11 jaar oud, wordt opgenomen, blgit daar een tijd lang, maar wordt teruggeëiicht en teruggehaald door haar vader, want zij moegt zijn jenevercenten bijeenbedelen. Twee meisjes, nog zeer jong, komen te Zetten. Haar moeder leidt een slecht leven. Zij zag in geen jaren naar die kinderen om, informeerde'alleen van tijd tot tjjd of ze mooi werden. En toen zij hoorde, dat ze frissche, knappe gezichtje» hadden, haalde zg ze op 14- en 16-jarigen leeftijd terug. Onnoodig te zeggen waarom en waarvoor. Als dt bestuurders van Zetten, tegen den wil van zulke schuldige ouders, trachten een kind te houden, te beschermen, dan zouden zg in aanraking komen met de justitie en de politie Welk een schreiende toestand Mocht er ook hier te lande een wet tot stand komen, waarbij het verboden is met kinderen te bedelen, kinderen te laten bedelen, en kinderen met koopwaar te laten venteD. Dan waren wij een stapje verder Het N. v. d. D. wijdt ook eene beschouwing aan het kwaad, waarvan in bovengenoemd blad gespro ken wordt. Het eerste, wat noodig is om daarin verbetering te brengen is, zegt dit blad, dat zich een diepe en algemeene overtuiging vestige dat, zooals mr. Levy zegtde vaderlijke macht niet is een recht, maar een plicht, voor welks vervulling tegenover de maatschappij rekenschap moet afgelegd worden. Het tweede wat noodig is, dat is ©en krach tige aandrang om deze zedelijke overtuiging te ma ken tot een beginsel in de wetgeving van den Staat, welke leiden moet tot het maken van een afzon derlijke wet, waarbg in welomschreven gevallen ouders kunnen ontzet worden uit hunne rechten en plich ten, behoudens de mogelijkheid van rehabilitatie, en waarbij de overdracht wordt geregeld van die ouderplichten en rechten, hetzij, onder goede con trole, aan de particuliere liefdadigheid, betzij aan den Staat. Het derde wat noodig is, is de stichting van liefst vele en niet groote opvoedingsgestichten, waar den kinderen zooveel mogelgk wordt vergoed van hetgeen ontaarde vaders hun onthielden. Het blad begrijpt dat de Staat aarzelt om in te grijpen in de zoo teedere en innige betrekkingen tusschen vaders en kinderen. Maar waar tusschen dezen zoo vaak, in plaats van heilige banden, een verhouding bestaat, die het kind en den Staat ten verderve strekt, aarzele men niet langer. Het is hard maar noodzakelijk. O.-Indië. In actieven dienst hersteld bij de genie boven de formatie, de kapt. op non-activ. L. G. Krol van der Hoek. Staten-Generaal. TWEEDS KAMER. In de zitting van gisteren werd besloten tot een tweede sectie-onderzoek van het wetsontwerp omtrent tekorten op de begrooting van oorlog. Bij de behandeling van het ontwerp op de verveningen werd aangenomen een amendement van den heer A. van Dedem om over aanvragen tot vervening de besturen van waterschappen of veenschappen te hooren. Op art. 4 werd het amendement van den heer Gerritsen met 33 tegen 25 stemmen aangeno men om door de Provinciale Staten de regelen te laten stellen ook omtrent het beheer en de terug gaaf van slik- en turf fondsen. Het voorstel van den heer Hartogh is wegens sterfgeval verdaagd tot de volgende week, evenals de interpellatie Lohman wegens ziekte van den in- terpellant. Kerkelijks Zaken en Onderwijs. Beroepen bij de Ned. H©rv. Gem. te Kats ds. H. Smits te Nieuwleuzen (Overijsel). Beroepen bij de Geref. Gem. te Kolijnsplaat ds. F. Staal te Geesteren. (Tel.) Aangenomen het beroep bij de Ned. Rerv. Gem. te Langweer c. a. door dg. L. Ingelse L.Wz. te Wilhelminadorp. Ds. D. P. M. Huet, predikant alhier, hoopt 10 April a. s. zijna 25jarige evangeliebediening bjj de hervormde kerk in ons vaderland te herdenken. Z.Eerw. was vroeger predikant bij de Nederl. geref. kerk in Zuid-Afrikain 1869 in ons land terugge keerd diende hjj de christenheid als reizend predi kant der Confessioneele Vereeniging. In Febr. 1870 werd hij na gehouden colocpum doctum door het provinciaal kerkbestuur van Utrecht beroepbaar ge steld. Den 10 April 1870 werd hij bevestigd te Veenendaalin 1871 vertrok Z.Eerw. naar Dirks- landen in 1875 naar Nunspaetsinds 14 April 1878 dient de algemeen geachte man de gemeente te Goes. (De Z.) Benoemd tot onderwijzeres te Oost-Knollendam mej. L. M. Van Gorcum te Nieuwdorp. Uit het 16e jaarverslag van de Unie Een school met den Bijbel blijkt., dat sedert 1879, dus gedurende de 16 jaren dat da Unie-collecte is gehouden is bijeen gebracht f 1,406,983,65 1/9 aan collecte en f66,500 aan extra giften. Hiervan is in de Uniekas gestort f 149,509,57. Er zijn 591 locale comité's: 117 daarvan zijn bezig een deel der Augustuscollecte te beleggen tot vorming van een fonds tot schoolstichting. Het getal scholen bedraagt 570 met 92,987 leer lingen. De jaarlijksche kosten van onderhoud en instandhouding worden geschat op f 1,860,000. Aan rijkssubsidie, berekend tegen f5 per leerling, werd ontvangen f465,000. Om toegelaten te worden tot den nieuwen cursus aan de Rijks Kweekscholen hebben zich aan gemeld 577 candidaten en wel voor die te Middel burg 72, te Maastricht 75, te Nijmegen 92, te Deventer 103, te Haarlem 112 en te Groningen 123 candidaten. Ia 't geheel zijn 125 plaatsen beschikbaar. Landbouw en Veeteelt. Volgens de Staatscourant worden de gewassen, die in Zeeland in hoofdzaak verbouwd worden, als: tarwe, gerst, haver, boonen, erwten, aardappelen, suikerbieten, vlas en klaver, respectievelijk geschat op ongeveer: 18.000, 13.000, 6500, 8000, 8000, 8000, 7500, 4500 en 5500 H.A., daarna rogge, stam- boonon, mangelwortels en gele wortels, beide als eerste gewas of hoofdvrucht, en kunstweiden, terwijl koolzaad, uien en lucerne in de derde plaats genoemd moeten worden, ofschoon ook deze gewassen te zamen nog 16.000 H.A. in beslag nemen, tegen 79.000 H.A. van de eerstgenoemde. Het totaal aantal H.A. bouwland bedraagt ruim 103.000, dat van het grasland ongeveer 36.000. Hulde aan Uigmarck. Maandag zijn de bezoeken aan Bis marck te Friedrichsmhe reeds begonnen. Drie extra-treinen brachten 418 leden van den Rijksdag, het Huis van afgevaardigden en het Heerenhuis naar Friedrichsruhe. Bismarck was lichamelijk heel frisch en geestelijk zeer opgeruimd. Licht leunend op een stok, kwam hij, in de kurassiers-uniform, door de mannelijke leden van zijn gezin begeleid, naar het station om de gasten te ontvaugen. In druk gesprek, bracht hij al de parlementsleden naar zijn woning. Eenigen beweren, dat hij bij de officiëele toespraken zeer geroerd was en zelfs, toen hij in zijn kort ant woord aan den ouden onvergetelijken keizer Wilhelm herinnerde, eenige tranen wegkneep en door zijne heriuneringen overmand een oogenblik moest op houden te spreken. Later aan tafel was hij echter weer geheel monter en levendig, en vertelde hij in dit jaar zijn 50-jarig jubileum als parlementslid te kunnen vieren, »wenn er noch drin ware". Opmerkingen van bijzonder belang, hetzij in het algemeen over de politiek, hetzij over dit besluit van den Rjjksdag, schijnt hij stelselmatig te hebben vermeden. De lijfarts Schwenninger verzekerde dat Bismarck's gezondheid van dien aard is, dat hij geacht mag worden tegen al de vermoeienissen van de feestweek opgewassen te zijn. Van andere zijde wordt nog gemeld Maandag was de dag, dat een der grootste, zoo niet de grootste der levende Duitschers door eenige honderden leden van den Landdag en den Rijksdag gehuldigd werd. Drie treinen waren te Friedrichs ruhe aangekomen, te 12.55, te 1.5 en 1.30. De graven Herbert en Wilhelm Bismarck ontvingen de komenden. Plotseling riep graaf Waldersee: »Daar komt vorst Bismarck zelfEn inderdaad besteeg da oud-rijkskanselier weldra gemakkelijk, zonder steun, de trappenmet opgeheven hoofd en vasten tred, een kurassiershelm op en gehuld in den grijzen met bont bezetten mantel, het geschenk van den keizer, naderde de grijsaardzijn verschijning maakte een zeer diepen indruk. Bij de begroeting zei de vorst schertsend»Ei, ei, allen met den hoogen hoed op, men zou u nauwelijks herkennen." En toen de laatste trein, die van haiftwee, in aantocht was en men hein zeide, dat daarin de leden van den Rijksdag zich bevonden, maakte Bismarck de opmerking: »Zoo, mogen ze wat algemeene vroolijkheid verwekte. Dp vorst reed de enkele honderden passen van het station naar het slot, waar de verschillende rede voeringen van het balkon gehouden werden. De eerste spreker was de president van het Hoo- gerhuis, vorst Stol berg-Wernigerode Het Heeren huis heeft zijn bureau opgedragen, den vorst de allerhartelijkste gelukwenschen over te brengen, door drongen van diepe dankbaarheid voor zijn het ko ningschap, het vaderland en het gansche volk be wezen diensten, voor de door zijn onverschrokken moed voor de kroon en het vaderland tot stand gebrachte werken. God behoede uw doorluchtigheid en spare nog langen tijd uw kostbaar leven Von Köller, de president van het Huis van Afge vaardigden, bracht den heilwensch van dit lichaam over, waarna Von Levetzow aldus sprak: Helaas niet in opdracht van den Rijksdag, maar toch in naam van alle ledon van dat lichaam, die zich her inneren, wat vorst Bismarck sedert tientallen jaren voor hun vaderland geweest is, wensch ik u geluk. Mija zwakke mond kan het niet verkondigen, maar de geschiedenis heeft het met gouden letteren gegra veerd wat gij voor Duitschland geweest zijt. Als een stormwind beweegt zich door gansch Duitsch land het gevoel van dankbaarheid, zegenwenschen voor den vorst weerklinken in machtige accoorden overal, waar gevoel voor nationaliteit bestaat. Het was onze plicht en ons recht, uit te spreken, dat niet vergeten is en niet vergeten zal worden, wat uwe doorluchtigheid voor ons ge daan heeft. God zegene, wat uw doorluchtigheid onder onzen eersten keizer voor Duitschland verworven heeft. Bismarck antwoordde in een rede, die ruim ean kwartier duurde. In de eerste plaats dankte hij voor de hem bewezen eer, die veel meer was dan hij verdiende. Hg was daarmee verlegen, maar de overtuiging stond bij hem vast, dat zij minder den persoon gold, dan de zaak, waaraan hij mede gearbeid bad, hoofdzakelijk met zijn overleden heer en keizer. Bij de laatste woorden werd de spr. door zijn gevoel overmand, zoodat hij verscheidene minuten niet voortgaan kon. Eindelyk ging hij aldus voort: »Wat had ik zonder den keizer en zijn leger kunnen doen Ik zou in de oude fouten van vroeger zijn big ven steken. Vroeger, na 1848, meende men betreffende de dynastieën tot de orde van den dag te kunnen overgaande groote militaire macht des konings van Pruisen in den dienst van de nationale idee te stellen is de beste gedachte geweest, die in Frank fort bij mij opgekomen is. Wanneer het bevel des keizers tot mobiliseering des legers in 1866 en 1870 niet gevolgd was, wat zou er dan gebeurd zijn De dynastieën zijn door ons zwaarder benadeeld, dan men het ooit een parlementaire fractie doen kon. Met de tegenwoordige bondgenooten, b. v. met j Saksen en Beieren werden in den vorm van kanon- 1 schoten du zwaarst mogelijke beleedigiugen van weerskanten toegevoegdtoch zijn zij, toen het de nationale zaak gold, wet ons gegaan, ze hebben met ons gevochtende bondgenooten zijn beter dan de fracties. Bij de vorsten staat het nationale belang op den voorgrondzoolang wij op de vaderlands liefde der dynastieën mogen vertrouwen, behoeven wij voor de houding der fracties niet bang te zijn. Ik wenschte wel, dat de nationale idéé, evenals bij de dynastieën, zoo ook in de landdagen sterk tot uitdrukking kwam." Met een driemaal herhaald »leve de Keizer" en met een verontschuldiging, omdat hij niet in staat was 400 personen in zijn huis te ontvangen, ein digde de oud-rijkskanselier zijn herhaaldelijk toege juichte rede. Gisteren te 8.20 is de Keizer met den Kroonprins naar Friedricbsruh afgereisd. Te Aumtihie steeg hij te paard, waarna hij aan het hoofd der troepen naar het park is gereden, waar de soldaten voor oen parade werden opgesteld. Daarop is Bismarck in kurassiers-uniform in een open rijtuig aangekomen; de troepen presenteerden het geweer terwijl de mu ziek speelde. De Keizer wenschte Bismarck geluk namens het leger en reikte hsm oen eerosabel over. Toen reed hij met den vorst langs het front der troepen. De kurassiers defileerden nogmaals voor het slot van Bismarck. Toen volgde een ontbijt; bij den toost op Bismarck werden saluutschoten afgevuurd. Bij de aanbieding van het lange kurassierszwaard zeide de Keizer ten aanhoore van de aanwezige kurassiers, van wie Bismarck het hoofd is, dat hij, Keizer, hiermede aan Bismarck het beste geschenk aanbood, dat hij had kunnen bedenken, daar het zwaard, hot Germaansche wapen, een symbool kan geacht worden vaa het doen dergenen, die niet ver sagen. Op het wapen had de Keizer de wapens van Elzas en Lotharingen doen graveeren, daarin mocht Bismarck een blijk van dankbaarheid zien voor zijne daden, die geboekt zijn in het Boek der geschiede nis, zgne daden, die voor vijf-en-twintig jaren hun bekroning hebben gevonden. >Wij echter, de kame raden, wij roepen: Seine Durchlaucht Fiirst Bis marck Herzog von Lauonburg. Hurrah Aan het middagmaal bood de Keizer aan Bis marck nog een tweede geschenk aan, namelijk den zegeldrukker, dien Wilhelm I op zijn schrijftafel had staan. Gemengde Berichten. Borsele. De gunstige invloed der opheffing van het verbod tot invoer van rundvee en schapen in België openbaarde zich Dinsdag reeds op treffende wijze. Dien dag toch werden van den steiger alhier 48 stuks rundvee en 88 schapen met de Prov. stoombooten vervoerd. De verwachting dat de aan wezigheid van den steiger het stoombootverkeer aanmerkelijk zou doen toenemen wordt tot dusver niet beschaamd. Nevens de aanwinst van vee- en goederentransport klimt ook het psrsonenvervoer met sprekende cijfers. In den tijd van tien dagen passeerden niet minder dan 160 reizigers Nabij de kust van Texel is Zondagavond door de blazerschuit van Jacob Knjjpar Janszoon een stoute redding volbracht. Terwijl een hevige storm uit het Zuid-Westen woedde en de zee geweldig de havenhoofden beukte en in wolken schuim uiteenspatte, kwam een vreemd vaartuig in 'c gezicht, dat tegen de elementen wor stelde en een noodvlag in top had. In een oogwenk was het scheepje voorbijgestormd, ten prooi aan het droigendst gevaar. Ofschoon 't volstrekt geen vaarbaar weer was, maakte Jaap Kuiper toch zeil, nadat kg kloeke maats had gevonden, om hem bij bet waagstuk be hulpzaam te zgn. Veilig kwam hij buiten de haven, doch daar werd het vaartuigje keer op keer door schuimende golven overstelpt. Toch werd de tocht moedig \ervolgd, en een half uur later was van geon der beide scheepjes iets meer te zien. De betrekkingen der kloeke redders gingen in doodsangst den nacht tegemoet. De avond vlood voorbij, en de blazerschuit keerde niet terug. Ein delijk, 's nachts te twaalf uur, de storm was toen gelukkig reeds veel bedaard keerde het huikje in de haven weer. Nog juist in tijds had zij de zwaar gehavende visscberspink, die om hulp seirde, bereikt en zes personen, de opvarenden van de pink, had zg gered. Het bomschip was door den storm zóó zwaar ge havend, dat de bemanning niot eens esn anker durfde uitwerpen, uit vrees, dat het geheelo vaartuig uit een zou worden gerukt. Alle zeilen waren weggewaaid en de pink was zwaar lek en ten deele vol water. Toen de blazer schuit nabij de bom kwam, was er nog zooveel wind, dat zes personen noodig waren om het zeil te strijken. Onlangs is melding gemaakt van een bedelaar in Twente, die zijne reizen met een abonnements kaart maakte. Een ander geval, nog merkwaardiger, wordt ons thans medegedeeld. Op den rijksweg van Güiinebeiu zag men een man en vrouw op een tan dem zitten, om aldus zich van de eene naar de andere gemeente te verplaatsen en er hun bedelaars- beroep uit te oefenen. Wij hebben indertijd meegedeeld, dat een zekere Bruggeman door een Duitsche grensbeambte in de nabijheid van Losaer in koelen bloede zou zijn dood geschoten. Aan de Zwolsche Crt. wordt thans daar omtrent uit Losser gemeld, dat Miiller niet eerder tot de verschrikkelijke daad zoa zgn overgegaan, dan nadat hij door genoemden Bruggeman tegen den grond was geworpen en mishandeld. Het bericht, als zoude Miiller door de justitie gearresteerd zijn, moet onjuist wezen, aangezien hij ernstig ongesteld is en de geneesheeren het niet raadzaam achten hem te vervoeren. Te Veere geraakten Zondag van de visschers- vloot, die in de haven lag, door het breken van een der touwen eenige schepen in beweging. Drie daar van liepen, trots alle pogingen om ze te houden, naar buiten. Snel dreven zij noordwaarts, tot ze tegen den wal vaa Noord-Beveland strandden. De schade, welke de arme visschers lijden, is alleen door verlies van netten en tuigage reeds vrij aanzienlijk. De vaartuigen zijn den volgenden dag weder te Veere binnengebracht. Slechts éen is zoo beschadigd, dat het eerst hersteld moet wordende andere zgn reeds weder uitgevaren. Te Haaien zijn in een weide drie zakken met geld gevonden en bij onderzoek is gebleken, dat die af komstig zgn van een diefstal te Neer, het vorige jaar gepleegd, ten nadeele van den heer de L. In Januari van dit jaar vond men in een schuur te Haelen eenige voorwerpen, 0. a. een horloge, even eens van dien diefstal af komstig. D© brigade mare- chaussé© uit Heijthuizen heeft een nader onderzoek ingesteld. Men meldt uit Amsterdam aan de JV. R. Ct.: Het is onder de meubelmakersgezellen tot een werkstaking gekomen. Zij vragen afschaffing van stukwerk, 4 cent per uur méér, een maximum-arbeids tijd van 10 uur per dag, betaling van overwerk met 50 pet. verhooging en voor ten hoogste 2 uur per dag, ea afschaffing van nacht- en Zondagsarbeid. De patroons hebben gezegd in die eischen niet te kunnen treden uithoofde van de zware concurrentie, welke de meubelfabrikanten in de provinciesteden hun aandoen. Daarom bieden zij eene verhooging van 2 cent per uur aan, onder voorwaarde echter, dat, zoo niet op 1 Juni a. s. over het gansche land die verhooging zal zgn toegestaan, ook te Amsterdam weder de oude loonstandaard zal intreden. Ter bespreking van dit aanbod hunner patroons kwamen de meubelmakersgezellen Zondag in »D'Geel- vink" bijeen. Zij verwierpen dit aanbod, uitgaande van da meening dat, zoo Amsterdam slechts vóórgaat, de overige steden van zelf zullen volgen. Zij gelooven, dat het publiek zonder morren iets meer voor het fabrikaat zal betalen en honden vooral vast aan hun eisch van afschaffing van stukwerk. Ten laatste werd bij hoofdelijke stemming besloten des Maandags het werk neder te leggen, zoo de patroons weigerachtig blijven. De werkstakende meubelmakers brachten den dag van Zondag met vergaderen en wandelen door. Aan die wandeling, welke aan orde niets te wenschen liet, namen ongeveer 400 man deel. De omvang der staking is wellicht het best af te meten naar ge gevens als dit, dat van de 80 werklieden in dienst der firma Janssen Zoon, slechts 2 waren aan de arbeid gebleven. De gezellen zullen trachten eene conferentie met de patrooES te beleggen. In deze gisteren gehouden bijeenkomst waren ech ter geen patroons tegenwoordig. Medegedeeld werd dat aan de fabriek van Panjer en van Schaick te Zaandam mede het werk gestaakt is. Bij enkele firma's te Amsterdam hebben de stoffeerders ook den arbeid gestaakt. Zondagavond ongeveer half acht, ontstond te Raalte brand in het kantoor vaa den ontvanger der rijks-belastingen aan den Zwolschen straatweg, ter wijl alle bewoners afwezig waren. Het geheele kan toor is uitgebrand, zoodat van de aanwezige regis ters, boeken en schrifturen geen stukje overgebleven is. De oorzaak is onbekend, doch men vermoedt, dat het vuur is aangekomen door een misschien achteloos weggeworpen lucifer. Van een gezin, dat op den Amsterdamsehen I straatweg te Utrecht door gas vergiftigd is en in het Ziekenhuis verpleegd wordt, is de vrouw overleden. De Russische Keizerin-weduwe is te Kopen hagen aangekomen. Men brengt het bezoek der keizerin in verband mot den ongunstigen toestand van koningin Louise van Denemarken. De koningin gevoelt zich zeer zwak en wenscht daarom al haar kinderen bij zich te hebben. Koningin Louise is nu 78 jaren oud. Schertsend wordt de koningin wel eens »de schoonmoeder van Europa" genoemd, daar twee harer dochters in het huwelyk traden met den prins van Wales en Czaar Alexander III. De jongste dochter van het Deensche koningspaar prinses Thyra is de echtgenoote van den hertog van Cumberland, den zoon van den gewezen koning van Hanover. De oudste zoon is de kroonprins, Frederik, die met prinses Louise van Zweden is gehuwd en de tweede zoon is koning George van Griekenland. De jongste zoon, prins Waldemar, woont nog te Kopenhagen. Deze prins, die in 1885 in het huwe lgk trad met prinses Marie, dö dochter van den hertog van Chartves, was indertijd candidaat voor de Bulgaarsche vorstenkroon en wordt nu genoemd als de aanstaande koning van Noorwegen, indian althans de strijd over de consulaats-quaestie niet wordt bijgelegd en tot eene scheiding van Zweden en Noorwegen mocht leiden. Volgens bericht uit Simonoseki heeft een 21- jarig overpi-ikkeld Japanner, Kojama, op Lihoengt- sjang den Chineesehen vredesgezant, geschoten, voor wendende dat hij Japan van zijn ergsten vijand wilde veidossen. Lihoengtsjang ontving eene niet gevaarlijke gelaatwonde. Kojama werd gegrepen. De Japansche staatslieden, ook graaf Ito en zelfs de Mikado en het parlement betuigden Lihoengt- sjang innig leedwezen en sympathie. De kogel is nog niet uit de wond van Lihoengt- jang gehaald kunnen wordenmaar de toestand van den gewonde is gunstig hij heeft volstrekt geen koorts. Volgens berichten uit Tokio behelst het officieele blad eene Boodschap aan het volk, door den keizer en alle ministers onderteekend, waarin de moord aanslag op Lihoengsjang gebrandmerkt wordt en diens verdere bescherming toegezegd evenals de be straffing des daders. Inmiddels wordt uit Simonoseki geseind dat Lihoengtsjan's wonde aan de linkerwang ernstiger is dan men aanvankelijk aannam, omdat het kaakbeen geraakt is. De kogel is nog niet ver wijderd. De Mikado heeft een paar voorname chirur gen gezonden. Lihoengtsjang, die koortsvrij is, ont ving talrijke depeches uit Japan. De gebeurtenis heeft onder het volk eene merkwaardige reactie ten gunste van China teweeggebracht.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1895 | | pagina 2