1894 N°. Ill Donderdag' 20 September. 81s,e jaargang. Bij dil Dommer behoort een bijvoegsel. Meinee d. FEUILLETON. Het raadsel van Hildburghausen. DE TROONREDE. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75. Afzonderlijke nommers 5-cent; met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiëa voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmax te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. COURANT. De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetnigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Inzending v»n advertentiën vóór 1 uren op den day der uitgave» Er is reeds veel geschreven over de waarde van den eed, zoowel als over het meer of minder ge- wenschte van de afschaffing daarvan. Waar aan de eene zijde de tegenstanders van den eed beweren, dat het aanroepen van God's naam bij het afleggen eener getuigenis of verklaring in strijd is met hunne beginselen, daar houden aan den anderen kant de voorstanders angstvallig vast aan het behoud van de eedsformule, omdat zij meenen daarin een waar borg te vinden voor de juistheid der af te leggen verklaring, vooral bij individuen met gebrekkige moreele ontwikkeling. We willen op deze beide tegen elkander over staande beweringen thans niet ingaan; maar toch mogen we wel verklaren, dat wat we in den laatsten tijd in onze omgeving bij herhaling waarnemen, schijnt te pleiten voor de opvatting der voorstanders van den eed. We bedoelen de zoo veelvuldig voor komende gevallen van meineed. In de laatste dagen hebben voor de arrondisse- ments-rechtbank te Middelburg drie personen terecht gestaan en eerstdaags zullen weder twee personen zich voor diezelfde rechtbank te verantwoorden heb ben wegens het afleggen eener valscbe verklaring. Al deze beschuldigden zijn afkomstig uit het kanton Goes. De eene stond terecht, omdat hij eene valsche verklaring deed ten gunste van een beklaagdede tweede omdat hij zulks deed om van eene schuld vordering bevrijd ta worden; een derde ontkende valschelijk, dat eene schuldvordering gekweten was; de vierde en vijfde zullen terecht staan, omdat zij ten nadeele van beklaagden getuigd hebben, die in verschillende strafzaken reeds veroordeeld zijn en waarvan sommigen bereids hunna straf hebben on dergaan. Hebben deze allen nooit de waarde van den eed begrepen, hebben zij althans nimmer overwogen wat de gevolgen konden en moesten zijn van hunne val sche verklaringen, gevolgen zoo in hooge mate droe vig voor heDzelven, of, zooals in laatstbedoeld geval, ook voor anderen De personen, waarvan hier sprake is, zijn man en vrouw, ouders van een vijftal kin deren, menschen van fatsoenlijke landbouwersfami- liën; thans zijn ze beiden te Middelburg gedetineerd, de moeder met zich nemende een wichtje van nau welijks zes maanden. Vreeseljjk lot voor de ouders, zoowel als voor het kind, wanneer het later eenmaal zal vernemen, waar het zijne eerste jeugd heeft doorgebracht en aan wie het dit te wijten heeft. Maar oneindig smartelijker toch blijft het lot van hen, die door dien meineed onschuldig veroordeeld zijn, niet alleen om hetgeen ze tijdens hunne gevan genschap hebben geleden, maar ook omdat de terug keer in de maatschappij voor dezulken zoo licht met groote bezwaren gepaard gaat. We zeiden daar straks, dat de veelvuldige ge vallen van meineed, die zich in den laatsten tijd hebben voorgedaan, kracht bijzetten aan de argumen ten van de voorstanders van het behoud van den eed. Wellicht zullen de tegenstanders beweren, dat integendeel de waardeloosheid van den eed slechts Naar het Duitsch van A. E. Beachvogel. 63) Vervolg. Voor de bevrijding der jeugdige prinses was nu al onze hoop gevestigd op Barthelmy. Deze schurk schaamde zich niet Oouthon te pluimstrijken, Robes pierre zijn parapluie, overjas en portefeuille in de vergadering achterna te dragen om maar voor den meest vurigen patriot door te gaan. Ik ben over tuigd, dat hij het geweest is, die Micbonix aangaf, want dadelijk na diens dood werd hij eerste gevangen bewaarder in den Temple. Iedereen sidderde daar voor hem. Deze man nu stelde ons voor zijne hulp bij de bevrijding éene afschuwelijke voorwaarde, die we echter verplicht waren aan te nemen, wilden we niet door hem verraden worden. Hij verlangde namelijk, dat zijn vader Armand Barthelmy, wien hg het burgemeestersambt in zijne geboorteplaats Le Mans had weten te bezorgen, en zijne drie broe ders de prinses in gezelschap van zijne vrouw Agnes naar Le Mans zouden brengen en dat ze daar onder hunne hoede zoolang verborgen zou blijven tot de republiek gevallen en de herstelling van het koning schap waarschijnlijk zou zijn. Aan Van der Valk en mij zou alleen vergund worden de prinses uit den Temple te bevrijden en aan de zijnen over te geven. Het te duidelijker uit de aangehaalde feiten blijkt. Tot op zekere hoogte is dit juistde waarde van den eed wordt in niet geringe mate verminderd, wanneer men ontwaart, dat zij geen voorbehoedmiddel is tegen meineed. Maar toch ligt het vermoeden voor de hand, dat bij afschaffing van den eed het aantal gevallen van valsche verklaringen nog veel aanzien lijker zou worden. Ontkend kan toch niet worden, dat de eedsformule in woorden is vervat, die voor velen nog zulk eene hooge waarde hebben, dat zij terughouden van het afleggen eener valsche getuige nis, ook bij hen, die moreel niet genoegzaam ont wikkeld zijn om zonder aanroeping van God even zeer voor eene onware verklaring terug te deinzen. De veelvuldig voorkomende gevallen vau meineed in onze omgeving leveren inderdaad een hoogst treurig bewijs omtrent de waarheidsliefde, goede trouw en eerlijkheid van vele personen, en het is te vreezen, dat slechts strenge middelen hen, die er zich aan hebben schuldig gemaakt, van eene her haling zullen kunnen terughouden of anderen nog tijdig op het rechte pad zullen doen blijven. We hopen daarom, dat met kracht tegen het blijkbaar voortwoekerend kwaad zal worden opgetreden en we laten ter waarschuwing hier volgen artikel 207 van het wetboek van strafrecht, waarin over den meineed wordt gesproken. Dit artikel luidt als volgt Hij die in de gevallen waarin 6en wettelijk voorschrift eene verklaring onder eede vordert of daaraan rechtsgevolgen verbindt, mondeling of schriftelijk, persoonlijk of door een bijzonder daar toe gemachtigde, opzettelijk eene valsche verklaring onder eede aflegt, wordt gestraft met eene ge vangenisstraf van ten hoogste zes jaren. Indien de valsche verklaring onder eede is af gelegd in eene strafzaak ten nadeele van den be klaagde of verdachte, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren. Met den eed staat gelijk de belofte of bevesti ging, die krachtens de wet voor den eed in de plaats treedt. Ontzetting van de in artikel 28 no. 1—4 ver melde rechten (het bekleeden van ambten of van bepaalde ambten, het dienen bij de gewapende macht, het kiezen en de verkiesbaarheid bij krach tens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezin gen, het zijn van raadsman of gerechtelijk bewind voerder en het zijn van voogd, toeziende voogd, curator of toeziende curator over anderen dan eigen kinderen) kan worden uitgesproken." Armenzorg. In het begin van dit jaar heeft onze medewer ker Adspirant in een zijner brieven het denkbeeld geopperd, dat wanneer de armenzorg in éene hand berustte en niet over zoovele lichamen en vereeni- gingen was verdeeld, indien er althans meer samen werking was tusschen de corporation, die zich met de armenzorg belasten, dit zeker aan de armen, zoowel als aan de ondersteuning verleenenden ten goede zou komen, en de bedelarij aanmerkelijk zou doen verminderen. In het orgaan der Haagscbe vereeniging t>Armen zorg" wordt thans een denkbeeld aan de hand ge daan, dat eenige overeenstemming vertoont met het velensgevaarlijke deel der redding was dus voor ons weggelegd, het voordeel bleef voor hem en zijne familie. Op onze schouders, zelfs op onze stervende lichamen wilde hij zich tot redder van Thérèse Charlottte verheffen; zijne hand zou den prijs voor haar leven ontvangenMaar ach Godwat gaven wij om roem, als het onschuldige kind maar bevrijd werdAlleen de voorgestelde nabijheid van Agnes, aan wier borst de prinses eens als aan die eener tweede moeder gerust had, stelde ons eenigszins gerust. Bovendien kon ik in het ergste geval met be hulp mijner bloedverwanten beproeven baar door een list uit hare hachelijke positie te Le Mans te redden. Prinses Thérèse Charlotte had sedert drie weken eene deelgenoote in haar lijden gekregen, namelijk de hertogin van Condé, prinses van Bourbon, de dochter van den maarschalk, die aan den Rgn het bevel voerde over de emigranten tegen hun eigen vaderland. Men zeide, dat zij eene natuurlijke dochter was en hare latere mémoires wanneer die ten minste werkelijk van haar en niet van de prinses Conti zijn hebben de waarheid van die bewering bewezen. Zij was onder verschillende vermommingen in Frankrijk achtergebleven tot ze ten laatste door de speurhonden der conventie word ontdekt. Al de andere cellen van den Temple waren meer dan vol, en daarom werd ze bij de dochter des Konings in- gekerkerd. De prinses van Condé was onder dan Charlotte en veel stoutmoediger; eene zekere man nelijke zelfbewustheid kon men haar niet ontzeggen. Het kwam er nu op aan of ze opofferingsgezind zijne, en dat naar wij gelooven, het voordeel heeft dadelijk uitvoerbaar te zjjn. Bedoeld orgaan wijst namelijk op betgeen door Louis Paulian wordt aangegeven in diens werk over »de bedelaais te Parijs", het denkbeeld namelijk, I 2>dat alle stichtingen en vereenigingen van welda- j digheid zoowel als particulieren hun ondersteuning j door éen en denzelfden kassier laten uitbetalen." f Het groote voordeel van zulk eene regeling is, j dat op die wijze terstond wordt ontdekt, welke ar men van verschillende zijden gaven ontvangen, en in hoever daarvan misbruik wordt gemaakt. Aan het adres van hen, die bezwaren opperen, zegt de sehr. Vreest men soms, dat de zelfstandigheid van armbesturen daaronder lijden zal Maar biervan kan geen sprake zjjn. Alles blijft hetzelfde. Elke ver eeniging gaat haar gewonen gang. Alleen in de plaats van klinkende munt aan de ondersteunden te geven, geeft zij een bewijs af, waarop de arme dit aan het kantoor van uitbetaling krijgen kan. Is men bezorgd voor de kosten? Deze kunnen niet van beteekenis zijn. Werd de maatregel alge meen, zeker zouden zij een percent van bet totaal bedrag niet te boven gaan. En zou bet niet heel wat meer waard zijn om te voorkomen, dat zooveel geld in verkeerde banden komt Inderdaad, met een weinig goeden wil ware op deze wijze een uitstekend werk te verrichten. Het gruwelijke bedrog, dat overal door bedelaars gepleegd wordt, zou opééns onmogelijk worden gemaakt. Schat ten, die thans weggeworpen worden aan bedriegers, zouden de werkelijke armoede ten goede komen. Nog eenswat is tegen zulk een maatregel Antwoordbehoudzucht, bekrompenheid en on wil anders niet." De Fr. Ct. merkt op, dat, ook zonder dat er be drog in het spel is, en zonder dat men met bedelaars van professie te doen heeft, de onderlinge onwetend heid der geldgevers omtrent elkanders doen, kwaad sticht. De Fr. Ct. vraagt: wordt hier niet een ei van Columbus aan de hand gedaan Waar in een onzer groote steden is een vereeniging, die het initiatief wil nemen om het in toepassing te brengen Wij zouden op die laatste vraag willen antwoor den, dat evengoed in eene kleine stad eene proef met het denkbeeld van Paulian zou kunnen genomen worden. Zou het bezwaar opleveren hier eens eene poging tot zulk eene samenwerking te wagen? Hare Majesteit de Koningin-Weduwe, Regentes, beeft gisteren de zitting der beide Kamers van de Staten-Generaal geopend met de volgende troonrede i> Mijne Heeren Het is mij aangenaam, mij wederom te bevinden te midden der vertegenwoordigers van het Neder- landsche volk, gereed om hunnen gewichtigen arbeid te hervatten. Met erkentelijkheid mag ik er op wijzen, dat de toestand des lands in menig opzicht tot tevre denheid stemt. De betrekkingen tot alle buitenland- sche mogendheden zijn van den meest vriendsehappe- lijken aard. genoeg was om alleen in de cel achter te blijven en desvereischt zichzelf voor de ontvluchte prinses uit te gevenIk moet eerlijkheidshalve bekennen, dat zij met onverschrokkenheid bereid was de rol der Koningsdochter op zich te nemen, en dat zij in het ongeluk zich vrij wat edeler en heldhaftiger be toonde, dan toen ze later, in gelukkiger omstandig heden verkeerde. Gelijke gestalte en hetzelfde donkere haar maakten, dat zij moeielijk te onderscheiden waren. Bovendien werden de gevangenbewaarders, met uitzondering van Barthelmy, elk oogenblik ver wisseld, teneinde mogelijke verstandhouding met de gevangenen te belettenhet zou dus zeer moeielijk zijn uit te maken welke der beide jonge vrouwen eigenlijk de dochter van Lodewijk XVI was. De 8ste Juni 1794 was een nationale feestdag en daarom hadden we dezen voor de volvoering van ons plan gekozen. De oude burgemeester van Le Mans en zijne drie zonen stonden in de nabijheid van de achterpoort van den Temple met een wagen met vier paarden gereedAgnes zat reeds met het hoogstnoodige in het rijtuig. Ik, met de papieren van Cornelius bij mij, Van der Valk zelf en Scharre wachtten in een onaanzienlijk herbergje tot de sche mering gevallen was. We hadden met Barthelmy afgesproken, dat ik met hem in den toren, waarin de prinses gevangen zat, gaan en deze bevrijden zou, dat Cornelius en Scharre op de binnenplaats der gevangenis ons zouden opwachten, dat deze ons kalm zouden laten passeeren en ons daarna lang zaam volgen zouden, zoodat Van der Valk het laatst de gevangenis zou verlaten. Mijn* vader en mijn Aan de sedert 1875 tusschen Nederland en de vereenigde staten van Venezuela bestaande geschillen is tot mijne voldoening op bevredigende wijze een eiüde gemaakt. Zee- en landmacht gaan voort, zich, zoowel hier te lande als in de koloniën, op loffelijke wijze van hare taak te kwijten. Van onze krijgs macht in Nederlandsch-Indië werden opnieuw zware offers gevorderd, welke ik met diepen weemoed her denk. Ik vertrouw, dat de eer onzer wapenen op Lombok, ook na ondervonden tegenspoed, krachtig zal worden gehandhaafd. De algemeene gezondheidstoestand is bevredigend. Voor een ernstige uitbreiding der Aziatische cholera mochten wij bewaard blijven. De gunstige verwach tingen, die de te velde staande oogst aanvankelijk opwekte, zijn tot mijn leedwezen in onderscheidene deelen des lands niet verwezenlijktaanhoudende regens hebben daaraan veel schade toegebracht. Of schoon de veestapel van ernstige ziekten bevrijd bleef, beeft bet daaronder uitgebroken mond- en klauwzeer aanleiding gegeven tot verbod van vee- invoer in de aangrenzende rijken. De toestand van handel en nijverheid is overigens in bet algemeen niet onbevredigend. Tot belangrijke werkzaamheden zult gij worden geroepen. Ontwerpen tot regeling van het kiesrecht, alsmede tot herziening der personeele belasting zullen in dit zittingjaar bjj U worden ingediend, terwijl met de voorbereiding eener nadere regeling van de gemeente- fiaanciën inmiddels wordt voortgegaan. De conferentie voor internationaal privaatrecht op mijne uitnoodiging ook dit jaar te 's-Gravenhage bijeengekomen, zal, naar ik grond heb te verwachten, leiden tot verdragen, welke uwe goedkeuring zullen behoeven. Ontwerpen tot vaststelling van een wetboek van militair strafrecht en van eene wet op de krijgs tucht zullen Uwe aandacht vorderen. Omtrent onderscheidene onderwerpen van handels recht en strafvordering zullen U voorstellen tot aan vulling of wijziging der bestaande wetgeving worden gedaan. Wetsvoordraehten betreffende het land- en tuinbouwonderwijs, alsmede omtrent het subsidiëeren van scholen van middelbaar onderwijs voor meisjes zijn in bewerking. Tot vermeerdering van de weerbaarheid des lands door verdere vernieuwing van het materiëel dei- zeemacht, betere bewapening der krijgsmacht te land en te water en instelling eener herhalings oefening voor de zeemilitie, zult gij worden in de gelegenheid gesteldterwjjl ontwerpen tot aanvul ling der bepalingen op de bevordering der officieren van de landmachtbetreffende den staat van oorlog en beleg en aangaande het stellen van militaire innndatiën U zullen bereiken. Tot verhooging der opbrengst van bestaande be lastingen en tot herziening der belastbare opbrengst van de gebouwde eigendommen zullen U voorstellen worden aangeboden. Wets voordrachten tot instelling van Kamers van Arbeid, tot regeling van het toezicht bij de op- en inrichting van fabrieken en werkplaatsen, met het oog op de belangen der arbeiders en tot het openen der gelegenheid, om door het Rijk gewaarborgde lijfrente te verkrijgen, worden in gereedheid gebracht. oom zouden het rijtuig op eenigen afstand tot Charfcres volgen. Met Cornelius en Scharre zou ik dan des nachts in alle stilte naar Le Mans trekken om daar het oog te houden op de bewakers der prinses. Ter eere van den feestdag waren de gevangenbewaarders tamelijk door den wijn beneveld, zoodafc alles ons plan scheen te begunstigen. Met een stommen bard- druk hadden Cornelius en ik voor alle gevallen af scheid van elkaar genomen. Toen het volslagen donker geworden was betraden Barthelmy, Van der Valk, Scharre en ik, behalve eerstgenoemde allen in de uniform van officiereu der nationale garde, de gevangenis. Voor Barthelmy met zijne koude gelaatstrekken en zijn hart zonder mededoogen week ieder met eerbied terzijde. Op de binnenplaats bleven Cornelius en Scharre achter, Barthelmy en ik klommen in den toren. Ik streed met alle kracht tegen de ontroering, die zich van mij meester maakte, toen ik mij in dit hol dei- ellende bevond. Weldra stonden we voor de ijzeren deur van de cel, waarin de beide prinsessen waren opgesloten. »Gaat in den gang staan, burgers! en geeft mij den sleutel van den kerker van de dochter van Oapet 1" beval Barthelmy den wachthebbenden sol daten. »Deze burger-officier Marmaduc heeft haar eenige vragen te doen over bare deugdzaamheid. Ik hoop, dat ze ook spoedig aan de beurt zal komen, dan krijgen we wat ruimte Barthelmy kreeg den sleutel, de wacht trok zich tot bij de trap terug en wij traden het sombere vertrek binnen. Daar zaten t door eene kleine lamp

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 1