opgewekte gezichten, waarmede vooral de jongere
kweekers van Floralia-planton do tentoonstelling be
zochten, getuigden nu ja, in de eerste plaats na
tuurlijk van nieuwsgierigheid of hunne potjes" ook
bekroond waren maar toch ook van belangstelling
waar hunne Flora-kinderen wel zouden staan en
van voldoening, dat zoovele anderen daarop mede
hun oog zouden laten vallen.
En waarlijk er zijn er genoeg, die het beschou
wen overwaard zijn. Menige plant, zelfs onder de
niet-bekroonden, getuigt van nauwlettende zorg aan
haren groei en bloei besteed, en levert het bewijs,
dat, waar toewijding bestaat, de natuur gaarne be
reid is het schoonste te leveren, wat ze aan bloem
en blad bezit.
Het was dan ook voor de jury, die welwillend
de taak had aanvaard om de bekroningen toe te
kennen, zij bestond uit de heeren J. M. Kakebeeke,
M. C. J. De Visser, F. Reijerse, E. V. d. Bosch en
P. V. d. Meulen dikwerf moeielijk een juist oor
deel uit te spreken, maar wie mede getuige was van
de nauwgezetheid, waarmede werd gewikt en ge
wogen, zal moeten erkennen, dat genoemde heeren
met ernst dien arbeid hebben verricht, waarvan we
het resultaat gistermorgen reeds per bulletin aan
onze lezers in de stad hebben medegedeeld.
Natuurlijk kon niet ieder inzender een prijs ver
werven, maar dit zal, hopen we, voor de niet-be-
kroonden geene aanleiding worden om een volgend
jaar niet weder de zorg over eenige Floralia-plantjes
op zich te nemen. Al doende leert men, en wat dit
maal niet gelukt is, zal allicht een volgenden keer
beter slagen. We twijfelen dan ook niet of we zullen
nog vele jaren achtereen in Goes eene Floralia-ten-
toonstelling zien organiseeren, en velen zullen Volks
vermaken gaarne steunen in haar streven om bij ons
volk meer en meer belangstelling op te wekken in
de verzorging van planten, die zoo menig vertrek
een vriendelijken aanblik geven. Dien steun kan men
o. a. verleenen èn door lid der vereeniging te worden
èn door voor de tentoonstelling prijzen te schenken.
We mogen dit korte overzicht niet eindigen zonder
te gewagen van de schoone inzendingen door de heeren
Dominieus Co. te Wemeldinge en F. Reijerse Zn. te
Goes en vele particulieren ter opluistering der ten
toonstelling ingezonden. Zij brachten veel bij tot den
schoonen aanblik, dien de concertzaal gisteren en
heden opleverde, maar ze legden tevens getuigenis
af van wat ook in onze omgeving op het gebied
der bloemisterij door mannen van het vak kan worden
geleverd, alsmede van wat in de huiskamer van menig
particulier door goede zorg kan worden verkregen.
Aan de beide genoemde bloemisten werd dan ook
•ene zeer eervolle vermelding toegekend.
De heer D. J. Van der Have, bloemist te Kapelle,
had de beleefde attentie heden aan elk der bezoeksters
der tentoonstelling eene roos te doen aanbieden. Zeker
eene uitnemende reclame voor de tallooze variëteiten,
die zijne kweekerijen van die bloemen bevatten.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Aangenomen het beroep bij de Ned. Herv.
Gem. te Soesterberg door ds. L. J. Van Rkijn Jr.
te St.-Maartensdijk.
Door het provinciaal kerkbestuur van Zeeland
is tot den predikdienst toegelaten de heer A. De
Pecker, candidaat te Leiden.
Het provinciaal kerkbestuur van Groningen
heeft den 6 Sept. jl. aan het classicaal bestuur,
waaronder dr. Louis Ballier ressorteert, opgedragen
maatregelen te nemen, waardoor de kerkeraad van
Groningen een einde moet maken aan het verzuim",
dat dit college nog bij voortduring begaat door het
getuigschrift van zedelijk gedrag van dr. B. in te
houden. Binnen drie weken moet het classicaal be
stuur van den uitslag dier maatregelen kennis geven,
Nog is toegelaten tot de 1ste klasse der H.
B. S. te Goes de leerling C. E. Visser.
Tot onderwijzer te Rilland is benoemd dhr.
F. J. v. d. Ende te Middelburg en tot onderwijzeres
mej. E. Korsten te Domburg.
Boekaankondiging.
Het Tijdschrift ter beoefening van het Adminis
tratief Rechthoofdredacteur H. J. G. Hartman,
elfde jaargang, negende aflevering, uitgave van F.
Kleeuwens Zoon te Goes, bevatDe Raad van
Sproten de schrik en de verbazing van Ebersmann
daaruit voort? Was dat de reden waarom de oude
Szlenka mij zoo verwonderd aanstaarde en dat de
hotelhouder uit het Engelsche huis mij zoo bleef
aangapen Maar wat is er nu met de schilderijen
»Qp uw 24sten verjaardag, het volgende jaar,
moesten zij uw eigendom worden. Zoo wilde het de
geheimgraaf."
Mijne erfenis Hij sidderde »De Temple en
de Conciergerie Hij ging naar den muur en lichtte
een der schildergen op. Terwijl hij het deed, ver
nam men een zacht geritsel.
Wat is dat?!" riep Cuno von Themar, die naast
Rembod stond.
Rembod schudde nog eens en weder vernam men
hetzelfde geluid »De schilderij bevat papieren, pa
pieren voor mijriep hij buiten zichzelven.
De weduwe was doodsbleek geworden. ♦Lodewijk!"
sprak zij, eerbiedig den laatsten wil van den
overledene."
♦Gij hebt gelijk, beste moeder Ik zou zijne liefde,
noch de uwe, noch die van Charlotte waard zijn,
wanneer ik het gebod niet nakwam van hem aan
wien ik alles te danken heb
«Ik stel voor" sprak Cuno, dat wij de schildergen
weder inpakken en dat ik ze dan medeneem naar
Themar, waar ik ze zal bewaren tot ge meerder
jarig zjjt."
Rembod zoowel als de weduwe keurden dit plan
goed en weinige dagen later waren de schilderijen
op weg naar Themar. Het was juist bijtijds, want
kort daarop kwam Trommel andermaal aan de we
duwe een bezoek brengen met het doel om toch de
State, door W. S. J. Tenkink. Lastgeving, door
H. P. Fledderus. Beantwoording der door de
Redactie gestelde vragen. Nederlandscke bond
van gemeente-ambtenaren. Varia. Vragen ter
beantwoording.
LOMBOK.
De correspondent der N. R. Ct. te Batavia seint
onder dagteekening van 10 Sept.
Mataram en Tjakranegara zijn beide door de
batterijen verwoest. De Sassaks van Batoe Klian
streden tegen de Baliërs ten noorden van Narmada.
Eenige duizenden Sassaks bezetten de landstreek
bezuiden Mataram en Tjakranegara tot aan zee.
Goesti Djilantik ontsnapte naar Karang Asem.
Narmada (Ajermada) ligt aan den 10 M. breeden
weg, die van Tjakranegara naar het oosten loopt
langs de desa's Bertaid en Kembang Koening. Nar
mada is een der verblijfplaatsen van den ouden vorst.
Dit lustverblijf, waarvan het hoofdgebouw slechts
2 kamers bevat en niet meer dan een optrekje ge
noemd kan worden, ligt aan de zuidzijde van den
weg, heeft een omtrek van 1 i/s paal» is terrasvormig
aangelegd en bestaat, behalve het hoofdgebouw, uit
een op 7 terrassen gebouwden tempel, eenige op
verschillende hoogten gelegen koepeltjes en viseh-
vijvers. Aan de oostzijde stroomt de breede en diepe
S. Banjak of Narmada, die vroeger overbrugd was
de brug werd gedurende den opstand der Sassaks
opgebroken.
Batoe Klian ligt aan de voortzetting van den
weg van Tjakranegara naar Narmada,dus oostelijk
van dit laatste; de weg wordt van Narmada al
minder breed en loopt over Pringaratan en Salam
Soekoer naar Batoe Klian. Een der voornaamste
hoofden van de Sassaks is Djero Giniawang van
Batoe Klian.
Goesti Djilantik is vorst van Karang Asem op
Bali, die met zijne hulptroepen den vorst van Lom
bok tegen de Sassaks was komen bijstaan en wiens
ontsnappen naar Karang Asem, volgens een vroeger
telegram van het Nieuws van den Dagdoor de
marine niet zou verhinderd zijn.
De conclusie uit bovenstaand telegram is dus, dat
de Baliërs vrijwel van alle kanten ingesloten zijn.
Want de Sasaks van Kliang staan in het Noorden,
terwijl andere Sasaks hun terrein ten Zuiden van
Mataram tot aan de zee toe insluitenaan de zee
zijde bedreigen hen onze oorlogsschepen.
Van een hoofdofficier van het Indische leger de8lt
het N. v. d. Dag de volgende conjectuur mede om
trent de verspreiding van de compagnieën van het
9e bataljon, dat, waarover de luit.-kolonel Lawick
van Pabst bet bevel voerde.
De overste, die bereden was, zal waarschijnlijk al
zeer spoedig door de kogels der Balineezen zijn ge
vallen. Het kommando ging toen over op den oudsten
kapitein. Toen deze inzag, dat de troep niet langer
kon stand honden, zal hij bevel hebben gegeven, dat
de vier compagnieën elk afzonderlijk zouden trachten
zich er door heen te slaan.
Dezelfde hoofdofficier verklaart het merkwaardige
geval, dat kapitein Lindgreen heeft kunnen capitu-
leeren, iets wat zich waarschijnlijk nog nooit in
Indië heeft voorgedaan tegenover een inlandschen
vijand uit de omstandigheid, dat de.kapitein ge
huwd is met de dochter van een vroegeren resident
van Bali en Lombok. De vorst van Mataram heeft
dien resident gekend, misschien kende hij ook diens
dochter, misschien Lindgreen zelf, die luitenant was
toen hij huwde.
De Avondpost deelt mede, dat, volgens een uit
Goebeng (Soerabajt) ontvangen particulier telegram,
de zwaargewonde luit.-kolonel H. F. C. Van Brjlevelt
op het oogenblik buiten gevaar verkeert.
Van den gouverneur-generaal van Ned. O.-I. is
onder dagteekening van 10 dezer bij het departe
ment van koloniën het navolgend telegraphiscb bericht
ontvangen.
Geen verdere Europeesche mindere militairen van
vermist terug.
Sidenring (evenals Gowa, vroeger genoemd, een
der bondgenootschappelijke landen op Celebes) bood
hulptroepen aan.
Drie compagnieën der Barissan van Bangkalan
vertrekken naar Lombok om van onze troepenmacht
het meest partij te kunnen trekken.
schilderijen eens te mogen zien. Zij kon nu volkomen
naar waarheid zeggen, dat zij ze had weggegeven
aan iemand, die ze nu ook niet meer in zijn bezit
had. Op de opmerking van Trommel, dat ze blijk
baar aan het aandenken van den geheimgraaf niet
veel waarde scheen te hechten, bleef ze het antwoord
schuldig.
Ook Ziesenhenne zette nog altijd zijne pogingen
voort om den sluier op te lichten waarachter het
geheim van den graaf verborgen was. Hij schroomde
niet daartoe te verkeeren in kringen der maatschappij,
waarin hij zich anders niet gaarne zou bewogen hebben
en meermalen kon men hem tegenwoordig in gesprek
zien met de armste lieden uit Eishausen, teneinde
deze uit te hooren over het leven van den geheim
graaf voor zoover dit van buiten af waarneembaar
was geweest. Zoodoende zamelde hg allerlei losse
gegevens op, die hij zelf met elkander in verband
bracht en die hem, zooals blijken zal, tot de onzin
nigste resultaten bracht, zonder dat hij evenwel een
oogenblik aan hunne juistheid twijfelde.
Zoo trad hg op zekeren dag, wel toegerust met
allerlei losse praatjes, het bureau van zijn chef, den
kantonrechter Trommel, binnen.
♦Ik heb het genoegen u over onzen geheimgraaf
wonderlijke berichten te komen mededeelen".
♦En die zijn
♦Ten eerste, dat op het kasteel twee kinderen
van het mannelijk geslacht geboren zijn, één in 1817,
en één in 1822. Men heeft de meid als hunne moeder
opgegeven en ze gedoopt met den naam van den
bediende Scharre. Eene oude vrouw, zekere Greta,
is bij de geboorte tegenwoordig geweest en eveneens
In- en uitvoer ter noord- en westkust van Lombok
behoudens licenties verboden.
Djilantik is eergisteren met een gedeelte van zijn
volk van Telok Komba naar Karan Asem overge
stoken, na aan de bevolking aldaar, die bezig was
versterkingen op te werpen, bevolen te hebben daar
mede op te houden en bij komst onzer troepen witte
vlag te hijscben.
Na voltooiing der versterking te Aroeng zijn
Mataram en Tjakra Negara door zware artillerie
beschoten. Vijand reageerde niet.
Baliërs zouden bij Poenikan slaags geweest zijn
met de Sasaks, die de streek bszuiden Tjakra Negara
en Mataram tot aan zee bezet houden.
Toestand gewonden goed.
Gemeenteraad van Goes.
Hedenmiddag te 3 uren hield de gemeenteraad
van Goes eene openbare vergadering onder voorzit
terschap van den burgemeester, mr. J. G. de Witt
Hamer. Zij werd bijgewoond door 9 leden.
Afwezig met kennisgeving waren de heeren Larn-
brecktsen, Lenshoek, Den Boer en M. De Jonge Jz.
Na voorlezing en goedkeuring der notulen van de
vorige vergadering deelde de voorzitter mede, dat
op de H. B. S. de lessen waren aangevangen met
79 leerlingen voor alle en 6 voor enkele vakken,
en die der B. A. S. met 56 leerlingen. Op laatst
genoemde school was het aantal leerlingen der le
klasse te groot om gezamenlijk onderwijs te ont
vangen, waarom B. en W., in overleg met de com
missie van toezicht en den directeur, eene paralel-
klasse in het leven hebben moeten roepen, waardoor
de heeren Ittmann, Breetvelt en Van Schelven te
zamen 8 uren meer les moeten geven, wat eene
verhooging hunner jaarwedden zal eischen van f280
te zamen.
Een en ander wordt, zooveel noodig met goed
keuring, voor notificatie aangenomen.
Ingekomen waren eenige verslagen, die in de
boekerij zullen worden geplaatstvoorts bericht van
ds. W. A. Van Griethuysen, dat hij ontslag neemt
als lid van de commissie van toezicht op het L. O.,
welk bericht is gesteld in handen van die commissie
tot het opmaken eener aanbeveling ter voorziening
in de vacature. Nog was ingekomen een bericht
van het hoofd van de o. 1. school B., dat de on
derwijzers P. A. Van Bloppoel en Chr. Schultz de
acte van hoofdonder wijzer hebben verworven, zoodat
zjj met ingang van 1 October a. s. in het genot
van de verhooging hunner jaarwedde moeten worden
gesteld en eindelijk van het Burgerlijk Armbestuur
de begrooting der ontvangsten en uitgaven dier in
stelling voor 1895, welke gesteld is in handen der
financiëele commissie ter floe van onderzoek en advies.
Alsnu werden op voorstel van B. en W., na in
gewonnen advies der financiëele commissie, achter
eenvolgens zonder discussie ot hoofdelijke stemming
goedgekeurd
a. de rekening van het Gasthuisbestuur over 1893
in ontvang op f23610,61', in uitgaaf op f 21776,53
"en derhalve met een goed slot van 1 1834,08
b. de begrooting van het Gasthuisbestuur voor
1895 in ontvang en uitgaaf op f 11741,82 meteen
post voor onvoorziene uitgaven van f 189»52 Sub
sidie uit de gemeentekas is niet noodig.
c. de rekening van het Burgerlijk Armbestuur
over 1893 iu ontvang op f 42216,93, in uitgaaf op
f 86663,95 V2 en derhalve met een goed slot van
f 5552,97 ^2Hierbij valt op te merken, dat
onder deze cijfers, zoowel in ontvang als in uitgaaf,
begrepen is een som van f 10,000, die eerst bij de
credietvereeniging was gedeponeerd en later weder
teruggenomen, terwijl als eerste post van ontvang
is gebracht het goed slot der rekening over 1891,
groot f 4756,03V2, zoodat het werkelijk goed slot
slechts f 796,94 bedraagt.
Vervolgens werd op voorstel van B. en W., na
gunstig advies van de financiëele commissie, voor-
loopig goedgekeurd en vastgesteld de rekening der
inkomsten en uitgaven der gemeente over 1893,
in ontvang op f 161,821,931/2, in uitgaaf op
f 147,619,96 derhalve met een goed slot van
f 14201,97, waarop echter voor den loopenden dienst
bereids f 8430 is gepreleveerd. Op deze rekening zal
de goedkeuring van Ged. Staten worden gevraagd.
Nog werd vastgesteld bet kohier van het school
geld van de 0. 1. school E, door B. en W. opge
bij den dood van den bediende."
»Menscb, dat is eene prachtige ontdekking. Waar
is die keukenmeid, waar die Greta, waar zijn die
kinderen
Als van den aardbodem verdwenen Na den dood
van den graaf ging Rosine Scharre buitenslands en
Greta werd na het overlijden van den bediende niet
meer gezien."
♦Is me dat eene verwarringDie geheimgraaf
was de duivel te slim Doch wacht maarAls de
datum der dagvaarding daar is, zullen ze allen wel
te voorschijn komen."
♦Daar ben ik zoo zeker niet van. Alhoewel hij en
zijne bedienden altijd beweerden, dat hij rijke ver
wanten in Holland had, is er nooit een op het
kasteel geweest."
Hg was dus bang ben te ontmoeten. Een reden
te meer om aan de echtheid van den pas te twijfelen.
De schurk was dus wel degelijk een Franschman."
»Dat wordt steeds duidelijker; hij was tot alles
in staat! Waarom zou hij dien Van der Valk niet
vermoord en diens papieren gestolen hebben en
I voortaan tegenover diens verwanten in Holland als
Leonard Van der Valk zijn opgetreden
♦Iets dergelijks beweert Hermann ook. Ik houd het
er evenwel voor, dat Van der Valk hem zijne papieren
en zijn geld heeft nagelaten om die Agnes Barthelmy
of Sophie Botta als gevangene te bewaken."
♦Maar wat zoudt ge zeggen als Agnes en Sophie
eens twee verschillende vrouwen waren geweest
Wanneer de graaf te Eishausen bigamie had ge
pleegd en als horribile dictu de eene de
moeder van de andere, die twee jongens derhalve
maakt tot een bedrag van f 2100, verdeeld,^over
50 leerlingen.
In overleg met de betrokken onderwijs-autoriteiten
stelden B. en W. voor den heer A. Kolkman op-
nieuw voor een jaar te benoemen tot leeraar aan
de H. B. S., welk voorstel almede zonder discussie
met algemeene stemmen werd aangenomen.
Daarna deelde de voorzitter mede, dat de be-
noemde secretaris der gemeente, jhr. S. M. Van
Reigersberg Versluijs, zich in het Raadhuis bevindt,
teneinde te worden beëedigd. Hg verzocht den
waarnemenden secretaris den titularis binnen te
leiden. Nadat deze de raadszaal was binnengetreden
en zich geplaatst had tegenover den voorzitter, nam
deze hem de vereischte eeden af, waarna hij jhr.
Van Reigersberg Versluijs toesprak als volgt:
♦Mijnheer Van Reigersberg VersluijsIk heet u
ook namens den Raad welkom in ons midden.
De betrekking die gij thans aanvaardt, is, zooals u
bekend is, gedurende ruim 25 jaar bekleed geworden
door een man, die zich op het gebied der gemeente
administratie een welverdienden naam had verwor
ven, waardoor gij dus de zekerheid hebt hier eene
goede, geregelde en overeenkomstig de voorschriften
der wet ingerichte administratie te zullen vinden.
En waar nu uwe vorige betrekkingen u met den
gang van zaken bij een gemeentebestuur heeft be
kend gemaakt, ziet de gemeenteraad met vertrouwen
u de taak van uwen voorganger op u nemen, over
tuigd dat gij u binnen korten tijd op de hoogte
onzer gemeentezaken zult weten te stellen. Van de
daartoe althans in den beginne onmisbare voorlich
ting kunt gij u van de zijde van het Dagelijksch
Bestuur in de ruimste mate verzekerd houden, ter
wijl gij op de bereidwilligheid van het personeel
der Secretarie zonder twijfel zult kunenn staat maken.
Het college van Dagelijksch Bestuur, mijnheer Ver
sluijs, houdt zich overtuigd dat de aangename ver
houding, die tusschen de leden onderling steeds
heeft bestaan, door uwe komst slechts zal bevestigd
wordendaartoe bieden wij u onze welgemeende
medewerking en bevelen wij ons wederkeerig in de
uwe aan.
Waar ik u zooeven van den goeden geest sprak,
die onder het personeel der secretarie-ambtenaren
heersckt, daar neem ik de vrijheid n hier vooral op
dhr. Van Dellen te wijzen, die gedurende -de vaca
ture, op uitnemende wijze voor den gqadeifgang van
zaken heeft gezorgd, waarvoor ik hem, uit naam
van B. en W., hier een oprecht gemeend woord van
dank breng. Spoedig zult ge bemerken, mijnheer
de secretaris, dat gij in dien heer een hoog te waar-
deeren hulp en steun bij de behandeling der zaken
zult vinden. En waar ik nu ten slotte de leden van
den Raad en mij zelf in uwe vriendschap en de
belangen der gemeente in uwe goede zorgen aanbe
veel, verklaar ik u geïnstalleerd als secretaris dezer
gemeente".
Hierop antwoordde de heer Van Reigersberg
Versluijs ongeveer het volgende
Mijnheer de Voorzitter! Zeer dank ik u voor uwe
welwillende woorden. Zij dragen er veel toe bij om
mij met moed mijne betrekking te doen aanvaarden,
en zij zullen voor mij eene aansporing te meer zgn
om te trachten uwe tevredenheid te verwerven.
Zeer dank ik u voor den mij toegezegden steun. Zoo
wel voor het begin als ook voor later houd ik mij
daarvoor zeer aanbevolen, want ik besef ten volle
dat ik op het punt ben een zeer gewichtigen werk
kring te aanvaarden, vooral als opvolger van den
heer Hartman, een man wiens naam op administratief
gebied zulk een goeden klank had. Ik zou daarom
niet gaarne zeggen, mijne heeren ge zult in mij
een waardig opvolger vinden, maar wel geef ik u
de verzekering, dat ik al mijne krachten zal wijden
aan het behartigen van de belangen dezer gemeente,
en ik hoop dat het mij gegeven zal zijn iets bij te
dragen tot baren bloei en voorspoed.
Nogmaals mijne heeren, Leden van den Raad
mijn dank voor het in mij gestelde vertrouwen.
Ik hoop dat ge mij dat zult blijven schenken en
dat er steeds eene aangename verhouding mag be
staan tusschen u en mg, overtuigd dat zulks ten
goede zal komen aan de belangen van de gemeente.
Vooral hoop ik dat zulks bet geval moge zijn met
de heeren wethouders met wie mijne betrekking mij
nog meer in aanraking brengt; ik hoop ook op
hunnen steun te mogen rekenen.
Ik weet niet of er van mijne mede-ambtenaren
aanwezig zgn, maar ik hoop dat wij, wanneer onze
broeders, maar tegelijk ook oom en neef waren
Wablief
Trommel sprong op. ♦Mijnheer, zijt ge krankzin
nig of hebt ge bewijzen voor wat ge zegt
♦De oude kantonnier Zillpich ontmoette in de jaren
1811 tot 1815 dagelijks het rijtuig van den graaf
en altijd zat er eene dame met een groenen sluier
naast hem. De sluier was echter gewoonlijk naar
achter geslagen. Hij is bereid onder eede vol te
houden, dat de graaf den eenen dag met de oude,
den anderen dag met de jonge dame uitreed! Later
schafte de graaf zijn rijtuig af. Lees de brieven van
Agnes nog eens over. Zijn ze niet teeder van inhoud
Schrijft ze niet over hare dochter Charlotte, die ver
rukt is over de geschenken van den graaf en die zich
met den dag schooner ontwikkelt
♦Almachtige God! Dat wordt een schandaal-proces,
waarover geheel Europa in rep en roer zal geraken
Het kasteel moet doorzocht worden, geen steen mag
op den anderen blijven, Sophie Botta en de Versay
moeten opgegraven worden, de vrouw van Scharre
en Greta moeten opgespoord worden I"
♦En den datum der dagvaarding dan
♦Verduiveld jaDie moeten we eerst afwachten.
De erfenis moet het lokaas zijn, waardoor de getuigen
die we noodig hebben zullen worden gevangen! De
kantonnier moeten we evenwel in verhoor nemen".
Zoo was men eindelijk tot de uiterste grens van
het schrikwekkende genaderd, en dat alles op gezag
van een eenvoudig wegwerker.
Het werd meer dan tijd, dat de datum der dag
vaarding naderde.
Wordt vervolgdJ