1895 N°. 25.
Dinsdag 26 Februari.
82ste jaargang.
SLACHT ER f J
Belasting op bedrijfs- en
andere inkomsten.
Personeele
Belasting
Do uitgave dezer Courant gescliiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nonmiers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentie?» voor dit blad
aangenomen bjj de heoren Nijgh Van Ditmar te Botterdam en vorder
bij alle Boekverkooperg en Brievengaarders.
Inf?sdin$ van adverfention vóór S «ren op den de* der u2t*&v@.
De prjjs d8r gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen ois en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Vergunning i» verleend aan den heer G. A. tVETDE te
Goes, tot liet opriuliteu eeuer
in het perceel wijk E no. 108 gele jen in de Vooratad te Goes.
Goes, deu 2$ Februari 1895
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G d. W. HAMER.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur te Goes brengt ter
keniiis van belaughebbeuden, dat bij heru ingekomen en aan
den Ontvanger der Directe Beladingen verzonden is het kohier
no. 2 der belastiDg op bedrijf»- en anders inkomsten, dienst
1894/95, voor d-ze gemeente, invotderbaar verklaard dcor don
Directeur der Dire, te Belastingen enz. te Middolb.rg den 22cn
dezer
dat ieder verplicht ia zijnen aanslag, op den bij do wet
bepaalden voet, te voldoen en dat hoden ingaat de termijn
van zes toeken, binnen welken daartegen bczwaarschrilten
kunnen worden ingediend.
Goe9, 25 Februari 1895,
Het Hoofd vau het Plaatselijk Bestuur voornoemd,
J G. d. W. HAMER
Het kohier no. 4 van de
voor deze gemeente, over het dienitjaar 1894—1895 19 op
1 eden ter invordering gaateld in handen van den ontvaDger
dier belasting binnen deze gemecute.
Goes, den 25 Februari 1895.
De Burgemeester van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
Algemeen Overzicht.
Li-Hung-Chang, de machtige onderkoning van
Petchili, die eenmaal zulk een groote rol in China
speelde, doch wien de Keizer da teekenen zijner waar
digheid ontnam, omdat hij hem de schuld gaf van
do voortdurende nederlagen van het Chineesche leger
in den oorlog rnet Japan, is thans weder in eere
heisteld, en hem zal nu worden opgedragen, in vor-
eeniging met 's Keizers oom, de vredesonderhande
lingen te voeren. Dit geschiedt echter met de be
kende en ook in de laatste weken zoo treffend ge
bleken Chinoeseh9 langzaamheid, zoodafc de vredes-
gezant nog slechts op weg is naar Peking, waar hij
zijne instruction zal ontvangen om daarna naar
Japan te vertrekken. Het zal das, aannemende, dat
het China ditmaal ernst is met de onderhandelingen,
wat, op grond van wat is voorafgegaan, nog aan
twijfel onderhevig is, nog wel gerüimen tijd duren
eer de wederzijdsche zaakgelastigden de conferentiën
aanvangen. De Amerikaansche gezant Forster is in
Japan gebleven om als bemiddelaar op te treden.
Het is haast onbegrijpelijk, dat China zoo weinig
haast maakt om vrede te sluiten, wanneer men
nagaat welkö enorme verliezen het in dezen oorlog
heeft geleden en hoe weinig kans het voorloopig
heeft om den strijd onder gunstiger omstandigheden
voort te zetten. Men beweert, dat het erop rekent,
dat Japan's geldmiddelen spoedig zullen zijn uitge
put, en zeker kost deze oorlog aan de Japanneezen
schatten gelds. Reeds zijn er twee leerlingen gesloten,
telkens tot een bedrag van tien millioen yen (een
yen f 2,50), en alweder is er bij de Kamer een
voorstel ingekomen om eene derde leening van gelijk
bedrag aan te gaan. Maar als men weet, dat de
beide eerste leeniDgen geheel in Japan zelf gesloten
zijn, dan mag daaruit toch ook wel eene gunstige
conclusie getrokken worden omtrent de financiëele
draagkracht der bevolking. Wanneer China de hoop
op een spoedig einde van den strijd alleen bouwt op
de groote kosten, die deze oorlog voor Japan mede
brengt, dan zal zijne berekening vermoedelijk ver
keerd uitkomenwant hoe de vredesvoorwaarden
ook mogen luiden, het is wei te denken, dat China
die kosten voor een groot deel zal mogen betalen,
vooral wanneer de Europeesche mogendheden zich
zullen verzetten tegen het in bezit nemen van Korea
en Formosa door Japan.
Het Japansche leger heeft na de inneming van
Wei-bai-Wei geene belangrijke krijgsbedrijven meer
verricht. De winter heerscht in China zeer streng,
zoodat de Japanners zeer belemmerd worden in
hunne bewegingentoch achten sommigen het niet
onwaarschijnlijk, dat zij naar Peking zullen opruk
ken. De weg daarheen ligt voor hen open, maar
ze zijn voorloopig toch nog een heel eind van do
hoofdstad verwijderd. Eer ze die bereikt hebben,
kan, zelfs de Chineesche langzaamheid in aanmerking
genomen, de vrede toch wel geteekend zijn.
Het Bngelsclie ministerie heeft den strjjd bij
het debat over het adres van antwoord moedig
doorstaan en het triomfeerde bij elke stemming over
de voorgestelde amendementen der oppositie. De
meerderheid die aan de regeeriüg de overwinning
bezorgde, was echter meestal uiterst gering en dit
is zeker geen gunstig teeken. En niet alleen ten
opz'cbte van de binnenlandsche politiek doorleeft
het Kabinet-Rosebery moeielijke dagen, maar ook
de buitenlandsche aangelegenheden laten het niet
met rust.
Het schijnt nameljjk, dat de toestanden in Egypte
weór niet zijn, zooals Engeland ze gaarne wenscht.
De jeugdige Khedive tooDt volgens sommige bladen
weör neiging om zich te ontworstelen aan de hem
zoo hinderlijke voogdij der Britsche regeering, en
de stemming te Kaïro moet op het oogonblik weinig
gunstig voor Engeland zijn. Voorloopig baart dit
nu nog wei geen ernstige zorg, en er is alle reden
om te vertrouwen, dat alles zich wel schikken zal,
maar in de gegeven omstandigheden maakt deze
aangelegenheid de positie van het Kabinet niet vaster.
Dat juist in deze dagen de premier Lord Rosebery
ongesteld is, mag ook al geen meevallertje genoemd
worden. Eenige troost mag de regeering putten uit
het feit, dat hare meerderheid in het Lagerhuis
met één stem is vermeerderd, aangezien in de afge-
loopen week in het district Colchester een liberaal
is verkozen, terwijl het tevoren door een conservatief
was vertegenwoordigd.
In doorwegen is nog altijd geen einde gekomen
aan de ministriëele crisis. Dezer dagen is de zitting
der Kamers geopend, maar in de troonrede werd
zelfs niet eens over het geschil tusschen de Kroon
en de volksvertegenwoordiging gesproken. De Koning
heeft den heer Steen weder de vorming van een
Kabinet opgedragen, maar tot nogtoe is niet bekend
of deze radicale leider de opdracht heeft aanvaard.
Volgens de laatste berichten bad hij eene conferen
tie gehad met een paar andere invloedrijke radicalen,
maar de uitslag van die samenspreking werd nog
niet gemeld. Men vermoedt echter, dat de radicalen
niets zullen prijsgeven van hunne eischen ten op
zichte van de consulaten-quaestie en in het eind zal
dus Koning Oscar wel moeten zwichten.
Uit Bulgarije komt het bericht, dat vorst
Ferdinand na lang aarzelen zich heeft afgekeerd
van Zankoff, die, zooals men weet, herhaaldelijk
trachtte den vorst over te halen zich met Rusland
te verzoenen, wat een gebruikelijke term is voor
zich aan Rusland onderwerpen. Thans wordt go-
meld, dat Zankoff had voorgesteld, dat vorst Fer
dinand het tegenwoordige Kabinet-Stoïloff zou ont
slaan, zijn zoon Boris zou laten opvoeden in den
Grieksch-orthodoxen godsdienst en zelf afstand zou
doen van den troon. Koos het volk hem dan op
nieuw, dan zou de Czaar geen bezwaar meer maken
hem als vorst van Bulgarije te erkennen.- Vorst
Ferdinand heeft echter blijkbaar begreper, dat van
zijne herkiezing niet veel zou komen als hij uit
voering gaf aan de overige voorstellen van Zankoff,
en dat dus bet geheel zou neörkomen op een eigen
aardige manier om van hem af to komen. Het is
derhalve zeer begrijpelijk, dat hij den Russiscbge-
zinden Zankoff te kennen heeft gegeven zijne voor
stellen niet te kunnen aannemen en er de voorkeur
aan te geven zijn eigen weg te gaan. Als nu maar
niet blijkt, dat hij, door zoolang naar Zankoff te
luisteren, toch reeds een goed deel van zijn popu
lariteit heeft ingeboet.
GOES, 25 Februari 1895.
Bij K. B. zijn benoemd tot plaatsvervangend
dijkgraaf voor den Bijleveldpolder J. Dingemanse,
en tot gezworen voor den polder Oost-Niouwland
P. Koeman.
lerseke. Door eenige oesterhandelaars
alhier is aan Z. E. den Minister van W., H. en N.
per request verzocht om dagelijks aan het telegraaf
kantoor de inetereologische waarnemingen van het
instituut te Utrecht te doen publiceer©», gelijk zulks
in verscheidene andere plaatsen van ons land ge
schiedt.
Men schrijft uit Ierseke
De ingetreden dooi is met vreugde door de oes-
terkweekers begroet. Jammer maar, dat tot
heden een gunstige wind uitblijft, die het ijs ver
drijven moet, en waardoor het vissehen vooralsnog
onmogelijk blijft. De putvoorraad van sommigen is
zoo schoon op, dat een dringende vraag onder do
kweekers onderling is ontstaan. Ook de naderende
carnavalfeesten, die zich nu reeds door een srerker
vraag doen gelden, maken een gunstigen wind zeer
gewenscht.
Het is meermalen gebleken, dat bij dooiweer na
een strengen winter een nasterfte onder de oesters
intreedt, die aanzienlijker is dan do onmiddellijke
sterfte door de vorst. Do mogelijkheid dat dit ver
schijnsel zich hernieuwt, kan het dien kweekers,
die vóór 1 April beslissen moeten of zij de pacht
huuner perceeleu verlengen zullen, wel eens lastig
maken, want het is volstrekt niet zeker dat da ge
volgen der vorst zich vóór dien datum in al hun
omvang laten aanwijzen, en een mogelijk zich later
9penbaren van sterfte op groote schaal kan den in
vloed zijn op hot te nemen besluit omtrent het ver- 1
lengen der pacht. Het ware daarom wellicht niet j
ongewenscht het respijt wat te verlengen, wat zon
der bezwaar geschieden kan, omdat de nieuwe pacht-
periode toch pas in 1896 ingaat.
Het adres om uitstel van pacht betaling is door
vele pachters, ook van elders, geteekend. Bovendien
zijn later nog een paar adressen van adhaesie ver
zonden. Hieruit en uit de zending van een deputatie
naar den minister op heden mag men afleiden dat
de wensch naar de inwilliging van het verzoek in
kring en dringend gedeeld wordt.
Wissekerke, Eene ongewone drukte heerschte
er reeds van jl. Donderdagnamiddag in deze gemeente.
Zoodra de nieuwe Burgemeester, de heer D. J. Hel
derman, tot het afleggen van den eed in handen
van Z. E. den heer Commissaris der Koningin, uit
de gemeente vertrokken was, sloeg men de handen
aan 't werk om hena eene feestelijke ontvangst bij
zijne installatie te bereiden. Vrij dagmorgen zag men
dan ook allerwega eerebogen, versierd met guir
landes, bloemen en vlaggen, opgericht, terwijl van
de moeste woningen, van den toren en het gemeente
huis de vlaggen wapperden. Ton elf uren zag men
ruiters en rijtuigen zich spoeden naar de grens der
gemeente om aldaar tegen twaalf uren den nieuwen
titularis op te wachten en hem bij de intrede zijner
gemeente te verwelkomen. Zulks geschiedde met
eene korte, krachtigs toespraak van den voorzitter
der hoofdcommissie voor de feestviering, den heer
A. T. G. Swenne. Zij werd door eene dankbetuiging
gevolgd en met een »Leve de Burgemeester" be
sloten.
Nadat de Burgemeester, die vergozeld was van
zijne gade en kinderen en eenige familieleden, in
den stoet was opgenomen, ging het voorwaarts naar
Gsersdijk. Aldaar zag men op den weg en voor de
school sierlijke eerebogen. Bij do school werd halt
gehouden en de voorzitter, de hoer M. Maris, heette
den Burgemeester welkom namens de Geersdijkers
en verzocht hem daarna, zich even schoolwaarts te
willen begeven. Daar stonden de jonge burgeressen
en burgers van Geersdijk voor de stoop geschaard
om hem te strooien en in een paar liederen hunne
wenschen ten opzichte van hem en zijn gezin en de
vervulling zijner taak too te zingen.
Naar zijne betuiging zeer vereerd, dankte Z.E.A.
met eenige woorden de Geersfijkers voor hunne
vriendelijke ontvangst. Daarop vervolgde de stoet
zijn weg naar Kamperland. Nauweljjks den veerweg
van af de Kaai ingereden, werd ieders oog getrok
ken door oen eereboog, waaraan ter weerszijden 2
ongeveer 40 M. lange, groen© met bloemen versierde
guirlandes in zeer gracieuse bochteu waren beves
tigd. Daar werd weer balt gehoudon en Z.E.A. ge
complimenteerd door den voorzitter der Kamper-
landsche commissie, den heer A. Van Hee. Ook de
Kamperlanders dankte Z.E.A. voor de eer hem aan
gedaan.
De "stoet zette zich daarna in beweging naar de
kom der gemeenteonder het gelui der klok trok
hij door den eersten eereboog, met het opschrift
Welkom," alwaar de Wissekorksche kroners den
nieuwbenoomde een welkomstlied toezongen. Daarna
trok men het dorp binnen, en vervolgde de stoet zijnen
weg zoodanig, dat men de hoofdstraat, in 't midden
waarvan de groote eereboog stond met het opschrift
hulde aan den Burgemeester", doorreed, waarna
Z.E.A. aan zijne woning afstapte, Daarna werd de
stoot, die niettegenstaande enkele landbouwers,
met het oog op gevaar van besmetting door de on
bekende paarden ziekte, die op Kamperland heerscht,
geweigerd hadden hunne paarden af te staan uit
niet minder dan 54 ruiters en 16 rijtuigen bestond,
zonder het voetvolk, dat zich in optocht bij den
ingang van hot dorp vooropstelde, ontbonden.
Die stoet leverde bij de vele wendingen, welke
do afgelegde weg maakte, een schoon gezicht op,
opgeluisterd als zij werd door vlaggen, sjerpen en
linten en verlevendigd door de tonen der muziek
van Apollo," dat zich telkens gedurende den door
tocht een er afdeeling van de gemeente deed hooren.
De wegen aldaar waren dan ook schier te eng om
stoet en toeschouwers plaats te verleenen.
Te vijf uren in den namiddag was de gemeente
raad tot de officiëele installatie bijeengeroepen.
Van zijne woning afgehaald en begeleid door twee
leden uit de hoofdcommissie en vergezeld door zijne
familie begaf de burgemeester zich op dien tijd naar
hot gemeentehuis, alwaar hem bij het passeeren der
daarvoor opgestelde eerebogen door do kroonsters,
terwijl zij hem strooiden, een vers werd toegezongen,
begeleid door de muziek vaii Apollo". Na dank
betuiging daarvoor, brgaf men zich ter raadszaal,
alwaar de waarnemende burgemeester, de heer De
Neve, den nieuwen titularis met eene felicitatie,
wegens de onderscheiding hem te beurt gevallen,
hot onderscheidingsteeken als voorzitter overhan
digde.
Na de opening der vergadering, het voorlezen van
het gebed en de stukken, op de benoeming en de
beëediging betrekkelijk, vroeg de waarnemende burge
meester weder het woord tot het houden van onge
veer de volgende toespraak
Mijnheer de Burgemeester
Mocht ik Ued. daareven met uwe benoeming als
burgemeester geluk wenschen, thans heet ik u wel
kom bjj de aanvaarding uwer taak als voorzitter
dezer vergadering.
Ik beveel u de belangen dezer gemeente en der
zei ver ingezetenen ten zeerste aan.
Moge het Ued. geschonken zijn een reeks van ja
ren in die betrekking werkzaam te zijn tot zegen
der gemeente en tot uwer eigen voldoening.
Daarna nam de heer Helderman zelf het woord
en hield ongeveer de volgende toespraak
Mijne Heeren 1
Door H. M. de Koningin weduwe, Regentes, in
naam onzer geëerbiedigde Koningin Wilhelmina, tot
burgemeester onzer gemeente benoemd, sta ik voor
het eerst in die hoedanigheid in uw midden.
Wij zijn elkander niet vreemd. Reeds vele jaren
hebben wij te zamen, aan dezelfde tafel, de belau-
gen der gemeente Wissekerke met elkander bespro
ken, en, zooals ik hier vrijmoedig durf zeggen, naar
ons beste weten, behartigd.
Hij, wiens opvolger ik op heden word, en die
bijna 28 jaar onze gewaardeerde voorzitter was,
blijft als lid van den gemeenteraad in ons midden.
Op den door hem gebaanden en gevolgdon weg,
vooral in zake financiëel beheerwensch ik te
blijven voortgaan.
Vergun mij met enkelo woorden u hier in het
openbaar te herinneren, wat onder zijn beheer ge
schiedde.
(Spreker stipte hier aan degemeenteschulden, welke
tgdens het bestuur van den vorigen voorzitter waren
gedelgd, wees op dan aanleg dar telephoon, her
innerde aan de verbetering der brandbluschmiddelen
ten slotte het vertrouwen uit dat do Raad
met hem dankbaar op den tijd van het burgemeester
schap van den neer Vader zou terugzien). Daarna
vervolgde hij zijne rede ongeveer aldus
Ik dank u, wethouder De Nevehartelijk voor
de door u daareven gesproken woorden. Van u en
uwen mede-ambtgenoot V. d. Maas, verwacht ik met
vertrouwen de mij noodige medewerking en steun
in alle zaken, het dagelijksch beheer betreffende.
En gij allen, mede-raadsleden laat onze verhouding
onderling steeds zoodanig zijn, dat wij, in eendrachtig
en welwillend samenwerken, de vervulling kunnen
verwachten van de bede, waarmede onze vergade
ringen steeds beginnen, dat wij namelijk bevorderlijk
mogen zijn aan de eer van Gods groote» naam en
aan het waar belang dezer gemeente, aan onze zorgen
toevertrouwd.
En gij geachte secretariswiens nauwkeurigheid,
werkzaamheid en grondige kennis van de gemeente-
wetgeving met al den aankleve van dien, ik reeds
zoo vele jaren heb waargenomen, en menigmaal be
wonderd, ik weet, ook op grond van onze meer dan
25jarige kennismaking, dat ik bij u op alle mogelijke
medewerking kan en mag rekenen, zooals ik u bij
deze gaarne de mijne toezeg.
Mijne heeren 1 ik beveel mij in uw aller welwillend
heid aan, en beloof u, van mijne zijde te zullen doen
wat mogelijk is, om getrouw aan mijn heden afge-
legden eed, in vriendschap, vrede en vertrouwen,
mot u allen samen te werken.
Ik verklaar het voorzitterschap te aanvaarden.
Daarna verkregen de jongste wethouder Van der
Maas en het raadslid Van Damms het woord, welke
beiden de medewerking dier beide colleges toezegden.
De heer Helderman dankte beide heeien voor die
toezegging, waarbij hij deed uitkomen dat het vooral
tengevolge van den aandrang van de heeren V. d.
Maas en Marcusse was geweest, dat hjj naar de
betrekking van Burgemeester had gesolliciteerd.
De heer De Nove verkreeg daarop nogmaals het
woord en dankte op waardeerende wijze den secreta-
j ris voor de hulp en steun hem tjjdens de waarneming
van het Burgemeesterschap verleend,
i De secretaris dankte voor de verschillende woorden
zoowel door den burgemeester als den heer de Neve
tot hem gericht en beloofde eerstgenoemde naar
zijn beste vermogen in zijne taak te zullen bijstaan.
Daarna werd de oöicieele vergadering gesloten.
Deze werd bijgewoond door een talrijk publiek, dat
na elke toespraak door applaus van zijne instemming
blijk gaf.
Burgemeester, familie en genoodigden bleven
daarna onder een glas champagne in gezellig samen
zijn tot na afloop van allo festiviteiten op de raals-