1895 N°. 7.
Dinsdag 15 Januari.
82ste jaargang.
KIESRECHT.
Inschrijven van Leerlingen
G0E8GHE
COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bjj alle Boekverkoopera en Brievengaarders.
Insendlag van
advertentiën voor 8 uren op den
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjB
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 et.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
d«.gj der uitgave.
Van Maandag 4 tot en mot Zaterdag 11 Februari a s. zal
ter Secretarie gelegenheid gegeven worden tot het doen
voor de bewaarlc1as«e van school A en de bewaarschool voor
on- eu minvermogenden.
Goes, dea 12 Januari 1895.
Burgemeester en Wethouders van Gces,
J G. d. W. HAMER
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
De mannelijke inwoners dar gemeente
lo. die in eene andere gemeente over het Jnatetverloopen
dienstjaar (Jat is 1398/94) ia de personeele belasting, terzake
hunner woning, waren aangeslagen naar eene hoogere huur
waarde dau die, welke volgens art 1 lilt a en b van de wet
vau 24 April 1843 (St.bl. no 14) aanspraak geeft op vermint
dering tot een dorde of twee derde ged.elten der belasting naar
de drie eerste grondslagen
2t». die in de grondbelasting in eene andere gemeente of
in meer gemeenteu te zamen over het dienstjaar 1894 tot een
bedrag vau ten minste tien gnlden zijn aangeslagen;
3o. die, hetzij hoofden van gezinnen of alleen wonende
personen zijnde, van den inwonenden eigenaar of eer.len huurder
vau een woonhuis of afgezonderd gedeelte van een woonhuis,
waarvan de huurwaarde voor de personeels belasting ten minste
op het dubbele is gesteld vau het laagste in de gemeente voor
den vollen aanslag vereischte bedrag, gedurende negen maanden,
voorafgaande aan den 15 Februari 1895, een gedeelte in huur
hebben gehad en bewoond, waarvoor geen afzonderlijke aanslag
in de personeele belaiting geschiedt, maar waarvan de jaar-
lijksche huurwaarde, on gestoffeerd, in verhouding tot de belast
bare huurwaarde van het woonhuis of afgezonderd gedeelte van
het woonhuis, geschat, het sub 1 bedoelde bedrag vau den rollen
aanslag bereikt (beloopende voor Goes f 33)
worden uitgenoodigd daarvan voor den vijftienden Februari
aanstaande ter Secretarie der gemeente te doeu blijken, die
sub 1 en 2 door overlegging van voor voldaan geteekende
aanslagbiljetten die sub 3 door invulling van een biljet,
dat kosteloos verkrijgbaar is
Goes, den 12 Jauuari 1895
l)e Voorzitter van den Gemeenteraad,
J. G. d. W. HAMER.
Algemeen Overzicht.
Het eerst van al trekt ditmaal België de aan
dacht, omdat daar binnenkort een zeer belangrijke
quaestie in de Kamer zal worden behandeld. Zoo
als men weet, is tot dusver de Congo-staat eon
zelfstandige staat onder het bestuur van Koning
Leopold, en wordt door België alleen een jaarlijksch
subsidie gegeven aan den Koning ter tegemoetko
ming in de zeer hooge kosten voor de exploitatie
van Congo-land benoodigd. In het testament van
den Koning, dat ©enige jaren geleden openbaar ig
gemaakt, is voorts bepaald, dat bij 's Konings over
lijden de Congo-staat het eigendom van België
wordt.
Doeh nu komt eensklaps de regeering met het
voorstel om dezen staat van den Koning over te
nemen en derhalve Congo-land bij België in te lijven
Een der eerste dagen des jaars hield de rechter
zijde der Kamer eene langdurige vergadering, waarin
de minister-president De Burlet in eene uitvoerige
rede de wenscbelijkheid van deze inlijving betoogde.
Volgens hem zijn al de bezwaren, die vroeger tegen
eene annexatie bostonden, thans vervallen. Door het
krachtig optreden der anti-slaverng-vereeniging en
der soldaten van Congo-land zijn de Arabische stam
men, die het land onveilig maakten, bedwongen.
De streken met hare onmetelijke rijkdommen zullen
een prachtig veld zijn voor den arbeid van het han
deldrijvende deel van het Belgische volk, en de be
schavende werking van België's directen invloed zal
niet anders dan aan Congo-land ten goede komen.
Hoewel het in de partij vergadering der rechter
zijde niet aan waarschuwingen ontbrak, bleek toch,
dat de regeering in de Kamer op eene voldoend©
meerderheid voor hare plannen kan rekenen. De
oppositie is echter minder met bet annexatie-plan
ingenomen, en spottenderwijze zegt éen der bladen,
dat niet Congo bij België, maar omgekeerd België
bij Congo-land zal worden ingeljjfd. Trouwens, de
rapporten door majoor Thijs in achtereenvolgende
jaren aan de aandeelhouders der Compagnie du
Congo" uitgebracht, luiden allerminst gunstig. Wel
komt de rapporteur telkens tot de conclusie, dat
eene inlijving bij België aan Congo-land zal ten
goede komen, maar hjj laat aan die bewering eene
reeks van sombere tafereelen omtrent de toestanden
ginds voorafgaan, die inderdaad tot voorzichtigheid
moeten aanmanen. Maar, zooals de Ré forme, die met
de inlijving weinig ingenomen is, opmerkt, de re
geering moet de gelegenheid waarnemen, dat zij
over eene volgzame meerderheid beschikken kan.
De ministriëele crisis in Hongarije is nog altijd
niet opgelost en de toestand is daar verwarder dan
ooit. Nadat de Keizer andermaal te Budapest was
gekomen, heeft hij nog weder met verschillende po
litieke personen geconfereerd en het einde van deze
e&mensprekingen is geweest, dat werkelijk de Ban
van Croatië, graaf Khuen-Hedervary, met de samen
stelling van een kabinet wsrd belast. Woensdag
echter moest deze reeds aan den Keizer mededoelsn,
dat hij geen kans zag een ministerie te vormen,
aangezien de liberalen niet geneigd waren hem te
steunen. Hij wilde eene coalitie trachten tot stand
to brengen tusscben d© nationale en de liberal© par-
tijoD, doch laatstgenoemde beeft verklaard zich sterk
genoeg te gevoelen om zelfstandig een kabinet te
vormen. Men vermoedt, dat nu de Keizer den voor
zitter der Kamer, den beer Banfly, met de samen
stelling van een ministerie zal belasten. Deze zal
daarin wel slagen, doch het is de vraag of dan de
liberale meerderheid in de Kamer niet in de min
derheid zal komen, want de Zevenbergscho afgevaar
digden, die de meerderheid helpen vormen, willen
van den heer Banffy niots weten. Deze heeft zich
vroeger als stadhouder van Zevenbergen niet be
mind gemaakt.
Volgens een later bericht is de heer Banffy er
reeds in geslaagd een ministerie te vormen, waarin
verscheidene leden van het afgetreden kabinet, o. a.
ook de heer Weckerlé, zullen zitting nemen.
Ook in Italië blijft de toestand nog onopgelort.
Koning Humbert heeft nog steeds geene beslissing
genomen of hg den heer Crispi zal laten gaan, dan
wel of hij de Kamer zal ontbinden. Intusschen is
er eene andere quaestie, die de Italiaansche zoowel
als de Fransche bladen druk bezig houdt, namelijk
de plotselinge terugroeping van den Italiaanschen
gezant te Parijs, den heer Rcssmann. Aaavankalijk
meende men daarin eene vijandelijke houding tegen
over Frankrijk te moeten zien, omdat de beer Ress-
maun te Parijs zeer wordt gewaardeerd en hij zich
steeds beijverd beeft de verstandhouding tusschen
de naburige rijken zoo goed mogelijk te doen zijn.
Meer en meer blijkt echter, dat de terugroeping
geen anderen grond beeft dan eene minder aange
name verhouding tusschen den Italiaanschen minister
van buitenlandsche zaken, den heer Blanc, en den
heer Ressraann. Sommigen willen weten, dat de heer
Blanc thans zelf als gezant naar Parijs zal vertrekken.
Het Fransche ministerie Dupuy is nog in leven
het heeft weder eene gewichtige interpellatie door
staan, naar aanleiding van de verkiezing tot lid
der kamer van den socialist Guichard, die wegens
beleediging van den president der republiek thans
in de gevangenis zit. De socialisten en radicalen
©ischten, dat deze afgevaardigde zou worden vrijge
laten, doch de heer Dupuy verklaarde, dat de regee
ring dien eisch niet kon inwilligen en stelde de kabi-
netsquaestie. Met eene meerderheid van 91 stemmen
behaalde de regeering de overwinning.
De Kamer beeft, doordien de gematigde republi
keinen zich gedeeltelijk van stemming onthielden,
met groote meerderheid den heer Brisson tot voor
zitter herkozen. De minister van marine Felix Faure
heeft zich niet laten vinden voor eene candidatuur
voor den voorzitterstoel en de republikeinen konden
geen candidaat vinden, die aan de goheele partij
aangenaam was.
Het debat over de bekende »Umsturz-Vorlage" beeft
in den Duftflchen Rijksdag een aanvang genomen.
De socialistische en liberale woordvoerders verklaar
den zich natuurlijk tegen het ontwerp, de vrij-con-
servatifive en conservatieve partijen beloofden de
regeering te zullen steunen. Duidelijk bleek derhalve,
dat het lot van het ontwerp berust in handen van
het Centrum, dat van zijne meaning nog niet had
doen blijken. De spanning in den Rijksdag was dus
groot, toon een der Centrumleiders, de heer Groeber,
aan het woord kwam. Al spoedig bleek uit zijn©
rede, wat de bedoeling van het Centrum was. De
heer Groeber verklaarde, dat bet Centrum bereid
was bet ontwerp naar eene commissie te verzen
den, teneinde te onderzoeken op wolke punten het
wijziging behoeft, maar hij legde er nadruk op,
dat zijne partij alleen een duurzaam succes te
gen het socialisme verwachtte van de Katholieke
kerk, en dat het daarom bovenal noodig was, dat
de geestelijke orden, met name de Jezuieten, weder
in Duitschland werden toegelaten. Blijkbaar wil dus
bet Centrum de Umsturz-Vorlage gebruiken als bet
middel om Duitschland weder voor de Jezuieten
opengesteld te krijgen. De aanneming van het ont
werp zal dus in hoofdzaak afhangen van de bereid
vaardigheid van den nieuwen rijkskanselier om het
Centrum op dat punt terwille te zijn.
Het ontwerp is daarop naar eeno commissie ver
zonden.
De Bulgaarsche regeering heeft de verbanning
van verschillende politieke personen, die tijdens het
ministerschap van Stambuloff buiten de grenzen des
rijks waren gedreven, opgeheven en enkelen hunner
zijn reeds weder in hun vaderland teruggekeerd, o. a.
Zankoff, die te Slivitzna dadelijk eene politieke rede
hield om te betoogen, dat Bulgarijë zieb bij Rusland
moest aansluiten. Hij beeft zich voorts candidaat
gesteld voor de Sobranje ïu betzelfde district, waarin
bjj onlangs gekozen werd, welk© verkiezing toen
echter ongeldig is verklaard. Hij heeft voorts eene
audiëntie bij vorst Ferdinand aangevraagd, die hem
is toegestaan, en het volk juichte hem bij zijne torug-
kosnst met warmte too.
Er is derhalve eene groote ommekeer gekomen
in de publiek© opinie in Bnlgargë, en er is nu zelfs
sprake van om den gewezen premier Stambuloff in
staat, van beschuldiging te stellen wegens den moord
in 1892 gepleegd op den toenmalige* minister Belt-
scheff. Men beweert namelijk, dat Stambuloff, die
toen ter tijde regent was bij afwezigheid van den
vorst, dezen moord zou begunstigd hebben, en dat
de moordenaar, een gendarme Andanoff, die vrijge
sproken werd terwijl vier andere personen onschuldig
ter dood zouden zijn gebracht, gehandeld heeft op
last of althans onder bescherming van den regent.
In hoeverre dit alles waar is, zal misschien de tijd
leeren. Vooralsnog echter is geen bevel tot in
hechtenisneming van Stambuloff uitgevaardigd.
GOES, 14 Januari 1895.
Dr. J. R. Slotemaker d© Bruine te Haulerwijk,
consulent van de Ned. Herv. Gem. to Appelscha,
schrijft aan de N. R. Ct.
»Eerst beden verneem ik, dat in uw blad van 5
Jan. onder »Rerknieuws" een bericht voorkwam,
van ongeveer dezen inhoud: als een bewijs van wei
nig kerkelijk leven in sommige streken van Fries
land zou kunnen gelden, dat te Appelscha na het
vertrek van ds. Van Lely veld reeds twee malen een
ringpredikant geen dienst beeft kunnen doen we
gens gebrek aan hoorders.
Dit bericht eisebt eene kleine rectificatie. Het
medegedeelde is in zooverre juist, dat twee malen
de dienst heeft stilgestaan, doch beide keeren bjj
den zelfden predikant; zoodat de zaak niets bewijst
voor gebrek aan kerkelijk leven, maar slechts voor
gebrek aan waardeering van één predikant. Het
kerkelijk leven was inderdaad in dezen Z. O. boek
van Friesland tot voor weinige jaren, of kwijnende,
óf totaal verdwenen. Het is een zeer verblijdend
verschjjnsel, dat opeens of langzamerhand een kolos
sale verandering ten dezen zich voordoet in alle
gemGenfen, waar nu door rechtzinnige predikanten
wordt gewerkt. Dit geldt in groote mate van Appel
scha, en temeer wenschte ik dit te constateeren,
omdat bovenbedoeld bericht den schijn kan wekken,
als had de arbeid van ds. v. L. aldaar niets blijvends
gewerkt. Het tegendeel is gelukkig waar, geljjk mjj
bjj mijn arbeiden meermalen bleek. Wie de toestan
den te A. vóór de komst van ds. v. L. gekend heeft,
moet zich met verheuging verbazen over den omme
keer, die b. v. blijkt uit het kerkbezoek, zelfs des
namiddags, wanneer er rechtzinnige ringpredikanten
optreden."
Daar ook wij het door ds. Slotemaker bedoelde
bericht opnamen, deelen we aan onze lezers ook deze
toelichting mede. We merken daarbjj echter op,
dat wij een geheel anderen indruk van het ge
wraakte bericht hebben ontvangen dan hierboven
wordt verondersteld. Uitdrukkelijk staat in het be
richt dat het gebrek aan hoorders zich voordeed na
het vertrek van ds. Van Lelyveld uit de gemeente
Appelscha en er blijkt dus alleen uit, dat de leden
dier gemeente in bet optreden van andere predi
kanten niet naar hunne behoefte voldoende ver
goeding voor dat vertrek vinden. O. i. is er dus
volstrekt geen reden om aan bot bericht eene min
der gunstige uitlegging te geven en het te doon
voorkomen alsof m«n daarin iets ten nadeele van
ds. Van Lelyveld had gezegd, voor wien wij het
integendeel eene goede getuigenis achtten en nog
achten.
Op het onlangs door ons medegedeelde re
quest van uitwonende ouders aan Ged. Staten
van Zeeland omtrent het gewijzigde school
geld aan de Hoogere Burgerschool te Goes
is door adiessanten bericht ontvangen, dat Gedep.
Staten geene termen hebben gevonden in dezen
tusschen beiden te treden.
Bjj Kon. besluit zijn: met 16 Jan., K. J. A.
G. baron Collot d'Escury, te Hontenisse,
opnieuw benoemd tot schoolopziener in het arrond.
Axel, en Pb. M. Yan der Manderete Goes,
met 16 Febr. a. s., opnieuw benoemd tot school
opziener in het arrond. GoeB.
Prov. blad no. 6 bevat een besluit van Gede
puteerde Staten van Zeeland, houdende aanwjjzing
der gemeenten, waar in 1895 zitting zal worden
gehouden voor den herijk der maten en ge
wichten en bepaling van den tjjd voor iedere
zitting.
Zij zal plaats hebben te:
Goes, ook voor Kloetinge en Kattendijke, benevens
VHeer Hendrikskinderen en Wissekerke (gemeente
•a-Heer Arendskerke), 25, 26, 27, 28, 29,30 Maart,
en 1, 2, 3, 4, 5 en 6 April.
Wolfertsdijk, 22 April.
Heinkenszand, ook voor VHeer Arendskerke, 23
April en 24 April dei voorm.
's-Heerenhoek, ook voor Boriele en Nieuwdorp
(gemeente VHeer Arendskerke) 24 April des nam.
en 25 April.
Ovezand, ook voor Nisse, 26 April.
Ellewoudsdijk, ook voor Driewegen, 27 April.
Baarland, ook voor Oudelande, 29 April.
Hoedekenskerke, 30 April des voorm.
's-Gra ven polder, ook voor VHeer Abtskerke, 30
April des nam.
Kapelle, ook voor Schore, 6 en 7 Mei.
Wemeldinge, 8 Mei.
Ierseke, 9 en 10 Mei.
Hansweerd, (gemeente Kruiningen), 11 Mei.
Kruininingen, met uitzonderiug van Hansweerd,
13 Mei.
Krabbendijke ook voor Waarde, 14 Mei en 15
Mei des voorm.
Rilland-Batb, 15 Mei des nam. en 16 Mei.
Bjj ministeriëele beschikking is, te rekenen
met ingang van 4 dezer, tot onbezoldigd rijksveld
wachter aangesteld J. Grim te 's-Heerenhoek.
Bij Koninklijk besluit zijn benoemdtot lid
van het bestuur der waterkeering van den calami-
teusan Ylietepolder, G. Israel; tot gezworen voor
den Nieuwen polder, annex Stavenisse, A. Stout-
j e s d jj k.
In d9 jaarljjksche vergadering van de veree-
niging Sclmttevaer is besloten zich tot H. M. de
Koningin-Regentes te wenden met verzoek om met
1 Maart 1896 geen terrein in deZand-
kreek meer te verpachten tot het
aanleggen van mosselbanken. Het vaar
water wordt er zoo ondiep dat hot voor de schip
pers gevaarlijk is. Voortgaande met de verpachting
zou binnen enkele jaren de Zandkreek onbevaarbaar
worden.
Prov. blad no. 1 bevat eene opgave van tot
de provincie Zeeland behoorende militieplichtigea,
die niet voldaan hebben aan de oproeping ter in-
ljjving in 1894. Onder hen behoort Cornelia
K o e tB geboren te Wissekerke 21 Augustus 1874,
veldarbeider. Hjj is 5 April 1893 naar Noord-Ame-
rika vertrokken.
Bij Kon. besluit is herbenoemd tot burgemeester
van Scberpenisse C. D. B o 1 i e r.
Men schrijft uit Dokkum d.d. 10 Jan. aan
de Tel.
Ons Nuts-departement verheugde zich gisteravond
in eene zoo talrijke opkomst als in langen tjjd niet
het geval is geweest. Behalve een twintigtal dames
waren wel veertig manneljjke niet-leden, behoorende
tot allerlei richting, tegenwoordig. De gelegenheid
tot debat bleek voornamelijk tot die verhoogde be
langstelling veel te hebben bjjgedragen.
A l'improviste hield de heer D. S t i g t e r, leeraar
in de staathuishoudkunde te Goes en te Bergen-op
Zoom, eene rede over Thorbecko en zjjn arbeid. In
verband hiermede sprak hij vóór de pauze over de
vraag Waarom een standbeeld voor Tkorbeeke, om
daarna te beantwoordenWaartoe een standbeeld
voor dien grooten staatsman Wees de spreker in
het eerBte gedeelte op de voortreffelijke hoedanig
heden van Thorbecke als staatsbonwmeester, wiens
constructie van bet staatsgebouw in het algemeen
nog steeds booge waardeering vindt, in bet tweede
gedeelte toonde de spreker aan dat, overeenkomstig
Thorbecke's ontwikkeld gemeenschapsgevoel, in onze
dagen de nu beter geconstrueerde staat meer dienst
baar gemaakt behoort te worden ten bate der maat
schappij. In 'verband hiermede vestigde de spreker
de aandacht op de bijzondere zorg, die onze burger
lijke en handelswetgeving wjjdt aan het eigendoms
recht, het erfrecht, het familierecht, de vennoot
schappen, voor zoover het 't kapitaal betreft, terwijl
men tevergeefs zoekt naar gelijke zorg voor de bron
van alle welvaartden arbeid. Gelukkig was blijk
baar de spreker met het voorbeeld, ontleend aan de
van Marken's drukkerij-vennootschap in de oude
prinsenstad. Wat al overleg had het gekost, die
naamlooze vennootschap met kapitaal- en arbeids-
vennooten op te richten onder onze bestaande wet
geving, die slechts kapitaalvennooten kent.
Aan het debat werd deelgenomen door de heeren
Ronner, Feenstra en ds. Hekman. Bjj repliek en
dupliek bleef de toon steeds heuscb en welwillend
en de aandacht van allen onverdeeld.
Naar aanleiding van do vraag van ds. Hekman
haalde de spreker de volgende woorden van Thorbecke
aan: >Dat het b9ginsel van algemeen stemrecht in
de staatsgeschiedenis onzer eeuw ligt, scbjjnfc oven