1894 N°. 150. Donderdag 20 December. 81sle jaargang. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bp blad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advsrtentiëu voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgh Van Bitmar te Rotterdam en verder bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders. De prijs der gewone adverlentiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slochts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Snxfnding van advertentie» vóór uren op den dag der uitgave» Het stelsel-Lohman. Onze Goescbe afgevaardigde ter Tweede Kamer, jkr. mr. A. F. De Savornin Lobman, heeft het nuttig geoordeeld in de zitting ran jl. Vrijdag bjj het begrootingadebat over het hoofdstuk Binaen- landsche Zaken andermaal zijne denkbeelden te ont wikkelen over de inrichting van ons lager onder wijs, zooals bij die ia de naaste toekomst wensche- lijk en noodzakelijk acht. Men herinnert zich, dat hij in het begin van dit jaar, toen hij nog voor Gelderland zitting had in de Eeiste Kamer, bp het toenmalig begrooting6debat zijne meening daarover heeft uitgesproken, waarbij het niet ontbrak aan scherpe aanvallen tegen de openbare onderwijzers, waarvan een groot deel, naar zijne meening, als ondermijners van het gezag werkzaam waren, en hunne verderfelijke beginselen aan de jeugd inprent ten. Wel erkende hp later, dat diezelfde slechte geest ook de bijzondere onderwijzers zal mede- sleepen waaruit das volgt, óf dat deze iets anders leeren clan zij in hun hart belijden, óf dat de Christelijke leerstellingen zooals zij die opvatten en verkondigen geen afdoend voorbehoedmiddel zijn fegen den geest der eeuw maar toch keerde hij zijne wapenen telkens weder tegen het openbaar onderwijs. Het is echter thans niet onze bedoeling terug te komen op de rede door den heer Lohman op 30 Januari jl. in de Eerste Kamer gehouden we willen even zijne jongste redevoering over ons lager onder wps in do Twoede Kamer bespreken. Het stelsel dan, dat onze afgevaardigde zich voor de toekom t droomt, heeft tot grondslag het begin sel, dat het rijk de volle kosten betaalt aan open bare zoowel als bijzondere scholen voor zooveel het gewoon lager onderwijs betreft. Wanneer ieder naar een vasten maatstaf de volle kosten ontvangt, die het geven van gewoon lager onderwijs eischt, dan kunnen allen, die het willen, alle nuances, voor zich zelf scholen oprichten, onverschillig in welken geest zp dat willen doen. En waren er dan toch nog hier of daar ingezetenen stil blijven zitteD, zonder in het onderwps hunner kinderen te voorzien, dan konden de gemeentebesturen daarvoor optreden, die dan evenals alle andere vereenigingen met een vast sub sidie zouden worden gesteund. Het gewoon lager onderwijs zou derhalve komen in handen van parti culieren, en bij uitzondering in die der gemeenten, doch in beide gevallen bekostigd door het rijk. De heer Lohman stelt zich daarvan de volgende voordeelen voor lo. De zonderlinge toestand zou verdwijnen, dat de Staat subsidie verleent aan onderwijs, dat het zijne concurrentie aandoet. 2o. De klachten over den geest van het onderwps zouden verdwijnen, omdat ieder eene school zou kunnen oprichten geheel in overeenstemming met zijne beginselen. 3o. Er zou eene betere regeling van de tracte- menten kunnen plaatshebben door bij de berekening van de vast te stellen bijdrage een minimum loon in rekening te brengen en eene zekere bijdrage, te geven aan eene levensverzekeringmaatschappij om daaruit naderhand pensioen te verleenen. 4o. Het vraagstuk der schoolgeldregeling zou op gelost zpn, omdat alle schoolgeldheffing zou kunnen verdwijnen en vervangen worden door eene algemeene schoolbelasting of opcenten op de vermogens- en bedrijfsbelasting, waartegenover de hoofdelijke om slag grootendeels zou kunnen vervallen. 5o. Het schooltoezicht zou meer als adviseurs kunnen optreden. 6o. De gemeenten zouden niet langer belast worden met de zorg voor een nationaal belang, dat in gee nerlei verband staat met de gemeentelijke inkomsten. 7o. Zal kunnen blijken of de tegenwoordige geest van het onderwijs is de nationale geest of niet. Men begint onwillekeurig te watertanden, wanneer men deze voorstelling leest. In een handomdraaien is ons eenvoudig lager onderwijs zoodanig gereorga niseerd, dat niet alleen elk bezwaar daartegen ver vallen is, maar dat zelfs tal van voordeelen worden geboren. Ieder zal tevreden zijnouders, onderwijzers, belastingbetalenden, en bovendien zal de volkomen vrijheid blijken het geneesmiddel te zijn tegen de ziekten van den tegenwoordigen geest, die naar vrij heid streeft. Eene zuiver homoeopafcisehe genees methode derhalve. We zullen ons dan ook niet verstouten het scherp zinnig uitgedachte stelsel van den heer Lohman te ontleden. Maar wel mogen we vragen of het getuigt van de pacificatie, die in 1889 zoo luide gepredikt is en die de grondslag heette te zpn van de wet- Mackay. Nauwelijks vijf jaren geleden is die wet met behulp van verscheidene liberalen in goed vertrouwen tot stand gebracht of reeds worden nieuwe eisehen gesteld om ons volksonderwijs te reorganiseren. Want wel beweert de heer Lobman bij herhaling, dat er van nieuwe eisehen geen sprake is, dat aan de pacificatie" ge n afbreuk wordt gedaan en dat zijne denkbeelden slechts eene logische doorvoering zijn vau het be ginsel, dat in 1889 is aangenomen, maar toch had de heer Rutgers van Rozenburg volkomen gelijk toen hij jl. Vrijdag beweerde, dat thans de toenmalige tegenstanders der wet-Mackay volkomen in het gelijk worden gesteld, waar zij waarschuwden dat men in 1889 te daeu had met het begin eener lange reeks van verlangens, die wel volgeu zouden. »Da heer Lohman" alzoo sprak de heer Rutgers van Rozenburg »gaf de gemoedelijke overtuiging te kennen, dat de toepassing van zijn stelsel geens zins behoeft te leiden tot heropening van den schoolstrijd. Het zou evenwel naar mijne opvatting toch eenvoudig zijn eene opheffing van het openbaar onderwijs en overdracht van zijne erfenis aan het bijzonder onderwijs. Hoe dit nu zou kunnen geschieden zonder strijd met de voorstanders van het openbaar onderwijs, is mij niet recht begrijpelijk." Het eenige goede, dat de Amsterdamscbe afge vaardigde dan ook in het pleidooi van den heer Lobman kon ontdekken, was de erkentenis, dat het eene ongerijmdheid moest worden geacht, dat de Staat, die zelf onderwijs doet geven, aan den con current subsidie verleent. Deze erkentenis stelt do tegenstanders der wet van 1889, die dit toen met klem hebben batoogd, thans op de schitterendste wijze in het gel pk. Het grootste bezwaar tegen het stelsel Lohman dunkt ons intusschen de verbrokkeling in tal van kleine scholen, die het onvermijdelijk gevolg daarvan zou zpn. Nog daargelaten of daarbij gewaakt zou kunnen worden voor de noodige eenheid in het onderwijs, zoodat alle scholen tenminste aan bepaalde eisehen zouden voldoen, zou er toch in ieder geval een zeer bedenkelijke afscheiding ontstaan tusschen de talloos vele gezindte-scholen die zouden verrijzen, welke een hoogst ongunstigen invloed zou uitoefenen op de maatschappij, en allerminst tot verbroedering aanleiding zou geven. Bovendien, ook. de aanhangers der revolutionaire staatsleer zouden het recht hebben te eisehen, dat het rijk voor hun kinderen scholen subsidieerde, en men zou dus het zonderlinge verschijnsel zien geboren worden, dat de Staat medehielp tot ver breiding eener leer, waarvan de omverwerping van den Staat het hoofdbeginsel is. En toch was be strijding van den revolutionairen tijdgeest het uit gangspunt van des heeren Lohman's redeneering. En eindelijk de financiëele zpde van de quaestie. Wij laten de bewering van den heer Rutgers, dat do geheim® bedoeling van den heer Lohman zou zijn den Staat de kosten van het bijzonder onder wijs te doen dragen, omdat de voorstanders van dat onderwijs zich minder offervaardig beginnen te be- toonen, voor diens rekening. Maar zeker zou de verbrokkeling in scholen van allerlei richting, die alle zouden moeten gesubsidiëerd worden, financiëele eisehen aan de Staatskas stellen, die hare tegen woordige krachten verre te boven gaan, en waar voor de vermindering van den hoofdalijken omslag zou blijken geene equivaleerende vergoeding voor de belastingbetalers te zpn. We hopen om al deze redenen, en om nog vele anderen, zooals b.v. het overleveren dor on derwijzers aan de genade der ouders, die toch zeker lang niet allen tot oordeelen bevoegd zouden zijn, dat de denkbeelden van den heer Lohman rooit verwezenlijkt zullen worden. Onzen afgevaardigde mag zeker niet de lof worden onthouden, dat bij een scherpzinnig staatsman en als zoodanig een sie raad der Kamer is, maar als hp zelf erop zinspeelt, dat hij als politiek persoon gedachtig moet zijn aan het memento mori en daarom nu zijne denkbeelden over ons onderwps moet ontvouwen, dan bekennen we volmondig, dat we hem liever als staatsman zien sneven, dan zijne denkbeelden te zien verwe zenlijken. GOES, 19 December 1894. In de gisteravond gehouden vergadering van de coöperatieve voorschotvereeniging en spaarbank alhier zpn in de vacatures, ontstaan door de benoe ming van den heer A. E. Jansen tot voorzitter en het bedanken van den heer O. Risseeuw, tot com missarissen gekozen de heeren A. N e t e r en J. Kor8tanje, beiden met 13 van de 20 stemmen. De heer S. v. d. Peijl verkreeg 6 stemmen, de heer H. J. van Noppen 2 stemmen en de heeren A. C. Boluyt, H. Zwieter, C. P. Quadekker en G. H. v. d. Meer Mohr, elk ééne stem. De heer Neter nam de benoeming aande heer Korstanje hield die in beraad. Nader vernemen we echter, dat ook de laatste zjjne benoeming het ft aanvaard. Oudelmtde. Tot lid vau het Burgerlijk Arm bestuur alhier is benoemd dhr. P. Meeuwae Cz. Morse le. De collecte voor de Kerstmis- en Nieuwjaarsbedeeling heeft alhier f 274,15 opgebracht tegenover f 326,75 in 1898. De belang rijke vermindering zal hare oorzaak wel vinden in het minder goede oogstjaar en de bezigheden van dijkwerkers en arbeiders. Men meldt aan de VI. Ctdat het zoo goed als zeker is, dat een der drie marine-kruisers zal vervaardigd worden door de Kon. maatschappij »de Schelde". Bevestigt zich dit gerucht, dan is gedurende twee of drie jaren het werk aan »de Schelde" verzekerd. Naar men verneemt is de heer A. baron Van Dedem, lid der Tweede Kamer, zeer ernstig ongesteld. Moet bij een gesubsidieerde bijzondere school, om in het bezit te blijven der rijkssubsidie, het bp koninklijk besluit voorgeschreven getal onderwijzers reeds aanwezig zijn op 1 Januari, of is het vol doende, indien de aanvulling vóór 1 Mei geschiedt Op deze hem gestelde vraag antwoordde de minister Van Houten in de Kamerzitting van Vrijdag 11. »Op de vraag van den heer Vermeulen, hoe de bepaling van regeeringswege plaats heeft van het tjjdstip van ingang van de vermeerdering, welke wordt geëischt, kan ik hem een vooi hem bevredigend antwoord geven. i>N» onderzoek van de vraag heb ik gemeend dat, wanneer er op lo Januari vermeerdering van per soneel volgens do wet noodig is, men dan die nieuw te vervullen plaatsen moet beschouwen als vacatures, voor welker vervulling men den normalen tijd van vier maanden heeft." Men schrijft aan De Telegraaf Van de 22.000 H. A. gronds, die de gemeente Opsterland groot is, behoort 8739 H. A. aan u i t- wonende grondeigenaren, die van don bodem wel de lusten genieten, doch niet in de las ten bijdragen. Alleen aan R. baron Van Lijnden te 's-Gravenbage behoort 3098 H. A.daarna volgt G. T. v. Harinxma thoe Slooten te 's-Gravenhage met 989 H. A.; E. Lycklama a Npeholt te's-Gra venhage met 872 H. AJ. Lunsingh Tonckens te 's-Gravenhage met 780 H. A. en jhr. mr. R, Sand- berg te Arnhem met 757 H. A. De boeren, die op hunne boerderijen wonen, be rijden de wegen, die door de gemeenten moeteu worden onderhouden. De kinderen van huune huurboeron genieten van het ouderwijs, dat der gemeente'sjaars zooveel kost. Wanneer al die groote grondeigenaren in de ge meente waren blijven wonen, zouden dan de lasten, die thans de ingezetenen drukken, wel zoo zwaar zijn Wanneer de gemeentewet eene bepaling inhield, dat voor elke H. A. gronds door den uitwonenden grondbezitter eene zekere som in de gemeeutekas moet worden gestort, zou dat niet rechtvaardig zijn De heer mr. O. J. S(ickesz) schrijft in het Nederlandsch Landbouwweekbl. het volgende Opmerking verdient hot, dat, waar op nieuw in Nederland stemmen opgaan om aan te dringen op het heffen van graanrechten, in alle verslagen onzer in Duitschland gevestigde consulaten steen en been geklaagd wordt over dj lage graan- p rijzen, laag dus, niettegenstaande het kooge recht dat in 1893, in Duitschland nog op alle grauen werd geheven. Onze consul F. C. Meyer te München zegtde handel in granen werd tot voortdurend dalende prij zen gedreven. De afzet was buitengewoon sleokt. Zelfs Wurtemberg, dat in andere jaren de gere gelde afnemer van Beieren was, voorzag zich uit andere bronnen, voornamelijk uit Amerika goed- kooper. Ook Servië en Rumenië zonden groote kwan titeiten, zoodat betere prijzen zich niet konden hou den. Onze consul te Bremen, de heer J. M. M. Geerligs, zegt: granen stegen in bet voorjaar, doch volgde alreeds spoedig een zeer gevoelige, steeds aan houdende achteruitgang van prijzen. De vice-consul der Nederlanden te Rostock i. M. de heer A. Clement, wijst op de aanhoudende da ling der graanprijzen, niettegenstaande om in het gebrek aan veevoer te voorzien, door vele landlieden rogge en tarwe vervoerd werd, waardoor: »ein gauz enormes Qantum", aan den handel en het verkeer onttrokken werd. Terwijl, zoo zegt hp verder, in het begin van het jaar, toen nog invoer van Rus land mogelijk was, de prijzen van rogge, tarwe en haver zich op een gemiddeld standpunt hielden, zoo had men kunnen verwachten, dat na het begin van den tariefoorlog met Rusland, die iederen invoer mJgriijk maakte, eon ainmerke'ijte verhooging dei- prijzen zoude zpn ingetreden. Maar juist het tegen deel heeft plaats gehad. Hoe langer deze ongeluk kige »Zollkrieg" duurde, en scheepvaart en handel verlamde, des te lager zonken de prijzen, die nu, tenminste wat rogge en tarwe betreft, tot zulk een punt gekomen zpn, dat de landbouwer niet meer bestaan kan. Hetzelfde zegt ongeveer de heer Richard Kisker, onze consul te Stettin. Zag het er, zoo lezen wjj in zpn verslag, in den ganschen handel, weinig verkwikkelijk uit, in het bijzonder leed de graan handel. De groote binnenlandsche voorraad en de steeds stijgende aanbiedingen uit Amerika, drukten als met een Alp op onze markt, die dan nog ten slotte door den Rnssisch-Duitschen tariefoorlog, de levensader werd afgesneden. Wohl selton hat das Getreidegescb&ft so trostlos da nieder gelegen wie im Jahre 1893, enz. Het is te hopen, zoo heet het ten slotte, dat, nadat het handelsverdrag met Rusland tot stand gekomen is, en de identiteitsbewijzen vervallen zijn, ook weer gunstiger tjjden voor den graanhandel zullen aanbreken. Zpn dit alles niet sprekende bewijzen, dat zelfs een hoog invoerrecht de prijzen der granen niet doet stijgen, gelijk door sommigen hier te lande wordt verwacht?" In verband hiermede schrijft men het volgende aan De Telegraaf: Dat niet alleen uit de consulaire verslagen een dergelijke conclusie behoeft getrokken te worden, leeren ons de klachten, die door de bij uitstek be schermde landen Duitschland en Frankrijk worden aangeheven. Ondanks de hooge beschermende graan rechten klaagt o. a. de Oost-Pruisische »Land- wirthschaftliehe Centralverein" in een adres aan den rijkskanselier, dat wegens de ongehoord lage graanprijzen alleen veeteelt en veehouderij nog be drijven zpn, die nog op eenige kans op gunstige financieels resultaten kunnen bogen. Genoemde vereeniging vraagt dus in alle beschei denheid hulp van staatswege voor dien tak van het Landbouwbedrijf, door den producent en den con sument van vleeschwaren nader tot elkander te brengen en alzoo het vleeschverbruik te bevorderen, door nauwkeurig toezicht te houden op den gezond heidstoestand van ingevoerd wordend vee, door de voedingsmiddelen voor mensch en dier aan een nauwkeurige zuiverheidscontröle te onderwerpon en door van suiker en spiritus naar die landen den uitvoer te bevorderen, met welke Duitschland over eenkomsten heeft gesloten op den voet der meest begunstigde natie. Merkwaardig is 't dat van be schermende rechten geen sprake is. Blijkens een bij het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Nederl.-Indië, heeft de hoofdleider van het ver zet tegen het Nederlandsch gezag in Boven-Tamiang (residentie Sumatra's Oostkust), radja Silang, zich met zijnen broeder radja Oemar, onvoorwaardelijk aan ons bestuur overgegeven. Stct Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. In de avondzitting van jl. Maandag is hoofdstuk marine met 58 tegen 22 stemmen aangenomen, na verwerping met 46 tegen 43 stemmen van een amen dement van deu heer Bahlmann om twee in plaats van drie kruisers te doen bouwen. Met 66 tegen 17 stemmen is aangenomen het amendement der commissie van rapporteurs om officieren-machinist te plaatsen aan boord van groote schepen en daar om twee officieren meer aan te stellen. Gisteren werd hoofdstuk VII A (nationale schuld) zonder beraadslaging aangenomen, waarna hoofdstuk VII B (Financiën) in behandeling kwam. De heer Van den Berch van Heemstede vertolkte de vele klachten over de toepassing der bedrijfsbe lasting, die door afschaffing van het patent wel ten goede kwam aan kroeghouders en den landbouw, doch zwaar drukt op den nijveren middenstand, vooral ten plattenlande door de gelijkheid van aan slag voor steden en dorpen. Hp vroeg tegemoet koming aan de klachten, door een flinke verlaging der personeele belasting. De heer Roessingh schetste het belang van de afschaffing dor tollen op vaarten en wegeD. De heer Farncombe Banders wees op de bedenke lijke gevolgen van speciale crediet-openingen buiten voorkennis van de Rekenkamer, omdat dit leidt tot beschikking over de staatskas zonder medeweten van de verantwoordelijke personen of lichamen. De heer Hintzen besprak de maatregelen te nemen tegen weerspannige of onwillige belastingschuldigen en achtte optreden der bevoegde autoriteit in deze niet voldoende, maar wensehte dat de fisens krachtiger maatregelen zal nemen om onwillige betaleis, ïcoris

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 1