1894 N#. 138.
Donderdag 22 November.
81slc jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrgdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prjjs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bjjblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmab. te Rotterdam en verder
bjj allo Boekverkoopei's en Brievengaarders*
Inzending vi
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regol meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
Blechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel,
an advertentiën voor 9 aren op den day der nftgave*
GOES, 21 November 1894.
In eene zeer druk bezochte vergadering van
de leden der coöperatieve voorschotvereeniging en
spaarbank alhier is, gisteravond tot voorzitter gekozen
de heer A. E. Janssen met 42 van de 80 geldige
stemmen. De beer C. Risseeuw verwierf 81 stemmen.
Op de h*eren P. A. PenningB waren 4, M. Hooge-
steger 2 en C. Laban l stem uitgebracht.
Vooraf wijdde de waarnemende voorzitter, de heer
Z. D. V. d. Bilt La Motthe, een woord van dank
bare hulde aau de nagedachtenis van den heer H.
J. Molhoek, die gedurende een vijftal jaren het
praesidium der veresniging op zoo uitstekende wijze
bad bekleed en in die betrekking, zoowel als vroeger
als commissaris, zijne beste krachten aan de vereeni-
ging had gewijd.
Het was zeker een gewaagde onderneming van
de leden der gyranastiek-vereeniging
Spartn" een uitvoering te geven volgons een
programma, waarop ook stond vermeldEerloos",
drama in drie bedrijven, door G. W. Nouhuijs. Of
schoon dit scboone, oorspronkelgke stuk alleen door
acteurs van professie volkomen tot zijn recht is te
brengen, daar bet voor dilettanten groote moeilijk
heden oplevert, werd het jl. Maandagavond in de
schouwburgzaal der sociëteit V. O. V. door genoemde
vereeniging niet onverdienstelijk ten gehoore gebracht,
aan welk succes dbr. en mej. R. als Erits Halma en
zijn vrouw, door hun uitstekend spel het grootste
gedeelte hebben geleverd, waarvoor hun gaarne een
welverdiend en welgemeend woord van lof wordt
gegeven. Ook de andere spelers stonden hen daarbjj,
ieder naar zjjn krachten, goed ter zjjde, al had men
in Karei Halma, als officier der cavalerie, door hou
ding, bewegingen en spraak meer den steeds geldbe-
hoevenden, speelzieken, verkwistenden militair''wil
len 2ien. Het geheel ontlokte aan hetjtalrjjk opgekomen
publiek door luid en langdurig applaus de bewijzen
yan tevredenheid over de uitvoering.
Niettegenstaande de bevredigende wijze, waarop
•Eerloos" werd ten tooneele gebracht geven we de
vereeniging in ernstige overweging haar keuze te
bepalen tot stukken, die meer binnen de krachten
van alle spelers vallen.
De andere nommers van het programma, vrije,
stok- en toesteloefeningen en staafgroepen slaagden
uitstekendvooral de stokoefeningen met •pols-
draaien" verdienen een afzonderlijke vermelding, zij
waren schoon van samenstelling en werden naar het
voorbeeld van den kranigen voorwerker W. en op
de tonen van goede muziek onberispelijk uitgevoerd.
Dat de vele toeschouwers ook het gymnastisch ge
deelte op prijs stelden, bewezen de toejuichingen,
die de uitvoerders hadden in ontvang te nemen.
lerseke. In de gisteravond gebonden Raads
vergadering, die door den Burgemeester werd
gepresideerd en waarin 9 leden tegenwoordig waren,
werd tot onderwijzeres aan school 1 met 8 stemmen
benoemd mpj. M. 0. V"an Overbeeko te IJ muiden,
zgnde no. 1 van de voordracht. No. 2, mej. M. Broek
te Vli66ingen, verkreeg 1 stem.
Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van
den heer Cupéry in de vorige vergadering gedaan,
Btelden B. en W. voor in de instructie voor onder
wijzers een nieuw artikel in te lasscben van dezen
inhoudEervol ontslag wordt verleend 3 maanden
nadat het verzoek is ingekomen, met dien verstande,
dat de 3 maanden beginnen te loopen met den len
der maand volgende op die waarin het verzoek is
gedaan, wanneer het verzoek in den loop eener
maand is ingekomen.
De heer Sinke achtte den laatsten zin overbodig
en de redactie gebrekkig wanneer daarvan de be
doeling is »zoo dit (verzoek) niet op den len der
maand is ingekomen".
Dit was ook de bedoeling, zeide de Voorzitter.
De heer Cupéry gaf in overweging te lezen »3
maanden of zooveel vroeger als in de vacature zal
zjjn voorzien".
De Voorzitter achtte dit onnoodig wijl de Raad
billijk genoeg zou zjjn het ontslag zoo mogelijk toch
vroeger te verletnen.
De heer Cupéry merkte op dat de Raad dan vaak
op een genomen besluit zou moeten terugkomen.
Hjj maakte van zjjn vingerwijzing een voorstel.
Daar de redactie van het artikel toch gewijzigd
moest worden, wensehten de heeren Sinke en Van
Harmeien het geval af te snjjden, dat de 3 maanden
bjjna 4 werden. Met overneming van hun amende
ment en dat van den heer Cupérjj kreeg nu het art.
de volgende strekking: Eervol ontslag wordt ver
leend 3 maanden nadat het verzoek is ingekomen,
of zooveel vroeger als in de vacature zal zijn voor
zien. De 3 maanden beginnen te loopen voor aan
vragen vóór den 16en ingekomen met den len der
loopende maand en voor aanvragen na den 15en in
gekomen met den len der volgende maand.
Zoo werd het art. met algemeens stemmen goed
gekeurd.
Daarna stelden B. en W. voor de verordening op
de heffing van kaairechten en havengelden weer voor
5 jaar ongewijzigd vast te stellen.
De heer Cupérij had daar niets tegen. Hij vond
de verordening heel mooi, maar hij meende, dat een
heel andere controle noodig was. De kaairechten
brengen in de verste verte niet op, wat zjj overeen
komstig de verordening konden doen.
De Voorzitter gaf dit toe, maar voor nauwkeuriger
controle is meer personeel noodig, en dit kon wel
eens meer kosten dan de winst bij een betere controle.
De heer Sinke had ook niets tegen de verordening,
maar hij sloot zich bjj den beer Cupéry aan, waar
deze aanmerking maakte op de controle. Er komen
vaak overtredingen voor. Bij v. de kaairechten moeten
eens per maand betaald worden en het geschiedt
dikwijls eens per jaar. Dit kan nooit in het belang
der gemeentekas zijn. Ook het laden en loBsen kan
zonder vermeerdering van personeel beter nagegaan
worden, daar wij een tjjhaven hebben. Hij wenschte
dat door B. en W. op een betere uitvoering gelet
werd.
De heer Cupéry heeft zelf aan kaairechten 8 jaar
lang te veel betaalddaarentegen kent hij personen
die jaren achter elkaar niets betaald hebben. Hij wil
die personen wel schriftelijk op de secretarie noemen.
De Voorzitter wilde gaarne die namen kennen.
De heer Cupéry verzocht nog eens uitdrukkelijk,
dat niet alleen een nauwkeuriger maar tevens een
heel andere contróle zou ingevoerd worden, anders
sukkelen wij weer 5 jaar onveranderd voort. Hjj
gaf zjjn vrees te kennen, dat de havenmeester te
veel bjjbaantjes heeft. Hij wilde hem, als bjj deze
moest laten varen, gaarne schadeloos stellen.
De beer Spruit gaf in overweging de instructie
van den havenmeester te wijzigen, dan kon daardoor
aan de opmerkingen van de heeren Cupéry en Sinke
worden tegemoet gekomen.
De heer Sinke keurde dit goed en de Voorzitter
beloofde dat het Dag. Bestuur zich zou beijveren
om aan de wenschen van den Raad te voldoen. Met
alg. st. wordt de verordening voor 5 jaar ongewij
zigd verlengd.
Daarna werd het suppl. kohier van de honden
belasting vastgesteld tot een bedrag van f 15.
In de vorige vergadering was geklaagd, dat en
kele der veldwachters van elders, die hier tijdens
de kermis hadden gesurveilleerd, niet behoorlijk van
spijs en drank waren voorzien. De Voorzitterdie
toen afwezig was, zette nu uiteen, dat hij zich van
geene nalatigheid bewust was.
Daarna zeide hij de vergadering te moeten verlaten
en gaf het voorzitterschap over aan den heer Klos.
Aan 6 der veldwachters, die hier tjjdens de kermis
buitengewone diensten hadden verricht werd eene
gratificatie van f 5 en aan een zevenden een van
f 2 toegekend.
Bij de laatste rondvraag vroeg de heer Spruit
inlichtingen omtrent de laatste aanbesteding van bet
vervoer van grint. Bjj had gehoord, dat die aan
besteding niet gepubliceerd maar aan de verschillende
vrachtrijders bij persoonljjke boodschap was aange
kondigd, en dat daarbij een vrachtrijder vergeten
was. Spreker vroeg of hierbij van de gewone ge
dragslijn was afgeweken.
De Voorzitter kon die vraag niet beantwoorden,
maar als er van afgeweken was, kon daarvoor wel
een reden zjjn. Vroeger heeft men bij aanbestedingen
wel eens moeilijkheden gehad.
De heer Spruit gaf dit toe, maar achtte zoo veel
mogeljjke publiciteit wenscheljjk. B. en W. behoeven
toch niet aan den laagsten inschrijver toe te wijzen
als hun dit niet wenschelijk voorkomt.
Daarna werd de vergadering gesloten.
*s Heer Arend»kerke. De gemeenteraad alhier
benoemde in zijne vergadering van Vrijdag 11. de
gewone jaarlijksche nieuwjaars-commissies. Dit jaar
zal, in navolging van de omliggende gemeenten, aan
die commissies verzocht worden tevens aan de ge
goede ingezetenen eene kerstgave te vragen,
ten einde aan het bedelend vragen om kerstkoren
voor goed een einde te maken, waarvan vooral de
landbouwers in het westelijk gedeelte der gemeente
nog al veel last schijnen te hebben.
Bjj kon. besluit zjjn benoemd in het bestuur
van het waterschap de Valkenisse-geul tot voorzitter
A. De Kok J a c o b s z o o n en tot lid G. Blok.
Door dr. P. C. F. F r o w e i n die zijns
ondanks tot de eedsaflegging als raadslid van den
Helder is overgegaan, is een adres te dier zake aan
de Tweede Kamer gezonden.
In de gisteren te Amsterdam gehoude k o f-
fie-veiling der N. H. M. (de laatste in dit
jaar) was eene zeer gosde stemming waar te nemen
en werden de meeste soorten met 11/3 a 2 c. boven
taxatie betaald. Preangers liepen ver boven taxatie.
Omtrent bet bericht van de Standaarddat
men hoort verluiden, dat de Roomsche Kamerclub
besloten zou hebben bet aangevraagde geld voor
nieuwe geweren tot eiken prijs te weigeren,
zegt de Tijd:
Wat »men hoort verluiden" en wat »er wordt
bij verteld" is louter verzinsel. De katholieke leden
van de Tweede Kamer zijn nog niet na de indiening
der staatsbegrooting vergaderd geweest.
Aan de Stand, ontleenden wjj het bericht, dat
in don winkel van den beer Staalman
te Helder op een avond, te ongeveer half elf, twee
marine-officieren waren gekomen, zoogenaamd om
sigaren te koopsn, en de vrouw van den heer Staal
man hadden beleedigd en aangegrepen. Het Vad.
zegt van dit geval
De beide officieren, het waren geen zee-officieren,
maar officieren van de landmacht verkochten een
paar misschien minder gepaste aardigheden over de
candidatunr van den heer Staalman, maar van be-
leedigen, veel minder van aangrijpenwas geen
quaestie. Nu aan de zaak zooveel ruchtbaarheid
wordt gegeven, is een onderzoek zeker gewenscht.
De Liberaaldie de Heldersche Liberalen moeie-
lijk van schuld kan vrjjpleiten, dat een kiesdistrict
met overwegend liberale meerderheid vertegenwoor
digd wordt door een niet-liberaal, merkt echter op,
dat er nog een tweede schuldige is, en wel de
kieswetgever, die bepaald heeft, dat bij eene her
stemming volstrekte meerderheid niet vereischt wordt,
maar tevens dat alleen herstemd mag wor
den over de personen, diede meeste
stemmen hebben verkregen. Bestond deze
bepaling niet, was de herstemming (zooals 0. a. in
Frankrijk het geval is), eenvoudig een tweede stem
ming, waarbjj relatieve meerderheid beslist, dan
zou zich het zonderlinge geval niet kunnen voor
doen, dat wij thans in den Helder aanschouwen.
De zonderlinge gevolgen, die deze wetsbepaling kan
hebben, doen zich trouwens nu niet voor het eerst
voor. Bij de herstemmingen voor de Tweede Kamer
deed zich te Amsterdam het verschijnsel voor, dat
de voorstanders van het wetsontwerp-Tak gedwongen
waren óf op een tegenstander te stemmen óf een
naam op hun stembriefje oningevuld te laten. Van
algemeene bekendheid is het hoe vaak zich het geval
heeft voorgedaan, dat in dubbele districten tusschen
twee geestverwanten eene herstemming moest plaats
hebben, terwijl voor de andere plaats een tegenstander
werd gekozen.
Nu eene nieuwe kieswet in bewerking is, verdient
het overweging, of niet de bepaling van art. 104
in zooverre moet worden uitgebreid, dat de kiezer
ook bij de herstemming volkomen vrij blijve in zijne
keuze. De zuiverheid van den einduitslag zal er
zeker door bevorderd worden. Dat leert de uitslag
der Heldersche verkiezing onwederlegbaar. De liberale
kiezers van den Helder kunnen zich dan troosten
met de gedachte, dat hun gebrek aan eenheid en
samenwerking althans één voordeel heeft gehad,
doordien het de aandacht heeft gevestigd op eene
verkeerde wetsbepaling.
Door den Hoogen Raad is eene belangrijke
beslissing genomen met betrekking tot de in art.
47 der wet op de vermogensbelasting
voorgeschreven geheimhouding. Iemand, ver
dacht van diefstal van effecten, beweerde daarvan
eigenaar te zjjn, doch had als zoodanig geen aan
gifte gedaan voor de vermogensbelasting, maar wel
had een ander, van wien de effecten zouden gestolen
zijn, eene aangifte tot het bewuste bedrag gedaan.
Nadat de Minister van Financiën, op grond van art.
47 voornoemd, bezwaar gemaakt had ten deze zjjne
medewerking te verleenen, besliste de rechtbank te
's-Gravenhage, op een verzoek van den rechter
commissaris om verlof tot het doen eener huiszoeking
met papieronderzoek ten kantore van den ontvanger,
dat genoemd artikel geen beletsel is tegen de in
williging van dat verzoek. De Hooge Raad vernietigde
echter deze beschikking, 0. a. op grond, dat door
het stellig verbod van meergenoemd artikel de on
schendbaarheid van het geheim der aangiften en
aanslagen is gewaarborgd; dat op de verplichting
tot geheimhouding geen uitzondering is gemaakt dan
alleen daar, waar de uitoefening van het ambt de
openbaarmaking van het geheim vorderten dat
hiermede onvereenigbaar is dat de rechter zoo dik
wijls als in het belang van het onderzoek van
eenige strafzaak raadzaam mocht zijn ook al is
die zaak geheel vreemd aan de wet op de vermogens
belasting door huiszoeking en papieronderzoek
op eeu kantoor der tot geheimhouding verplichte
ambtenaren zich stukken zou mogen verschaffen,
waarvan de wetgever openbaarmaking niet heeft
gewild.
Daar tegen de beschikking van de rechtbank geen
hooger beroep of cassatie was aangeteek nd, geschiedde
de vernietiging op requisitoir van den procureur-
generaal bij den Hoogen Raad in het belang der
wet, zonder nadeel in de rechten door partjjen ver
kregen.
Het Steenwjjksche Nutsdepartement
heeft aan het hoofdbestuur de vraag gedaan, of er
overwegende bezwaren tegen bestaan de jaarlijksche
algemeene vergadering (die f 5000 kostvoortaan
om de twee jaren te houden, waardoor een groote
besparing (circa f 2500 per jaar) van uitgaven zou
ontstaan, welke aan vele nuttige zaken tot voordeel
zou strekken.
Dit denkbeeld verdient zeker toejuiching uit een
oogpunt van bezuiniging en tevens als een middel
om de vergaderwoede onzer dagen wat te temperen.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Het algemeen debat over de Indische Begrooting
is gisteren voortgezet. De heer Cremer betoogde,
dat in de contracten met de Inlandsche vorsten
pressie wordt uitgeoefend ten gunste van eigen
mgnbouw en de overneming van het recht van be
lastingheffing. Hij betwijfelde de wenschelijkheid van
een uniforme regeling met de inlandsche vorsten.
Ook hij betreurt dat het decentralisatie-ontwerp van
's Ministers voorganger is ingetrokken en dringt aan
op nadere overweging daarvan.
Verder drong hij aan op vermindering van tracte-
menten en pensioenen der hoogere ambtenaren, op
stabiliteit in het bestuur op Atjeh, waar de toe-
Btand thans vrij bevredigend is.
Onder den indruk der gunstige telegrammen zal
spr. thans geen critiek over Lombok leverennu
onze onversaagde krijgsmacht, ten koste van ontzag
lijke en bloedige offers afrekent met een bestuur dat
strijdt op leven en dood, nu voegt slechts een woord
van bewondering en een woord van medelijden en
medegevoel, waarbjj wij in gedachte ook de hand
reiken aan den man, die thans op schitterende wijze
getoond heeft, dat hij als krijgsman op zijne plaats
isdat hij met krachtige hand en voortvarendheid
de leiding der zaken in goede richting heeft gestuurd.
Een woord van waardeering ook voor den Landvoogd,
die nadat de uitstekend toegeruste expeditie eene
zoo zware ramp had getroffen, niet bij de pakken
neerzat, maar genoeg krachtsinspanning betoonde
om die expeditie weder te herstellen en, door den
opperbevelhebber op zijn plaats te laten, eene ge
vaarlijke desorganisatie heeft voorkomenzoodat het
nu behaalde sueees ook voor den Landvoogd een
lauwer is, terwijl de moreele invloed vau die ener
gie ook terugwerkt op de onderdanen in Indië;
en ten slotte een woord van gelukwensching aau
dezen minister, die niet heeft geaarzeld, den Land
voogd steeds ter zijde te blijven staan en door zijne
verantwoordelijkheid diens daden te dekken. (Toe
juiching).
De heer Rutgers van Rozenburg betoogde dat enkel
rentegevende uitgaven voor spoorwegen en werken
buitengewoon kunnen heeten, waarvoor geleend mag
worden; dat de koffiecultuur achteruitgaat 6n be
lastingversterking volstrekt noodig is. Ook deze
spreker uitte zijn dankbaarheid en bewondering voor
't Ind. leger, dapper en onversaagd in den strijd,
maar ook vol beleid, ook in tegenspoed. Dat is de
grootste hulde voor 't leger. Na de nederlaag hebben
discipline en orde als van ouds niets te wenschen
overgelaten; nooit is dpze groote eigenschap beter
in 't licht getreden. Die eigenschap heeft groote
rampen voorkomen; zij heeft den generaal in staat
gesteld dadelijk weder actief op te treden. Spr. voelt
behoefte 't hier openlijk uit te spreken
Braaf leger, geluk en dank voor uw houding
vooral na en onder uw tegenspoed!" (Toejuiching.)
De heer Borgesius wenschte ook een woord te
zeggen over Lombok, »de zwarte wolk over onzen
Indischen horizon". Reeds gisteren liep het gerucht
dat Tjakranegara was genomen, en al is die sterkte
niet geheel in ons bezit en al heeft die strijd weder
vele offers gekost, wij zijn daarmede toch weder een
eind weegs gevorderd. Met aandoening en erkente
lijkheid gedenken wij de dapperen van ons leger
en gaarne sluit spreker zich aan bij de straks dooi
den heer Rutgers hun gebrachte hulde. Nederland
mag trotsch zijn op dit leger en op de trouwe
Madoereezen en Amboineezen, die eene groote mate
van toewijding en doodsverachting hebben betoond,
alsof zij voor eigen land streden. Dit geeft ons stof
tot dankbaarheid en tot moed voor de toekomst in
de zekerheid dat geen offers te groot zijn om de eer
der Nederlaudsche vlag hoog te houden. Spr. achtte
echter de expeditie niet genoegzaam voorbireid; Wij