1895 N°. 38.
Donderdag 28 Maart.
82ste jaargang.
GOESCHE
COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Insendlxigf van
advertentlên vóo* 9 uren op den
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjg
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel,
dag der uitgave.
Het Unie-voorstel.
De (antirevolutionaire) Vaderlander bespreekt in
een tweetal artikelen het bekende »»Unie"-voorstel
tot wijziging van onze onderwijswetgeving"". In
het eerste artikel maakt het blad een drietal op
merkingen, nl.le. dat het voorstel allerminst ge
tuigt van de pacificatie", waardoor de wetswijziging
van 1889 bij de liberalen is aannemelijk gemaakt;
2e. dat de voorstellen allerminst de toepassing zijn
van het staatsbegrip van Calvijn op onze tegenwoor
dige toestanden, omdat geëischt wordt, dat de Staat
ook scholen zal ondersteunen waar aan de leerlingen
het atheïsme zal worden ingeprent39. dat er in
den tegenwoordigen tjjd, waarin toch reeds zooveel
verdeeldheid heerscht, de voorstellen allerminst ge-
wenscht zijn, tenzij men ze wil gebruiken om de
Katholieken aan zich te binden.
De voorstellen zijn atomistisch", d. w. z., dat
ze de strekking hebben of althans ten gevolge zullen
hebben, dat de eenheid van ons volk te loor gaat
en de Staat nagenoeg geheel wordt verlaagd tot de
waardigheid van »kassier". De volksschool gaat heen
en in hare plaats treden richting-scholen.
Elke schakeering in ons volk op godsdienstig en
kerkelijk gebied, op ongodsdienstig en anti-kerkelijk
terrein zal haar scholen moeten verkrijgen, en ge
lijkelijk aanspraak hebben op geldelijken steun van
den Staat.
Op die wijze meent men de gedachte te moeten
belichamen, dat het kind is van de ouders. De Staat
mag zich geen partij stellen. Alleen voor die ouders,
die zich bij geen richting aansluiten, en die de zorg
voor het onderwijs van hun kroost, daarom aan de
Overheid overlaten, zal de Staat te zorgen hebben,
dat er scholen verrijzen voor al de andere kinderen
doet de Staat niets dan subsidie uitkeeren.
Slechts de kleurloozen, de bloedeloozen onder de
ouders zullen er bun kinderen heenzenden, terwijl
de vaders en moeders van beginselen, die een be
paalde richting" volgen, zich van dat bleeke voor
werp zullen afkeeren, en vol geestdrift gebruik
zullen maken van hun school 1
Dat is de theorieWat is daar nu tegen
Tegen de redeneering, dat de kinderen van de
ouders zijn en de school voor de kinderen der ouders,
en dat derhalve de school zoo moet ingericht zijn,
dat de ouders er hunne kinderen met een goed
geweten kunnen heenzenden, opport het blad het
bezwaar, dat zij te algemeen is.
De kinderen zijn van de ouders. Dit is zeker
waar, maar zij zijn niet van de ouders alleen. Zij
zijn ook, om iets te noemen, /awcfokinderen, als zoo
danig zijn zij verplicht soldaat te worden, wanneer
zij in de termen vallen om te >dienen".
De ouders moeten hun kinderen opvoeden, maar
zij mogen bij dien gewichtigen arbeid niet vergeten,
dat hun kinderen burgers worden van onzen Staat,
en als zoodanig niet alleen rechten genieten, maar
ook plichten te vervullen hebben. Een groep ouders,
die een gemeenschappelijke overtuiging zijn toege
daan op kerkeljjk of godsdienstig gebied, vormen
geen Staat in den Staat, met eigen wetten en
richten neen, er is een gemeenschap, er is een
band, die allen moet omvatten, er is een vaderland,
dat zjjn eischen gelden doet tegenover allenhoe
ook onderling vordeeld en gescheiden.
De kinderen zijn van de oudersongetwijfeld,
maar zij zijn ook kinderen van ons volk, ook zonen
en dochteren van ons vaderland, en daarom heeft
de Staat, die onze georganiseerde maatschappij is,
die ons bijeen houdt, ook rechten op het kind, dat
op zijn grondgebied werd geboren, en dat deelt in
zijn bescherming.
Indien dus de Staat ook aanspraken kan doen
gelden op de kinderen, dan volgt daaruit, dat de
Staat een stem heeft in het kapittel, waar het geldt
de opvoeding der jeugd.
Wij beweren niet, dat men zijn kroost moet op
voeden voor den Staat, maar wel, dat bij de opvoe
ding deze alles omvattende gemeenschap niet over
't hoofd mag worden gezien.
Waartoe nu zal, volgens het »Unie-voorstel", de
zorg van den Staat zich op schoolgebied te bepalen
hebben Tot verstrekken van geldelijken steun, en
tot het voorschrijven van voorwaarden, die betrek
king hebben op het uitwendige, het technische van
het onderwijs. Ook moet onzedelijkheid op de school
strafbaar big ven, en kan het toezicht te deeen aan
zien en ten aanzien van het inprenten van oproerige
denkbeelden verscherpt worden.
Overigens, zegt de Staat, bemoei ik mij met het
onderwijs niet. Het is den ouders aanbevolen, daar
voor te zorgen."
Nu vraagt de Vaderlander of de Staat zich die
beperkte taak mag laten aanleunen Hjj zal de op
gaven verkrjjgen van het aantal onderwijzers en leer
lingen, en daarnaar een zekere som hebben uit te
betalen, dat is alles I Wanneer men echter verlangt,
dat de Staat subsidieert, dan is dit een aanspraak
te meer om zich met het onderwijs te mogen inlaten.
Gesteld, dat een zeker aantal ouders eene leer is
toegedaan, dat men, zij bet dan ook langs ordelijken
geleidelijken weg, wil komen tot eene communistische
republiek, en dat èn dynastie, èn Grondwet en alles
wat niet strookt met de communistische idealen,
moet wijken. Aan zulk een »richtirg", aan zulk
een school zal de Staat subsidie moeten verleenen.
Maar dan wordt hij een »karakterloos ding", dat
doet denken aan de werktuigen, welke zijn geplaatst
op de perrons van onze spoorwegstations, waarin
men een muntstukje werpt, en er valt een versna
pering uit. Dat werktuig vraagt niet, aan wie zijn
inhoud te deel valt, indien slechts het vereischte
geldstukje valt door de gleuve, deelt het zijn wel
daad meë. Zoo zal, volgens het Unie-voorstel, de
Staat niet vragen mogen: wie zijn het, welkes
geesteskinderen zijn het, die mijn steun inroepen 1
Neen, het zijn ouders, en dat moet genoeg wezen,
om de beurs te openen.
Zoolang de Staat eenig gevoel heeft van eer en
eigenwaarde, leent hij zich daartoe niet.
Het eenige doel van het >Unie-roor8tel" is: de
ondergang van de Staatsschool. Maar aan dien storm
loop tegen de Staatsschool wenscht de partij van
de Vaderlander niet mede te doen. Het blad dweept
niet met en aanvaardt mitsdien ook nietde neu
trale" school. In een christenland moet de volks
school eene christelijke school zjjn en als zij dat niet is
dan moet zij dat worden. »Wjj mogen den Staat niet
toeroepen: gij zjjt zonder God, en zonder Christus.
Waar de ouders geen scholen oprichten, daar doe
het de Staat, maar geen christen zeggeuw school,
o Staat, moet onchristelijk zijn
Dat is de groote klove, die ohs van het Unie-
voorstel scheidt. Kerk en Staat mogen niet een tegen
stelling vormen in dien zin, dat de eene voor en de
ander tegen het geloof opkomt. En belijders van
Christus mogen in geen geval den Staat ontkerstenen."
GOES, 27 Maart 1895.
De algemeens vergadering van de
werkende en kunstlievende leden der Harmonie
Euphonia," gisterenavond gehouden op de
bovenzaal van het café Hartman" alhier, werd bij
gewoond door 24 leden, waaronder 4 van het bestuur,
en den directeur en gepresideerd door dhr. I. G. J.
Kakebeeke. Aan de orde was in de eerste plaats de
rekening over het jaar 1894, die goedgekeurd werd
in ontvang op f 689,55 en in uitgaaf op f 722,58. Zjj
sloot dus met een kwaad slot van f 33,03, doch
onder de uitgaven was begrepen een som van f 111,91s,
als kwaad slot van het verige dienstjaar. Met het
oog op dit gering nadeelig saldo, bracht de heer
W. Temperman hulde aan het bestuur voor het uit
stekend en zuinig beheer. Daarna werd de begroo
ting voor 1895 vastgesteld in ontvang en uitgaaf
op een som van f 565 met eeD post voor onvoor
ziene uitgaven van f 46,97. Vervolgens werd voor
lezing gedaan van een schrijven van den heer Z. D.
van der Bilt la Motthe, waarin hij den werkenden
en kunstlievenden leden zijn dank betuigt voor het
in hem gestelde vertrouwen, doch tevens mededeelt,
dat hij meent te moeten blijven bij zjjn genomen
besluit om niet langer in het bestuur zitting te
nemen. Dit schrijven was het gevolg van het besluit,
op de laatste algemeen® vergadering genomen, den
heer la Motthe te verzoeken op het nemen van
zjjn ontslag als lid van het bestuur te willen terug
komen.
De heeren I. G. J. Kakebeeke en P. A. Hufkens,
die als bestuursleden aan de beurt van aftreden
waren, werden respectievelijk met 20 en 19 van de
23 stemmen herkozen, terwijl in de vacature, ont
staan door het bodanken van den heer La Motthe,
werd voorzien door de benoeming van mr. P. L.
Van Eeten, die bjj tweede stemming 15 van de 24
stemmen verkreeg. Van deze benoeming zal den be
noemde worden kennis gegeven.
Vervolgens werd op voorstel van het bestuur met
algemeene stemmen besloten te trachten de Konink
lijke goedkeuring op de statuten te verkrijgen. Met
het oog op de bezittingen aan instrumenten en
andere benoodigdheden, die de vereeniging langza
merhand verkrijgt, werd het bezit van rechtsper-
soonljjkheid wenscheljjk geacht.
Nog werd, op voorstel van den heer W. Temper-
man, ten zeerste ondersteund door het bestuur, met
algemeene stemmen besloten aan den heer Z. D.
van der Bilt la Motthe het eerelidmaatschap der
vereeniging aan te bieden, als bljjk van erkenteljjk-
heid voor het vele goede door hem, zoowel bjj de
oprichting als daarna, aan de vereeniging bewezen.
Nadat de heer A. Van Schelven aan het bestuur,
de werkende leden en den directeur zjjn dank had
betuigd voor het richtig beheer en den steeds be
toonden jjver, werd de vergadering na rondvraag
gesloten.
De voorstelling door den Rotterdamschen Tivoli-
Schouwburg, directie dhrn. De Vos en Van Korlaar,
is thans definitief bepaald op Donderdag 4 April
a. s. en alsdan zal worden opgevoerd het tooneel-
spel »Die goede Buitenluivan Sardou.
Do heer F. P. Erkelens te Heinkenszand
heeft ontslag gevraagd uit zjjne betrekking als ge
neesheer dier gemeente en van Borsele.
Met ingang van den len Mei a. s. zjjn ver
plaatst de komiezen bjj 's rijks belastingender le
klasse J. P. van Oost van Veere naar Ellewouts-
dijk en J. P. v a n B o r t o 1 van Ellewoutsdjjk naar
Veere.
De heer L. C. baron v. d. F e 11 z, vroeger
directeur der posterijen alhier, en thans inspecteur
in Gelderland en Limburg zal a. s. Vrijdag 29 Maart
zijn 40-jarig jubilé als postambtenaar herdenken.
Hij werd nl. 29 Maart 1855 benoemd tot surnumerair.
Zondag 11. hoeft men te S t r ij e n in weerwil
van den storm onophoudelijk gewerkt, doch met het
ongunstig gevolg, dat er twee jjzeren aken met grond
of steen geladen juist in het vaarwater zjjn gezonken,
terwijl twee andere aan de kust zijn gestrand en de
sleepboot tegen den dijk is geslagen; de boot heeft
daarbij zooveel geleden dat zij onbruikbaar is ge
worden en bij elk tij vol water loopt.
Het dichten van de doorbraak te Strjjen gaat tot
nu toe niet zeer voorspoedig. Het plan om in de
twee laatste weken gedurende de doode tijden de
geheele afsluiting tot stand te brengen is niet ver
wezenlijkt kunnen wordendaar men nu weder in
het t.jjdvak van den gierstroom gekomen is, kan er
in de eerste veertien dagen ook niet aan de vol
komen afdamming worden begonnen. De groote
moeieljjkheid, die men te overwinnen heeft is deze,
dat de grond, die aan beide zijden van den deels
voltooiden dam gezonken wordt, door den krachtigen
stroom van eb en vloed weder grootendeels wordt
weggevoerd. Do oesterput, die juist voor de dijkbreuk
ligt en oorspronkelijk lager dan de zeebodem was,
is thans met zand gevuld en in den overstroomden
polder hebben zich evenzeer groote hoogten gevormd;
deze massa's zijn vlet- en baggergrond, die in de
dijkbreuk gezonken zijn geweest.
Door Ged. Staten van Zeeland zijn nieuwe
bepalingen vastgesteld voor de aanbesteding, de
uitvoering en het onderhoud der werken van de zee
wering en oeververdediging der calamitous©
polders of waterschappen in Zeeland.
Daarin zijn thans opgenomen bepalingen betreffende
de verzekering van werklieden enz. tegen ongeluk
ken en al hetgeen sedert de vaststelling der ver
vallen A. B. in 1874 ter zake noodig werd geoor
deeld, zoodat in het onderwerp der verzekering
definitief is voorzien en de bestekken der waterkee-
ringen voortaan eene belangrijke vereenvoudiging
ondergaan. Overigens zijn de meeste voorschriften
van 1874 onveranderd opgenomen.
Het weekblad Schuttevaerhoofdorgaan van de
schippersvereniging van dien naam, wijst er op,
dat het ongeval nabjj Lobith dat den onder
gang van zooveel menschenlevens en schade aan
have en goed teweegbracht, veroorzaakt is door
dezelfde ladingen dynamiet, waarop hot dsn 2 Maart
jl. de aandacht van onze Rjjnvaart-inspectie vestigde.
Het blad schrijft:
Onzes inziens doet het er niets aan toe, of dit
schrikbarend voorval een paar honderd meter aan
gene zijde van onze landgrens is gebeurd. Wjj
weten niet, hoewel Schuttevaer" bij het departe
ment van waterstaat, mitsdien ook bjj de inspectie
voor de Rijnvaart, geen onbekende is, of aan onze
waarschuwing aandacht is geschonken. Wij weten
niet, of autoriteiten zich tevreden stelden met het
bewustzjjn, geheel haar plicht vervuld te hebben
met het dynamiet naast onze deur te doen plaatsen
of de mogelijkheid is in aanmerking genomen, dat
de schippers Hollanders, de schepen het eigendom
kunnen zjjn van Hollanders, en varen onder Neder-
landsche vlag. Doch wjj vragen ons at: waarom,
hetgeen zoo vaak in ernstige overweging is gegeven,
den doorvoer van dynamiet over Nederlandsch grond
gebied niet geheel te verbieden Want die door
voer heeft niet ditmaal den eersten keer plaats
moeten hebben, docb heeft reeds lang plaatsgehad.
Waarom moeten wij onze veiligheid, have en goed
ten believe van onze Zuidelijke on Óosteljjke buren
in bestendig gevaar zien gebracht, waar die trans
porten met vermijding van ons grondgebied zeer
goed over zee plaats kunnen hebben
Dynamiet is zelfs onder inachtneming der meest
mogelijke voorzorgmaatregelon voor de Rjjnvaart
geen toe te laten artikel. Toevalligheden niet uit
gesloten, mist, storm, hoog of laag water, aanvaring,
zinken, breken dor sleeptros, zelfs do verplichte
overlading maken het voor vervoer langs onze
binnenwateren ongeschikt. Kortom, het moest tot
den doorvoer geheel niet worden toegelaten."
Bij de schade, die door de dynamietontploffing te
Lobith is teweeggebracht, doet zich de vraag voor,
wie verplicht zal zijn de door de verschillende be
woners geleden scbade te vergoeden. De brandver
zekering- of de dynamiet- maatschappij. De te Lobith
en bij den Rijn wonende Hollanders zullen, naar men
verneemt, de tusfehenkomst der Hollandsche regee
ring inroepen, om de geleden scbade te herstellen.
De teruggang of zeer weinige vooruitgang in
het telegraphisch verkeer in Neder
land gedurende het laatste tienjarig tijdvak, heeft
den hoofd-inspecteur van den rijks-telegraaf aanlei-
ding gegeven een schrijven te richten aan de direc
teuren van de voornaamste rijks-telegraaf kantoren,
als meer van nabjj bekend met den gang van zaken
in hunne standplaats, met verzoek hem mede te
deelen, zoo noodig na onderzoek, of, wat hunne
omgeving betreft,, op bijzondere redenen kan wor
den gewezen, welke het genoemd ongunstig ver
schijnsel veroorzaakten of verklaren en, zoo mogeljjk,
middelen aan de hand te doen, om deze uit den
weg te mimen.
De St.-Ct. bevat bet verslag betreffende mal-
leïne-injecties te Wamel bij zes-en-tachtig paarden
van het remonte-depót, in het najaar van 1894,
uitgebracht aan den min. van oorlog.
Uit de mededeelingen in dit rapport volgt o. a.,
dat malleïne-injecties tot onderkenning van occulten
kwaden droes, ook in de gevallen, waar alle
klinische verschijnselen ontbreken, niet alleen zeer
aan te bevelen zijn, maar zelfs als het beste en
zekerste middel moeten worden beschouwd, om daar,
waar eene infectie van kwaden droes wordt gevreesd
of vermoed, deze zeker vast te stellen. Bij gezonde
paarden aangewend, veroorzaken zij geene of slechts
eene onbeduidende reactie, terwjjl zij volstrekt geen
nadeel veroorzaken.
Naar aanleiding van de voorgenomen reis
onzer Koninginnen naar Londen schrijft de Haag-
scbe kroniek der N. Gr. Ct.: Men moet aannemen,
dat het verlangen om deze wereldstad in oogen-
schouw te nemen de aanleiding is tot dit plan voor
een tiendaagsch verblijf. Want van een officiéél be
zoek aan het Engelsche hof zal wel geen sprake
zijn, nu Koningin Victoria in het zoele zuiden ver
toeft. Maar het is mogelijk, dat Koningin Victoria
de ontvangst onzer vorstinnen opdraagt aan den
prins van Wales, die thans ook in haar naam die
levées houdt. Ben ik wel ingelicht, dan zou het in
het voornemen der regentes liggen van tjjd tot tjjd,
zoo de omstandigheden het veroorloven, bezoe
ken aan de hoven der bevriende mo
gendheden te brengen. Dat voornemen en de
ontmoeting met den Duitschen keizer, die, ondanks
alle redenen van twijfel, hoogstvermoedeljjk toch
doorgaat, houden ongetwijfeld verband met den
leeftijd onzer Koningin, die aanstonds een jonkvrouw
en regeerend vorstin wezen zal. Al dat reizen en
trekken, het sedert 2 jaren niet plaats gehad heb
bende bezoek aan Amsterdam, dat thans op den
dag na Paschen is bepaald, bewjjst, dat de gezond
heidstoestand der jeugdige Koningin voortreffeljjk
is, waarvan men zich trouwens overtuigen kan,
wanneer men haar als amazone op straat ziet ver-
schjjnen.
Hoe noodig het is dat verwaarloosde
kinderen door een wet beschermd wor
den tegen misdadige behandeling hunner ouders,
wordt weder aangetoond door hetgeen in de Bode
der Heldringgestichten vermeld wordt
In den Haag is waargenomen, dat een kind ge
ëxploiteerd werd, door haar een halven notedop op
den naakten rug vast te binden, in welken dop zich
een levende spin bevond, die het kind onophoudelijk
steken toebracht, en door welke marteling het
kind voortdurend weende, waardoor de bedelende
moeder haar doel bereikt zag.
Niet lang geleden bevond ik mij des avonds 10
uur op het Plein in den Haag en hoorde ik het
volgende gesprek tusschen drie in de nabjjheid staande
kleine kinderen
Hoeveel heb jij al?"
Zestien centen."
•Ik heb er acht."
Dus nog zes centen, dan kunnen wjj naar buis
gaan."
Zjjn zulke toestanden niet hartverscheurend
vraagt de schrijver, die daarna voortgaat:
•En wat gebeurt op Zetten, waar een christeljjk
gesticht is >Talitha Kuini", voor meisjss beneden
16 jaar, die men voor verkeerde invloeden wil
bewaren?
Een meisje, dochter van oen bakenden dronkaard»