11 jaar oud, wordt opgenomen, blgit daar een tijd
lang, maar wordt teruggeëiicht en teruggehaald
door haar vader, want zij moegt zijn jenevercenten
bijeenbedelen.
Twee meisjes, nog zeer jong, komen te Zetten.
Haar moeder leidt een slecht leven. Zij zag in geen
jaren naar die kinderen om, informeerde'alleen van
tijd tot tjjd of ze mooi werden. En toen zij hoorde,
dat ze frissche, knappe gezichtje» hadden, haalde
zg ze op 14- en 16-jarigen leeftijd terug.
Onnoodig te zeggen waarom en waarvoor.
Als dt bestuurders van Zetten, tegen den wil
van zulke schuldige ouders, trachten een kind te
houden, te beschermen, dan zouden zg in aanraking
komen met de justitie en de politie
Welk een schreiende toestand
Mocht er ook hier te lande een wet tot stand
komen, waarbij het verboden is met kinderen te
bedelen, kinderen te laten bedelen, en kinderen met
koopwaar te laten venteD. Dan waren wij een stapje
verder
Het N. v. d. D. wijdt ook eene beschouwing aan
het kwaad, waarvan in bovengenoemd blad gespro
ken wordt. Het eerste, wat noodig is om daarin
verbetering te brengen is, zegt dit blad, dat zich
een diepe en algemeene overtuiging vestige dat,
zooals mr. Levy zegtde vaderlijke macht niet is
een recht, maar een plicht, voor welks vervulling
tegenover de maatschappij rekenschap moet afgelegd
worden. Het tweede wat noodig is, dat is ©en krach
tige aandrang om deze zedelijke overtuiging te ma
ken tot een beginsel in de wetgeving van den Staat,
welke leiden moet tot het maken van een afzon
derlijke wet, waarbg in welomschreven gevallen ouders
kunnen ontzet worden uit hunne rechten en plich
ten, behoudens de mogelijkheid van rehabilitatie,
en waarbij de overdracht wordt geregeld van die
ouderplichten en rechten, hetzij, onder goede con
trole, aan de particuliere liefdadigheid, betzij aan
den Staat.
Het derde wat noodig is, is de stichting van
liefst vele en niet groote opvoedingsgestichten, waar
den kinderen zooveel mogelgk wordt vergoed van
hetgeen ontaarde vaders hun onthielden.
Het blad begrijpt dat de Staat aarzelt om in te
grijpen in de zoo teedere en innige betrekkingen
tusschen vaders en kinderen. Maar waar tusschen
dezen zoo vaak, in plaats van heilige banden, een
verhouding bestaat, die het kind en den Staat ten
verderve strekt, aarzele men niet langer. Het is
hard maar noodzakelijk.
O.-Indië. In actieven dienst hersteld bij de genie
boven de formatie, de kapt. op non-activ. L. G.
Krol van der Hoek.
Staten-Generaal.
TWEEDS KAMER.
In de zitting van gisteren werd besloten tot
een tweede sectie-onderzoek van het wetsontwerp
omtrent tekorten op de begrooting van oorlog. Bij
de behandeling van het ontwerp op de verveningen
werd aangenomen een amendement van den heer
A. van Dedem om over aanvragen tot vervening
de besturen van waterschappen of veenschappen te
hooren. Op art. 4 werd het amendement van den
heer Gerritsen met 33 tegen 25 stemmen aangeno
men om door de Provinciale Staten de regelen te
laten stellen ook omtrent het beheer en de terug
gaaf van slik- en turf fondsen.
Het voorstel van den heer Hartogh is wegens
sterfgeval verdaagd tot de volgende week, evenals
de interpellatie Lohman wegens ziekte van den in-
terpellant.
Kerkelijks Zaken en Onderwijs.
Beroepen bij de Ned. H©rv. Gem. te Kats ds.
H. Smits te Nieuwleuzen (Overijsel).
Beroepen bij de Geref. Gem. te Kolijnsplaat
ds. F. Staal te Geesteren. (Tel.)
Aangenomen het beroep bij de Ned. Rerv.
Gem. te Langweer c. a. door dg. L. Ingelse L.Wz.
te Wilhelminadorp.
Ds. D. P. M. Huet, predikant alhier, hoopt
10 April a. s. zijna 25jarige evangeliebediening bjj
de hervormde kerk in ons vaderland te herdenken.
Z.Eerw. was vroeger predikant bij de Nederl. geref.
kerk in Zuid-Afrikain 1869 in ons land terugge
keerd diende hjj de christenheid als reizend predi
kant der Confessioneele Vereeniging. In Febr. 1870
werd hij na gehouden colocpum doctum door het
provinciaal kerkbestuur van Utrecht beroepbaar ge
steld. Den 10 April 1870 werd hij bevestigd te
Veenendaalin 1871 vertrok Z.Eerw. naar Dirks-
landen in 1875 naar Nunspaetsinds 14 April
1878 dient de algemeen geachte man de gemeente
te Goes. (De Z.)
Benoemd tot onderwijzeres te Oost-Knollendam
mej. L. M. Van Gorcum te Nieuwdorp.
Uit het 16e jaarverslag van de Unie Een school
met den Bijbel blijkt., dat sedert 1879, dus gedurende
de 16 jaren dat da Unie-collecte is gehouden is bijeen
gebracht f 1,406,983,65 1/9 aan collecte en f66,500
aan extra giften. Hiervan is in de Uniekas gestort
f 149,509,57.
Er zijn 591 locale comité's: 117 daarvan zijn
bezig een deel der Augustuscollecte te beleggen tot
vorming van een fonds tot schoolstichting.
Het getal scholen bedraagt 570 met 92,987 leer
lingen. De jaarlijksche kosten van onderhoud en
instandhouding worden geschat op f 1,860,000.
Aan rijkssubsidie, berekend tegen f5 per leerling,
werd ontvangen f465,000.
Om toegelaten te worden tot den nieuwen
cursus aan de Rijks Kweekscholen hebben zich aan
gemeld 577 candidaten en wel voor die te Middel
burg 72, te Maastricht 75, te Nijmegen 92, te
Deventer 103, te Haarlem 112 en te Groningen
123 candidaten.
Ia 't geheel zijn 125 plaatsen beschikbaar.
Landbouw en Veeteelt.
Volgens de Staatscourant worden de gewassen,
die in Zeeland in hoofdzaak verbouwd worden, als:
tarwe, gerst, haver, boonen, erwten, aardappelen,
suikerbieten, vlas en klaver, respectievelijk geschat
op ongeveer: 18.000, 13.000, 6500, 8000, 8000,
8000, 7500, 4500 en 5500 H.A., daarna rogge, stam-
boonon, mangelwortels en gele wortels, beide als
eerste gewas of hoofdvrucht, en kunstweiden, terwijl
koolzaad, uien en lucerne in de derde plaats genoemd
moeten worden, ofschoon ook deze gewassen te
zamen nog 16.000 H.A. in beslag nemen, tegen
79.000 H.A. van de eerstgenoemde.
Het totaal aantal H.A. bouwland bedraagt ruim
103.000, dat van het grasland ongeveer 36.000.
Hulde aan Uigmarck.
Maandag zijn de bezoeken aan Bis
marck te Friedrichsmhe reeds begonnen. Drie
extra-treinen brachten 418 leden van den Rijksdag,
het Huis van afgevaardigden en het Heerenhuis naar
Friedrichsruhe. Bismarck was lichamelijk heel frisch
en geestelijk zeer opgeruimd. Licht leunend op een
stok, kwam hij, in de kurassiers-uniform, door de
mannelijke leden van zijn gezin begeleid, naar het
station om de gasten te ontvaugen. In druk gesprek,
bracht hij al de parlementsleden naar zijn woning.
Eenigen beweren, dat hij bij de officiëele toespraken
zeer geroerd was en zelfs, toen hij in zijn kort ant
woord aan den ouden onvergetelijken keizer Wilhelm
herinnerde, eenige tranen wegkneep en door zijne
heriuneringen overmand een oogenblik moest op
houden te spreken.
Later aan tafel was hij echter weer geheel monter
en levendig, en vertelde hij in dit jaar zijn 50-jarig
jubileum als parlementslid te kunnen vieren, »wenn
er noch drin ware".
Opmerkingen van bijzonder belang, hetzij in het
algemeen over de politiek, hetzij over dit besluit
van den Rjjksdag, schijnt hij stelselmatig te hebben
vermeden.
De lijfarts Schwenninger verzekerde dat Bismarck's
gezondheid van dien aard is, dat hij geacht mag
worden tegen al de vermoeienissen van de feestweek
opgewassen te zijn.
Van andere zijde wordt nog gemeld
Maandag was de dag, dat een der grootste, zoo
niet de grootste der levende Duitschers door eenige
honderden leden van den Landdag en den Rijksdag
gehuldigd werd. Drie treinen waren te Friedrichs
ruhe aangekomen, te 12.55, te 1.5 en 1.30. De
graven Herbert en Wilhelm Bismarck ontvingen de
komenden. Plotseling riep graaf Waldersee: »Daar
komt vorst Bismarck zelfEn inderdaad besteeg da
oud-rijkskanselier weldra gemakkelijk, zonder steun,
de trappenmet opgeheven hoofd en vasten tred,
een kurassiershelm op en gehuld in den grijzen met
bont bezetten mantel, het geschenk van den keizer,
naderde de grijsaardzijn verschijning maakte een
zeer diepen indruk. Bij de begroeting zei de vorst
schertsend»Ei, ei, allen met den hoogen hoed op,
men zou u nauwelijks herkennen." En toen de laatste
trein, die van haiftwee, in aantocht was en men
hein zeide, dat daarin de leden van den Rijksdag
zich bevonden, maakte Bismarck de opmerking: »Zoo,
mogen ze wat algemeene vroolijkheid verwekte.
Dp vorst reed de enkele honderden passen van het
station naar het slot, waar de verschillende rede
voeringen van het balkon gehouden werden.
De eerste spreker was de president van het Hoo-
gerhuis, vorst Stol berg-Wernigerode Het Heeren
huis heeft zijn bureau opgedragen, den vorst de
allerhartelijkste gelukwenschen over te brengen, door
drongen van diepe dankbaarheid voor zijn het ko
ningschap, het vaderland en het gansche volk be
wezen diensten, voor de door zijn onverschrokken
moed voor de kroon en het vaderland tot stand
gebrachte werken. God behoede uw doorluchtigheid
en spare nog langen tijd uw kostbaar leven
Von Köller, de president van het Huis van Afge
vaardigden, bracht den heilwensch van dit lichaam
over, waarna Von Levetzow aldus sprak: Helaas
niet in opdracht van den Rijksdag, maar toch in
naam van alle ledon van dat lichaam, die zich her
inneren, wat vorst Bismarck sedert tientallen jaren
voor hun vaderland geweest is, wensch ik u geluk.
Mija zwakke mond kan het niet verkondigen, maar
de geschiedenis heeft het met gouden letteren gegra
veerd wat gij voor Duitschland geweest zijt. Als
een stormwind beweegt zich door gansch Duitsch
land het gevoel van dankbaarheid, zegenwenschen
voor den vorst weerklinken in machtige accoorden
overal, waar gevoel voor nationaliteit bestaat. Het
was onze plicht en ons recht, uit te spreken, dat
niet vergeten is en niet vergeten zal worden, wat
uwe doorluchtigheid voor ons ge daan heeft. God
zegene, wat uw doorluchtigheid onder onzen eersten
keizer voor Duitschland verworven heeft.
Bismarck antwoordde in een rede, die ruim ean
kwartier duurde. In de eerste plaats dankte hij
voor de hem bewezen eer, die veel meer was dan
hij verdiende. Hg was daarmee verlegen, maar de
overtuiging stond bij hem vast, dat zij minder den
persoon gold, dan de zaak, waaraan hij mede gearbeid
bad, hoofdzakelijk met zijn overleden heer en keizer.
Bij de laatste woorden werd de spr. door zijn gevoel
overmand, zoodat hij verscheidene minuten niet
voortgaan kon. Eindelyk ging hij aldus voort: »Wat
had ik zonder den keizer en zijn leger kunnen doen
Ik zou in de oude fouten van vroeger zijn big ven
steken. Vroeger, na 1848, meende men betreffende
de dynastieën tot de orde van den dag te kunnen
overgaande groote militaire macht des konings
van Pruisen in den dienst van de nationale idee te
stellen is de beste gedachte geweest, die in Frank
fort bij mij opgekomen is. Wanneer het bevel des
keizers tot mobiliseering des legers in 1866 en 1870
niet gevolgd was, wat zou er dan gebeurd zijn
De dynastieën zijn door ons zwaarder benadeeld,
dan men het ooit een parlementaire fractie doen kon.
Met de tegenwoordige bondgenooten, b. v. met j
Saksen en Beieren werden in den vorm van kanon- 1
schoten du zwaarst mogelijke beleedigiugen van
weerskanten toegevoegdtoch zijn zij, toen het de
nationale zaak gold, wet ons gegaan, ze hebben met
ons gevochtende bondgenooten zijn beter dan de
fracties. Bij de vorsten staat het nationale belang
op den voorgrondzoolang wij op de vaderlands
liefde der dynastieën mogen vertrouwen, behoeven
wij voor de houding der fracties niet bang te zijn.
Ik wenschte wel, dat de nationale idéé, evenals bij
de dynastieën, zoo ook in de landdagen sterk tot
uitdrukking kwam."
Met een driemaal herhaald »leve de Keizer" en
met een verontschuldiging, omdat hij niet in staat
was 400 personen in zijn huis te ontvangen, ein
digde de oud-rijkskanselier zijn herhaaldelijk toege
juichte rede.
Gisteren te 8.20 is de Keizer met den Kroonprins
naar Friedricbsruh afgereisd. Te Aumtihie steeg hij
te paard, waarna hij aan het hoofd der troepen naar
het park is gereden, waar de soldaten voor oen
parade werden opgesteld. Daarop is Bismarck in
kurassiers-uniform in een open rijtuig aangekomen;
de troepen presenteerden het geweer terwijl de mu
ziek speelde. De Keizer wenschte Bismarck geluk
namens het leger en reikte hsm oen eerosabel over.
Toen reed hij met den vorst langs het front der
troepen. De kurassiers defileerden nogmaals voor het
slot van Bismarck. Toen volgde een ontbijt; bij den
toost op Bismarck werden saluutschoten afgevuurd.
Bij de aanbieding van het lange kurassierszwaard
zeide de Keizer ten aanhoore van de aanwezige
kurassiers, van wie Bismarck het hoofd is, dat hij,
Keizer, hiermede aan Bismarck het beste geschenk
aanbood, dat hij had kunnen bedenken, daar het
zwaard, hot Germaansche wapen, een symbool kan
geacht worden vaa het doen dergenen, die niet ver
sagen. Op het wapen had de Keizer de wapens van
Elzas en Lotharingen doen graveeren, daarin mocht
Bismarck een blijk van dankbaarheid zien voor zijne
daden, die geboekt zijn in het Boek der geschiede
nis, zgne daden, die voor vijf-en-twintig jaren hun
bekroning hebben gevonden. >Wij echter, de kame
raden, wij roepen: Seine Durchlaucht Fiirst Bis
marck Herzog von Lauonburg. Hurrah
Aan het middagmaal bood de Keizer aan Bis
marck nog een tweede geschenk aan, namelijk den
zegeldrukker, dien Wilhelm I op zijn schrijftafel
had staan.
Gemengde Berichten.
Borsele. De gunstige invloed der opheffing van
het verbod tot invoer van rundvee en schapen in
België openbaarde zich Dinsdag reeds op treffende
wijze. Dien dag toch werden van den steiger alhier
48 stuks rundvee en 88 schapen met de Prov.
stoombooten vervoerd. De verwachting dat de aan
wezigheid van den steiger het stoombootverkeer
aanmerkelijk zou doen toenemen wordt tot dusver
niet beschaamd. Nevens de aanwinst van vee- en
goederentransport klimt ook het psrsonenvervoer
met sprekende cijfers. In den tijd van tien dagen
passeerden niet minder dan 160 reizigers
Nabij de kust van Texel is Zondagavond door
de blazerschuit van Jacob Knjjpar Janszoon een
stoute redding volbracht.
Terwijl een hevige storm uit het Zuid-Westen
woedde en de zee geweldig de havenhoofden beukte
en in wolken schuim uiteenspatte, kwam een vreemd
vaartuig in 'c gezicht, dat tegen de elementen wor
stelde en een noodvlag in top had. In een oogwenk
was het scheepje voorbijgestormd, ten prooi aan
het droigendst gevaar.
Ofschoon 't volstrekt geen vaarbaar weer was,
maakte Jaap Kuiper toch zeil, nadat kg kloeke
maats had gevonden, om hem bij bet waagstuk be
hulpzaam te zgn. Veilig kwam hij buiten de haven,
doch daar werd het vaartuigje keer op keer door
schuimende golven overstelpt. Toch werd de tocht
moedig \ervolgd, en een half uur later was van
geon der beide scheepjes iets meer te zien.
De betrekkingen der kloeke redders gingen in
doodsangst den nacht tegemoet. De avond vlood
voorbij, en de blazerschuit keerde niet terug. Ein
delijk, 's nachts te twaalf uur, de storm was
toen gelukkig reeds veel bedaard keerde het
huikje in de haven weer.
Nog juist in tijds had zij de zwaar gehavende
visscberspink, die om hulp seirde, bereikt en zes
personen, de opvarenden van de pink, had zg gered.
Het bomschip was door den storm zóó zwaar ge
havend, dat de bemanning niot eens esn anker durfde
uitwerpen, uit vrees, dat het geheelo vaartuig uit
een zou worden gerukt.
Alle zeilen waren weggewaaid en de pink was
zwaar lek en ten deele vol water. Toen de blazer
schuit nabij de bom kwam, was er nog zooveel wind,
dat zes personen noodig waren om het zeil te strijken.
Onlangs is melding gemaakt van een bedelaar
in Twente, die zijne reizen met een abonnements
kaart maakte. Een ander geval, nog merkwaardiger,
wordt ons thans medegedeeld. Op den rijksweg van
Güiinebeiu zag men een man en vrouw op een tan
dem zitten, om aldus zich van de eene naar de
andere gemeente te verplaatsen en er hun bedelaars-
beroep uit te oefenen.
Wij hebben indertijd meegedeeld, dat een zekere
Bruggeman door een Duitsche grensbeambte in de
nabijheid van Losaer in koelen bloede zou zijn dood
geschoten. Aan de Zwolsche Crt. wordt thans daar
omtrent uit Losser gemeld, dat Miiller niet eerder
tot de verschrikkelijke daad zoa zgn overgegaan,
dan nadat hij door genoemden Bruggeman tegen
den grond was geworpen en mishandeld.
Het bericht, als zoude Miiller door de justitie
gearresteerd zijn, moet onjuist wezen, aangezien hij
ernstig ongesteld is en de geneesheeren het niet
raadzaam achten hem te vervoeren.
Te Veere geraakten Zondag van de visschers-
vloot, die in de haven lag, door het breken van een
der touwen eenige schepen in beweging. Drie daar
van liepen, trots alle pogingen om ze te houden,
naar buiten. Snel dreven zij noordwaarts, tot ze tegen
den wal vaa Noord-Beveland strandden. De schade,
welke de arme visschers lijden, is alleen door verlies
van netten en tuigage reeds vrij aanzienlijk.
De vaartuigen zijn den volgenden dag weder te
Veere binnengebracht. Slechts éen is zoo beschadigd,
dat het eerst hersteld moet wordende andere zgn
reeds weder uitgevaren.
Te Haaien zijn in een weide drie zakken met
geld gevonden en bij onderzoek is gebleken, dat die
af komstig zgn van een diefstal te Neer, het vorige
jaar gepleegd, ten nadeele van den heer de L. In
Januari van dit jaar vond men in een schuur te
Haelen eenige voorwerpen, 0. a. een horloge, even
eens van dien diefstal af komstig. D© brigade mare-
chaussé© uit Heijthuizen heeft een nader onderzoek
ingesteld.
Men meldt uit Amsterdam aan de JV. R. Ct.:
Het is onder de meubelmakersgezellen tot een
werkstaking gekomen. Zij vragen afschaffing van
stukwerk, 4 cent per uur méér, een maximum-arbeids
tijd van 10 uur per dag, betaling van overwerk met
50 pet. verhooging en voor ten hoogste 2 uur per
dag, ea afschaffing van nacht- en Zondagsarbeid.
De patroons hebben gezegd in die eischen niet te
kunnen treden uithoofde van de zware concurrentie,
welke de meubelfabrikanten in de provinciesteden
hun aandoen. Daarom bieden zij eene verhooging
van 2 cent per uur aan, onder voorwaarde echter,
dat, zoo niet op 1 Juni a. s. over het gansche land
die verhooging zal zgn toegestaan, ook te Amsterdam
weder de oude loonstandaard zal intreden.
Ter bespreking van dit aanbod hunner patroons
kwamen de meubelmakersgezellen Zondag in »D'Geel-
vink" bijeen. Zij verwierpen dit aanbod, uitgaande
van da meening dat, zoo Amsterdam slechts vóórgaat,
de overige steden van zelf zullen volgen. Zij gelooven,
dat het publiek zonder morren iets meer voor het
fabrikaat zal betalen en honden vooral vast aan hun
eisch van afschaffing van stukwerk.
Ten laatste werd bij hoofdelijke stemming besloten
des Maandags het werk neder te leggen, zoo de
patroons weigerachtig blijven.
De werkstakende meubelmakers brachten den dag
van Zondag met vergaderen en wandelen door. Aan
die wandeling, welke aan orde niets te wenschen
liet, namen ongeveer 400 man deel. De omvang der
staking is wellicht het best af te meten naar ge
gevens als dit, dat van de 80 werklieden in dienst
der firma Janssen Zoon, slechts 2 waren aan de
arbeid gebleven.
De gezellen zullen trachten eene conferentie met
de patrooES te beleggen.
In deze gisteren gehouden bijeenkomst waren ech
ter geen patroons tegenwoordig. Medegedeeld werd
dat aan de fabriek van Panjer en van Schaick te
Zaandam mede het werk gestaakt is. Bij enkele
firma's te Amsterdam hebben de stoffeerders ook
den arbeid gestaakt.
Zondagavond ongeveer half acht, ontstond te
Raalte brand in het kantoor vaa den ontvanger der
rijks-belastingen aan den Zwolschen straatweg, ter
wijl alle bewoners afwezig waren. Het geheele kan
toor is uitgebrand, zoodat van de aanwezige regis
ters, boeken en schrifturen geen stukje overgebleven
is. De oorzaak is onbekend, doch men vermoedt,
dat het vuur is aangekomen door een misschien
achteloos weggeworpen lucifer.
Van een gezin, dat op den Amsterdamsehen
I straatweg te Utrecht door gas vergiftigd is en in het
Ziekenhuis verpleegd wordt, is de vrouw overleden.
De Russische Keizerin-weduwe is te Kopen
hagen aangekomen. Men brengt het bezoek der
keizerin in verband mot den ongunstigen toestand
van koningin Louise van Denemarken. De koningin
gevoelt zich zeer zwak en wenscht daarom al haar
kinderen bij zich te hebben.
Koningin Louise is nu 78 jaren oud. Schertsend
wordt de koningin wel eens »de schoonmoeder van
Europa" genoemd, daar twee harer dochters in het
huwelyk traden met den prins van Wales en Czaar
Alexander III. De jongste dochter van het Deensche
koningspaar prinses Thyra is de echtgenoote van
den hertog van Cumberland, den zoon van den
gewezen koning van Hanover. De oudste zoon is
de kroonprins, Frederik, die met prinses Louise
van Zweden is gehuwd en de tweede zoon is koning
George van Griekenland.
De jongste zoon, prins Waldemar, woont nog te
Kopenhagen. Deze prins, die in 1885 in het huwe
lgk trad met prinses Marie, dö dochter van den
hertog van Chartves, was indertijd candidaat voor
de Bulgaarsche vorstenkroon en wordt nu genoemd
als de aanstaande koning van Noorwegen, indian
althans de strijd over de consulaats-quaestie niet
wordt bijgelegd en tot eene scheiding van Zweden
en Noorwegen mocht leiden.
Volgens bericht uit Simonoseki heeft een 21-
jarig overpi-ikkeld Japanner, Kojama, op Lihoengt-
sjang den Chineesehen vredesgezant, geschoten, voor
wendende dat hij Japan van zijn ergsten vijand
wilde veidossen. Lihoengtsjang ontving eene niet
gevaarlijke gelaatwonde. Kojama werd gegrepen.
De Japansche staatslieden, ook graaf Ito en zelfs
de Mikado en het parlement betuigden Lihoengt-
sjang innig leedwezen en sympathie.
De kogel is nog niet uit de wond van Lihoengt-
jang gehaald kunnen wordenmaar de toestand
van den gewonde is gunstig hij heeft volstrekt
geen koorts.
Volgens berichten uit Tokio behelst het officieele
blad eene Boodschap aan het volk, door den keizer
en alle ministers onderteekend, waarin de moord
aanslag op Lihoengsjang gebrandmerkt wordt en
diens verdere bescherming toegezegd evenals de be
straffing des daders. Inmiddels wordt uit Simonoseki
geseind dat Lihoengtsjan's wonde aan de linkerwang
ernstiger is dan men aanvankelijk aannam, omdat
het kaakbeen geraakt is. De kogel is nog niet ver
wijderd. De Mikado heeft een paar voorname chirur
gen gezonden. Lihoengtsjang, die koortsvrij is, ont
ving talrijke depeches uit Japan. De gebeurtenis
heeft onder het volk eene merkwaardige reactie
ten gunste van China teweeggebracht.