Dinsdag 30 October. 81ste jaargang. 1894 W. 128. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmot bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiön voor dit blad aangenomen bg do heeren Nijgh Van Ditmar te R o 11 e r d a an en. verder bg alle Boekverkoopers en Briovengaaiders. De prjjs der gewone adverteniiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bij directe, opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt dö prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 et. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. IttsseK.dÊMïr va-n iad.ver6en£Sëra vcor «xr&ai ajp den «3®® al%iave. tvms»«aKMWfaiCMJ«'.'VJ'V5i-i,3SOTsai vsnaxzKsxsxatx. nw?aBM(w»trOTBeKK!»io3ïKii!»s6*!aia«3!ta aeefleeKoraBMsimutimiOTcvaimeaeciiaawBgiieaKwmeiBfiHeeB 'Kitv&n Vergunning is verleend aan inej. F. VAN AGTEN, Wed. Pu. J. J. Van IIovn, te Goes, tot liet oprichten eeuer SX_.J^OPÏTElï^I«J, in het perceel wijk D no. 184, gelegen in de Nieuwstraat te Gotis. Goeu, den 37 October 1894 Burgemeester en Wethouder, ran Goes, J. G. d. W. IIAMER. De Secretaris, VAN REIGERSBERG YERSLUIJS. Algemeen Overzicht. In DuftgehSaml is er plotseling een ernstige crisis ontstaan. Onlangs deelden we reeds mede, dat er groot verschil was gerezen tusechon den rijks kanselier Caprivi en den Pruisischen minister-presi dent Eulenburg over te nemen maatregelen tegen de revolutionaire staatspartijen. De zeer conservatieve minister Eulenburg, wilde bij den Bondsraad voor stellen indipnen tot het weder in het levon roepen van uitzonderingswetten tegenover de socialisten de rijkskanselier verzette zich hier tegen en vond daarbij steun bjj de Beiersche regeering. Wei wilde Caprivi een strenger optreden tegenover de revo lutionairen, dcch zulke krasse maatregelen als graaf Eulenburg wenschte, waren in strijd met de nmer liberale beginselen van den rijkskanselier. Donderdag nu had eene conferentie plaats van de ministers presidenten der verschillende Bondsstaten, daartoe door Caprivi bijeengeroepen, om over dit, punt van godachten te wisselen. De meerderheid schaarde zich aan Caprivi's zijde en sommige Zuid-Duitsche staten verklaarden zich zelfs tegen elk scherper optreden. Intusschen brachten enkele ministers nog eene andere quaestie ter sprake, namelijk de definitieve regeling der financiëele verhouding tusschen het Duitsche rijk en de verschillende Bondsstaten, die, zooals men zich herinneren zal, vroeger ook is voorgesteld, doch toen door den kanselier is tegengehouden. Caprivi werd door deze voorstellen blijkbaar verrast en hij diende daarop zijn ontslag in. Graaf Eulenburg deed het zelfde, naar aanleiding van de slechte ontvangst, die de door hem voorgestelde uitzonderingswetten ondervonden. De Keizer is daarop onverwijld naar Berlijn teruggekeerd en hij heeft na kort beraad het ontslag der beide hooge staatsambtenaren aange nomen. Volgens latere berichten moet keizer Wilhelm aan Caprivi den oisch hebben gesteld, dat hij eenige artikelen in de Kölnisclie Zeitungwaarin scherp te velde werd getrokken tegen de voorstellen van graaf Eulenburg, zou logenstraffen. De rijkskanselier heeft dit geweigerd en verklaard, dat de artikelen wel niet door hem waren geïnspireerd, maar dat de al- gemeene strekking ervan toch door hem werd be aamd. Voorts blijkt nu, dat de keizör dezer dagen heeft deelgenomen aan eene jachtpartij op Lieben- barg, een landgoed van graaf Pbilipp Eulenburg, broeder van d»sn ontslagen Pruisischen minister, waar al de leden dier familie waren vereenigd. Op die familiebijeenkomst schijnt men den keizer te hebben overgehaald den rijkskanselier los te laten. Vrij Jalgemoen wordt nu hoewel officiëol daar omtrent nog niets bekend is graaf Hohenlohe, de vroegere stadhouder van het Duitsche Rijkstand, als Caprivi's opvolger genoemd. Deze is katholiek, van gematigde politieke kleur, in verschillende Zuid- Duitsche staten zeer gezien, en uit vroegere tijden bg verscheidene buitenlandsche hoven gunstig bs- kend. Men betwijfelt echter of deze grijsaard nog krachtig genoeg zal zijn orn zijn nieuw ambt, ver- eenigd mot dat van minister-president van Pruisen, naar eisch te kunnen vervullen. Als minister van Binnenlandsche Zaken in Pruisen zou Eulenburg vervangen worden door Ernst von Köller, thans onder-secretaris van het Rijksland, nauw verwant aan den Berlijnschen hofadel en zeer bevriend met den heer Miquel, die mede de hand moet gehad hebben in het ontslag van den rijkskanselier. Men vermoedde eerst, dat de Keizer deze gelegen heid wilde aangrijpen om de beide opengevallen betrekkingen van rijkskanselier en van eersten mi nister van Pruisen weder in één persoon te ver eenigen, zooals ten tijde van prins Bismarck. De groofce moeielijkheid zal echter wel geweest zijn daarvoor den geschikten persoon te vinden. Met «panning ziet men de oplossing van de crisis tege moet, die vooral ook met het oog op de te ver wachten gebeurtenissen in Rusland hoogst ongelegen komt. De berichten omtrent den gezondheidstoestand van den Czaar van Rusland blijven zeer onrust wekkend luiden. Wel is de patiënt op sommige da gen wat minder ernstig, maar zijne omgeving koes tert toch geen hoop meer op herstel en ook de verschillende geneeshoeren, dio den lijder behandelen en die dagelijks éen of meer bulletins omtrent zijn toestand uitgeven, gewagen niet van eenige ver wachting van een gunstigen keer. Al de naaste bloedverwanten zijn thans te Livadië vereenigd, waar ook prinses Alix van Hessen, de verloofde van den Czarewifceh, is aangekomen. Nog altijd verwacht men, dat bet huwelijk van den Kroonprins bij het leven van den Czaar zal worden gesloten, maar er komt tot nogtoe geenerlei bericht, dat daarvoor toebereidselen worden gemaakt. Fransche bladen meen en zelfs te weten, dat de Czare witch weinig zin in dat huwelijk heeft en dat hij daarover onlangs eene zeer heftige woordenwisseling met zijn vader heeft gehad. De Kroonprins zou namelijk liefde heb ben opgevat voor eene Fransche prinses, eene dochter van den overleden graaf van Parijs. Van andore zijde wordt daarentegen beweerd, dat prinses Alix van Hessen, de verloofde van den Kroonprins, zich nog niet kan vinden in de verzaking van haar ge loof en een overgang tot de orthodoxe kerk, welke door de Russische wet van haar geëischt wordt. Wel schijnt de Russische geestelijkheid haar dien overgang zoo gemakkelijk mogelijk te willen maken, en heeft ze haar dien als eene bloote formaliteit voorgesteld, doch voor haar is de verzaking van haren tegonwoordigen godsdienst meer dan een vorm. De Keizerin moot ook vrij ernstig ongesteld zijn. Haar zenuwgestel is zeer aangegrepen door den plotseling verergerden toestand van haar gemaal, en naar gemeld wordt, zou er zelfs vrees bestaan, dat hare geestvermogens zonden worden aangetast. In hoeverre dit alles juist is, zal wellicht later blij ken, doch zooveel is zeker, dat de keizerlijke familie tegenwoordig zeer rampspoedige tijden beleeft. De j-ugdige Koning Alexander van Servië heeft den Keizer van Oostenrijk een bezoek gebracht te Budapest, is daarna eenige dagen te Berlijn de gast geweest van Keizer Wilhelm, waarna hij over Wee- nen weder naar Belgrado is teruggekeerd. Hij heeft allereerst zijne aandacht gewijd aan de oplossing eener ministriëelo crisis, aangezien de minister-presi dent Nicolaje witch het met enkele zijner collega's niet kon vinden. Nieolajewitch heeft daarbij het veld behouden, zoodat de oplossing alleen bestaan heeft in een reconstructie van het vorige kabinet. Servië is en blijft een land vol troebelen en er schijnt maar geen einde te komen aan de verwarring op politiek gebied. Dat dit voortdurend gehaspel een hoogst ongunstigon invloed uitoefent op den gang van zaken, behoeft wel geen betoog en het zou niet onmogelijk zijn dat te eeniger tijd de verwikkelingen zoo ernstig werden, dat er zonder inmenging van andere mogendheden geen uitkomst mogelijk is. Van het oorlogstooneel in Oost-Azic kwamen in den loop der vorige week weder berichten van geleverde gevechten. De juistheid dier tijdingen laat echter als gewoonlijk wöer veel te wenschen over, zoodat nog niet valt te beslissen welken invloed die geveehten op den verderen loop der gebeurtenissen zullen kunnen hebben. Van Japanscho zijde wordt beweerd, dat de Chineezen bij de Yaloe-rivier zijn teruggeslagen, maar uit de grootte der troepen machten, die slaags geweest zijn, moot worden afge leid, dat het slechts een voorpostengevecht is ge weest; wel schijnt ook een beslissende slag te zijn geleverd, maar daarvan is het resultaat nog} niet bekend. Intusschen schijnt nu ook het geheimzinnige Ja- pansche legorcorp3 in China te zijn geland, zoodat wellicht spoedig van een meer doortastend optreden zal blijken, wanneer de Japanners het althans niet te volhandig krijgen in Korea zelf, waar een deel der bevolking tegen hen in opstand is gekomen. Opmerkelijk. De (antirevolutionaire) Nederlander, het orgaan van jhr. A. F. De Savornia Lohman, vangt in haar nommor van jl. Zaterdag haar persoverzicht aldus aan »Het is onzen lezers bekend, dat het kabiuot- Mackay de subsidie aan de middelbare scholen voor meisjes geschrapt heeft en dat de tegenwoor dige regeering het plan heeft haar weder te verleenen." Deze bewering is onjuist. In de Kamerzitting van 10 Maart 1885, tijdens het ministerie-Heemskerk (dus ruim drie jaren vóór het optreden van het kabinet-Mackay) werd bij de behandeling van hoofd stuk V der Staatsbegrooting voorgesteld te doon ophouden het verleenen van subsidiën aan middel bare meisjesscholen en het desbetreffend artikel, daartoe te verminderen met ƒ18160. Dit voorstel ging uit van de heeren De Savornin Lohman, Haff- mans, Vermeulen, Schaepman, Van Asch van Wijck, en Godin de Beaufort. Toen het in stemming werd gebracht staakten de stemmen (42 tegen 42) doch in de volgende zitting werd het aangenomen met 43 tegen 42 stemmen. De subsidiën aan middelbare meisjesscholen zijn dus niet door het ministerie-Maekay, maar door het amendement-lAi>\\man c. s., uit de staatsbegrooting verdwenen. Dat het orgaan van den heer Lohman dit niet schijnt te weten, is wel wat erg opmerkelijk. GOES, 29 October 1894. Het mond- en klauwzeer is Vrijdag ge constateerd bij eenige koeien van den koemelker Van Hoort aan den weg naar Wilhelminadorp. Molijosplaat. Op do hofstede Klaver wijk' onder deze gemeente vertoont zich het mond en klauwzeer onder het vee. Dit is bet eerste geval in deze gemeente en, naar we mennen, ook het eerste op dit eiland. Raocis spoedig na het overlijden op 4 Februari 11. van den vorigen geachten burgemeester der ge meente Leiden, wijlen den heer L. M. De Laat de Kantor, was bij een aantal vrienden eu ver eerders van den ontslapene het denkbeeld gerijpt diens nagedachtecis door eenig huldeblijk in blijvende herinnering te houden. Tot verwezenlijking van dat denkbeeld had zich dan ook wridra eene commissie gevormd, samenge steld uit een aantal ingezetenen van velerlei maat- schappelijken rang en stand, van welke prof. dr. M. J. i)e Goeje, een warm vriend van don over ledene, hot voorzitterschap aanvaardde, terwijl de ambtsopvolger van den betreurden Dö Kanter, mr. F. Was, welwillend het eere-voorzitterschap dier commissie op zich nam. Als slotsom der overwegingen van de commissie op welke wijze het waardigst en doelmatigst de ver diensten te eeren van den overledene, besloot zij het portret van dien burgervader in olieverf te doen vervaardigen, dit der gemeente am te bieden met uitnoodiging het eene blijvende plaats te schenken in Leiden's raadzaal. De vervaardiging van dit por tret werd toevertrouwd aan mejuffrouw Thérèse Schwartze te Amsterdam. Dientengevolge had Zaterdagnamiddag die over dracht ten raadhuize plaats, en waren <ot bijwoning uitgenoodigd mevr. de wed. De Laat de Kanter, eenige andere der naaste familiebetrekkingen van den gehuldigden overledene, de begaafde vervaar- digster van het portret, mej. Schwartze, de leden van den Raad met den gemeente-secretaris en verder een aantal vrienden en vereerders van wijlen den heer De Kanter, De aanbieding van het geschenk aan de gemeente geschiedde bij monde van den voorzitter der com missie voor het huldeblijk, prof. De Goeje. Nadat het omhulsel van do schilderij was wegge schoven, vertoonde zich het fraai en uitstekend wel gelijkend conterfeitsel van wijlen den beminden burgervader aan aller bewonderenden blik, en gaf menigeen uiting aan zijne ingenomenheid met het schoone kunststuk, dat nu voortaan belooft een sieraad uit te maken van do gemeentelijke raadzaal en nog bij volgende geslachten de herinnering zal levendig houden aan den man, die zooveel heeft bijgedragen tot Leiden's stoffeljjken bloei en welvaart. Alsnu werd overeenkomstig 's voorzitters wonsch do bij het huldeblijk behoorende oorkonde door de leden der commissie met hunne handteekeningea bekrachtigd. Het geschenk werd vervolgens onder dankbetuiging en met eene toepasselijke rede namens en voor de ge meente aanvaard door den burgemeester, mr. F. Was, tevens eere-voorzitter der commissie. Aan mevr. de wad. De Kanter werd daarna eene fraaie photographische reproductie van het portret van wijlen haren gemaal vereerd, welke door haar met diepe ontroering en orkontelijkheidsbetuigmgen word in ontvangst genomen. (N. R. Gt.J Naar ons uit Pau bericht wordt, blijft de toestand van dr. Kuyper steeds vooruitgaan. De krachten nemen merkbaar toe, en de aandoening van de reohterlong is bijna geheel tot zwijgen ge bracht. (Std.) In alle afdeelingen der Kamer werd geklaagd over de opruiende taal, in sommige verga deringen en bladen geuit en over do rustverstorin gen, waartoe de bedoelde samenkomsten en het venten dier bladen aanleiding geven, waaruit telkens ongeregeldheden voortvloeien tot grooten overlast van de rustige ingezetenen. Groot verschil van ge voelen heeïsehte ovor de maatregelen tegen hot aan geduide kwaad te nemen. Aanbevolen werd een wetgeving tegen de misbruiken der absolutie vrijheid van drukpers en van die van vergaderen, door o. a. te bepalen dat alle dagbladartikelen onderteekend moeten zijn, waarin echter andore leden weinig heil zagen, die hunnerzijds ongaarne de grondwettig ge waarborgde vrijheden wilden prijsgeven. Sommigen vestigden de aandacht op het strafbaar stellen niet alleen van opruiing tot een strafbaar feit, doch ook opruiing tegen de rechtsorde, zooals b.v. aanzetting tot het niet-betalen van belasting. Van uitbreiding van de bevoegdheid der burgemeesters om het venten van aanstoot gevende blaadjes te verbieden, werd wegneming van de aanleiding tot wanordelijkheden verwacht. Verscheidene leden zochten de oorzaken van de onrust in de te zachte behandeling, die de gevangenen ondervinden. Ten slotte verzocht men den Minister wat hg denkt te moeten doon om de opruiingen en de rustverstoringen tegeri te gaan. Naar de Zw. Crt. verneemt, hebben zich ruim 50 jongelieden aangemeld voor het reserveka der. Onder dezen zijn er ruim 30 die vrijgesteld zijn van het toelatingsexamen, terwijl nog 6 aan het examen zullen deelnemen. Vóór eenige dagen maakte hetzelfde blad melding van een sprekend geval, volgens 't welk in een ge zin van drie zoons door middel van het reservekader werd voorzien in de eischen van den dienst» door het toetreden van don oudsten zoon tot dat kader, waardoor de tweede, diö een dienstplichtig noramer had getrokken, maar weinig lust had in den dienst, terwijl zijn studie het bovendien moeilijk maakte, vrij kwam en de derde natuurlijk ook. Zoo komt duidelijk uit, dat hier het gezin tegenover den inilitiedienst staat en niet alleen de jongeling die loten moet. Bij broeders tusschen 17 en 24 jaar zal steeds de oudere of jongere zich voor 't reserve kader aangevende, den dienst kunnen vervullen, waartoe anders zijn jongere of oudore broeder zou worden geroepen. Nu in deze dagen menigeen aan remplacant of nummerverwisselaar denkt, kan het zijn nut hebben dit nog eens goed te doen uitkomen. De dienstverbintenis bg 't reservekader men lette hierop echter wèl moet gesloten zijn vóór 2 Dec. En wie geen deel nam aan de voorloopige wapen oefeningen zal dus nog in de vijf weken dio vóór dien datum verloopeu, zich moeten haasten zijn schade in te halen. Vrijdagmiddag had te Amsterdam eene leden vergadering plaats van d9 Zuiderze e-V e r e e n i- g i n g- De voorzitter, de h9er A. C. Wertheim, bracht een warm woord van hulde aan de nagedachtenis van don overleden stichter dor Vereeniging, den hoer A. Buma, die met zooveel kracht da belangen der 1 Vereeniging heeft behartigd. Verder herinnerde spr. er aan, dat do Vereeniging haar eerste periode volbracht hoeft; het tweede tijd perk staat voor da deurda voorbereiding van de droogmaking zelve. De secretaris bracht verslag u't over don toestand der Vereeniging. Het ledental is in da laatste twea jaren belangrijk achteruitgegaan. Ia 1894 bedroeg het aantal leden 466, terwijl voor 1895 niet meer dan 452 mogen worden aangeteakend. Er zijn echter in den laatsten tijd mannen tot de Vereeniging toe getreden, wier namen een goeden klank in ons land hebben. Da penningmeester deelde mede, dat het batig saldo op dit oogenblik vermoedelijk bedraagt f 75Ó. Da Vereeniging zal zich in verbinding stellen met de Regeering, om van haar te weten wat zij van de Zuiderzeedroogleggiug denkt. Op de scholen zal getracht worden propaganda te maken voor de zaak om haar meer bekend te doen worden. Ook zullen er voordrachten in de verschil lende deelen des lauds gehouden worden, de droog making der Zuiderzee betreffende. De Standaard ontvangt het volgende eonigszins geheimzinnige bericht uit Leeuwarden. Hier baart het ontslag van verschillende gemeente ambtenaren nog al eenig opzien. Voor een paar maanden vroeg de hoofdopzichter der gemeentewerken ontslag uit die betrekking, het welk hem dadelijk werd verleend. Niet 1 mg daarna kwam ook de directeur met hetzelfde verzoek, het welk ook word ingewilligd, reeds ingaande 1 No vember a. s. Dit laatste wekte minder gunstige vermoedens bij da burgerijer deden geruchten de ronde, dat de zaak bij gemeentewerken" niet in orde was, en dat beide ontslag-aanvragen onver mijdelijk waren geworden. Thans is ook de hoofd-inspecteur van politie ver plaatst, wat ook al mot de vorige zaken in verband wordt gebracht. Eindelijk gaan or nog geruchten, dat ook de bur gemeester en de secretaris ontslag zullen aanvragen. In de zitting van den Haagschen gemeenteraad van Dinsdag jl., werd door ver schillende leden geklaagd over de onvoldoende be- woording door heb Dagelijksch bestuur van hot afdeelingsverslag. Een motie van afkeuring van den heer Michiels van Verduijnen werd wel is waar ver worpen, doch het scheelde slechts een enkele stem (19 tegen 18 stemmen.) Thans deelt het Vaderland mede, dat dit votum in de Vrijdag gehouden vergadering van B. en W. van 's Gravenhage, een onderwerp van. nadere en ernstige bespreking heeft uitgemaakt en dat waar schijnlijk die beslissing niet zonder gevolgen zal blijven met opzicht tot de samenstelling van hot dagolgksch bestaur.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 1