1894 N°. 113.
Dinsdag 25 September.
81sle jaargang.
Slaolrterij
K U I P E R IJ
NATIONALE MILITIE,
FEUILLETON.
Het raadsel van Hildburghausen.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prgs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bg alle Boekverkooperg en Brievengaarders.
Iniendlngr van advertenti^n vóór I uren op den daf der ultfave.
De prgs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets.
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOESCHE
COilUVf.
Bij het gemeentebestuur is door den heer A. MATTHIJSSEN
ingediend een verzoek tot het inrichten van eene
iu het perceel wijk D no, 97, gelegen aan het Stoofstraatje en
tevens om eene
in te richten in het perceel wijk D no. 139, eveneens aldaar
gelegen.
Verzoek en teekening liggen ter visit op de Secretarie,
gedurende eiken werkdag van des voormiddags 9 tot des
namiddags 2 uren, terwijl Zaterdag 6 October des namiddags
te één uur ten ltaadhuize gelegenheid zal worden gegeven tot
het indienen en bespreken van bezwaro*.
Goes, den 22 September 1894.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
Het Register van inschrijving met de daaruit opgemaakte
Alphabethische lijst voor de
over 1894, voor de lichting van 1895 liggen van heden tot en
met 1 October e. k. ter inzage. Gedurende dien tijd kunnen
tegen register en lijst bezwaren worden ingebracht bij dea heer
Commissaris der Koningin in dit gewest, door tusschenkomst
van den Burgemeester dezer gemeente, zulks op ougezegeld
papier, maar door de coodige bewijsstukken gestaafd.
Goes, den 22 September 1894.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
VAN REIGERSBERG VERSLUIJS.
Algemeen Overzicht.
Er komt langzamerhand weder een weinig leven
op bet poliiek tooneel van Europa. Terwijl jl. Dins
dag in ons eigen land de zitting der beide Kamers
op de gebruikelijke, maar daarom niet minder plech
tige wijze is geopend, en de beide takken der volks
vertegenwoordiging het gewone program voor de
week dier opening hebben afgewerkt, zijn reeds
enkele dagen te voren de beide delegation der Oos-
tenrijk-IIoiijyaarsclie monarchie bijeengekomen.
Hare zitting werd geopend door den minister
Kalnoky, waarna de beide voorzitters Tisza en Chlu-
mecky de gebruikelijke toespraken hielden. Yeel
gewichtigs bevatten die niethet meest belangrijke
was wel, dat weder eene verhooging van de uit
gaven tot versterking van leger en marine aan de
goedkeuring der delegatiën zal worden onderworpen.
Vermoedelijk zullen zij die versterking wel toestaan,
vooral omdat zij aanmerkelijk minder is dan het
vorige jaarmaar toch zal dit zeker niet geschieden
zonder dat verschillende stemmen er zich tegen
verzetten.
Jl. Zondag heeft de Keizer de beide delegatiën
ten gehoore ontvangen, bij welke gelegenheid hij
als gewoonlijk een algemeen overzicht gaf van den
politeken toestand. Daarbij bleek, dat de verhouding
van Oostenrjjk-Hongarije met de overige Europeesche
staten van den meest vredelievenden aard was. In
de eerste zitting der Oostenrijksehe delegatie sprak
graaf Kalnoky in denzelfden geest en hij wees met
name op de vriendschappelijke betrekkingen met
Naar het Duitsch van A. E. Bracbtvogel.
65) Vervolg.
Te midden van onze wanhoop viel eensklaps een
lichtstraal. Mijne tante, gravin Marguérite de Foy
had Sophie Botta, de weduwe van den armen Mi
chonix, in zeer behoeftige omstandigheden ontmoet.
Wanneer deze hare papieren wilde verkoopen, kon
de vlucht der prinses uit Le Mans gelukkenHare
aanhankelijkheid aan hare vroegere gebiedster, het uit
zicht op leniging van haar nood deden Sophie niet
lang aarzelen. Hare papieren kwamen in mijne handen.
Ik vulde den datum van mijn pas of liever van
dien van Cornelius in, kocht paarden en wagen,
huurde een knecht en liet het voertuig dicht bij de
stad in gereedheid houden. Agnes en de prinses
waren verwittigd.
In den nacht van 1 op 2 Juni 1799 ontsnapte
de laatste met behulp van een ladder uit het huis
der Barthelmy's. Wjj bereikten gelukkig den wagen
en reisden in gezelschap van Scharre dwars door
Frankrijk. Ik had brieven van aanbeveling aan den
hertog van Enghien, Condé's zoon, die de legitimisten
aan den Rijn commandeerde. Er was nog maar
ééne moeielijkheid om onzen tocht ongehinderd voort
te zetten. De papieren der weduwe Michonix ver
klaarden wel, dat mijne medereizig3ter Sophie Botta
Frankrijk en Rusland. Maar al deze toespraken ein
digden toch onverbiddelijk met het uitspreken van
de verwachting, dat de delegatiën de gevraagde
verhooging der oorlogsuitgaven zullen goedkeuren,
waarbij als gewoonlijk als argument dienst doet,
dat alle andere rijken voortgaan met hun leger uit
te breiden en dat dus Oostenrijk, wil het op een
bepaald oogenblik zich behoorlijk kunnen verdedigen,
dat voorbeeld dient te blijven volgen.
De nu gevraagde verhooging bedraagt 4,000,000
florijnen, noodig voor de uitbreiding van de getal
sterkte van het actieve leger, het aanleggen van
eenige nieuwe forten, het invoeren van rookvrij
buskruit en het nemen van maatregelen voor eene
spoediger mobilisatie. Behalve genoemde som is
evenwel op de buitengewone begrooting nog ruim
éen millioen florijnen uitgetrokken tot uitbreiding
der marine.
De Fransehe bladen zijn nog altijd niet uitge
praat over de gevolgen van den dood van den graaf
van Parijs. Dit is vooral te wijten aan de opgewon
den mededeelingen, die de redacteur van de Gaulois,
de heer Arthur Meyer, in zijn blad heeft gedaan om
trent allerlei uitlatingen van den jeugdigen hertog van
Orléans, die niets meer of minder zou beweerd hebben,
dan dat hij zijn leven wagen zou om zijne rechten in
Frankrijk te doen gelden. Veel gelooft men in de repu
bliek zelf niet van deze beweringen, maar toch worden
ze belangrijk genoeg geacht om er tal van beschou
wingen over te leveren. De slotsom is echter altijd,
dat men genoeg vertrouwen heeft in de hechtheid
der republiek om te vreezen voor het welslagen van
een eventueelen coup d'état.
Het schijnt intusschen wel waar te zijn, dat
de nieuwe graaf van Parijs zich naar Brussel zal
begeven. Koning Leopold II van België, zooals men
weet een neef van den nu overleden kroon-pretendeut,
heeft echter de hoop uitgesproken, dat dit verblijf
in zijn hoofdstad niet van langen duur zal zijn,
teneinde moeielijkheden met Frankrijk te vermijden.
Daardoor is het gerucht in de wereld gekomen, dat
de hertog van Orleans nu voornemens is, zich in
's-Gravenhage te vestigen. Intusschen, meer dan
een gerucht is dit voorloopig nog niet. Alleen mag
er uit worden afgeleid, dat hij in ieder geval niet
voornemens is in Engeland te blijven wonen.
De heer Le Myre de Villers heeft bereids zijne
reis naar Madagascar aanvaard. Hij gelooft niet,
dat eene nieuwe expeditie noodig zal zijn om de
Hova's tot gehoorzaamheid te dwingen. Deze mee
ning wordt bevestigd door den heer Eugen Wolff,
een Duitscher die reeds geruimon tijd op het eiland
verblijf houdt, en die in het Berliner Taqeblatt schrijft,
dat wanneer Frankrijk maar krachtig optreedt, het
niet veel moeite zal kosten de Hova's tot rede te
brengen.
Uit Korea komen eindelijk eens geloofwaardige
berichten omtrent een ernstig treffen tusschen de
Japansche en Chineesche troepen zoowel te land als
ter zee. De veldslag had plaats bij Ping-Tang, en
zelfs van Chineesche zijde wordt erkend, dat de
Japanners daar eene volkomen overwinning hebben
behaald. Het Japansche leger heeft gelegenheid
gevonden eene omtrekkende beweging te maken
en den vijand in den rug aan te vallen, waardoor
heette, maar in welke betrekking stond ze tot mij
Hoe kwam zij er toe zonder pas en onder mijn ge
leide te reizen in een tijd, dat overal op de grenzen
de oorlog ontbrand was Dit kon, vooral bij het
doortrekken van groote steden licht tot onderzoe
kingen, althans tot oponthoud, aanleiding geven.
Er was maar één middel om daaraan tegemoet te
komen, nl. dat de prinses zich als Sophie Botta
ergens op wettige wijze met mij liet trouwenMet
zijn vrouw kan iedereen reizen, ieder ambtenaar
geeft haar gaarne een pas na overlegging van de
trouwacte. Toen ik de prinses de noodzakelijkheid
van dezen maatregel met de meeste omzichtigheid
en zeer schroomvallig onder het oog trachtte te
brengen, schrikte ik over de bereidwilligheid, die
zij aan den dag legde. Het huwelijk vond te Char-
tres plaats. Cornelius Van der Valk werd met Sophie
Botta in den echt vereenigd en de laatste ontving
als Sophie Van der Valk, geboren Botta, een pas.
Ik zat volslagen gevangen in het net, dat ik zelf
geknoopt had ter bevrijding van de dochter mijns
konings. Ik was getrouwd en toch eigenlijk geen
echtgenootik was een de Versay en toch eigenlijk
een Van der Valk! En met welk doel had ik alles
ondernomen Ohad ik toch de vlucht uit den
Temple ongedaan kunnen makenIk troostte er mg
mede, dat onze verhouding, zoo gevaarlijk voor mijn
hart, in Duitschland weder zou ophouden, dat er
voor mg geen ander recht uit voortsproot dan de
onderdanige dienaar mijner vorstin, de broederlijke
vriend van deze schoone, verlatene, kinderlijk on
schuldige jonge vrouw te zijn
Wegens de onrustige tijden namen wij onzen weg
de Chineezen als verbijsterd waren en ijlings op de
vlucht sloegen voor zoover ze niet werden gedood of
gevangen genomen. De cijfers die van weerskanten
genoemd worden, zijn echter zoo uiteenloopend, dat
er geen conclusie uit valt te trekken. Zooveel is
intusschen zeker, dat het eene bloedige veldslag is
geweest en dat aan weerskanten zware verliezen zijn i
geleden. De Japanners zijn nu voor het oogenblik I
meester van Korea en ze hebben onmiddellijk de berg- j
passen bezet, waar langs de Chineezen nieuwe hulp
troepen knnnen zenden. Het is echter de vraag of
deze daartoe spoedig zullen kunnen overgaan.
Een niet minder ernstig treffen heeft ter zee
plaats gehad, maar daaromtrent loopen de berichten
nog zeer uiteen. Beide partijen beweren de over
winning te hebben behaald, maar aan welke zijde
nu de waarheid wordt verkondigd, is nog niet be
kend. In elk geval heeft ook deze zeeslag talrijke
offers gekost en is de vloot van beide rijken deerlijk
gehavend.
In Japan was men natuurlijk op het vernemen
van de schitterende overwinning bij Ping-Yang in
de wolken. In Peking daarentegen is men als ver
bijsterd en de Keizer is woedend op Li-Hung-Chang,
den oppermachtigen onderkoning. Steeds heeft men
den Keizer allerlei verhalen opgedischt van schitte
rende overwinningen door de Chineezen op Korea
behaald, zoodat Z. M. er zich reeds over verwonderde,
dat er nog Japanners op de wereld waren. Nu hij
zoo in eens de waarheid moet hooren het schijnt
dus dat men hem toch de laatst geleden nederlaag
niet heeft durven verzwijgen is Li-Hung-Chang
gevallen en wil de Keizer zelf de teugels van het
bewind in handen nemen. Zijne omgeving zal hem
dit echter wel uit het hoofd praten.
Er doen nu wéér geruchten de rondte, dat de
Europeesche mogendheden voornemens zijn in het
geschil tusschen China en Japan tusschenbeide te
treden. Vooralsnog is daarvan echter niets met
zekerheid bekend en het is ook zeer de vraag of
de beide Oostersche volken, die zoo verbitterd op
elkander zijn, zulk eene tusschenkomst zullen ge-
doogen.
De begrootingsrede.
De rede waarvan de Minister van Financiën de
aanbieding der staatsbegrooting vergezeld liet gaan,
heeft ditmaal meer dan gewone belangstelling ge
wekt. De oorzaak van die buitengewone belangstel
ling is helaaseene alles behalve opgewekte. In
de eerste plaats sluit, zoo Ja we reeds mededeelden,
de begrooting met een tekort van ruim acht mil
lioen. Nu zal weliswaar vermoedelijk dit tekort tot
ongeveer vijf millioen verminderen, omdat gewoon
lijk op de gewone uitgaven kan worden bezuinigd
of althans die uitgaven jaarlijks blijken ongeveer
drie millioen minder te bedragen dan waarop ze op
de begrooting zijn uitgetrokken, maar ook afneemt
men dan in aanmerking, dat van dia resteerende
vijf millioen ongeveer vier voor buitengewone uit
gaven noodig zijn, die door eene leening kunnen
worden gedekt, dan blijft toch nog een millioen als
tekort over. Deze uitkomst is te minder aanlokkend,
omdat naast de teleurstelling, die de opbrengst der
door Zwitserland naar de Beiersche Paltz. Enghien
zag in het geheim de prinses en ik legde hem de
bewijzen harer geboorte voor. Hij kende mij per
soonlijk uit Parijs en hij, de zoon van den wakkeren
maarschalk Condé, de broeder van de valsche vrouw,
die thans als prinses Thérèse Charlotte mei Angou-
lóme getrouwd was, aarzelde niet mijne reisgenoote
als de dochter van Lodewijk XVI te erkennen.
Reeds sedert het begin der revolutie, nadat Scharre
voorgoed in mijn dienst was getreden, liet ik alle
brieven voor mij bestemd aan zijn adres richten.
Mijne familie, de de Foy's, de Van der Valk's, Agnes,
Enghien, zij allen hadden zich dat tot eene gewoonte
gemaakt en zij zal zoolang gevolgd worden als ik
leef!
Van Ettenheim gingen wij naar een broeder van
Agnes te Kaiserslautern en daar vond ik reeds een
brief van haar, waarin zij mg smeekte haar de mid
delen te verschaffen om ons naar Duitschland te
kunnen volgenna de ontvluchting der prinses was
haar leven bij de Barthelmy's onuitstaanbaar ge
worden. Ik liet haar door haar broeder geld zenden,
de gravin de Foy, die zich voor den vorm bg de
gematigde partij had aangesloten, zorgde voor een
pas voor Agnes en hare dochter, en zoo stond zij
op zekeren dag met haar kind voor ons. Wij waren
vereenigd op Duitschen bodem en we meenden in
volkomen veiligheid de toekomst te kunnen afwach
ten, waarin waarheid en gerechtigheid zouden zege
vieren over leugen en bedrog.
Aan dit eerste gedeelte van de gedenkschriften
van de Vavell, sloten de aanteekeningen der prinses
vermogensbelasting aan de schatkist baart, ook de
bedrijfsbelasting een lager cijfer zal aanwijzen dan
de vroegere patentbelasting.
In de tweede plaats spreken vele bladen een af
keurend oordeel uit over de 9XJ2 millioen, die buiten
de begrooting om zal worden aangevraagd voor eene
betere bewapening van zee- en landmacht, tot aan
koop nl. van nieuwe geweren. Terecht wordt deze
aanschaffing van nieuwe wapens op uitgebreide schaal
ondoeltreffend geacht, zoolang het vraagstuk betref
fende de reorganisatie van de levende strijdkrachten
niet is geregeld. Een goed georganiseerd leger met
de huidige bewapening is voorzeker verre te ver
kiezen boven een legermacht volgens de tegenwoor
dige regelen samengesteld en van te geringe getal
sterkte, met de beste wapens toegerust.
Maar al kunnen enkele organen der pers zich bg
die nieuwe bewapening nog nederleggen, eenparig
spreken ze een afkeurend oordeel uit over het door
den Minister van Financiën kenbaar gemaakte voor
nemen, om die 91/i millioen gulden te vinden door
eene leening, die bij annuïteit in 20 jaren zal worden
afgelost. Niet alleen toch, dat daardoor het tekort
van 1 millioen dit jaar nog met 640,000 zal ver
meerderen, maar men vraagt hoe de Minister in deze
tijden, dat de eene uitvinding op het gebied van
verbetering der vuurwapenen de andere met groote
snelheid opvolgt, erop durft rekenen, dat de nu in
te voeren bewapening gedurende 15 jaren onge
wijzigd zal kunnen blijven gehandhaafd.
Wij gelooven ook, dat de minister Sprenger van
Eijk in zijne begrootingsrede buitengewoon optimis
tisch was gestemd, en dat er alle kans bestaat, dat
zijne redeneering zal blgken geen stand te houden,
en dat zijne begrooting in de werkelijkheid nog vrij
wat minder zal blgken te kloppen dan op het pa
pier. En die kansen worden nog grooter, wanneer
men daarbij in. aanmerking neemt, dat de opbrengst
der vermogensbelasting even hoog is geraamd als
het vorige jaar, wat de minister zelf erkent, dat
vermoedelijk te hoog zal zijn, terwijl eene wijziging
van de personeels belasting zeer zeker ook niet tot
eene hoogere opbrengst zal leiden.
En wat zal Lombok ons nog kosten?
Een plattelands-club.
Met groote belangstelling zal onze omgeving zeker
vernomen hebben, dat verschillende leden der Kamer
zich zullen vereenigen tot een club, die zich ten
doel stelt de belangen van het platteland in het bij
zonder behartigd te krijgen. Waarlijk, dat platteland
en de kleine steden zijn lang genoeg stiefmoederlijk
bedeeld geworden, dat eindelijk van uit de volks
vertegenwoordiging wel eens stemmen ten hunnen
behoeve mogen opgaan. Zoodra het de groote steden
betreft, zijn bij alle groote werken fawdsbelangen
betrokken, en is nooit geschroomd leening op lee-
niug te sluiten om die groote werken te doen uit
voeren. Maar zoodra kwam men niet pleiten voor
de belangen der kleinere gemeenten of deze heetten
vaü zuiver plaatselijken aard te zgn. Weliswaar
profiteert ook een aanzienlijk deel van het platte
land van de voordeelen der uitbreiding van het
spoorwegnet, maar b. v. de aanleg van tramwegen
wordt nog veel te weinig gesteund. Nu mr. Haff-
aan. Zij beschreef haar jeugd in gezelschap van
Agnes, Sophie, de gravin de Foy en haren omgang
met hare moeder en hare tante prinses Elisabeth.
Zij werd bijna geheel afgezonderd gehouden van het
hofleven, zoodat zij op haar 12de jaar voor het eerst
hare ooms Artois en Provence zag, die kort daarop
buitenslands vluchtten. Op haar 14de jaar zat zij
reeds in den Temple gevangen. Aangrijpend was de
beschrijving van haar treurig lot in den kerker met
hare moeder, hare tante en haar broeder, gescheiden
van haar vader; hartverscheurend de indruk, dieu
de dood des konings, het afscheid van de koningin
op haar hadden gemaakt, toen deze naar de Cöncier-
gerie werd overgebracht en zij, bij het heengaan
nog eenmaal omziende naar haar kind, het hoofd
zoo hevig tegen den deurpost stiet, dat ze bewuste
loos werd weggedragen. Deze tafereelen van schrik
en smart stonden onuitwischbaar in haar kinderlijk
gemoed gegrift.
Eén feit van groote beteekenis trof Rembod in
het bijzonder, namelijk, dat prinses Charlotte den
laatsten brief der koningin aan haar en den trouw
ring van hare moeder uit den Temple gered had
en medegenomen naar Le Mans en verder naar
Duitschland. Deze voorwerpen leverden het onweder-
legbaar bewijs, dat zij de echte dochter van Lodewijk
XVI en Marie Antoinette was. Michonix had beide
souvenirs van de Coneiergerie naar den Temple ge
bracht en ze waren in het pakje, dat de prinses aan
den chevalier ter bewaring, had ter hand gesteld.
Zij bevonden zich bij andere documenten met een
bewijsstuk van de gravin de Foy, de gouvernante
der prinses, achter de tweede schilderg.