1895 N°.
Zaterdag 30 Maart.
82sle jaargang.
Bij (lil Gouiraei' belioorl een bijvoegsel.
1
Dq uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Bebalve aan ons Bureau worden Abonnementen on Advertentiën voor dit blad
aangenomen hg de beeren Nijgh Van Ditmak, te Rotterdam en verder
bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders,
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 cte
Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slecbts tweemaal berekend.
Geboorte-, liuweljiks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Inxendtiif van advertentlën vóór 3 uren op den dag der uitgave.
Aan de te Londen verschijnende Fish-Trades-
Gazette is het volgende ontleend
De afschrik van oesters in Engeland.
Een onderhoud met mr. C. Buijsman.
De oesterwinkels hebben te vergeefs den prijs
van de inlandsche" van 4 sb. 6 d. verminderd tot
4 sh. Terwijl bet ia deze winkels in dezen tijd van
het jaar van 's morgens tot 's avonds druk moest
zijn, zijn ze nu bijna verlaten. De handel staat zoo
goed ais stil. Wanneer op een diner oesters worden
rondgediend, laat de eene gast voor den anderen
ze voorbijgaan. Het weekdier wordt metterdaad dooi
de geneeskundigen gewantrouwd. Het wordt terecht
of ten onrechte beschuldigd van de oorzaak te zijn
van typheuse ziekten de regeering beeft een weten
schappelijk onderzoek gelast naar de omstandigheden
waaronder dö oester leeft; en tegelijkortijd vermijdt
de soiuller hua, zooals hij de koorts zou ontvlieden,
die, zooals de doeters hun vertellen, thans in de
oeste-schelp loert. Begrijpelijkerwijze zijn de or-ster-
handelaars in zak en asch. De typhus en do doctoren
hebben hun het jaargetijde bedorven. Een hunner-
bad dezer dagen een onderhoud met een vertegen
woordiger van de St. James Gazettedie juist wat
vrijen tijd bad. Bedoelde oestorhandelaar was de
beer C. Buijsman, lid der firma C. Buijsman en Co.,
Warwick-Lane, E. C., die in hoofdzaak zich belast
met den invoer van Hollandsche en Britsche oesters,
maar die toch ook groote zaken doet in inlandsche
oesters.
Het onderhoud kwam hierop neer
Een dood seizoen.
»Het verbruik van de beste oesters inlandsche,
Hollandsche en Fransche is", zeide hjj, door den
angst voor de typhus teruggeloopen tot 200.000 in
de week, die eindigde den 5a<m Januari, tegen
1.250.000 voor de overeenkomstige week in 1894
en 1.500.000 in 1893. Het was toen, dat de vrees
zich begon te openbaren, en ofschoon de handel nu
weör een weinig levendiger wordt, schat ik toch de
schade op 40.000 per maand door mindere afname
van bet publiek. Ik heb zelf een stapel brieven van
oesterhandelaars, waarin zij mij verzoeken hun dit
seizoen toch geen oesters meer te zenden. ^Tenge-
volge van de oester-vrees" schrijft een hunner, »staat
de handel in de betere soorten stil." Een ander zegt:
»ODze handel in oesters is zoo aanzienlijk vermin
derd, dat wij het geraden achten tr dit jaargetijde
mede uit te scheiden", en weer een ander: »De
oesterhandel is hier voorloopig gestaakt. Wanneer
men oesters naar een landheer zendt worden ze
teruggezonden met de boodschap, dat de docter heeft
verboden ze te eten." Elke oesterhandelaar ontvangt
tallooze brieveD van dat soort.
Een goed woord voor de doeters.
Bestaat er eenige werkelijke grond voor de vrees
die gekoesterd wordt, mr. Buijsman
»Naar mijn bescheiden meening verdient de genees
kundige faculteit den dank van het publiek en van
de handelaars er voor, dat zij op het gevaar ge
wezen beeft. Dat er gevaar is, stem ik toe en het
vindt zijn oorzaak in het rioolstelsel. Vóór het tegen
woordige rioolstelsel was aangenomen kon men onge
straft alle oesters eten, maar sedert het gebruik is,
geworden voor de steden hare riolen in massa te
doen uitloozen in de rivieren, is het tegenwoordige
gevaar ontstaan."
»In dit land
>Ja, vooral in dit land, en het is een gevaar,
waarop de oestertelers te weinig bedacht zijn ge
weest. Anders hadden ze kunnen opkomen tegen
eene uitloozing van riolen in de nabijheid hunner
perceelen."
»Maar ik meende, dat de oester, die een week
dier is van groote gevoeligheid, onmogelijk kan
leven in water, dat ook maar in geringe mate door
rioolwater was besmet. Dat is geen bewering van
mij, maar van mr. William Rome, die, geloof ik,
de zaak beeft bezien zoowel van een wetenschap
pelijk standpunt als van dat van een oesterteler.
Zijne meening is, geloof ik, dat een oester geen
oester zou zijn, wanneer er rioolwater w3s in het
water, waarin hij was gebroeid, dat hij metterdaad
niets zou worden, zoodra er verontreiniging komt
in het element, waarin hij leeft.
»Ik kan die bewering niet onderschrijven. Nie
mand zal oesters brengen in rioolwater, tenzij hij
het dier wil doodenmaar de||oe3ters zijn gebracht
In het origineel komt telkens het woord
»beds" voor. Wij weten niet juist of dit perceelen"
of putten" moet beteekenen. Wij hebben perceelen"
(Red. G. Ct.)
perceeleü, die verdund rioolwater ontvangen."
Gevaarlijke putten in Engeland.
»Gij gelooft dus, dat oesters kunnon leven in door -
riolen verontreinigd water
»Ja, althans in water, waarin het rioolwater zeer
verdund vooikomt; doch waar dit bet geval is daar
bestaat gevaar, dat de oester de bacillen in zich
opneemt. Misschien is dit slecbts bet geval bij éen
oester op do honderdduizend, maar ook dan nog
blijft het gevaar bestaau. Ik heb al de oesterper-
coelen in Groot-Brittannië bezocht en er zijn er
drie, die ik voor gevaarlijk houd en waard om ge
boycot te worden, en éen houd ik voor zeer ver
dacht."
Waar zjjn die perceelen te vinden, mr. Buijsman
>0! nu vraagt ge te veel. Maar al zijn er nu
zulke perceelen, er zijn toch millioenen oesters uit
andere perceelen, die'jitstekend zijn en het is zeer
te betreuren, dat in een tijd, waarin er zooveel in
fluenza en andere ziekten heerschen, de zieken zich
moeten spenen van dit meest voedzame en gemakke
lijk verteerbare gerecht. De thans bestaande vrees
is do ernstigste, die de handel tot nogtoe beeft ge
kend, maar zij zal waarschijnlijk de laatste zijn. Het
publiek kan nu verwachten, dat dr. Bulstrode, die
door »the Local Government Board" is aangewezen
om de zaak te onderzoeken, zal rapporteeren, dat
bepaalde putten moeten worden gesloten of dat
er veranderingen moeten worden gemaakt in de uit
watering van sommige riolen.
Een zuivere gezondheidswet.
»Zal het onderzoek van dr. Bulstrode leiden tot
sluiting van de buitenlandsche perceelen?"
»Neen."
»Maar wat is dan het nut van zijn onderzoek,
waar wjj zooveel Hollandsche, Fransche en Ameri-
kaansche oesters invoeren
Zij, die deze oesters op de Engelscbe markt bren
gen, vragen onderzoek van de perceelen, van waar
ze komen. Verscheidene Engelsche perceelen zijn
reeds onderzocht door experts vanwege bet British
Medical Journal, dat de vrees bet eerst deed ont
staan, en eenige zijn volkomen vertrouwbaar bevon
den. Eenige Hollandsche en Britsche putten, die
oesters leveren, welke weinig minder zijn dan in
landsche", zijn eveneens bezocht en in elk opzicht
voldoende bevonden. Het zal derhalve voor het pu
bliek aangenaam zijn te weten, dat de oesters komen
uit putteD, die door experts zijn onderzocht. De
verbruiker moest van zijn viscbleverancier of winke
lier een bewijs eischen, dat zijne oesters afkomstig
zijn uit goedgekeurde putten. Dat is in den tegen-
woordigen stand van zaken een van de redmiddelen,
die ik aangeven kan. De groothandelaar moet zijn
oesters op g-schikte wijze verpakken en ze zoo ver
zegelen, dat de inhoud onmogelijk verruild kan wor
den terwijl tevens een bewijs moet worden overge
legd, dat de oesters afkomstig zijn van perceelen, die
volkomen vrij zijn van eenige besmetting uit riolen.
Doet gij werkelijk zoo, mr. Buijsman
»Ik ben het ten minste van plan, en ik zou den
handel wel willen aanbevelen evenzoo te handelen.
Hier, bv., hebt ge een bewijs van dr. Verdon, ge
neeskundig inspecteur te Lambeth.
47, Brixton-hill S. W.
Bij dezen verklaar ik, dat op mijn verzoek een
onderzoek heeft plaats gehad naar den toestand der
oesterperceelen, gelegen te Ierseke (Holland), vanwaar
de beeren Buijsman en Co. bun voorraad betrekken
en ik kan constateeren, dat dr. Van der Loeff, ge
neeskundig inspecteur in die provincie, verklaart dat
deze perceelen volkomen vrij zijn van besmetting door
uitloozing en dat de oesters, die er zich in bevinden,
volmaakt gezond zijn. Bij de verpakking zal eene
eigenhandige verklaring van mij gevoegd worden,
dat de oesters afkomstig zijn van de perceelen te
Ierseke. Wanneer dit gebruik overal in den handel
wordt aangenomenhet vragen om een certificaat
van herkomst van de oesters en omtrent de zuiver
heid van de perceelen, dan zou de groothandelaar
daaromtrent een bewg3 moeten overleggen en de
verbruiker zou weder van den tusschenpeisoon een
bewijs kunnen eischen omtrent de herkomst der
oesters en zoodoende zichzelf de geruststelling be
zorgen, dat zij afkomstig zijn uit water, dat niet
door uitloozing van rioolwater is besmet".
De heer Staalman
Bg de interpellatie van den Helderschen afge
vaardigde, den heer Staalman, over het ge
beurde met den korporaal te Naarden, die gestraft
werd met 8 dagen provoost, later verminderd tot
4 dagen, omdat hg de kazerne had verlaten zonder
handschoenen aan, en na de schildwacht, die hem
plichtmatig op het verzuim wees, onheuscb bejagend
te hebben, heeft de interpellant zich op zeer laak
bare wgze over hoogero autoriteiten uitgeiateD, en
eene bet gezag ondermijnende rede gehouden, die
den voorzitter noopte hem tot de orde te roepen.
Het is niet de eerste maal, dat de heer Staal
man zich in minder betamelijke woorden in de
Kamer uitspreekt en daar denzelfden toon aanslaat,
dien hij ook in zgn courant bezigt. Dat hg de par
lementaire vormen zoo weinig in acht neemt, is
den man inoeielijk euvel te duidende kringen
waarvoor hg schrgft, schijnen van gepeperden kost
te houden, en dat hij die kringen verwart met
7s lands vergaderzaal ligt vermoedelijk aan 's mans
gebrek aan onderscheidingsvermogen.
Een waardig" lid der Kamer kan men hem voor
loopig nog moeielijk noemen en de antirevolutio
naire partij legt vooralsnog niet veel eer met haar
jongste lid in, en de heer Saret kon dan ook niet
nalaten den heer Staalman even met eene terecht
wijzing in de rede te vallen.
Maar vooral doet het goed te booren hoe dr.
Schaapman den interpellant terechtzette en hem
onder luide en langdurige bravo's der Kamer ver
weet door zijne interpellatie orde, tucht en ook de
maatschappij te hebben geschaad.
Do heer Schaepman zeide het volgende
Mijnheer de Voorzitter! Sinds eenigen tijd begint
het mg hier in deze Kamer soms een weinig te dui
zelen. Ik weet niet meer of ik mij bevind in een
Parlement, dan wel in een van die bijeenkomsten,
waar men alles ter sprake kan brengen, wat men,
waar dan ook, wil oprapen en wat men bezigen wil
tegen alles, wat op orde, tucht, regeering en gezag
gelijkt.
Wat mij betreft, ik heb deze interpellatie niet
zonder eenige vrees zien komen. Toen de interpellant
haar inleidde, kwam het mij voor, dat het juiste
gebruik van het interpellatierecht in de Tweede
Kamer der Staten-Generaal hem nog niet geheel en
al bekend was.
Dit is te vergeven. Wij hebben allen, voor zoover
wg in deze Kamer verkeeren, gestruikeld en strui
kelende geleerd, en indien het district den Helder
den noodigen leartgd aan zgn afgevaardigde wil
laten, dan wanhoop ik er niet aan, of hg zal niet
alleen met de parlementaire gebruiken, maar ook
met de parlementaire rechten op voldoende wijze
op goeden voet komen.
De interpellatie is op eigenlijke wijze niet inge
leid, maar na het antwoord van den Minister is zij
toegelicht. Toegelicht op eene wijze, waarvoor ik
moeilijk een parlementair woord vinden kantoege
licht met omstandigheden, die eigenlijk met de zaak
niets te doen hebben. De interpellatie loopt eenvou
dig over het geval van den korporaal te Naarden,
niet over een overste, dien de heer Staalman zich
hier veroorloofd heeft aan te vallen, terwijl die overste
niet in staat is zich te verdedigen.
Maar, Mijnheer de Voorzitter, wat de zaak van
den korporaal te Naarden zelve betreft, het komt
mg voor dat men de zaak ook anders kan voor
stellen, en ik wil beproeven eene voorstelling te
geven, die wel eenigszins van die van den iut8rpel-
lant zal verschillen.
Ik stel mij de zaak aldus voor. Wij hebben hier
aan de poort van de kazerne te Naarden een lands
kind de uitdrukking is tegenwoordig eene zeer
geliefde een landskind, dat geen andere militaire
opleiding heeft genoten, dan die van den gewonen
soldaat, een landskind, op hetwelk volgens het mi
litaire strafrecht en militaire tuchtregiement als
schildwacht eene zware verantwoordelijkheid rust.
Dat landskind, een eenvoudig landskind, heeft zijne
orders, bevelen ontvangen. Nu komt tot dat lands
kind een hoogere, een in hiërarchischen graad koo-
gere, of die graad nu veel verschilt of niet, doet
niets ter zake, er is verschil er komt alzoo een
hoogero in graad, niet uit de gewone rgen opge
klommen, niet langs den gowonen weg tot korpo
raal bevorderd, maar gekomen van het instructie
bataljon te Kampen hg heeft eene zekere opvoeding
genoten, hij is tot eene zekere ontwikkeling geko
men, hij weet dus iets meer dan een gewoon kor
poraal-milicien weten kan. Hg weet zeer stellig
dat die schildwacht verplicht is tot gehoorzaamheid.
Die korporaal echter is niet alleen verplicht tot
gehoorzaamheid, maar ook om een voorbeeld te ge
ven van gehoorzaamheid. Wat geschiedt er nu
Let welmen heeft op den schildwacht nog geen
enkelen blaam geworpen, maar wel op den overste.
Nu waarschuwt die schildwacht, en hg ontvangt,
wat Hg ontvangt een minstens ongepast antwoord.
Ik weet niet welke juiste termen bijna zou ik
zeggen Zgne onschendbare Excellentie de korpo
raal gebezigd heeft, maar naar de mededeelingen
van den interpellant getuigen ze zeker niet van
groote hoffelgkheid, zeker niet van grooten eerbied
voor het reglement van krijgstucht. Doet het er
iets toe dat deze korporaal slechts 50 passen verder
wilde gaan, dat hg zijn broeder wildo bezoeken
Ik geloof dat men die bijzonderheden er kan bij
voegen om zgne hoorders gunstig te stemmen, maar
dat zg tot de zaak niets afdoen.
De schildwacht heeft zgn plicht gedaan, de kor
poraal heeft zgn plicht verzaakt en in dubbel op
zicht. Deze heeft niet op het voorschrift van den
overste gelet en heeft, de waarschuwing van den
schildwacht in den wind werpende, een voorbeeld
van ongehoorzaamheid gegeven. Daarop, op de zede
lijke beteekenis van de daad, komt het aan. En onder
dit opzicht kan ik niet anders zeggen dan dat de
interpellatie mij leed doet, vooral om ééne omstan
digheid.
Vooral in onze dagen moet ook bg de minste
graden van het gezag juist de hoogste eerbied voor
het gezag worden gevorderd. Zg, die hebben te be
velen, moeten in hun rang het voorbeeld geven van
gehoorzaamheid. Wanneer men aan de schare, aan
de groote menigte, aan het volk van onzen tgd eer
bied voor het gezag wil leereD, dan moeten alle
dragers van het gezag, van welke hiërarchische orde
dan ook, in de eerste plaats het gezag hoog houden
en eerbiedigen, men zij korporaal of Minister van
Oorlog. Dit heeft de geachte interpellant vergeten,
en in de soort van liefde voor het volk die hem
schgnt te bezielen, heeft hij naar mijn oordeel ik
zeg het in de volle Kamer en in zgne tegenwoor
digheid, opdat hg zich tegenover ons allen kunne
verantwoorden eene dier daden gepleegd die nocli
de orde, noch de tucht, noch de maatschappij, noch
het volk tot heil kuDnen strekken.
GOES, 29 Maart 1895.
Bg beschikking van den minister van binnen-
landsche zaken is met ingang van 1 April benoemd
tot amanuensis aan de Rjjks hoogere burgerschool
te Middelburg J. H. Hoogesteger, thans ama
nuensis aan de hoogere burgerschool te Goes.
(In 't grootste deel van de oplage van ons vorig
no. reeds vermeld).
Bij kon. besluit zijn benosmdmet 6 April
a. s., tot burgemeester van Philippine, J. B. D h o o ge
tot burgemeester van St.-Jansteen, C. IJsebaert;
met ingang van 8 April a. s., tot burgemeester vau
Oostburg, I. Van Houte; m9t 10 April a. s.
tot burgem. van 's-Heer Abtskerke, Z. D. Van
der Bilt La Motthe.
Men schrgft ons uit Borsele
Dezer dagen ondervonden een tweetal landbou
wers alhier op gevoelige wijze het gemis aan vol
doende veeartsen ij kundige hu lp in Zuid-
Beveland. Voor de verlossing hunner paarden
hadden zij deze hulp dringend noodig, doch de inroe
ping geschiedde te vergeefs. Geen der gediplomeerde
veeartsen achtte zich in staat de nachtelgke reis te
ondernemen. De gevolgen hiervan bleven niet uit.
De dieren moesten worden geholpen zonder uitstel.
Door niet-deskundigen werd daartoe overgegaan en
de eene landbouwer heeft het verlies te betreuren
van merrie en veulen en de andere van het veulen,
terwgl de moeder ziek is geworden.
EUlewoudsdijk. De heer F. P. Erkelens
te Heinkenszand heeft ook ontslag gevraagd uit zgn
betrekking als gemeente-geneesheer van Ellewouds-
dgk en zulks tegen 1 April a. s.
Bij de gisteren aan het Departement van Marine
gehouden aanbesteding voor den bouw van een pant-
serdeksehip (type kruiser) is door de »Ned. Stoom
boot-Maatschappij" te Rotterdam en door »De
Schelde" te Vlissingen ingeschreven voor een
som van f2,050,000. Voor dien prgs is aan ieder
dier Maatschappijen de bouw van zoodanig schip
opgedragen.
De verhooging en verzwaring van de drie
landdgken die den geïnundeerden polder van
S t r ij e n insluiten en waaronder ook de beruchte
Zuiddgk behoort, is thans voltooid. In verband daar
mede heeft het bestuur van het waterschap Tolen
den dam weggenomen, welke op de plaats, waar de
straatweg van Tolen naar Poortvliet den grensdgk
snijdt, was opgeworpen. Veiliger ware het geweest
den dam te behouden tot de doorbraak gedicht was,
doch hg was voor 't verkeer zeer belemmerend.
Tengevolge van dit voltooide werk, zgn verscheidene
ploegen polderwerkers ontslagen eerst als de djjk-
breuk gedicht is, zal er in den polder zelf, door het
graven van greppels en waterleidingen, het herstellen
van wegen en het afgraven van zand van het bouw
en weiland, weder veel te doen zgn.
De bataljons van het 3e regiment
infanterie uit Vlissingen en Middel-
b uzullen dezen zomer gedurende 14 dagen kam
peeren te Bergen-op-Zoom, ten einde met de aldaar
in garnizoen liggende troepen oefeningen op groote
schaal te houden.