1895 N°. 69. Donderdag 13 Jnni, 82sle jaargang. De erfenis van tante Suze. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prys per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centinet bjjblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen on Advertentiën voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam ea verder bjj alle Boekverkooperi en Brievengaarders. COURANT. De prg's dor gewone advert6ntiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 cti Bjj directe opgaaf van driemaal plaatBing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Insendlny va» «dvertentiên vóór area op den dag der uitgave» Het nieuwe Gedeputeerde college. De Zeeuw bespreekt eenigszins vaag en als ter loops de aanstaande vernieuwing van het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland. Zij erkent, dat de beslissing in dezen enkel en alleen bij de Pro vinciale Staten berust en daarom gaat ze niet diop op de quaestie in. Alleen acht ze het niet onbillijk, zoo, nu er drie nieuwe leden moeten gekozen wor den, onder dezen 2 antirevolutionairen werden aan gewezen. Hierin zjjn we het met de Zeeuw eens. Wanneer men wil, dat Gedeputeerde Staten in hunne samen stelling een beeld geven van de Provinciale Staten, dan dienen er twee leden uit de antirevolutionaire party ingebracht te worden. Maardan zal er toch behalve de heer Heijse ook nog één liberaal moeten gekozen worden, want de liberale party is toch nog altijd iets sterker dan de antirevolutionaire. Zoo zouden we dan in het nieuw Gedeputeerd college ontmoeten twee antirevolutionairen, twee liberalen, één conservatief en één Katholiek, waar tegen te minder bezwaar kan bestaan, omdat wat politiek beginsel betreft, de conservatieven en de Katholieken ni8t ver van elkander staan. Maar in het eind hebben juist de zes Katholieken in de Prov. Staten de beslissing in handen en het zal dus voornamelijk de vraag zijn hoe zij er over denken. Daarom lijkt het dus wel wat boud van de Zeeuw om te schrijven»Dit (de samenstelling van Gedep. Staten) kunnen we veilig overlaten aan de beschikking der antir. Statenclub, die 18 leden telt, en dus eone verkiezing naar verhouding van het aantal leden in iedere partij wel zal bevorderen." Bovendien is dat cijfer van 18 antirevolutionairen in de Staten niet juist. De Prov. Staten tellen thans 17 antirevolutionairen nl. de heerenjhr. mr. J. J. Pompe van Meerdervoort, mr. C. Lucasse, B. M. den Boer, M. Noordijke, W. J. Vader, M. de Jonge Jz. en D. J. Oggel, voor Goes, dr. J. v. d. Beke Callenfels, H. J. v. d. Meer, mr. P. J. F. van Voorst Vader, C. J. Huvers, H. M. Kloppers, P. J. Siegers en W. Maas, voor Middelburg, mr. J. H. L. van Buren en A. Hollestelle, voor Tolen, en P. Moes, voor Hulst. Daarentegen hebben 18 liberalen zitting in de Staten, nl. de heerenJ. M. Kakebeeke, voor Goes, D. A. Dronkers, J. H. Snijders en C. L. vanWoel- deren, voor Middelburg, B. G. v. d. Have, J.H. 0. Heijse, mr. C. J. Fokker, M. Bolle, mr. J. C. v. d. Lek de Clercq en mr. J. A. Bolle, voor Zieriksee, jhr. mr. E. A. O. de Casembroot, voor Tolen, W. C. de Smidt, H. G. Hammacher, mr. P. C. J. Hen- nequin, J. Erasmus, J. L. I. de Bats en I. van Houte, voor fSluis, en mr. J. G. van Deinse, voor Hulst. De 6 Katholieke Staten-leden zijn de heerenL. J. M. van Waesberghe Janssens, F. Hombach, P. F. Fruytier, A. Moerdijk, C. Ysebaert en J. A. van Rompu, allen voor Hulst, terwijl eindelijk de eenige conservatief, de heer W. A. graaf van Lijnden, zitting heeft voor Middelburg. Wanneer derhalve de antirevolutionairen aanspraak maken op 2 zetels in het Gedeputeerd college, dan dienen ze er voor de liberalen ook minstens twee te reserveeren. (Naar het Fransch van C. Pearl). (Slot.) Korten tijd na het gelukkig herstel van tante, zond zij mij eene uitnoodiging bij haar te ko men dineeren, daar zij, zooals zij zeide, met mjj een bjj zonder onderhoud wilde hebben. Zij verzocht mij te gelijkertijd een abonnement te willen nemen op de »Conservateur" een nieuwsblad, dat in de stad harer inwoning werd uitgegeven, en een dambord mee te brengen. Ik weet niet of tante veel aan politiek deed of daaraan ooit gedaan had haast zou ik ver moeden van niet, want in die dagen was er nog geen sterveling, die het in zijn brein voelde opko men, althans het ruiterljjk durfde uitspreken, dat de regeeringslichamen beter in elkander zouden zit ten en zuiverder >de vertegenwoordiging van het gansche volk zouden uitmaken" indien de vertegen woordigers waren gekozen met medewerking van stemgerechtigden van het vrouwelijk geslacht. Het kiesrecht voor de vrouwen zat toen nog niet in de lucht. Wanneer ik echter let op de beteekenis van den titel van het blad, dat zij tot hare lectuur had ge kozen, zou ik denken, dat zij nog tot de behoudende partij behoorde, wat ik ook meendo te mogen af leiden uit hare gehechtheid aan aardsche goederen. Hoe het zij, haar radicaal herstel en de raadselach tige wijze, waarop zij menigmaal sprak over hare nalatenschap, versterkten mij in de meening, dat niet alles, wat zjj op het oogenblik het hare mocht GOES, 12 Juni 1895. Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben, met ingang van 1 Juli a. s., op diens verzoek, eervol ontslag verleend aan den heer C. L. M. Lam- brechtsen, als Ingenieur van den Prov. Water staat, en in diens plaats (standplaats Goes) benoemd den heer 0. C. Coomans, thans Opzichter der le klasse te Kolijnsplaat. Zaterdag is het Landhuishoudkundig Congres te Dordrecht gesloten. Het volgende zal te Sneek worden gehouden. Algemeen wordt erkend dat het Dordrechtsche Congres een der belangrijkste van de acht-en-veer- tig congressen De daartoe benoemde eommissie uit de Tweede Kamer heeft rapport uitgebracht omtrent Regeerings- inlichtingen op het adres van dr. P. C. F. F r o - w e i n lid van den Raad der gemeente Helder, over verkeerde toepassing van art. 89 der gemeente wet. De Commissie is met den Minister van Binnen- landsche Zaken van oordeel, dat, indien men uit sluitend het oog houdt op de toepassing, steeds aan art. 39 der gemeentewet gegeven, bepaaldelijk ook bij Kon. Besluit van 19 Maart 1884 (St.bl.no. 38), er voor 's Ministers tusschenkomst geen termen waren. Zij is van oordeel, dat in de gegeven om standigheden alleen de wetgever aan de gerezen be zwaren tegemoet kan komen. Het blijkt immers, dat de Voorzitter van den Raad van Helder gehandeld heeft naar de algemeen gehuldigde en steeds toegepaste opvatting, dat de wet stilzwijgend onderstelt, dat ieder Nederlander behoort tot een gezindheid en alleen de doopsge zinden kunnen worden toegelaten tot het afleggen eener belofte. Eene andere authenthieke interpretatie van het hierbedoelde wetsartikel ontbreekt. De commissie erkent, dat deze toestand ernstige bezwaren oplevert dat dezelfde redenen, die geleid hebben tot de ge wijzigde Grondwetsartikelen 87, 91 en 129, ook kunnen worden ingeroepen om eene gelijksoortige verandering (vrijheid van keus tusschen eed en be lofte onafhankelijk van godsdienstige gezindheid) van art. 39 der gemeentewet te motiveeren. Ook erkent de commissie, dat een onhoudbare toestand is ingetreden nu omtrent de beteekenis en toepassing der laatste alinea van art. 39 de mee ningen zeer uiteenloopen. Aan den onzekeren toe stand dient naar het oordeel der commissie een einde te komen, doch uit de verklaringen der Re geering op 6 Dec. 11. blijkt, dat een wetsontwerp tot opheffing van den bedenkelijken toestand van haar niet is te wachten. De commissie meent dus te moeten adviseeren, den minister van binnen- landsche zaken dank te zeggen voor de gegeven inlichtingen. Te Rozendaal overleed geheel onverwacht de heer J. A. L a a n edie tijdens zijn werkzaam leven verschillende voorname betrekkingen bekleedde en o. a. de oprichter was der eerste beetwortelsuiker fabrieken, die der firma De Ram Co. te Rozen- noemen, later het onze zou zijn. Dat zjj mij tevens verzocht een dambord mee te brengen, kwam mij voor een teeken te zijn van nieuwen levenlust en levensmoed, die in haar opgekomen waren. Den dag door mijn tante bepaald voor het diner, waaraan zij mij genoodigd had, was ik juist afge sproken voor een rijtoer, waarvan ik mijzelven veel genoegen voorspelde, omdat een zekere juffrouw Marie Brackburg, op wie ik een oogje had, van de partij zou zijn. Ik vond dus dat de dag voor de uitnoodiging door tante al zeer slecht gekozen was. Aan den anderen kant echter kwam het mij voor, dat dit bijzonder onderhoud, hetwelk zij met mij hebben wilde, eenige verwachting mocht opwekken en ik besloot het aangename op te offeren aan het nuttige. Des Zondags, precies te 2 uren, trad ik het donker salon van tante binnen, met mijn dambord in de eene en de »Conservateur" in de andere hand. Na eenige aanvallen van een voorbereidend hoesten en kuchen, sprak tante mij aldus toe Thomas, ik ben eene arme weduwe. Ofschoon ik nog slechts 72 jaar ben, gevoel ik, dat ik, door verdriet en ljjden, aan het einde mijner dagen komik zal niet lang meer leven, maar ik hoop, dat gij my het leven zult trachten te verzoeten gedurende de dagen, dat ik nog op de wereld ben. Ach had ik maar kinderen, maar helaas, die heb ik niet, die zegen is mij nooit gegeven, on mijn geheele fortuin bestaat in fondsen, waarover ik tot den laatsten stuiver zelf naar goed vinden beschikken kan. Verstaat gij mij, mijn waarde Thomas? Maar ik heb wel gezien, dat gedurende mjjn laatste ziekte het grootste gedeelte van hen, die mij omringden, geen oprechte wenschen koesterden daal en die der firma Laane, Rogier, Daverveldt te Bsrgen-op-Zoom. Op industrieel gebied heeft de heer Laane zich zeer verdienstelijk gemaakt en als dege lijk burger en handelsman was hij algemeen geacht. Het Hbld. verneemt, dat zeer waarschijnlijk op het laatst dar maand Juli een bezoek aan de ten- toonst9lliiig te Amsterdam is te wachten van keizer Wilhelm en tegelijkert jjd van den prins van W ales. In het Maanblad tegen Vervalschingen geeft dr. Van Hamel Roos een berekening van de voe dingswaarde van haring tegenover v 1 e e s c h en komt tot het resultaat, dat men bij inkoop van haring voor hetzelfde bedrag ongeveer 21/4 maal meer eiwitstoffen en 33 maal meer vet krijgt dan bjj vleesch. Voorwaar, zegt dr. v. H. R., een aanleiding uit het oogpunt eener goedkoope en rationeele volksvoeding, om meer de aandacht te schenken aan een zoo uitnemend voedingsmiddel. Wat de heer Van Hamel Roos hier aangeeft is niet nieuw. Een veertig jaar geleden gaf de ver schijning van het vlugschrift »Vleesch of Visch" aanleiding tot eene bresde gedachtenwisseling tus schen deskundigen en werd »de oceaan" een »mijn van eiwitstoffen" genoemd. De argumenten van hen die deze stelling verkondigden waren zoo overtuigend, dat men zich verwonderen moet dat thans, bijna veertig jaar later, nog alles is gelijk toen en het groote publiek er nog maar niet toe besloten heeft om in plaats van ossenhaas en kalfskarbonade, maatjes haring, schol enz. als hoofdschotel op tafel te brengen. Het laat zich aanzien dat nog in het jaar 1935 dezelfde quaestie zal worden besproken onmogelijk, evenals toen en nu, ten voordeele van de visch zal worden beslist met hetzelfde gevolg. (Arnh. Ct.) Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. In de zitting van gisteren is met 41 tegen 34 stemmen aangenomen het wetsvoorstel-Lohman, om het Rijkssubsidie niet te onthouden aan bijzondere scholen, welker onderwijzersgetal tengevolge van on macht op don daarvoor bepaalden termijn nog niet voltallig is. De heer Vermeulen had ingetrokken zijn amende ment, dat bij de beoordeeling van de onmacht door de Regeering gelet wilde zien op het karakter der school. Do heeren De Beaufort (W.) en Lohman hadden dit amendement bestreden. Vier en dertig liberalen stemden tegen het ont werp (0. a. de heer Van Deinse). Elf liberalen ver klaarden zich voor het voorstel. Daarna kwam in behandeling de motie-Beelaerts c. a. vragende een wettelijke voorziening tot ver krijging van eenheid van tijdrekening. De heer Beelaerts, de motie toelichtende, wees op het ongerief van de dubbele tijdrekening en op de daaruit ontstaande verwarring, waarover vooral de handelsreizigers klaagden. De Minister Van Houten verklaarde zich namens de Regeering voor eenheid van tijdrekening en dus voor mijn herstel." »Ik moet bekennen, waarde tante", zeide ik haar, dat ik in dat opzicht met u eensdenkend ben en ik was bij die gelegenheid verontwaardigd te zien hoe een laag eigenbelang de gevoelens der natuur in hen verstikte. Velen was het aan te zien, dat zij uw leven en gezondheid stelden beneden de Hier belette mij een ontroering verder te spreken. »Och, mijn waarde neef, mochten zij allen op u gelijken. Maar dat komt er niet op aan, het zal voor hen te slechter zijn, en des te beter voor iemand anders", voegde zij er bij, terwijl ze mij op de hand tikte. Op dat oogenblik gevoelde ik mij haar eenige erfgenaam »Maar wat ik u zeggen wilde, mijn waarde Tho mas", vervolgde zij met veel toegenegenheid, het is van daag de dag, waarop ik gewoon ben mijn lieve Flora een bad te laten nemen (Flora was een kleine, leelijke mopshond) en ofschoon de arme ziel dat niet gehad heeft sedert ik in stad woon, heeft mijn meid vandaag geweigerd het dier naar de rivier te brengen." Ik kon mijn verontwaardiging niet bedwingen bij het hooren van dit bewijs van hardheid van gemoed, en ik maakte van deze gelegenheid gebruik om die meid eens ferm door te halen, iets waarmede som mige huisvrouwen nog wel gediend zijn; dat honden- bad interesseerde mij overigens al heel weinig en ik trachtte daarom het gesprek een wending te geven, ten einde te weten te komen of dat de eenige belangrijke mededeeling was, die tante mij te doen had. Welnu, mijn waarde Thomas, daar gij tijd ge noeg hebt, varzosk ik u de beleefdheid te willen niet tegen de motie, maar verlangde van de Kamer aanwijzing van de richting nl. Midden-Europeeschen of Amsterdamscheu tijd, onder opmerking dat de locale tijd moeielykheden oplevert voor de spoorweg en postcorrespondentie. De heer Rutgers bepleitte den Midden-Europee- schen tijd als den eenig mogelijken, waarop de zoo zeer gewenschte eenheid is te gronden en ter be ëindiging van het dualisme. De heer Heemskerk sprak voor het behoud van den Amsterdamschen tijd als het meest overeenko mende met de natuurlijke en plaatselijke gesteldheid en wilde dus noch Greenwich- noch Midden-Euro peeschen tijd. De heer Beelaerts constateerde nog de afkeuring van den tegenwoordigen toestand en tevens, dat de motie geen keuze wil doen tusschen aanneming van eenigen tijd, waaromtrent het voorstel blij ve aan de Regeering. De motie ten gunste der tijd-eenheid wordt aan genomen met 57 tegen 15 stemmen. Over de veiligheidswet, die daarop in behandeling kwam, werd geen algemeen debat gehouden. Op art. 1 is een amendement voorgesteld door de commissie van rapporteurs om deze wet te doen slaan op inrichtingen, waarin voor e«nig bedrijf wordt gewerkt een kracht werktuig wordt gebezigd of 20 of meer personen plegen te verblijven, maar niet op de inrichtingen vermeld op de hinderwet van 1875. Voorts is voorgesteld een amendement—Kerdijk Hartogh om het minimum werklieden te bepalen op 10 en niet op 20 en aldus meer ambachtswerk plaatsen onder de wet te plaatsen. De heer Heldt vreest, dat vele kleinere inrichtin gen niet zullen vallen onder de wet. Hij stelde een amendement voor bepalende dat bij bestuurs maatregel de wet op andere dan genoemde bedrijven kan worden toegepast. De heer Borgesius wenschte voor afzonderlijke ruimten met elkaar in gemeenschap" te lezenbij elkaar belmoren." De Minister van Waterstaat blijft noodig achten dat inrichtingen in de hinderwet genoemd, zullen vallen onder deze wet. Bouwwerken vallen onder deze wet. De beslissing over het amendement Hartogh—Kerdijk laat hij aan de Kamer over. Het amendement-Heldt acht hij niet noodig. Het amendement der C. v. R. werd aangenomen met 46 tegen 28 stemmen en het amend.Har togh—Kerdyk met 50 tegen 24 stemmen. Het amend.Heldt werd verworpen met 57 tegen 19 stemmen en het amend.Drucker met 34 tegen 40 stemmen. Art. 1 is daarna goedgekeurd zonder stemming. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Aangenomen het beroep bij de Ned. Herv. Gem. te Kortenhoef door den heer F. C. van der Plassche, cand. te Utrecht, die derhalve voor alle andere op hem uitgebrachte beroepen heeft bedankt. Bedankt voor het beroep by de Ned. Herv. Gem. te Nieuwerkerk a/d. IJsel (toes.) door ds. P. Bokma te Bruinisse. hebben de arme kleine morgen te 2 uur te komen halen en hem naar het kanaal te brengen om te baden." Dit voorstel had voor mij weinig aanlokkelijks en ik zocht een uitvlucht, die ik spoedig vond. Daar het in die dagen juist tentoonstelling was, zeide ik haar (en het was de waarheid) dat ik afgesproken was, op dat uur eenige dames daarheen te geleiden. »In dat geval" zeide tante zonder eenige aar zeling, »zal ik iemand zoeken, die mij dien dienst bewijzen wil. De eene dienst moet u de andere waard zijn." Bij die woorden gevoelde ik mij onterfd. De op offering van mijn plan voor den volgenden dag scheen mij een kleinigheid in vergelijking van zulk een ongeluk, en daar ik het als mijn plicht tegen over mijzelven beschouwde, acht te slaan op de be geerte van tante, verzekerde ik haar dat ik de ten toonstelling gaarne prijs gaf voor de lieve Flora. De dineis, die mijn oom gewoon was op zijn bui tenplaats te geven waren uitmuntend en aangenaam door het gezelschap, dat men er aantrof, maar die in de donkere salon van mjjne tante geleken er niets op, de gezelligheid ontbrak er en de hoedanigheid en hoeveelheid der spy zen hadden gelijken tred ge houden met de verandering van woning. Te 4 uur precies was ik aan een kleine vierkante tafel gezeten tegenover tante. Ons diner bestond uit een stukje gebraden schapen vleesch, waarvan ik in het geheel niet houd, eenige aardappels, een koek en één flesch wijn, die zjj in een naburig herbergje had gekocht. Zulk een kleine hoeveelheid spijzen was natuurlijk spoedig verorberd, we bleven dus

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1895 | | pagina 1