1894 N°. 129. Donderdag 1 November. 81sle jaargang. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Yrgdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen by de heeren Nijgh Van Ditmau te Rotterdam en verder bg alle Boekverkoopers en Brievengaarders. De prgs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Inzending van advertentiën vó®r 8 «ren op den dag der uitgave. GOES, 31 October 1894. De heer A. C. Van Altena, bureel amb tenaar van 'a rijks waterstaat, vroeger te Ter-Neuzen gevestigd, wordt met ingang van 1 November a. s. definitief geplaatst op het bureel van den rgksinge- nieur te Vlissingen. Naar aanleiding van het aan de Provinciale Staten gericht verzoek van den gemeenteraad van Rilland-Bath om een renteloos voorschot uit de provinciale fondsen voor de begrinting van eenige wegen in den Reigersbergschen polder, en zulks om dat de toestand dier wegen gaandeweg onhoudbaar is geworden en het vervoer van landbouwproducten, zoo naar de haven te Bath als naar de halte van den Staatsspoorweg, daardoor in den regel zeer be lemmerd en in het grootste geieelte van het jaar nagenoeg onmogelijk wordt gemaakt, stellen Gede puteerde Staten voor dit af te wijzen. Het college is wel van oordeel dat de toestand dier wegen slechts door verharding te verbeteren is, doch meent, dat daarbij geen algemeen belang betrokken is. De verbetering moet geacht worden hoofdzakelijk, zoo niet uitsluitend, van lokaal belang te zgn voor de ingelanden van de Reigersbergsche en aangren zende polders. Met betrekking tot het verzoek van den raad van Kruiningen om een subsidie van f 100 uit de provinciale fondsen ter voorziening in de behoefte aan verloskundige hulp, wordt door Gedeputeerde staten voorgesteld met ingang van 1 Januari 1895 aan de gemeente Kruiningen, ter voorziening in de behoefte aan ver loskundige hulp aldaar, een jaarlijksch subsidie van f 100 te verleenen, onder voorwaarde lo. dat een subsidie tot ten minste een gelijk bedrag van wege bet rijk worde verstrekt 2o. dat voor verloskundige hulp eene som uit de gemeentekas worde gegeven van ten minste f 100. (M. Ct.) Oudelande. Tot tijdelijk gemeente-geneesheer alhier is benoemd de heer L. J. D e ij e rarts te Hoedekenskerke. Bij Kon. besluit is tot militair lid van den militieraad voor de lichting van 1895 in de provincie Zeeland benoemd de luit.-kol. Van Aken, prov. adj. in Zeeland en tot diens plaatsverv. de kapitein Van 't Lindenhout, van het 3e reg. inf., beiden te Middelburg. Bij Kon. besluit is met 1 Nov. op verzoek eervol ontslag verleend aan W. J. Vader van 's - G r a v e n p o 1 d e r, als burgemeester van Wisse- kerke. In de Maandag gehouden raadsvergadering te Zieriksee, voornamelijk belegd tot behandeling der begrooting, vroeg, na voorlezing en goedkeuring der notulen van de vorige vergadering, de heer G. A. De Looze het woord. In eene lijvige memorie zette hij zijne grieven uiteen omtrent het plaats gehad hebbende onderzoek der justitie in zake de beweerde schending van geheimen, behandeld in eene besloten raadsvergadering, door een raadslid, om ten slotte op grond van een en ander te verklaren, dat hij zijn ontslag neemt als raadslid. De Nederl. Bond van rijks-belasting- klerken was Zondag te 's-Gravenhage verga derd. Een I25tal leden uit alle plaatsen des lands waren aanwezig. Zoowel de bond als het onder steuningsfonds bevinden zich in bloeienden toestand. Met ingenomenheid werd kennis genomen van het feit, dat de Minister van Financiën verbetering van het lot der rijks-belastingklerken in uitzicht had gesteld. De heer Van Veen, uit Amsterdam, werd tot bestuurder gekozen, in plaats van een die be dankt bad. De overige bestuurders werden herkozen. De volgende jaarvergadering zal te Amsterdam ge houden worden. Sedert 1847 geschiedt de levering van brand stoffen misschien ook van andere artikelen krachtens koninklijk besluit, aan het Departement van Justitie, niet bij aanbesteding. Het betaalt daar door meer, thans zelfs 2 i/s maai meer voor brand stoffen dan andere staatscollegiën. Thans eerst iB daarop de aandacht der Rekenkamer gevestigd en komt ook de Tweede Kamer er tegenop. Het zal nu wel veranderen, maar als de ambte naren zoo slecht voor huishoudelij ke zaken zorgen, heeft men recht te twijlelen of zg op andere belangen beter letten. Indertijd kwam de heer van Bosse eens op de gedachte om de uitgaven voor het schoonhouden van het Departement van Financiën te controleeren. Hg vond, dat sponsen, zeemlappen, borstels enz. alle dubbel zooveel kostten als in de winkels. Hg bracht er verandering in, maar hij heeft er wat voor moeten ljjden 1 Men vond dit allerkleingeestigsfc. De heer van Bosse echter bekommerde zich daar over niet en deed wat goed is. Hij was het ook, die aan den bewaarder van het magazijn wachtgeld gaf, omdat, volgens zijne bere kening, als jaarlijks het geheele magazijn werd op gebruikt, dit nog minder zou kosten dan het trak tement van den ambtenaar, die belast was met het bestuur van het magazijn. Misschien zijn sedert dien tijd de zaken veranderd, maar ongeloofelijk was het hoeveel papier, lak, touw, waslichtjes, kandelaars, vouwbeenen, fleschjes san- drak, zwaveldoozen voor brand, knipmesjes enz. enz. in die dagen voor ambtenaren noodig waren. ArnhCt Het was voor vele ingezetenen van Vlissingen een behoefte om, ter herinnering aan 28 Augustus jl., den dag van het bezoek van Hare Majesteiten aan die gemeente en tevens van de heronthulling van het standbeeld van De Rugter, aan den burgemeester, den heer H. P. J. Tutein Nolthenius, een huldeblijk aan te bieden, overtuigd als zij waren, dat zij uiting moesten geven aan een gevoel van dank bare erkentelijkheid voor de vele bemoeiingen en zorgen, die de burgemeester zich getroost had om de feestelijkheden zoo goed mogelijk te regelen. Aan een commissie, bestaande uit de heeren Th. Van Uije Pieterse, W. L. Winkelman, C. A. Kalb- fleisch en A. L. A. Van Unen, werd de taak opge dragen om aan dit voornemen uitvoering te geven. Een duizendtal ingezetenen uit alle rangen en standen stelde zijn bijdragen ter beschikking der commissie en aan deze werd daardoor gelegenheid geschonken een gouden gedenkpenning en een album, bevattende de namen van allen, die iets bijgedragen hadden, te doen vervaardigen. Gistermiddag had de aanbieding van dat hulde blijk plaats. De heer Van Uije Pieterse was daarbij aller tolk en bood in hartelijke bewoordingen den heer Tutein Nolthenius het huldeblijk aan. Zichtbaar getroffen door de hartelijke woorden tot hem gesproken en die de gevoelens van warme toe genegenheid der ingezetenen van Vlissingen ver tolkten, voelde de burgemeester zich gedrongen om aan de commissie en aan de overige schenkers zijn recht hartelijken dank voor het schoone souvenir te betuigen. Dr. Schippers maakt in hot Tijdschrift voor Geneeskunde melding van een geval van diphtheritis, door hem met heil -serum behandeld het eerste te Amsterdam, voor zoover wij weten. Het was een zeer hevig geval, en dr. S. betreurde het zelfs, dat hij zijne eerste injectie moest doen bij een patientje, dat zoo weinig kansen op genezing bood. Maar toen hij den volgenden morgen weer kwam, vond hij het kind, dat hg in den meest zorgwek- kenden toestand verlaten had, spelende. En twee dagen later was het genoegzaam hersteld. Wat de zaak nog bijzonder belangwekkend maakte, was, dat een tweede kind in dezelfde familie, dat ook, ofschoon in lichten graad, aangetast was, maar niet ingespoten werd, omdat er maar voor éen kind serum 'beschikbaar was, in die drie dagen niet alleen geen genezing, maar zelfs eene geringe toeneming van het lijden toonde. Naar wij echter vernemen, kreeg dr. Schippers Dinsdag de beschikking over nog eene hoeveelheid serum, waarmede hij toen ook dit kind inspoot. Ook daar was de uitkomst zeer gunstig. Beide kin deren bevinden zich thans wel. Het is wel te betreuren, dat het middel in nog zoo beperkte mate aanwezig is. Dr. S. had te Berlijn eene hoeveelheid voor drie inspuitingen gevraagd, maar slechts genoeg voor éene (10 kub. c.M.) ont vangen. {Übl.) Omtrent het in ons vorig nummer opgenomen en aan de Standaard ontleend bericht betreffende het ontslag van gemeente-ambtenaren te Leeuwarden, deelt men van daar van be voegde zijde aan de Telegraaf mede, dat het ge heele bericht zoo onwaar mogelijk is. Dat de zaak bij »gemeentewerken" niet in orde is of geweest is, is onjuist. De gewezen directeur dier werken heeft eervol ontslag aangevraagd en verkregen wegens langdurige ziekte, niet om andere redenen. De hoofdinspecteur van politie is nietver plaatst", maar hg is bevorderd tot commissaris van politie, en heeft nooit iets met de gemeentewerken te maken gehad. De burgemeester en de secretaris denken er niet aan om ontslag aan te vragen en hebben er trouwens ook geen reden voor. De Ned. Maatschappij van gneeskunde heeft besloten een onderzoek te doen instellen aan de mogelijkheid en wensehelijkheid van staats- apotheken. Van de expeditie naar Lombok is te Amsterdam de eerste militair teruggekeerd. Hij is een fusilier van de kolonne Lawick van Pabst en was tegenwoordig toen deze sneuvelde. Wat hij aan den reporter van het Hbl. mededeelt, stemt overeen met hetgeen bekend is. Op de vraag van den reporter, verzekerde hij, dat nooit generaal Vetter is nage schreeuwd en dat kapitein Christan niet tegen hem gezegd heeft, wat door de Indische bladen beweerd werd. De toestand van den Keizer van Rusland, omtrent wien de laatste twee dagen gunstiger be richten kwamen, is plotseling zeer ernstig geworden. Het gisterochtend om 11 uur uitgevaardigde bul letin luidde »In den toestand des Keizers is eene ongunstige wending gekomen. Het bloed-opgeven, dat gister avond is begonnen, is, wegens het voortdurende boesten, gedurende den nacht verergerd. Bovendien is het gebleken, dat zich eene geringe ontsteking der linker long heeft vertoond. De toestand is ge vaarlijk." Het bulletin van gisteravond tien uur meldde »In den loop van den dag bleef bet opgeven van bloederig slijm aanhouden. De Keizer toonde groofe neiging tot slaperigheid. De temperatuur is 37.8 gr., de pols maakt 90 slagen in de minuut en is eenigszins flauw. De ademhaling is belemmerd, en de eetlust zeer gering. De Keizer is zeer zwak. De zwelling der beenen is op bedenkelijke wijze toe genomen". Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Kruiningen. Voor de vacante betrekking van onderwijzer te Hansweerd heeft zich na herhaalde oproepingen 1 sollicitant aangemeld. De directie der onderwijzers-spaarbank ont ving het voor de deelhebbers verblijdend bericht, dat het gerechtshof te Amsterdam 26 Oct. 11. uit spraak heeft gedaan in het hooger beroep van één der veroordeelde debiteuren, ten gunste der spaarbank. Rechtszaken. Door het kantongerecht te Goes is gisteren veroordeeld wegens het in staat van dronkenschap verkeeren en in het openbaar de orde verstoren J. B. V. te Kattendijke, tot f10 b. s. 3 d. h. en in de kosten. De rechtbank te Arnhem veroordeelde den Nijmeegschen souteneur Stelbrink, wegens mishan deling met doodelijk gevolg op den weesvader Konst gepleegd, tot 18 maanden gevangenisstraf. UIT DE OUDE dTÖST™ Ten strijde Onze provincie is oudtijds meermalen het tooneel geweest van hevigen strijdin den tachtigjarigen oorlog, dien de Nederlanders voerden tegen Spanje, daverden onze kusten, onze stroomen en onze lan douwen van kanongebulder en musketgeknalmaar ook lang te voren had men hier maar al te vaak van oorlogsgeweld te lijden. Ik wil niet teruggaan tot den tijd, waarin de Noormannen hier invallen deden, omdat deze gewoonlijk bepaald bleven tot Walcheren, daar de Bevelanden in die dagen nog niet of uiterst schraal bevolkt waren. Ook heb ik niet de menigvuldige twisten op het oog, die de landzaten dikwijls met elkander uitvochten. Maar wel bedoel ik den langdurigen en woedenden strijd, die gestreden werd door Zeeuwen aan de eene, Vlamingen aan de andere zijde. Zeeland genoot een tijdlang de twijfelachtige eer, onder twee heeren te staan, nl. den graaf van Holland en den graaf van Vlaanderen. Het zou mg ditmaal te lang ophouden, te gaan vertellen, hoe dat zoo gekomen was; en eveneens wensch ik niet te spreken van de wonderlijke manier, waarop die twee heeren hier hunne belangen het best meenden te kunnen voorstaan, hoewel dat laatste tot curieuse mededeelingen zou kunnen leiden. Er kwam een tijd, dat de graaf van Holland meende sterk genoeg te zijn, om zgn Vlaamschen mede regent uit Zeeland te kunnen verdrijven, en uit dien tijd vooral dagteekenen de verwoede gevechten, waar van ik sprak De Zeeuwen, die genoeg hadden van hun tweehoofdig bestuur en met het Vlaamsche deel daarvan het minst waren ingenomen,' steunden den Hollandsehen graaf krachtig. Ja, zg voerden meestal den oorlog voor eigen risico en gevaar, en de uit slag was meerendeels gunstig voor onze provincie- genooten. Walcheren, Zuid-Bjveland en Zieriksee waren de n, waar het meest en het hevigst gevochten werd. De Vlamingen kwamen met groote vloten aan onze kusten en de oevers onzer stroomen, waar zij dichte scharen krijgsvolk aan land zetten. Die vloten bestonden uit groote en kleine schepen Tot de grootste oorlogschepen behoorden nefsgaljoenen en koketten. De eerste waren de grootste en sterkste, de linieschepen van dien tijd. De galjoenen, hoewel minder reusachtig en sterk, hadden op de nefs het voordeel, dat zg minder diepgang hadden en daarom bij uitstek geschikt waren tot het voeren van oorlog op ondiepe kusten en op stroomen, die rijk waren aan zandbanken. De koketten, hoewel tamelijk groot, waren van lichten en ranken bouw, hadden een zeer bevalligen vorm, zeilden wondersnel en hadden nog minder diepgang dan de galjoenen. Om deze reden werden zij vooral gebruikt bij een landing aan on diepe kusten. Vaartuigen van den tweeden rang droegen de namen van galjootenbarken en schouwen. De gal joten, ook wel halve galeien genoemd, waren roei schepen met één mast, dio vooral in smalle wateren dienst deden. De barken en schouwen werden vaak als transportschepen gebruikt. Verder had men nog een bijzonder soort van kleinere scheper, branders en voorzeilersdie de speciale opdracht hadden, het admiraalschip te verdedigen. Bijna alle oorlogschepen droegen even beneden den top der mast een soort van vierkanten toren, het kasteel genaamd. In dit kasteel stonden eenige krijgslieden, die uit de hoogte zware steenen op de vijandelijke schepen wierpen. Tot het oorlogstuig te land behoorden in de eerste plaats de blijden of mangelen. Twee stevige balken werden vast in den grond gezet, zoodanig dat hun toppen elkander raakten. Tusschen die twee hing een dwarsbalk, die aan het eene einde zeer dik en zwaar, aan het andere dun en licht was. Op het dunne einde, dat met een uitholling voorzien was, legde men een grooten steen. Dan werd het zware eind langzaam naar omlaag getrokken en daarna plotseling losgelaten. De steen vloog dan met kracht en snelheid voort en richtte onder den vijand vaak groote verwoestingen aan. Dikwijls toch wogen deze steenen 300 pond; een enkele mijner bronnen spreekt zelfs van 1300 pond. Om zich tegen vallende steenen van den vijand te beschermen, bediende men zich van zoogenaamde tuimelaars. Dat waren vlechtwerken van teenen en dunne takken, die boven het hoofd waren opgesteld zij draaiden om een dwarsas en tuimelden dus om, zoodra er een steen op neerkwam, die dan vóór of achter hem, die eronder stond, ter aarde viel. De oestelswat waarschijnlijk beteekent hoogstel geleken wel wat op blijden, maar stonden, in plaats van in den grond, op een soort van verplaatsbaar affuit. Ook werden daarmse geen steenen, maar ver bazend groote pijlen geworpen. Oestels en blijden gezamenlijk noemde men ook wel donderbussenom dat zij bij hun werkzaamheid een donderend geluid maakten. De kat was een hooge, houten toren, op rollen loopendeaan den top was een valbrug bevestigd, die opgehaald en neergelaten kon worden. Bij de belegering eener stad rolde men de kat tot tegen den stadsmuur, liet dan de valbrug neer en ging daarlangs op den wal. Deze smalle brug was ge woonlijk de plaats, waar verwoed gestreden werd. In het onderste deel der kat bevonden zich »genie- soldaten", die de grachten dempten en de stads muren ondermijnden. Een evenhoog was een kat, die niet boven de muren uitstak, maar daarmee van gelijke hoogte was. De spidngalen, groote arbaleten en armborsten waren machines, die almede een soort van pijlen wierpen, doch pijlen, die niet scherp gepunt waren, maar wier uiteinde breed, plat en zwaar was. BAVO. Gemengde Berichten. Wissenkcrke. Een paar felle bliksemstralen vergezeld van hevige donderslagen en later een ge luid als van een hevigen wind, gepaard met geduchte hagelsteenen, brachten Maandagnamiddag ontsteltenis in ons dorp te weeg. Nader bleek, dat op een tien minuten afstands van de gemeente eene windhoos was gepasseerd. Deze trok van 't Z.-Westen naar 't N.-Oosten, veroorzaakte door den bliksem op de hofstede van P. C. M. veel schade aan 't dak van de schuur, terwijl door den wind bij den landbouw wer B. A. v. d. V. de geheele achterkant van het dak van de schuur opgelicht en een heel eind naar beneden werd geschoven. Een op het land staande wagen werd opgenomen en stuk geslagen, een wei- I hek door midden gebroken, gerooide bieten vlogen de lucht in. Een paard en wagen werd door de ronde gemaald, zoodat de draaiboom afbrak. De jongen, die er op zat, werd opgenomen en tegen den grond gesmakt. Eene vrouw werd een eind verder

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 1