II. HI. den Boer, W. Teinperman en
J. F. van der Leeuw*
zal plaats hebben op Dinsdag den 30 Juli a. s. van de3
voormiddag9 9 tot des namiddags 5 uren in een der zalen van
het Raadh is.
De hi «ze-, die zijn stembriefje verloren of er geen ontvangen
heeft, kan er een ter secretarie bekomen.
Goes, den 540 Juli 1895.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
Algemeen Overzicht.
We hebben in den loop der week reeds een en
ander medegedeeld omtrent den moord, die geplepgd
is op Bulffarije's oud-minister Stamboelof, welke
moord om meer dan ééne reden in geheel Europa
een grooten indruk heeft gemaakt. In de eerste
plaats toch was Stamboelof eene merkwaardige per
soonlijkheid, eene krachtige politieke figuur, waaraan
Bulgarjje voor een groot deel te danken heeft de
zelfstandigheid, die het geniet, ofschoon zijn vorst
niet door de groote mogendheden is erkend. De anti-
Rassische partij had in Stamboelof haar leider, en
het is ongetwijfeld voor een groot deel aan zijn kras
optreden tegen Rusland te wijten, dat men in het
Czarenrjjk zoo weinig sympathie voor Bulgarije ge
voelt. Vorst Ferdinand heeft veel aan Stamboelof
te danken, want het is hoofdzakelijk door diens toe
doen, dat de Goburgsche prins op den Bulgaarsehen
troon is geplaatst en verscheidene jaren heeft Fer
dinand dan ook van de goede diensten van Stam
boelof geprofiteerd. Eerst in lateren tijd is de goede
verstandhouding tusschen deze beide personen ver
minderd, naar sommigen willen onder invloed van
Ferdinand's echtgenoote, die begreep, dat Stamboelof
een der hinderpalen was, die in den weg stond om
haar gemaal door Rusland en de overige mogend
heden te doen erkennen. Het gevolg hiervan was,
dat vorst Ferdinand zich meer en meer aansloot bij
de Russischgezinde partij in Bulgarge en dat hij
Stamboelof ontsloeg als minister. Hij kon dit te
gereeder doen, omdat de ontslagene door zijne groote
gestrengheid bij het meerendeel des volks weinig
gezien was en de demonstraties tegen Stamboelof
na zijn aftreden als minister liggen onzen lezers
vermoedelijk dan ook nog versch in het geheugen.
Het is nu maar de vraag en daarom trekt
in de tweede plaats de moordaanslag ook buiten
Bulgarije zoozeer de aandacht in hoeverre de
regeering daarbij betrokken is, m. a. w. of de
moordenaars hunne misdaad hebben gepleegd uit
eigen wraakzucht, dan wel of zij daartoe door de
regeering zjja aangezet of omgekocht. Over het al
gemeen is de buitenlandsche pers niet ongeneigd
het laatste aan te nemen, en de meeste bladen geven
niet onduidelijk te kennen, dat zij vorst Ferdinand
verdenken de hand in het spel te hebben gehad.
Zij gronden deze bewering op het feit, dat de politie
op in het oog loopende wijze nalatig is geweest in
het vangen der moordenaars en zij zelfs personen,
die de misdadigers vervolgden, heeft tegengehouden
voorts op de omstandigheid, dat de moord samenvalt
met de zending van een gezantschap naar St. Peters
burg met opdracht om een krans namens het Bal-
gaarsche volk neör te leggen op het graf van den
overleden Czaar, maar tevens met de bedoeling ora
eene betere verhouding tusschen Rusland en Bulgarije
in het leven te roepen.
Het is dus zeer in het belang van vorst Ferdinand
en van zijne regeering, dat de moordenaars spoedig
worden gevonden. Wellicht blijkt dan, dat werkelijk
persoonlijke wraak der misdadigers de aanleiding
is geweest, zooals enkele bladen vermoeden, vooral
ook op grond van de omstandigheid, dat de moord
gepleegd is op denzelfden dag, waarop in 1892 zijn
terechtgesteld de medeplichtigen aan den moord op
den toen maligen minister Beltscheff. Die terecht
stelling vond toen plaats op last van Stamboelof.
Zaterdagmiddag is Statnboelof's lijk bijgezet in
de kathedraal te Sofia.
Velen hebben nog een laatst bezoek gebracht in
Stamboelof's huis, waar het stoffelijk overschot, met
bloemen en kransen bedekt, was neergelegd. Stam
boelof's vrouw en moeder waren bij het lijk gezeten.
Het verband was van het hoofd afgenomen, de vre9-
selijke wonden waren zichtbaar. Verscheidene vrien
den van den doode bleven dag en nacbt in het huis
van rouw. Tal van deputaties werden verwacht. In
de straten was de annonce der familie aangeplakt.
Georjief, gewezen secretaris ^an Panitza die
in 1890 wegens een aanslag op het leven van prins
Ferdinand is doodgeschoten is in hechtenis ge-
nomeD, en moet hebben bekend schuldig te zijn aan
den moord. Toefektsjiëf is weer gevangen genomen.
Ook een Macedoniër, Athana genoemd, die onder
verdenking staat.
De verkiezingen voor het Engelsohe Lagerhuis
zijn nog steeds in vollen gang, maar ïeeds nu is
met vrij groote zekerheid te voorspellen, dat de
liberalen een volslagen nederlaag zullen lijden en
dat het conservatieve element in de nieuwe Kamer
sterk de overhand zal hebben. Zelfs de meest be
kende leiders der liberale partij, sir William Har-
court en John Morley, zijn niet in hun eigen distriet
herkozen, en ofschoon zij nu wel dadelijk door een
ander district weêr in het Lagerhuis zullen worden
gebracht, zoo zullen ze daar toch slechts kunnen
optreden als de aanvoerders van een kleinen troep,
zoodat er in de eerste tijden van een strijd tegen
het Hoogerhuis of van home-rule voor Ierland wel
niets zal komen.
De toestand op Cuba wordt hoe langer hoe
netebger voor de Spanjaarden en het krijgt meer
en meer den schijn alsof de parel der Antillen wer
kelijk aan Spanje zal ontvallen. Op het laatst der
vorige week zijn er weder berichten gekomen van eene
nederlaag door de opstandelingen aan de Spaansche
troepen toegebracht, waarbij maarschalk Martinez
Campos met moeite wist te ontkomen. Het heet nu,
dat te Madrid besloten is nog 30,000 man verster
king naar Cuba te zenden, waaruit zeker wel mag
worden afgeleid, dat men ook daar den toestand
zeer ernstig inziet.
In Servië is de Skuptchina nu bezig met de
financiëele plannen van den minister Popovic te
behandelen. De progressisten, uit wier midden het
nieuwe ministerie is voortgekomen, zijn natuurlijk
bereid de ontwerpen aan te nemen, doch aangezien
zij de minderheid in de Skuptchina uitmaken, heb
ben ze den steun van een deel der liberalen noodig
om de ontwerpen tot wet te verheffen. Toch hoopt
men, dat dit zal gelukkenzoo niet, dan zal de
Kamer wel ontbonden worden, 't Blijft echter de
vraag of de mogendheden zich bij de financiëele
voorstellen van den minister Popovic zullen neder-
leggen, want zij zijn alles behalve gunstig voor de
buitenlandsche schuldeischers.
GOES, 22 Juil 1895.
Met ingang van 1 Aug. a. s. zullen de com
miezen der posterijen K. A. van Langeraad
alhier en C. J. P i 1 a a r te Maastricht onderling
van standplaats verwisselen.
Bij beschikking van den Minister van Binnen-
landsche Zaken is bepaald, dat de commissie aan
welke wordt opgedragen het examineeren van hen,
die eene akte van bekwaamheid voor middelbaar
onderwijs in land- en tuinbouwkunde en houtteelt
of de akte voor lageronderwijsinde
landbouwkunde, wenschen te verkrijgen, voor
het jaar 1895 zitting zal houden ta Wageningen
tot lid dier commissie is o. a. benoemd de heer:
I. G. J. Kakebeeke, Rijkslandbouwleeraar te
Goes.
Na gehouden eind-examens aan de Rijks-vee-
artsenijschool te Utrecht is het diploma van veearts
uitgereikt aan den heer L. Boogaert van Drie-
weger
De heer C. T. Stork, oud-lid der Eerste
Kamer, is overleden.
De Nederlandsche oorlogsschepen blij van te
Tanger tot Marokko de geëischte schadever
goeding betaald en de roovers, die de »Anna" plun
derden, gestraft heeft.
De Duitsche oorlogsschepen blijven in de Marok-
kaansche wateren tot het antwoord van den sultan
op Duitschlands eischen Tanger bereikt heeft. Het
antwoord verwacht men over een twintigtal dagen.
Als geen volkomen genoegdoening wordt gegeven,
zullen krachtige maatregelen genomen worden. De
houding van Duitschland wordt door de vreemdelingen
hier gebillijkt.
Tot, leden der commissie, die onderzoeken moet
of het onder wijs van prof. Lohman Sr. in
overeenstemming is met de beginselen der Vrije
Universiteit, zijn, naar de N. Pr. Gr. Ct. meldt,
dopr curatoren benoemd mr. Th. Heemskerk en ds.
B. van Schelven, en niet A. Brummelkamp, zooals
eerst werd medegedeeld.
»Deze week", schrijft genoemd blad verder, >zou
de nu voltallige commissie zitting nemen, maar het
ligt in den aard der zaak, dat aan hare verrichtin
gen geen publiciteit wordt gegeven. Hare taak is
trouwens in het reglement aldus omschreven
(Zij) brengt in de eerstvolgende gewone of buiten
gewone vergadering (der Vereeniging voor hooger
onderwijs op gereformeerden grondslag) haar verslag
uit." Terwijl dan nog deze volzin volgt:
>Als slotsom van hare bevinding stelt zij eene
motie van orde voor, waarover door de vergadering
wordt beraadslaagd en beslisttenzij het haar ge
lukt zij, door minnelijke schikking aan de voor
stellers der enquête voldoening te geven."
Het voornemen bestaat op 1 Januari 1896
over te gaan tot de invoering van straf
registers en van antrometische sig-
nalementkaarten stelse 1-B ertillon, de
laatste op te maken in de huizen van bewaring in
de arrondissementshoofdplaatsen, in de rijkswerkin
richtingen en in de politiebureelen te Amsterdam,
Rotterdam en 's-Gravenhage, zoo noodig ook in de
strafgevangenissen.
De regeering wenscht de aan te wijzen ambte
naren reeds g^ruimen tijd vóór 1 Januari a. s. met
de werking der stelsels vertrouwd te maken en
vraagt bij een wijziging der justitiebegrooting f 4500
aan voor invoering der stelsels.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Beroepen bij de Ned. Herv. gemeente te Fra-
neker ds. W. Haverkamp te Bergen-op-Zoom
bij de Geref. gemeente te Breda ds. W. Kaptegn
te Goes.
Kllewoudsdijk. Gisteren werd alhier tot ouder-
ling gekozen de heer P. Stouten.
Uitslag der overgangs-examens aan school E
alhier
Bevorderd van de le naar de 2e klasse:
L. Bannet, E. Sijpkens, G. Breetvelt, M. Isebree
Moens, M. MuelmaD, K. de Koning, J. Laban, F.
Fransen van de Putte, J. van IJsendijk, M. Sturm,
J. Bouricius, J. Bevier de Fouw, O. Sprenger.
5 leerlingen werden niet bevorderd.
Bevorderd van de 2e naar de 3e klasse:
A. Bierenbroodspot, A. Breetvelt, B. de Koning,
C. Franken, B. Goemans, A. van der Linde, J.
Bevier de Fouw, M. Lambrechtsen, M. Boone, O.
Sprenger, J. de Jonge, D. Arentz, M. van Daalen,
J. Donner (voorwaardelijk).
3 leerlingen werden niet bevorderd.
Bevorderd van de 3e naar de 4e klasse:
M. Prins, A. Weide, K. Timmerman, J. Hannink,
N. Prins, T. de Jonge Mulock Houwer, A. Boone,
C. Baarens.
Bevorderd van de 4e naar de 5e klasse:
M. Weide, M. Breetvelt, E. Kakebeeke, M. Vonk
(voorwaardelijk).
Een diploma werd uitgereikt aan:
C. A. M. van der Meulen, T. H. C. Dentz, J. H.
de Jonge, A. C. de Witt Hamer, M. J. Goemans.
Wereldtentoonstelling voor Hotel- en
Reiswezen te Amsterdam.
x.
De eene festiviteit volgt op de andere op het
terrein en draagt er natuurlijk niet weinig toe bij
om het bezoek in de hand te werken. Het moet
dan ook gezegd worden, dat de afgeloopen week
de tentoonstelling zich in een zeer drnk bezoek
mocht verheugen. Wel baren die aangeboden uit
spanningen somtijds nog al eens heel wat teleur
stelling, vooral door de humbug," waarmede de
aankondiging ervan geschiedt, maar het publiek
amuseert zich toch blijkbaar voortdurend zeer goed.
Het laac zich begrijpen dat de mee-te Amster-
damsche publieke vermakelijkheden, als de kleine
schouwburgen, café-concerts en gewone café's ge
ducht lijden, daar het uitgaande Amsterdamsche pu
bliek, vooral 's Zondags avonds, op het tentoonstel
lingsterrein te vinden is. Nu is het een feit, dat
het aantal vreemdelingen dat Amsterdam tot nu
toe tijdens de tentoonstelling bezocht, in de verte
niet opweegt tegen deze Amsterdamsche pretmakers,
zoodat voor velen de tentoonstelling niet alleen niet
voor- maar zelfs zeer nadeelig isaan mopperaars
te dien opzichte, dan ook geen gebrek.
Zoo even merkte ik op, dat er bij het aankon
digen van velerlei nog al wat humbug" is en dat
men nog al eens teleurgesteld wordt bij het zien
van zaken, die met zeer veel ophef zijn aangekon
digd. Zoo noemen wij o. a. de driedaagsche tuin
bouw- en bloemententoonstelling, die gehouden is
in een gebouw naast het hoofdgebouw, expresselgk
ingericht voor tijdelijke tentoonstellingen van dien
aard en waarin reeds eenige weken geleden een ten
toonstelling van asperges werd gehouden. Men zal
het mij niet kwalijk nemen dat ik van die laatste
gewichtige expositie geen gewag maakte, daar men
zich even goed een dikke als een dunne asperge
kan voorstellen. En even goed zou ik deze bloe
men- en tuinbouwtentoonstelling stilzwijgend hebben
kunnen laten voorbijgaan, want het was in één
woord een sjofele boel", zoowel wat betreft de
bloemen, waarvan een Parijsche inzending, die er
den tweeden dag alles behalve friseh uitzag, met
goud werd bekroond, als wat de tuinbouwproducten
aangaat. Wel waren de bloemkoolen en de wortels
mooi en lagen er mooie kroppen sla enz. maar de
geheele inzending was zoo miniem dat het in één
woord belachelijk was en dat opeen wereld
tentoonstelling.
Zondag en Maandag den 7en en 8en hadden wg
de muziek van de Belgische mijnwerkers die, daar
voor uit Frameries gekomen, in grijze pakken ge
kleed en met slappe ronde hoeden op het hoofd,
twee concerten gaven, die blijkbaar zeer in den
smaak van het publiek vielen. Het was dan ook
dien Zondag een zoo verbazende drukte op Ond-
Holland, dat men zich verdrong op eene wijze, zoo
erg als ik het nog niet bijwoonde. Dinsdag d. a. v.
een vuurwerk ter eere van de installatie van de
jury. Dat vuurwerk beloofde ons zooveel buitenge
woons het was iets geheel nieuws en vervaar
digd door een Engelsche firma dat wij Amster
dammers daar allen heen moesten en niet minder
dan ruim 12000 personen Dinsdagavond het terrein
bezochten. Nu moet ik tot mijn spijt zeggen, dat
we deerlijk teleurgesteld waren en dat het vuurwerk
niet meer dan »tamelijk" genoemd mocht worden,
terwijl we hier aan Amstel en IJ op dat gebied nog
al verwend zijn.
Nu is het een loffelijke gewoonte van het ten
toonstellingscomité om als iets niet goed van stapel
loopt, er een repetitie van te geven, zooals o. a.
met het bezoek van Prins Maurits", en nu zal men
dit ook maar met het vuurwerk doen en wacht ons
daar eerstdaags een herhaling van.
Niet onaardig zijn de tooneelvoorstellingen welke
op het marktplein van Oud-Holland gegeven worden
in Oud-Hollandscb costuum. Die comedie-voorstel-
lingen vinden plaats in een losse tent, die vóór het
Raadhuis" geplaatst is, terwijl het publiek de voor
stelling bijwoont, zittende op eenige rijen stoelen of
staande daarachter.
Die voorstellingen geven meestal stof tot uitbundig
gelach en doen ons hooren dat de taal, door onze
voorouders op het tooneel gebruikt, nu juist niet
altijd kiesch genoemd kan worden.
Zaterdag den 13en werd de Belgische afdeeling
plechtig geopend. Deze opening werd o. m. bijge
woond door den Minister van Binn. Zaken mr. Van
Houten. De Belgische afdeeling, waarop ik nader
denk terug te komen, ziet er thans zeer goed uit.
Wanneer wij door den f raaien hoofdingang het
hoofdgebouw binnentreden, bevinden we ons in de
Nederlandsche afdeeling, al dadelijk kenbaar aan de
versiering met draperiën op zeer smaakvolle wgze
geflankeerd door de nationale driekleur.
Zooals het op alle tentoonstellingen gaat wordt
ons oog al dadelijk getroffen door een zoo bonte
menigte van voorwerpen dat men veel ziende eigen
lijk niets ziet. Men dient zich daarom, wil men
naast het aangename met eenig nut een tentoon
stelling bezoeken, zieh een weinig te oriënteeren en
kan dit in den regel eerst na een herhaald bezoek.
Ik heb niet het voornemen om iederen Nederland-
schen inzender afzonderlijk te besprekendit zou
te langwijlig wezen en bovendien geloof ik niet dat
©en dergelijke lectuur ©rg aanlokkelijk zou zijn*