[895 N°. 29.
Donderdag 7 Maart.
82"" jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke noinmers 5 cent; met bgblad 10 cent.
Behalve aan cns Bureau worden Abonnementen en Advertentiön voor dit blad
aangenomen bg de heeren Nijgh Van Ditmab te Rotterdam en verder
bjj alle Boekverkoopera os Brievengaarders*
Dprijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ete
Bfj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts t w e m a a 1 berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuiginge n worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen ore en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
9vi4C4»n£fn$r van atlvertentiPn vó«r 9 wïen op den de? aftR»*/p.
Brieven uit de Ganzestad.
Lvn.
♦Mevrouw kan ik nou eens eveu naar den nieuwen
bakker?"
Jawel, Betjemaar kom je gauw terug
Zeker, mevrouw
♦Oud© menschen zijn toch net kinderen" vervolgde
mijne vrouw tot mij, toen Betje verdwenen was.
Daar is ze nu al een heelen morgen erover bezig
ora eens een brood te koopen bij den nieuwen
bakker."
♦Ik wist niet, dat er wsér eone bakkerjj bijge
komen was" antwoordde ik, mot het oog op mijn
eigen leeftijd weinig gesticht over de vergelijking
tusschen oude menschon en kinderen. ♦Die voorziet
zeker in eene lang gevoelde" behoefte. Geen wonder,
dat B*tj« er vlug bij is om daar een broodje te
koopen en niet te wachten tot ze hot thuisbrengen."
♦Ja maar," verklaarde mijne wederhelft, ♦daar is
een reden voor. Den eersten dag krijgt iedere kooper
van een ♦gewoon" brood een krentebrood toe. Zie
je, dat is de aardigheid."
Nu, aardig vind ik het wel van dien bakker,
maar verstandig nu juist niet. Me dunkt, dat op
een gewoon tarwebrood toch geen krentebrood kan
overschieten, en dat dus de bakker vandaag geld
op de affaire toelegt."
Als hij zoo royaal kan zijn zonder sehade te
lijden, dan behoeven ze ten minste den broodprijs
nog niet op te slaan, zelfs al werd het graan wat
duurder tengevolge van ♦beschermende rechten",
merkte mijne vrouw op.
Door op te staan en mijne pijp te stoppan, ver
klaarde ik mijnerzijds de koffietafel voor geëindigd.
Als mijne tweede-ik over graanrechten begint, krijg
ik altijd koude rillingen. Ze ijvert namelijk in den
iaatsten tijd erg voor de >rechten der vrouw",
spreekt derhalve ook mede over allerlei onderwerpen,
waarover ze vroeger nooit en nu vermoedelijk nog
heel weinig gedacht heeft, en betreedt zoodoende
met haar oordeel afentoe het gebied der sociale
oeconomie (zoo noemt ze die wetenschap).
Of nu het vraagstuk der graanrechten ook daar
toe behoort woet ik niet, maar ik vermoed het,
omdat mijne vrouw het daar tegenwoordig erg druk
over heeft. Ik acht het verstandiger de studie van
die wetenschap aan jongere en kundiger elementen
der maatschappij over te laten, vooral nadat mij
gebleken is, dat de knapste mannen van de theorie,
zoowel als van de prakt jjk, lijnrecht in meening er
over verschillen.
De een beweert., dat als de prijs van het graan
kooger wordt, ook het meel en dus het brood duur
der zal worden, wat zeer te betreuren zou zijn voor
de arbeidende klasse, die naar venant" hot meeste
brood gebruikt. Als dat waar is, zou ik het ook
betreuren als men kunstmatig den graanprijs naar
boven ging jagen.
Een ander zegt juist het tegenovergestelde en
verklaart, dat men den landbouw te hulp moet
komen om hem voor algeheelen ondergang te be
hoeden, en dat dit kan geschieden door een matig
invoerrecht, zoodat de graanprijs wat zou stijgen,
zonder nog den prijs van het meel te verhoogen.
Als dat waar is, zou ik het uitnomend vinden om
een matig invoerrecht te heffen, want de boeren
hebben het tegenwoordig erg kwaad.
Een derde heeft den gulden middenweg gevonden
door te beweren, dat wel is waar h©t brood wat
duurder zal worden, maar dat de landbouwende
stand toch zal worden opgebeurd en dus de arbei
dende klasse er ook wèl bij zal varen, zoodat wij
den hoogeren broodprijs best kunnen betalen. Als
dat waar is, vind ik dat een alleraardigste oplossing.
Natuurljjk Ijjden dan nog talloos velen schade, die
noch landbouwer, noch veldarbeider, noch bakker
zijn, maar het denkbeeld om don boer wat meer
geld te laten verdienen, dat hij onmiddellijk aan
zijne arbeiders uitbetaalt, die het op hun beurt
naar den bakker brengen, vanwaar het via de meel
fabrikanten weder bij den boer terugkeert, vind ik
zulk een aardig reisje voor ons onvolprezen ruil
middel, dat geld hsef, dat ik er gaarne mijne volle
sympathie aan hecht. De wetenschap, die mijne
vrouw ♦sociale ceconomie" noemt, geeft, geloof ik,
aan dat geld verdienen om het onmiddellijk wêer uit-
tegeven den naam van ♦herleving van de algemoene
welvaart," en hoewel het mij niet volkomen helder
is hoe iemand er wèl bij vaart als hij wat hij verdient
onmiddellijk wóer uitgeeft, zoo leg ik mij bij die
uitspraak maar röer, in afwachting of we door de
gewenschte graanrechten zullen ♦bloeien" of ♦bloe
den."
Maar zoolang de graanrechten er nog niet zijn
en als ik het wel begrijp is er voorshands nog niet
heol veel kans, dat ze spoedig zallen komen zou
ik het wel gewenscht achten, dat er toch eenige
beterschap kwam in den toestand van onze land
bouwers.
Hoe dit moet geschieden, durf ik niet beslissen,
alweder omdat ik mij leek gevoel zoowel op het
gebied van den landbouw als op dat van de staat
huishoudkunde. Maar ik wil toch wijzen op een
eigenaardig verschijnsel, dat wellicht den weg zou
kunnen wijzen om tot het beoogde doel te geraken.
Talloos velen laten zich tegenwoordig in woord eu
geschrift aan den landbouw gelegen liggen profes
soren en die het gaarne zouden willen zijn, jour
nalisten on dia het willen schijnen, landbouwers en
oeconomon en nog zoovele anderen. Alleen do ver-
pachters van den grond bewaren over het algemeen
een diep stilzwijgen, alsof hun belang niet betrokken
was bij de oplossing van hst vraagstuk. Velen hunner
spieken wel ten gunste vau graanrechten en ze
welen wol waarom zo dat doen maar over ©ene
opbeuring van den landbouw zonder dat hulpmiddel
lateu ze zich weinig uit. Dit g^eft inderdaad te
danken en wekt onwillekeurig de vraagof hunner
zijds niet iets kan gedaan worden otn dien stand
er wat bovenop te helpen, ja, of zij niet in meerdere
of mindere mate den bloei van don landbouwstand
in de band hebben.
Er zij e toch zoovele grondeigenaren, die volkomen
vreemd zijn en blijven aan don toestand hunnor
pachterseigenaren, die vaak verre weg, tot over
de grenzen van ons land, wonen, en die of nooit
öt hoogst zelden met hunne pachters in aanraking
komen. Zij vertrouwen hunne belangen g©heri aan
anderen en deze kwijten zich ongetwijfeld naar hun
beste weten van hunne taak. Maar die taak is juist
in de eerste plaats zorg te dragen voor de belangen
van den eigenaar en onwillekeurig moet daardoor
het belang van den pachter op den achtergrond treden.
Wanneer de grondeigenaar zich meer persoonlijk inliot
met het intieme leven van zijne pachters dan zou hij
ongetwijfeld veel leed kunnen wegnemeu en veel
zorgen kannen verlichten. Publieke verpachtingen
brengen bovendien in niet geringe mate het hare
bij om de pachten naar boven te jagen, wanneer
meerdere gegadigden zich voer eenzelfde perceel op
doen, hetzij omdat twee hunner het elkaar niet
gunnen, hetzij omdat zij het werkelijk noodig hebben.
Niet zelden wordt in zulk geval meer paebt betaald
dan kan worden opgebracht. Nu is het waar, dat
in deze streken dergelijke publieke verpachtingen
niet zoo veelvuldig voorkomen, tenzij vanwege kerk*
of armbesturen, die natuurlijk in de eorst© plaats
het belang hunner fondsen in h©t oog moeten hou
den, al behoeven ze ook dat beginsel niet tot het
uiterste te drijven om daardoor soms uit hunne
gewone inkomsten nog tot aankoop van meerderen
grond to kunnen geraken. Maar al zijn de publieke
verpachtingen door particulieren hier betrekkelijk
zeldzaam, zeker is het toch, dat menig overigens
kundig landbouwer zich door to hooga pacht ge
dwongen ziet het bedrijf te laten varen, wat niet
noodig zou geweest zijn als de eigenaar-verpachter
zijne eischen nog wat lager had willen stellen. Hij
moge daardoor schijubaar financiëol nadeel lijden,
wanneer de pachter werkelijk zijn vak verstaat,
zal tenminste de grond niet door slechte behande
ling geschaad worden. Do belangen van pachter en
verpachter gaan hand aan handde personen blij
ven elkander echter ma3r al te dikwijls vreemd.
Ik zou loffelijke voorbeelden kunnen aanwijzen,
waarbij de grondeigenaar zijnon pachters in ongun
stige jaren een grootor of kleiner gedeelte van de
pacht kwijtscheldt en bij het einde dor pacht met
den pachter in overleg treedt omtrent wat deze, in
verband met den prijs der producten, in billijkheid
kan opbrengen, terwijl bij voor de bearbeiding en ver
zorging van den grond toch zooveel overhoudt, dat
hij een goed bestaan heeft en kan blijven wie hij is.
Handelden de grondeigenaars in het algemeen zoo,
men zou tot goene zoogenaamde beschermende rech
ten de toevlucht behoeven te netnen, die den een
beschermen ten koste van den ander. De juiste
waarde van den grond zou er door bepaald worden
en op hoogere opbrengst dan die waarde heeft de
eigenaar toch eigenlijk geen recht. Die waarde is:
de gekapitaliseerde opbrengst, na aftrek van lasten
en het behoorlijk levensonderhoud van hem, die de
opbrengst doet ontstaan. Bij hoogere eischen gaat
de boer te gronde, verarmt de grond en vermindert
deze in waarde. Zelfs dus in he: welbegrepen eigen
belang van den grondeigenaar is bet, dat hij mede
leeft met hen, die zijn grond bearbeiden en goeden
boeren het leven mogelijk maakt.
Aspirant
GOES, 6 Maart 1895.
Vrijdag den 15 dezer geeft de gymnastiek
vereniging ♦Volharding" in de schouw
burgzaal der sociëteit V. O. V. alhier hare tweede
openbare uitvoering in dit seizoen.
Hoewel we ons met voordacht onthouden
hebben vau de vermelding van adressen aan de
Tweede Kamer voor of tegen do motie Dobbolman
in zake de heffing van invoerrechten op van het
buitenland ingevoerde granen, maken we eene uit
zondering voor onderstaand adres van het hoofd
bestuur van den Nederlandschon brood-,
koek- en banket bakkersbon d, omdat dit
niet uitgaat van landbouwkringen maar van nering
doenden.
Adrossant is van oordeel, dat het gebruik van
buitenlandsche tarwe en rogge, hier te lande, ge
biedend noodzakelijk is1. omdat de qualiteifc der
Nederlaudsche tarwe niet geschikt is, om daarvan
zonder bijmenging van buitenlandsch graan, eerste
qusliteit meel te maken2. omdat de qnantiteit
van inlandsche tarwe en rogge niet voldoende is om
de broodbakkers, meelfabrikanten, branders, brou
wers, fouragehandelaren, enz. vau grondstoffan te
voorzien.
Dat de Landbouw niet gediend zoude worden
door een gering recht op granen, maar zulk e©ne
belasting zoude drukken op één onkelen stand, dien
der broodbakkers.
Dat immers bij een gering recht de meelprijzen
dermate zullen stijgen, dat zij geen aanleiding geven
tot verhooging der broodprijzen en de dus verhoogde
rueelprijz©n ten kost-o van do bakkers zouden komen.
Dat indien de bakkers om die hoogere meelprijzen
te ontkomen, hun meel van het buitenland betrekken,
de meelfabrieken hier te lande, hunne industrie
zouden vernietigd zien, als zij voor hunne grond
stoffen rechten moesten betalen, terwijl de van buiten
lands ingevoerde reeds bewerkte granen. het meel
vrij is van inkomend recht.
Dat dus heffing van recht op graan, zonder gelijke
heffing van recht op ingevoerd meel, een© groote
onbillijkheid zoude zijn tegenover do Nederlandsche
meelfabrikanten en groote nadeelen zou opleveren
voor de Nederlandsche Industrie.
Dat daarentegen, eon hoog recht op graan, of op
graan en meel, met het doel om den landbouw te
bevoordeelen, geheel in strijd zoude zijn met de
eigen handelingen eener volksvertegenwoordiging,
die kortelings alle rechten op zout en zeep deed
vervallen.
Dat eene belasting op de eerste levensbehoeften
in* werkelijkheid niet zoude strekken tot, verbetering
van den toestand van den landbouw, maar wel zou
ten gevolge hebben, het leggen van lasten en zorgen
op dat groote deel des volks, dat in bet dagolijksch
brood zijn voornaamste voedsel vindt.
Om al dezo redenen verzoekt adressant geen in
voerrechten op vau het buitenland ingevoerde granen
te heffen.
Het Zuider-zondingsfeost zal op
10 Juli op het landgoed »Goereo" bij Bergen-op-
Zoom gehouden worden.
Met ingang van heden is onder do bepaalde
voorwaarden toegelaten de invoer van schapen
uit Holland in België ter bestemming der
slachthuizen van Brussel, Cureghem-Anderlecht, Ant
werpen, Gent, Luik en Brugge.
Naar men verneemt is het ontwerp tot
herziening dor wet op de personeel©
belasting gereed en zal het dus waarschijnlijk
spoedig aan den Raad van State worden gezonden.
Dr. P. J. F. Vermeulen, lid van de Twe de
Kamer, heeft, tengevolge van een val den linkerarm
gebroken, zoodat hij voorloopig de zittingen der
Kamer niet zal kunnen bijwonen. (Tijd.)
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Ia de zitting van gisteren werd afgehandeld
het ontwerp tot heffing van invoerrechten naar de
waarde. Do maximum-schadevergoeding bij onjuiste
benadering werd gesteld op 15 percent der waarde,
doch alleen als de aangever geen aanleiding gaf.
Eene herziening der wet ca 4 jaar is voorgeschreven.
De eindstemming der wet werd verdaagd tot a. s.
Donderdag. Langdurig werd gedebatteerd over den
aanleg van bot noordoosterlocaalspoor. Do minister
verzekerde elke poging te zullen steunen voor ver
binding, hetzij voor locaalspoor of tramlijnen.
voor ds. v. d. Plassehe te 's-Heer Abts- en Sinouts-
kerko en ds. Pont te Nisse.
Rechtszaken.
- De Hooge Raad hoeft, door vernietiging van
een arrest van hot Hof te Arnhem en V ©vestiging
van een vonnis dor rechtbank te Tiel, beslist, dat
de veldwachters niet bevoegd zijn om, op het ver
moeden van strafbare feiten, voorwerpen, waarmede
die feiten kunnen zijn gepleegd, in beslag te nemen.
Op dien grond werd een veldwachter, die op ver
moeden van drankwatovertreding eene flesch in beslag
trachtte te nomen, geacht daardoor niet te zijn in
de rechtmatige uitoefening zijner bediening en werd
het door een paar personen te Vianen tegen genoemde
handeling van den veldwachter gepleegd verzet niet
strafbaar verklaard.
Kerkelijke ïakee ets Onderwas.
Beroepen bij de Ned. Herv. gemeente te Zuid-
zande ds. P. A. Klap te Oosterland.
Bedankt voor het beroep bij de Ned. Herv.
gemeente te Willemsoord door ds. P. J. Kromsigt Jz.
te Scherpenisse.
Op het zestal ter beroeping van een predikant
bij de Ned. Herv. gemeente te Vollenhove komen
Gemengde Berichten.
In het vorige jaar is melding gemaakt van
een merkwaardig geval in de Rotterdamsche Dier
gaarde. Het betrof een jonge chimpansé©, daar in
gezelschap van oen hond geplaatst on die met den
hond dagelijks wandelingen in den tuin maakte en
eenigen tijd in de open lucht doorbracht op een
grasperk, spelende met de kinderen, wiens vriend
hij spoedig geworden was. Het doel was den chiin-
panséa te accliraatiseeren.
Dit doel is bereikt. De chimpansé3 leeft nog en
is vroolijk en tierig, ofschoon hij een zoo strengen
winter hoeft doorgemaakt. Tot in het late najaar
heeft men hem op mooie dagen buitengelatoo, doch
sedert het winterweer intrad, is hij binnen gebleven,
in een matig verwarmd hok, altijd in gezelschap
van zijn trouwen makker, den hond. Als het lente
zonnetje komt, wordt hij weer buiten gelaten.
Dat een chimpansée zoo goed aan ons klimaat
gewent, is eene zeldzaamheid. Vroegere exemplaren
dezer diersoort in de diergaarde aanwezig stierven
reeds na korten tijd, ofschoon zij in een goed ver
warmd hok werden gehouden en nog bovendien
in dekens waren gewikkeld. Zij waren trouwens
reeds dadelijk als zij aankwamen, lusteloos en zaten
voortdurend ineengedoken, bijna bewegingloos.
5er*eke. In Februari werden op het telegraaf
kantoor behandeld 1551 telegrammen, waarvan 1196
ontvangen en 855 verzonden.
De Haarl. Ct. meldt:
Nader vernemen wij, dat ook do burgemeester
dezer gemeente geen last heeft gegeven, om tegen
de moeder van den pianist Raoul Koczalski proces
verbaal op te maken wegens bet geven van eene
muziekuitvoering door haar zoontje in de Vereeni-
ging alhier."
Naar men uit Haarlem aan Het Vad. schrjjft, is
de last tot het opmaken vau proc©s-verbaal teg9n
de moeder van den 10-jarige Raoul Koczalski, uit
gegaan van den ambtenaar van bet O. M. bij de
Kantongerechten in het arrondissement Haarlem.
De laatste trein van den Staatsspoorweg, uit
Utrecht komende, had Zaterdagavond een half uur
vertraging ten gevolge van een ongeluk. Tusschen
Utrecht eu Vleuten hield d8 trein stil ten gevolge
van het gebruik maken van den noodrem in een
derde klasse-wagen, waar twee passagiers twist had
den gekregen en de een den ander met een dolk
mes dreigde. De medereizigers vonden het toen
raadzaam den trein te doen stoppen.
Toevallig hield de machine stil op eene brug, en
toen de machinist van de locomotief sprong om
naar den wagen te gaan, van waar het sein was
gegeven, stapte hjj, door de duisternis misleid, in
het water, met het gevolg, dat hij verdronk. De
trein heeft toen zijn weg vervolgd tot Gouda, al
waar van het gebeurde kennis werd gegeven aan
de politie, die de twistenden, die indirect den dood
van den machinist op hun geweten hadden, ia
verhoor nam.
Het ljjk van den machinist is Zondag uit bet
water opgehaald en naar Utrecht overgebracht.
Zaterdagavond omstreeks 61/2 uur werd brand
ontdekt in een schaapstal, staande op eene groote
hofstede in het dorpje Eede bij Aardenburg. 130
schapen kwamen in de vlammen om.
De geleden schade is door verzekering gedekt.
Door spoedig aangebrachte hulp uit Sint Kruis en
dank zij do windstilte, werden grootere onheilen
voorkomen.
Door de rijkspolitio te Vlisringen is gearres
teerd en naar het huis van bewaring te Middelburg
overgebracht de kwartiermeester A. F. L. van de
mailboot Engelandals verdacht van diefstal van
goederen uit het laadruim en van de bagage van
voormeld schip. Eene aanzienlijke partij manufac
turen, alsmede vijf damesmantels, een geheel dames-
kostuum en andere croederen zijn in Vslag g«noraeu.