1895 N°. 79.
Zaterdag 6 Juli.
82sle jaargang.
Bij dil nonjmer behoort een bijvoegsel.
De nieuwe kieswet.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- on Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmab te Rotterdam en verder
bjj alle Boekverkooperg en Brievengaarders,
Intending van •dvertentiën voor wen op den dag der uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets.
Bg directe opgraf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjji
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
n.
Na in ons vorig artikel te hebben aangegeven
wie kiezer zullen zijn volgens het nieuwe ontwerp,
achten we voor onze lezers het meest van belang
nu nog in het kort aan te geven hoe de kiezers
lijsten zullen worden opgemaakt en op welke wijze
voortaan de verkiezingen zullen plaats hebben.
Omtrent het opmaken der kiezerslijsten geldt voor
hen, die krachtens belastingbetaling kiezer worden,
evenals nu, dat zij op de lijst worden gebracht vol
gens opgaven door de ontvangers der directe belas
tingen en der successierechten aan B. en W. in te
zenden.
Alle anderen, die meenen aanspraak te hebben op
het kiesrecht moeten daarvan vóór 15 Febr. aangifte
doen volgens modellen, die nader bij Kon. Besl.
zullen worden vastgesteld. Deze modellen moeten
onderteekend worden en duidelijk aangeven op welken
grond men meent kiezer te zijn. Kan de persoon,
wien het betreft, niet schrijven, dan zet hij een
handmerk, in tegenwoordigheid van en gewaarmerkt
door een daartoe door den burgemeester aan te
wijzen ambtenaar ter secretarie. Tevens moeten
worden overgelegd alle noodige opgaven en bewijs
stukken betreffende huurprijs, dienstbetrekking, in
komen, pensioen enz., al naarmate van den grond
waarop men het kiesrecht verlangt.
Deze aangifte blijft, tenzjj men verhuist of de
vereischten om kiezer te zijn verliest, voor altijd
van kracht, behalve diö omtrent het inkomen (ver
dienste; of loon), die telkenjare moet vernieuwd
worden op een formulier, dat de burgemeester den
betrokken persoon vóór 8 Febr. toezendt. Na voor-
loopig onderzoek door den burgemeester en kennis
geving vóór 23 Maart van dezen aau hen, die zijns
inziens geen aanspraak op het kiesrecht hebben,
stellen B. en W. de kiezerslijst op 22 Maart vast
en deze blijft dan tot 21 April voor ieder ter inzage.
Tot 15 April kan ieder zijne reclames daartegen
indienen (ook kiesvereenigingen kunnen dit doen)
en vóór 15 Mei wordt dan door B. en W. eene
beslissing genomen, behoudens het bij de wet aan
gegeven beroep op den kantonrechter en den Hoogen
Raad.
Van meer belang nog is de wijze waarop bet
kiezen voortaan zal plaats hebben, omdat die geheel
afwijkt van de thans gevolgde manier en veel meer,
ja bijna geheel overeenstemt met die, welke ook in
het ontwerp-Tak was aangegeven.
De nieuwe kieswet houdt rekening met het s ellen
van candidaten en acht het stemmen op andere dan
de als zoodanig gestelde personen zulk eene dwaas
heid, dat dit gevoegelijk kan achterwege blijven.
Daarom worden de candidaten vooraf op een be
paalden dag (en deze dag hoet »de dag der verkie
zing") opgegeven aan den burgemeester der gemeente,
die de hoofdplaats is van het kiesdistrict. Deze op
gave moet ingeleverd worden tusschen negen en vier
uren en bevatten den naam, de voorletters en de
woonplaats van den Candida it en onderteekend zijn
door minstens 50 kiezers, of door den voorzitter en
den secretaris eener erkende kiesvereeniging, en in
dat geval met opgave dat de candidaatstelling heeft
plaats gehad bij meerderheid en met ton minste 25
stemmen van kiezers, leden der vereeniging. Da for
mulieren zijn kosteloos verkrijgbaar. De inlevering
ervan geschiedt door een of meer der onderteeke-
naars, al of niet in tegenwoordigheid van den can-
didaat, en togen ontvangbewijs van den burgemeester.
De lijst der opgaven wordt Ier secretarie ter inzage
voor ieder gelegd, aangeplakt en in afschrift; ver
krijgbaar gesteld. Als er maar één candidaat ge3teld
is, wordt deze als gekozen beschouwd en heeft dus
geene stemming plaats. Is or geen candidaat gesteld,
dan wordt verklaard dat niemand gekozen is en
wordt binnen veertien dagen eene nieuwe verkiezing
gehouden. Het geval, dat dan weder niemand ge
kozen wordt, wordt niet aangenomen.
Minstens drie dagen vóór den dag der stemming
ontvangt elk kiezer van den burgemeester zijner
gemeente eene kaart, bevattende eene oproeping
voor de stemming, alsmede zijn naam en voor
letters, het lichaam waarvoor de verkiezing moet
plaats hebben, het aantal te vervullen vacatures,
het district waartoe hjj behoort, de plaats en het
uur der stemming en de namen dor candidaten.
Heeft men zijne kaart verloren, dan kan men uiter
lijk den dag vóór do stemming bij den burgemeester
eene nieuwe verkrijgen. De stemming geschiedt
tusschen 8 en 5 uren en ieder hoofd of bestuurder
van een bedrijf of eene onderneming is verplicht
zijnen arbeiders minstens 2 uren tijd te geven om
te gaan stemmendaartoe hangt hij in de werk
plaats eene duidelijk zichtbare lijst op, waarop staat
vermeld op welken tijd ieder van zijne arbeiders
gelegenheid tot stemmen heeft. Of eene dergelijke
lijst ook moet opgemaakt worden voor veldarbeiders,
en waar die dan moet worden opgehangen, bljjkt
niet.
Is nu de dag der stemming aangebroken, dan
begeeft de kiezer zich naar het stembureau, over
handigt zijne kaart aan den voorzitter, die hem
in ruil een stembiljet geeft, waarop aan de eene
zijde de namen der candidaten gedrukt staan en
aan de keerzijde den naamstempel van den burge
meester van de hoofdplaats van het kiesdistrict.
Eén der leden van het stembureau houdt aanteeke-
ning van bet aantal uitgegeven biljetten.
De kiezer begeeft zich onmiddellijk met zijn stem
biljet naar een niet in gebruik genomen lessenaar
en teekent daar zijn stem op het biljet aan, door
met potlood een streep of een kruisje te plaatsen
achter den naam van den candidaat zijner keuze of
door doo? haling van alle overige candidaten. Hjj
vouwt het biljet dicht naar de zijde waarop de
namen der candidaten staan, en begeeft zich naar
het stembureau. De voorzitter overtuigt zich dat
het biljet aan de buitenzijde den naamstempel boven
bedoeld bevat, waarna de kiezer het in de bus
werpt. Onmiddellijk zet een der leden van het stem
bureau zijn paraphe achter den naam des kiezers
op de kiezerslijst, ten bewijze dat deze gestemd
heeft. Wanneer een kiezer zich bij de invulling
van het biljet vergist heeft, kan hij een nieuw be
komen in ruil voor het eerste, dat vernietigd wordt.
Een hulpbehoevend kiezer kan zich m6t toestemming
van den voorzitter van het stembureau doen bijstaan.
Onmiddellijk na den afloop der stemming wordt de
stembus ter plaatse geopend. Alle biljetten, waarop
iets anders staat vermeld dan het hierboven aange-
gevene of waarop meer candidaten zijn verkozen dan
plaatsen te vervullen zijn, worden van onwaarde
verklaard. Na afloop der opening worden alle stem
biljetten met de processen-verbaal ovevgebracht naar
den voorzitter van het hoofdstemburoau. Wanneer
ze van alle stembureaus zijn ingekomen houdt het
hoofdstembureau eene zitting tot het vaststellen van
den uitslag der verkiezing.
Onkunde of misleiding
De Zeeuw doet het voorkomen alsof de hoer Ka-
kebeeke ook afgetreden is als lid van Gedeputeerde
Staten en zegt zelfs »Er waren dus vijf vacatures."
Aangezien nu de heeren Van Wa9sberghe Janssons
en Van Lijnden niet aftraden zou derhalve het
Gedeputeerd college uit zeven leden bestaan. Dit is
echter niet zoo. Art. 45 der Provinciale wet zegt
uitdrukkelijk dat er zes leden van Gedeputeerden
zijn.
De heer Kakebeeke trad dan ook alleen af en werd
ook weder alleen verkozen als buitengewoon" lid
van Gedeputeerden, eene formaliteit, die elk jaar
moet vervuld worden volgens artikel 89 der Pro
vinciale wet, welk artikel tevens de taak van dat
buitengewone lid omschrijft. En deze taak is geene
andere, dan om, wanneer in de vergadering van
Gedeputeerde Staten de stemmen staken iu een ge
val, waarin eene beslissing volstrekt wordt gevor
derd, in de vergadering te komen en over de quaestie
zijne stem uit te brengen. Zoodra de zaak is afge
handeld, moet hij de vergadering weder verlaten.
Al valt het nu niet te ontkennen, dat in bepaalde
gevallen de stem van zulk een buitengewoon lid
groot gewicht in de schaal kan leggenzoo is toch
dit buitengewoon lidmaatschap van Gedeputeerden
daarom van zeer weinig belang, omdat het hoogst
zelden gebeurt, dat hij opgeroepen wordt, aangezien
art. 88 voorschrijft, dat bij staking van stemmen,
(wat alleen kan voorkomen als één lid of drie leden
afwezig zijn) de beslissing tot eene volgende ver
gadering wordt verdaagd en dan bij vernieuwde
staking de zaak verder blijft rusten. Slechts wanneer
eene beslissing volstrekt gevorderd wordtwordt der
halve het buitengewoon lid opgeroepen.
Is dat nu onkunde van de Zeeuwdat ze het voor
stelt alsof de heer Kakebeeke als lid der Gedepu
teerde Staten is herkozen, of is het weder eene po
ging tot misleiding van oppervlakkige lezers om het
den schijn te doen hebben alsof de antirevolutio
nairen uit zuivere onpartijdigheid twee liberalen heb
ben helpen herkiezen tot Gedeputeerden
We durven hier tusschen het vermoeden van on
kunde en dat van misleiding geene keuze doen, maar
zeker is het, dat wie nu eens juist wil ingelicht
zjja niet bij de Zeeuw moet ter lezing gaan, even
zeker als het is, dat de antirevolutionairen reeds jl.
Woensdag al dadelijk ontrouw zijn geworden aan
hun beginsel van evenredige vertegenwoordiging door
alleen den heer Heijse als liberaal te helpen kiezen,
i en zelfs door, toen deze weigerde zijne benoeming
te aanvaarden, nog te trachten diens vrijkomenden
I zetel te veroveren voor den antirevolutionairen heer
M. De Jonge Jz.
Natuur en leer.
De Midd. Ct. schrijft een alleszins gewettigd woord
van instemming met de toespraak jl. Dinsdagavond
in de Statenvergadering gehouden ter eere van de
heeren Van der Bilt, Buteux en Van Teijlingen,
door den Commissaris der Koningin, -pwien in deze
het eerste woord toe kwam.11
De reden, waarom de M. Ct. deze laatste woorden
er zoo terloops bijvoegt is ons natuurlijk volkomen
duidolijk, duidelijker althans dan de grond, waarop
de bewering rust.
Maar eenige regels verder spreekt de M. Ct. de
verwachting uit, dat de Commissaris der Koningin
wel aan den beer Heijse buide zal brengen. Zij
erkent dus, dat dit nog niet is geschied, wat haar
echter niet belet om, na het in den heer Heijse
geprezen te hebben, dat hij voor zijne herbenoeming
bedankte, aldus te eindigen: Hulde daarom aan
den heer Heijse en dank voor al hetgeen hij deed
als lid der Gedeputeerde Staten.
Kwam nu in dit speciale geval het eerste woord"
van dank wêer niet aan den Commissaris der Ko
ningin, maar aan de M. Ct. toe, of ging ook bij
haar de natuur boven de leer
GOES, 5 Juil 1895.
Tot het bespreken en stellen van candi
daten voor de verkiezing van vijf leden van den
gemeenteraad alhier op 16 Juli a. s. werd
jl. Woensdagavond in de »Prins van Oranje" een
vergadering gehouden, die werd bijgewoond
door een vijftigtal kiezers en meerderjarige belang
stellenden. Na opening der vergadering heette de
voorzitter van het verkiezingscomité, de heer J.
Fransen van de Putte, de aanwezigen welkom, be
tuigde zijne ingenomenheid over de trouwe opkomst
on wees op het doel dezer vergadering. Tevens bracht
bij een warm woord van hulde aan den heer
Lambrechtsen, die wegens vertrek niet als lid van
den gemeenteraad herkiesbaar is. Hij wees op hot
feit, dat zelfs de tegenstanders moesten erkennen in
den heer Lambrechtsen een flink, degelijk en werk
zaam raadslid te moeten missen, bracht hem dank
voor alles wat hij in het belang der gemeente heeft
gedaan, vooral voor de wijze waarop bij zijn man
daat vervulde, en wenschte hem toe dat het hem
en den zijnen in hunne nieuwe woonplaats wel
moge gaan. Door applaus stemden de aanwezigen
gaarne met deze woorden in.
Daarna stelde de voorzitter voor het aftredend
lid dhr. S. J. J. de Jonge Mulock Houwer
opnieuw te candideeren. Dewijl nitmand hierover bet
woord verlangde, werd de heer Houwer bij acclamatie
als eersten candidaat gesteld. Vervolgens legde de
voorzitter aan de vergadering de vraag voorzullen
we ter voorziening in de vacature-Lambrechtsen en
in die der drie aftredende anti-revolutionaire leden
Óen dan wel vier candidaten stellen.
Niemand hierover het woord verlangende stelde
het bestuur voor vier candidaten te stellen, welk
voorstel bij acclamatie werd aangenomen.
Achtereenvolgens werden als candidaten genoemd
de heeren J. A. Bevier de Fouw, H. J. van Ebbenhorst
Tengbergen, I. G. J. Kakebeeke, P. A. de Ligny,
W. Temperman, S. van der Pejjl, J. F. van dei-
Leeuw, H. J. van Noppen en A. den Hollander.
De beide laatsten verklaarden echter geen candida-
tuur to zullen aannemen.
Na bespreking der verschillende candidaten werd
tot stemming overgegaan, waarvan de uitslag was
dat als candidaten werden gekozen de heeren J. A.
Bevier de Fouw met 40, I. G. J. Kakebeeke en W.
Tempermanbeiden met 27 en P. A. de Ligny met
26 van de 48 geldige stemmen. De hoer Temper
man verklaarde de candidatuur te aanvaarden, terwijl
aan de andere gekozenen, niet ter vergadering tegen
woordig, van hunne verkiezing zal worden kennis
gegeven.
Nog werd met 38 tegen 9 stemmen besloteü, dat
de heer S. van der Peijl, die, behalve de vier ge
kozenen, met 25 stemmen eveneens de volstrekte
meerderheid had verkregen, bij eventueel bedanken
van één der eerMgekozenen eene candidatuur aan
te bieden.
Mochten meerdere candidaten bedanken, dan zal
a. s. Maandag weder eene vergadering worden ge
houden.
Alvorens de vergadering te sluiten wekte de voor
zitter tot een trouwe opkomst bjj de stembus op,
teneinde den dezerzijds gestelden of nog te stellen
candidaten de overwinning te bezorgen.
I We herinneren belanghebbenden eraan, dat
a. s. Maandag 8 Juli een pleziertrein loopt
van Vlissingen naar Rotterdam, en dat uiterlijk tot
Zondag 7 Juli des namiddags 3 uren gelegenheid
bestaat om daarvoor kaarten te bekomen, wanneer
het vastgestelde aantal niet reeds vroeger is uit
gegeven.
Blijkens achterstaande advertentie zal het muziek
korps der dd. schutterij van Middelburg, luitenant
kapelmeester de heer J. Morks, a. s. Dinsdag te
7 Va uren 's avonds in den tuin der sociëteit Y. O. V.
alhier een concert komen geven. Een goed ge
kozen programma en de goede naam van het korps
zullen zeker velen aanleiding geven deze uitvoering
te gaan bijwonen.
lerseke. In d9 gisteren gehouden raads
zitting kwam in behandeling een verzoek van
mejuffr. F. M. C. van Swieten om verhooging van
salaris, op grond dat zij onderwijs iu de handwerken
geeft en daardoor onbeloond meer werk verricht,
dan de onderwijzers, die geen taalonderwijs geven.
De voorzitter erkende de billijkheid, dat men voor
meerder werk ook hooger belooning geniet, maar
hij betwijfelde of dat handwerkonderwijs in afzon
derlijke uren moet gegeven worden. Hij zou dit
onderzoeken, en stelde daarom voor bet verzoek tot
de volgende vergadering aan te houden, hetwelk
met algemeene stemmen werd aangenomen.
Een verzoek van mejuffr. A. F. W. van Swieten
om eervol ontslag tegen 1 Sept. wegens hare be
noeming te Bergen-op-Zoom was niet op zegel ge
steld en werd daarom niet behandeld.
Tot leden van het Burg. Armbest. werden benoemd
de heeren J. de Schipper en M. de Koejjer. De
eerste was vroeger reeds benoemd maar had te laat
aan het armbestuur kennis gegeven, dat hij die
benoeming aannam. Met hen waren aanbevolen de
heeren A. Sandee en J. C. v. d. Burght.
Daarna kwam in behandeling een verzoek van
I. Hage en anderen om de kermis te vervroegen en
te stellen op den len Woensdag in Augustus, op
grond dat het dan milder weer is, en de menschen
vóór deu winter nog langer tijd beschikbaar hebben
om na kermis nog wat te verdienen.
B. en W. hadden er geen bezwaar tegen, maar
stelden voor den 2en Woonsdag in Augustus te
nemen, omdat de le zoo vroeg kan vallen, dat dan
de Middelburgsche kermis nog niet afgeloopen is,
in welk gevax er hier niet veel bijzonders is te wachten.
De heer Sinke zag liever de kermis geheel afge
schaft, maar als zij dan toch moet bestaan, had hij
niets tegen de vervroeging. Doch als zij verplaatst
wordt, wilde hij het liever zoo regelen, dat de
Zondag er buiten viel. Dus stelde hij voor de zaak
aldus te bepalende kermis zal gehouden worden
in de week, waarin de 2e Woensdag van Augustus
valt en wel op Woensdag en Donderdag. De Maan
dag en Dinsdag zullen gebruikt worden voor het
opbouwen der kramen enz. en de Vrijdag en Zater
dag voor het afbreken. Zoo zullen er toch 2 volle
kermisdagen zijn evenals nu.
De Voorzitter, hoewel de kermis niet verdedigende,
was toch van oordeel dat een mensch ontspanning
moet hebben, en de mindere man kan van andere
gelegenheden niet zoo goed gebruik maken. Als de
raad meende, dat de bevolking in de regeling van
den heer Sinke geen tekortdoening van rechten kon
zien, dan was hij niet tegen die regeling.
De heer Sinke zeide, dat dit volstrekt niet in zijn
bedoeling lag; daarop werd zijn voorstel met alge
meene stemmen aangenomen.
Ten slotte kwam in behandeling een verzoek van
het Roomsch-katholiek kerkbestuur om een afzon
derlijk deel der nieuwe begraafplaats, om daarop de
lijken met de kerkelijke plechtigheden van hunnen
godsdienst te begraven.
Naar aanleiding van verschillende vragen van den
heer Sinke gaf de Voorzitter de volgende inlichtingen
volgens de bedoeling der wet komen de kosten
van de voorgeschreven haag of muur van het af
zonderlijk gedeelte voor rekening der gemeente;
B. en W. stellen voor voorloopig ongeveer Vo der
begraafplaats af te staan, in het N. W.
er blijft maar één lijkenhuisje noodig;
de katholieken kunnen met goedkeuring van het
gemeentebestuur een eigen grafdelver aanstellen,
doch die komt voor hun rekeningen zij komen
in het gebruik van het hun toegestane als de oude
begraafplaats gesloten wordt.
De bedoeling der vragen van den heer Sinke was,
dus verzekerde hij, geen tegenwerking, maar om
een goed accoord te maken.
Daarna werd het verzoek met algemeene stemmen
overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth.
ingewilligd, en vervolgens de openbare vergadering
gesloten.
Bij Kon. besl. zijn benoemd: tot djjkgraaf
voor den Hollarepolder, G. J. de Graaff Az.
tot gezworen voor den polder Jacoba, P. van der
Moere; tot gezworen voor don Schengepolder,
J. L. de Jager.
Voor eenigen tjjd deelden wij mede, dat een
loteling te Vlissingen ten gevolge van een
schrijffout, gemaakt op het ministerie van marine,