L895 N°. 84. Donderdag 18 Juli. 82ste jaargang. Verkiezing van vijf leden van den Gemeenteraad De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder bjj alle Bcekverkooper» en Brievengaarders. De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer IC Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pi rlO ets PrQB slecbts tweemaal berekend. Geboorte-, buweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Iuseudine v»n advertentiën vónr 8 uren op den das der uitgave. Bij K. B vau 9 April jl. n>">. 25 is bepaald d-.t o. a zal worden opgeroepen, om vau 23 Juli tot '26 Augustus a. s. in den wapenhandel te worden geoefend Johannes Franciscus van der Raaf, milicien-verlofganger der lichting 1892 §n behoorende tot het 3e Regiment Veld-Artillerie te Roermond. Hij wordt opgeroepen om des namiddags voor 4 uren tegen woordig te zijn bij zijn korps, werwaarts hij zich rechtstreeks moet begeven. Hij. die niet op den bestemden tijd onder de wapenen komt ot niet voortdurend aan de oefening deelneemt, of wel achterlijk blijft in het aanlecren van den wapenhandel, wordt zooveel langer onder de wapenen gehouden als de com mandant noodig acht Goes, 15 Juli 1S93. De Burgemeester van Goes, J. G. d. W. HAMER. Van het stembureau voor de wegen9 periodieke aftreding, zijn ontvangen de processen-verbaal van inlevering en openiug der stembriefjes, welke stukkeu ter secretarie voor een ieder ter inzage nedergelegd en waarvan afschriften aangeplakt zijn Uit de processen-verbaal van opening blijkt, dat bij de verkiezing van de 611 geldig uitgebrachte stemmen op zich vereenigd hebben de heeren S. J. J DE JONGE MULOCK HOUWER 881 S VAN DER PEIJL301 J. ADAM291 A. E. JANSSEN289 M. H. HARINCK284 J. FA BEItIJ DE JONGE283 B. M. DEN BOER276 W. TEMPERMAN269 J. F. VAN DER LEEUW266 Iz. WESSEL Sr262 terwijl de overige stemmen verdeeld waren, zoodat gekozen is de heer: J. J. de Jonge Mulock Houwer, terwijl een herstemming moet plaats hebban tusschen de heeren 8. van der Peijl» J. Adam, M. Janssen, US. II. llarinok, J. Faberij de Jonge, B. 91. den Boer, W. Temperman en J. F. van der Leeuw. Goes, den 17 Juli 1895. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, VAN REIGERSBERG VERSLUIJS OM F. O EP ER. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter kennis van de ingezetenen dat JOHANNES ZUIJDWEGr mot ingang van 1 Juli 11. ontslagen is als omroeper en aanwijzer van hetgeen ter vischmarkt voor den afslag wordt aangebracht en dat als zoodanig is benoemd Gerardus van Riet, schoenmaker te Goes. Goes, 17 Juli 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. G. d. W. HAMER. van reigeesberg'v'ersi.üjjs. GOBS, 17 Juil 1895. Uitslag der verkiezing voor vijf leden van den Gemeenteraad te Goes. Aantal kiezers 714. Uitgebracht 613 stemmen. Van onwaarde 2. Volstrekte meerderheid 306. Herkozen de heer S. J. J. DE JONGE MULOCK HOUWER, l. en kmet 381 stommen. Herstemming tusschen de heerenS. van der Peijl, l. en k., met 801, J. Adam, amet 292, A. E. Janssenl. en k., met 289, M. II. Harinck, a., met 284, J. Fabery de Jonge, a., met 283, B. M. den Boer, a., mot 276, W. Temperman, l. en k., met 269 en J. F. van der Leeuw, k. en l, met 266 stemmen. De heer I. Wessel Sr., a,, verkreeg 262 stemmen, terwijl de overige stemmen op verschillende personen waren uitgebracht. Door de harmonie »Euphonia" zal den 2n Augustus, den jaardag der Koningin-Regentes, een volksconcert worden gegeven in de muziek tent op de Groote Markt, terwijl door het bestuur der Vereeniging voor Volksvermaken" is besloten dien avond de tent te verlichten en eenig vuurwerk af te steken. De heer J. Cleuver, muziek-directeur te Middelburg, die onder vele sollicitanten de uitver korene was om directeur te worden van de muziek school, de zangvereeniging en do Euriditio-concerten, alle uitgaande van de afdeeling Rotterdam der Maat schappij tot bevordering van Toonkunst, heeft, voor eene benoeming bedankt. Over dit besluit zullen zeker velen zich met ons hartelijk verheugen, zegt de M. Ct. Het mag toch een voorrecht heeten dat Middelburg dezen talent vollen, ijverigen man in zijn midden behoudt. Naar het N. v. N. verneemt, heeft H. M. de Regentes afgezien van haar voornemen, om een bezoek aan de tentoonstelling te brengen. Dr. Ch. M. van Deventer zegt in de Kunstwereld over de quaestie-Kollewijn o. a. »Naar men weet is de heer Kollewijn er voor om de uitgangen zooveel mogelijk weg te laten in de schrijftaal, in aansluiting aan de usantie der spreek taal. Maar hier zoowel als elders schijnen do heer Kollewijn en zijn vrienden mij toe de literatuur kwaad te doen door verwaarloozing van het inzicht, dat schrijftaal en spreektaal nu eenmaal anders moe ten zijn, wijl de laatste gesteund wordt door midde len van uitdrukking, die de eerste mist. Iemand, die spreekt, kan zijn bedoeling verduidelijken door bui gingen van stem, door gebaren van hand en hoofd, door uitdrukking van het gelaat. De logische betrekking der woorden kan in bet gesprek worden aangewezen door andere middelen dan die der taal, in het geschreven woord is men beperkt tot de middelen der taal zelf, en om dan evenveel te kunnen doen als met spreken, heeft men méér middelen noodig. Daarom alleen reeds is het gewenscht de middelen, die er zijn, te behouden daarom alleen reeds is het onjuist de geschreven taal als de botte nabootsing van de gesprokene te beschouwen, daarom alleen reeds is het onwijsgeerig de vrijheden der gesproken taal met huid en haar in de geschrevene te willen overbrengen. Natuurlijk moet men ook in het schrijven droog heid en stijfheid en pedanterie vermijden. Maar zeker zou men ook den artisten geen dienst bewijzen, zoo men hun een der middelen van hun kunst ontnam, en dat zou men doen, zoo men hen in hun jeugd niet er aan gewende de uitgangen te hanteeren. De artisten gevoelen zelf behoefte aan middelen van uit drukking, die menig beschaafd man als stijf en ge dwongen afkeurt. Veel meer dan vroeger kan men thans in het artistieke proza het gebruik van het tegenwoordig deelwoord aantreffen, en het tegen woordig deelwoord staat voor de spreektaal vrij wel op den index, terwjjl het langen tijd bij velen ook in de geschreven taal voor onuitstaanbaar gold. »Maar spreken en schrijven zijn nu eenmaal niet hetzelfde, om de redenen reeds genoemd en ook daarom, dat men in het schrijven doen durft en durven mag, wat in de conversatie met haar eischen van familiariteit en bescheidenheid onuitstaanbaar ismooi zijn, verheven zijn, gedragen zjjn, kunst maken, en kunst is wel een bewerking van ele menten aan het leven ontnomen, maar niet de botte nabootsing van bet leven. Schrijf zooals men schrijlt, en spreek zooals men spreekt, zeide Huet reeds. Men kan deze spreuk herhalen en er aan toevoegenwees democratisch, maar niet plebeïsch". De geneesheeren van behoudende richting op godsdienstig gebied zullen dezer dagen een uitnoodiging ontvangen, om toe te treden tot een Vereeniging, welke zich ten doel stelt verschillende vraagstukken, welke zich op hun terrein voordoen, te bespreken overeenkomstig de Chr. beginselen. Het doel dezer Vereeniging zal zijn langzamerhand een weg te banen tot de oprichting van een medische faculteit aan de Vrije Universiteit, waartoe reeds sedert jaren voorloopige pogingen zijn in 't werk gesteld. Tot leden der enquête-commissie voor het onderwijs van prof. Lohman Sr. in verband met de beginselen der Vrije Universiteit zijn benoemd door directeuren de heeren W. Hovy en C. M. E. van Loben Seis en door curatoren de heeren A. Brummelkamp en mr. Th. Heemskerk. Door de jaarvergadering van 27 Juni werden be noemd de heeren dr. H. Bavinck, J. van Alphen, A. G. van Deth, G. H. A. Grosheide en L. de Vries Hz. Hoek van Holland, wellicht nog voel verder, was het zeewater verrassend intensief bruin gekleurd. Trekt de vloed zich terug, dan blijft op het strand een kleverig schuim achter, dat veel taaier is dan gewoonlijk, en in alle putten en plassen vindt men bij eb een bruine slijmlaag van soms een vinger dikte. Het merkwaardigste van bet verschijnsel is, dat het aan een levend, microscopisch organisme moet worden toegeschreven, dat zich, door een of andere onbekende oorzaak, op deze onmetelijke wijze is gaan vermenigvuldigen. Brengt men een weinig van het bruine sljjm, dat op bet strand bij ebtijd is achtergebleven, onder den microscoop, dan ziet men het volgendeNiets dan kleine doorschijnende peervormige lichaampjes, waarvan de wand en de zeer lange steel geheel doorschijnend zijn, en in het verdikte deel éen of twee ronde bruine klompjes, welke da eigenljjke oor zaak der bruinkleuring van het zeewater zijn. De vermenigvuldiging geschiedt eenvoudig door lengte- deeling, waarbij vooraf het bruine lichaampje in tweeën uiteenvalt en de steel de dubbele dikte aan neemt. Nadat de deeling is afgeloopen, verlaten de deelproducten elkander niet dadelijk, maar blijven met het dikke peervormige einde zijdelings met elkan der gedurende eenigen tijd in samenhang, zoodoende kransen of snoeren vormende. Deze snoeren bestaan uit tien of meer individuën, maar vallen door de beweging van het water uit elkander. Van de kleinheid dezer wezentjes kan men zich een denkbeeld maken, wanneer men weet, dat een snoertje van 150 stuks 1 millimeter lang is. De steel is echter driemaal langer dan het eigenlijke lichaam. Tot welke afdeeling der organische natuur behoort deze »oneindig-kleine" om den term te gebrui ken, waarmede Pasteur zoo gaarne de microben be stempelt is het een plant of een dier Het is zonder twijfel een plantjede onbeweeglijkheid, de bruin© kleur, de afwezigheid van een mondopening bewijzen dit reeds. Maar tot welks groep van planten een meer nauwkeurige rangschikking mo6t voeren, is moeilijker aan te geven. Een echte Diatomee of »kiezelwier" is het niet, hoezeer de verwantschap tot deze groep groot is. Wellicht is het een pygmee uit de onlangs door Hiickel opgestelde familie der Murracytaceën of glasblaasjes", waarvan de grootte echter 1/2 tot 1 Va millimeter bedraagt en die de hoofdoorzaak zijn van het lichten der tropische oceanen. Hoe vol geheimen moet het microscopische leven der zee zijn, dat dit bij myriaden, matelooze scharen" verschijnende creatuur zich aan het oog der meeste natuuronderzoekers tot nu toö heeft weten te ont trekken en wellicht nog nimmer is beschreven. A. S. schrijft in de Soerab. Crt. van 8 Juni: »Op Bali en Lombok schijnt een nieuw ge vaar te dreigen, waarvoor de regeering, blijkens de verschillende quasi-geheimzinnige, maar toch gemak kelijk tot in het doel te doorgronden, voorbereidings maatregelen gelukkig ni9t blind blijkt te zijn. De houding der Sasaks toch is zooals mij ook uit particuliere brieven van op Lombok vertoevende en bevoegde beoordeelaars blijkt vooral in den laatBten tijd alles behalve vriendschappelijkhun aan matiging stijgt met den dag, en reeds meermalen is het voorgekomen dat op onverholen wjjze uiting werd gegeven aan den ingeboren haat tegen den Kaffir, 't zij hij blank of bruin van kleur is. 'fc Is niet alleen niet onwaarschijnlijk, maar 't ligt zelfs voor de band, dat aan deze schier aan 't ge prononceerd vijandige grenzende stemming, de in vloed van onzen trouwen vriend" van Karang Asem niet geheel vreemd kan zijn. Daarin echter aanleiding te zoeken tot eene expe ditie, zou ik al heel absurd vinden. Niet Karang- Asem toch zou die expeditie kunnen gelden, maar alleen den p;rsoon van Goesti Djelantik, en om die in handen te krijgen, behoeft waarlijk geen meerder bloed geofferd te worden dan op Lombok reeds stroomde. Men volge in Godsnaam in deze de van ouds be kende rijksdaalder-politiek en love een flink aantal ringgits uit om vriend Djelantik levend aan ons over te leveren. Geld zal ook hier de machtige motor blijken om de bevolking van Karang-Asem, die slechts voor een zéér gering deel op de hand van onzen vriend is, er toe brengen om heer Djelantik in no time in onze handen te spelen." De Loc. schrijft: De geruchten van een expeditie naar Karang-Asem willen maar niet uit de lucht. Of Goesti Djelantik, onvertrouwbaar als hij is, door de regeering zoo ge- vaarljjk wordt geacht dat het noodig zou wezen hem uit zijn nest te drijven, wagen wij te betwijfelen. In deze militaire afdeeling is dan ook van een aan staanden krijgstocht naar Bali niets bekend. En stond het zesde bataljon werkelijk op het punt van uit rukken, zooals men te Batavia wil weten, dan zou men daarvan t® Magelang, waar het in garnizoen ligt, en te Semarang allicht iets gehoord hebben. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. te Ovezand, de heer L. S. de Brurjn, Oost-Indisch predikant m«t verlof te Utrecht. Bedankt voor het beroep bij de Evang. Lu- thersche Gem. te Groede door ds. C. Th. Schorten te Tiel. Na gehouden overgangs-examen aan de Hoogere Burgerschool alhier zijn bevorderd Van de voorber. tot de le klasse. Met den eersten graad: N. C. Lambrechtsen. Met den tweeden graad: D. Kooman, J. van Ebbenhorst Tengbergen, D. M. Vermet en W". A. Ochtman. Met den derden graadH. K. de Jonge Mulock Houwer, P. J. A. van Dam, A. Luteijn en de leerling voor een enkel vak J. J. Stokmans. Nog is tot deze klasse toegelaten H. de Groot. Drie leerlingen wer den niet bevorderd. Van de le tot de 2e klasse. Met den eersten graad: J. Tazelaar. L. A. Ha ringman, Cornelia van Ebbenhorst Tengbergen en de leerling voor enkele vakken M. A. HoilestelJe. Met den tweeden graad: J. M. de Witt Hamer, S. de Jonge Mulock Houwer, W. Temperman, J. J. L. Dormaar, J. van Kalmthout, A». W. A. van Campen en Anna J. Fopma. Met den derden graad W. Bouwens, L. J. F. van Dalen, A. de Koning, A. W. Schneider, D. Stigter en J. J. van den Barge. Vjjf leerlingen werden niet bevorderd. Van de 2e tot de 3e klasse. Met den eersten graadC. van Liere. Met den tweeden graad: J. J. M. Knitel en J. ten Napel. Met den derden graad: G. J. Th. de Blinde, P. F. Hoogesteger, A. Willemse, P. C. van Krieken, Eliza O. Massee en de leerling voor enkele vakken A. Dresselhuijs. VoorwaardelijkM. A. Ittman, H. C. Ittman en L. F. G. Kakebeeke. Zes leerlingen werden niet bevorderd. Van de 3e tot de 4e klasse. Met den eersten graad: W. H. Ittman, W. M. Quist en W. A. van der Meulen. Met den tweeden graad: J. Blackstone. Met den derden graad: P. J. de Wilde, O. M. de Blinde, D. D. Bolier, J. Spaan en de leerling voor een enkel vak P. A. J. Moojen. Drie leerlingen werden niet bevorderd. Van de 4e tot de 5e klasse. Met den eersten graad: H. van Ebbenhorst Teng bergen. Met den tweeden graad: L. C. M. Pouwels en Johanna B. Massee. Met den derden graad: J. G. Moojen, W. F. Sturm, L. la Porte, L. vau Dellen en C. Kloosterman. Voorwaardelijk W. F. van Deinse. Vier leerlingen werden niet bevorderd. De voorzitter der commissie van toezicht op het M. O. alhier, dhr. mr. J. G. de Witt Hamer, die dezen uitslag der gehouden examens aan de leerlin gen mededeelde, meende dat het velen van hen moest spgten den directeur der school, dhr. Diehl, daarbij niet tegenwoordig te zien. Hij immers behartigt steeds met de meeste toewijding de belangen der school, maar vooral dit jaar is dit in het bijzonder gebleken, toen zoo menigmaal door vacatures en ongesteldheid van meerdere leeraren in de waarne ming van lessen moest worden voorzien. Dubbele zorg en moeite heeft dit den directeur veroorzaakt, doch hij werd daarin krachtig gesteund door de welwillendheid der andere leeraren, die zoo belange loos en met uitstekend resultaat in die waarneming hebben helpen voorzien. Het gevolg daarvan was dan ook, dat de nadeelen van dien exeptioneelen, moeilijken toestand gedurende dezen cursus tot een minimum zijn teruggebracht, waardoor thans nog zulk een bevredigend aantal leerlingen tot een hoo gere klasse kunnen worden bevorderd. Spreker bracht den leeraren daarvoor een hartelijk woord van hulde en dank en verklaarde, dat hunne meerdere werkzaamheden in dezen op den hoogsten prps worden gesteld. In het Sociaal Weekblad schrijft A. K. (Kerdjjk) »Londensche indrukken". Wat een Engelsch schoolopziener hem over het lager 'onderwijs in Engeland zeide, was één akte van beschuldiging tegen het werktuigelijke en den sleurgeest, die dat onderwijs kenmerkt. En toch staat over 't algemeen de Engelsche werkman in geestelijke ontwikkeling hooger dan de onze. Een veel grooter aantal Engelsche dan Neder- landsche werklieden hebben het in kennis en be schaving vrjj ver gebracht. Hoe komt dat De heer K. wjjst op de volgende omstandigheden Op de deugdelijke gelegenheden voor voortgezet onderwijs, die in Engeland wel ver van algemeen zijn, doch die, waar zij voor den aankou nlou Prov. bl. no. 70 van Zeeland bevat een bo s'uit van Ged. Staten van Zeeland, waarbij d e steiger te Borsele en de haven van UllewoUdsdijk worden aangewezen als plaat- ien van invoer van rundvee, dat binnen de provincie wordt vervoerd, op den voet als is voorgeschreven in de artt. 20 en 21 van het reglement betreffende den veeartsenijkundigen dienst en politie in Zeeland. De N. R. Ct. bevat onder de Wetenschappe lijke berichten het volgende ingezonden stnk: Zij, die het strand te Scheveningen gedurende de laatste stormachtige dagen bezocht hebben, zullen ongetwijfeld met verwondering de >koffiekleur", welke de zee en de branding thans vertoonen, hebben waargenomen. Zoover het oog reikt, vermoedelijk zelfs tot aan Katwijk en den

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1895 | | pagina 1