opgewekte gezichten, waarmede vooral de jongere kweekers van Floralia-planton do tentoonstelling be zochten, getuigden nu ja, in de eerste plaats na tuurlijk van nieuwsgierigheid of hunne potjes" ook bekroond waren maar toch ook van belangstelling waar hunne Flora-kinderen wel zouden staan en van voldoening, dat zoovele anderen daarop mede hun oog zouden laten vallen. En waarlijk er zijn er genoeg, die het beschou wen overwaard zijn. Menige plant, zelfs onder de niet-bekroonden, getuigt van nauwlettende zorg aan haren groei en bloei besteed, en levert het bewijs, dat, waar toewijding bestaat, de natuur gaarne be reid is het schoonste te leveren, wat ze aan bloem en blad bezit. Het was dan ook voor de jury, die welwillend de taak had aanvaard om de bekroningen toe te kennen, zij bestond uit de heeren J. M. Kakebeeke, M. C. J. De Visser, F. Reijerse, E. V. d. Bosch en P. V. d. Meulen dikwerf moeielijk een juist oor deel uit te spreken, maar wie mede getuige was van de nauwgezetheid, waarmede werd gewikt en ge wogen, zal moeten erkennen, dat genoemde heeren met ernst dien arbeid hebben verricht, waarvan we het resultaat gistermorgen reeds per bulletin aan onze lezers in de stad hebben medegedeeld. Natuurlijk kon niet ieder inzender een prijs ver werven, maar dit zal, hopen we, voor de niet-be- kroonden geene aanleiding worden om een volgend jaar niet weder de zorg over eenige Floralia-plantjes op zich te nemen. Al doende leert men, en wat dit maal niet gelukt is, zal allicht een volgenden keer beter slagen. We twijfelen dan ook niet of we zullen nog vele jaren achtereen in Goes eene Floralia-ten- toonstelling zien organiseeren, en velen zullen Volks vermaken gaarne steunen in haar streven om bij ons volk meer en meer belangstelling op te wekken in de verzorging van planten, die zoo menig vertrek een vriendelijken aanblik geven. Dien steun kan men o. a. verleenen èn door lid der vereeniging te worden èn door voor de tentoonstelling prijzen te schenken. We mogen dit korte overzicht niet eindigen zonder te gewagen van de schoone inzendingen door de heeren Dominieus Co. te Wemeldinge en F. Reijerse Zn. te Goes en vele particulieren ter opluistering der ten toonstelling ingezonden. Zij brachten veel bij tot den schoonen aanblik, dien de concertzaal gisteren en heden opleverde, maar ze legden tevens getuigenis af van wat ook in onze omgeving op het gebied der bloemisterij door mannen van het vak kan worden geleverd, alsmede van wat in de huiskamer van menig particulier door goede zorg kan worden verkregen. Aan de beide genoemde bloemisten werd dan ook •ene zeer eervolle vermelding toegekend. De heer D. J. Van der Have, bloemist te Kapelle, had de beleefde attentie heden aan elk der bezoeksters der tentoonstelling eene roos te doen aanbieden. Zeker eene uitnemende reclame voor de tallooze variëteiten, die zijne kweekerijen van die bloemen bevatten. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Aangenomen het beroep bij de Ned. Herv. Gem. te Soesterberg door ds. L. J. Van Rkijn Jr. te St.-Maartensdijk. Door het provinciaal kerkbestuur van Zeeland is tot den predikdienst toegelaten de heer A. De Pecker, candidaat te Leiden. Het provinciaal kerkbestuur van Groningen heeft den 6 Sept. jl. aan het classicaal bestuur, waaronder dr. Louis Ballier ressorteert, opgedragen maatregelen te nemen, waardoor de kerkeraad van Groningen een einde moet maken aan het verzuim", dat dit college nog bij voortduring begaat door het getuigschrift van zedelijk gedrag van dr. B. in te houden. Binnen drie weken moet het classicaal be stuur van den uitslag dier maatregelen kennis geven, Nog is toegelaten tot de 1ste klasse der H. B. S. te Goes de leerling C. E. Visser. Tot onderwijzer te Rilland is benoemd dhr. F. J. v. d. Ende te Middelburg en tot onderwijzeres mej. E. Korsten te Domburg. Boekaankondiging. Het Tijdschrift ter beoefening van het Adminis tratief Rechthoofdredacteur H. J. G. Hartman, elfde jaargang, negende aflevering, uitgave van F. Kleeuwens Zoon te Goes, bevatDe Raad van Sproten de schrik en de verbazing van Ebersmann daaruit voort? Was dat de reden waarom de oude Szlenka mij zoo verwonderd aanstaarde en dat de hotelhouder uit het Engelsche huis mij zoo bleef aangapen Maar wat is er nu met de schilderijen »Qp uw 24sten verjaardag, het volgende jaar, moesten zij uw eigendom worden. Zoo wilde het de geheimgraaf." Mijne erfenis Hij sidderde »De Temple en de Conciergerie Hij ging naar den muur en lichtte een der schildergen op. Terwijl hij het deed, ver nam men een zacht geritsel. Wat is dat?!" riep Cuno von Themar, die naast Rembod stond. Rembod schudde nog eens en weder vernam men hetzelfde geluid »De schilderij bevat papieren, pa pieren voor mijriep hij buiten zichzelven. De weduwe was doodsbleek geworden. ♦Lodewijk!" sprak zij, eerbiedig den laatsten wil van den overledene." ♦Gij hebt gelijk, beste moeder Ik zou zijne liefde, noch de uwe, noch die van Charlotte waard zijn, wanneer ik het gebod niet nakwam van hem aan wien ik alles te danken heb «Ik stel voor" sprak Cuno, dat wij de schildergen weder inpakken en dat ik ze dan medeneem naar Themar, waar ik ze zal bewaren tot ge meerder jarig zjjt." Rembod zoowel als de weduwe keurden dit plan goed en weinige dagen later waren de schilderijen op weg naar Themar. Het was juist bijtijds, want kort daarop kwam Trommel andermaal aan de we duwe een bezoek brengen met het doel om toch de State, door W. S. J. Tenkink. Lastgeving, door H. P. Fledderus. Beantwoording der door de Redactie gestelde vragen. Nederlandscke bond van gemeente-ambtenaren. Varia. Vragen ter beantwoording. LOMBOK. De correspondent der N. R. Ct. te Batavia seint onder dagteekening van 10 Sept. Mataram en Tjakranegara zijn beide door de batterijen verwoest. De Sassaks van Batoe Klian streden tegen de Baliërs ten noorden van Narmada. Eenige duizenden Sassaks bezetten de landstreek bezuiden Mataram en Tjakranegara tot aan zee. Goesti Djilantik ontsnapte naar Karang Asem. Narmada (Ajermada) ligt aan den 10 M. breeden weg, die van Tjakranegara naar het oosten loopt langs de desa's Bertaid en Kembang Koening. Nar mada is een der verblijfplaatsen van den ouden vorst. Dit lustverblijf, waarvan het hoofdgebouw slechts 2 kamers bevat en niet meer dan een optrekje ge noemd kan worden, ligt aan de zuidzijde van den weg, heeft een omtrek van 1 i/s paal» is terrasvormig aangelegd en bestaat, behalve het hoofdgebouw, uit een op 7 terrassen gebouwden tempel, eenige op verschillende hoogten gelegen koepeltjes en viseh- vijvers. Aan de oostzijde stroomt de breede en diepe S. Banjak of Narmada, die vroeger overbrugd was de brug werd gedurende den opstand der Sassaks opgebroken. Batoe Klian ligt aan de voortzetting van den weg van Tjakranegara naar Narmada,dus oostelijk van dit laatste; de weg wordt van Narmada al minder breed en loopt over Pringaratan en Salam Soekoer naar Batoe Klian. Een der voornaamste hoofden van de Sassaks is Djero Giniawang van Batoe Klian. Goesti Djilantik is vorst van Karang Asem op Bali, die met zijne hulptroepen den vorst van Lom bok tegen de Sassaks was komen bijstaan en wiens ontsnappen naar Karang Asem, volgens een vroeger telegram van het Nieuws van den Dagdoor de marine niet zou verhinderd zijn. De conclusie uit bovenstaand telegram is dus, dat de Baliërs vrijwel van alle kanten ingesloten zijn. Want de Sasaks van Kliang staan in het Noorden, terwijl andere Sasaks hun terrein ten Zuiden van Mataram tot aan de zee toe insluitenaan de zee zijde bedreigen hen onze oorlogsschepen. Van een hoofdofficier van het Indische leger de8lt het N. v. d. Dag de volgende conjectuur mede om trent de verspreiding van de compagnieën van het 9e bataljon, dat, waarover de luit.-kolonel Lawick van Pabst bet bevel voerde. De overste, die bereden was, zal waarschijnlijk al zeer spoedig door de kogels der Balineezen zijn ge vallen. Het kommando ging toen over op den oudsten kapitein. Toen deze inzag, dat de troep niet langer kon stand honden, zal hij bevel hebben gegeven, dat de vier compagnieën elk afzonderlijk zouden trachten zich er door heen te slaan. Dezelfde hoofdofficier verklaart het merkwaardige geval, dat kapitein Lindgreen heeft kunnen capitu- leeren, iets wat zich waarschijnlijk nog nooit in Indië heeft voorgedaan tegenover een inlandschen vijand uit de omstandigheid, dat de.kapitein ge huwd is met de dochter van een vroegeren resident van Bali en Lombok. De vorst van Mataram heeft dien resident gekend, misschien kende hij ook diens dochter, misschien Lindgreen zelf, die luitenant was toen hij huwde. De Avondpost deelt mede, dat, volgens een uit Goebeng (Soerabajt) ontvangen particulier telegram, de zwaargewonde luit.-kolonel H. F. C. Van Brjlevelt op het oogenblik buiten gevaar verkeert. Van den gouverneur-generaal van Ned. O.-I. is onder dagteekening van 10 dezer bij het departe ment van koloniën het navolgend telegraphiscb bericht ontvangen. Geen verdere Europeesche mindere militairen van vermist terug. Sidenring (evenals Gowa, vroeger genoemd, een der bondgenootschappelijke landen op Celebes) bood hulptroepen aan. Drie compagnieën der Barissan van Bangkalan vertrekken naar Lombok om van onze troepenmacht het meest partij te kunnen trekken. schilderijen eens te mogen zien. Zij kon nu volkomen naar waarheid zeggen, dat zij ze had weggegeven aan iemand, die ze nu ook niet meer in zijn bezit had. Op de opmerking van Trommel, dat ze blijk baar aan het aandenken van den geheimgraaf niet veel waarde scheen te hechten, bleef ze het antwoord schuldig. Ook Ziesenhenne zette nog altijd zijne pogingen voort om den sluier op te lichten waarachter het geheim van den graaf verborgen was. Hij schroomde niet daartoe te verkeeren in kringen der maatschappij, waarin hij zich anders niet gaarne zou bewogen hebben en meermalen kon men hem tegenwoordig in gesprek zien met de armste lieden uit Eishausen, teneinde deze uit te hooren over het leven van den geheim graaf voor zoover dit van buiten af waarneembaar was geweest. Zoodoende zamelde hg allerlei losse gegevens op, die hij zelf met elkander in verband bracht en die hem, zooals blijken zal, tot de onzin nigste resultaten bracht, zonder dat hij evenwel een oogenblik aan hunne juistheid twijfelde. Zoo trad hg op zekeren dag, wel toegerust met allerlei losse praatjes, het bureau van zijn chef, den kantonrechter Trommel, binnen. ♦Ik heb het genoegen u over onzen geheimgraaf wonderlijke berichten te komen mededeelen". ♦En die zijn ♦Ten eerste, dat op het kasteel twee kinderen van het mannelijk geslacht geboren zijn, één in 1817, en één in 1822. Men heeft de meid als hunne moeder opgegeven en ze gedoopt met den naam van den bediende Scharre. Eene oude vrouw, zekere Greta, is bij de geboorte tegenwoordig geweest en eveneens In- en uitvoer ter noord- en westkust van Lombok behoudens licenties verboden. Djilantik is eergisteren met een gedeelte van zijn volk van Telok Komba naar Karan Asem overge stoken, na aan de bevolking aldaar, die bezig was versterkingen op te werpen, bevolen te hebben daar mede op te houden en bij komst onzer troepen witte vlag te hijscben. Na voltooiing der versterking te Aroeng zijn Mataram en Tjakra Negara door zware artillerie beschoten. Vijand reageerde niet. Baliërs zouden bij Poenikan slaags geweest zijn met de Sasaks, die de streek bszuiden Tjakra Negara en Mataram tot aan zee bezet houden. Toestand gewonden goed. Gemeenteraad van Goes. Hedenmiddag te 3 uren hield de gemeenteraad van Goes eene openbare vergadering onder voorzit terschap van den burgemeester, mr. J. G. de Witt Hamer. Zij werd bijgewoond door 9 leden. Afwezig met kennisgeving waren de heeren Larn- brecktsen, Lenshoek, Den Boer en M. De Jonge Jz. Na voorlezing en goedkeuring der notulen van de vorige vergadering deelde de voorzitter mede, dat op de H. B. S. de lessen waren aangevangen met 79 leerlingen voor alle en 6 voor enkele vakken, en die der B. A. S. met 56 leerlingen. Op laatst genoemde school was het aantal leerlingen der le klasse te groot om gezamenlijk onderwijs te ont vangen, waarom B. en W., in overleg met de com missie van toezicht en den directeur, eene paralel- klasse in het leven hebben moeten roepen, waardoor de heeren Ittmann, Breetvelt en Van Schelven te zamen 8 uren meer les moeten geven, wat eene verhooging hunner jaarwedden zal eischen van f280 te zamen. Een en ander wordt, zooveel noodig met goed keuring, voor notificatie aangenomen. Ingekomen waren eenige verslagen, die in de boekerij zullen worden geplaatstvoorts bericht van ds. W. A. Van Griethuysen, dat hij ontslag neemt als lid van de commissie van toezicht op het L. O., welk bericht is gesteld in handen van die commissie tot het opmaken eener aanbeveling ter voorziening in de vacature. Nog was ingekomen een bericht van het hoofd van de o. 1. school B., dat de on derwijzers P. A. Van Bloppoel en Chr. Schultz de acte van hoofdonder wijzer hebben verworven, zoodat zjj met ingang van 1 October a. s. in het genot van de verhooging hunner jaarwedde moeten worden gesteld en eindelijk van het Burgerlijk Armbestuur de begrooting der ontvangsten en uitgaven dier in stelling voor 1895, welke gesteld is in handen der financiëele commissie ter floe van onderzoek en advies. Alsnu werden op voorstel van B. en W., na in gewonnen advies der financiëele commissie, achter eenvolgens zonder discussie ot hoofdelijke stemming goedgekeurd a. de rekening van het Gasthuisbestuur over 1893 in ontvang op f23610,61', in uitgaaf op f 21776,53 "en derhalve met een goed slot van 1 1834,08 b. de begrooting van het Gasthuisbestuur voor 1895 in ontvang en uitgaaf op f 11741,82 meteen post voor onvoorziene uitgaven van f 189»52 Sub sidie uit de gemeentekas is niet noodig. c. de rekening van het Burgerlijk Armbestuur over 1893 iu ontvang op f 42216,93, in uitgaaf op f 86663,95 V2 en derhalve met een goed slot van f 5552,97 ^2Hierbij valt op te merken, dat onder deze cijfers, zoowel in ontvang als in uitgaaf, begrepen is een som van f 10,000, die eerst bij de credietvereeniging was gedeponeerd en later weder teruggenomen, terwijl als eerste post van ontvang is gebracht het goed slot der rekening over 1891, groot f 4756,03V2, zoodat het werkelijk goed slot slechts f 796,94 bedraagt. Vervolgens werd op voorstel van B. en W., na gunstig advies van de financiëele commissie, voor- loopig goedgekeurd en vastgesteld de rekening der inkomsten en uitgaven der gemeente over 1893, in ontvang op f 161,821,931/2, in uitgaaf op f 147,619,96 derhalve met een goed slot van f 14201,97, waarop echter voor den loopenden dienst bereids f 8430 is gepreleveerd. Op deze rekening zal de goedkeuring van Ged. Staten worden gevraagd. Nog werd vastgesteld bet kohier van het school geld van de 0. 1. school E, door B. en W. opge bij den dood van den bediende." »Menscb, dat is eene prachtige ontdekking. Waar is die keukenmeid, waar die Greta, waar zijn die kinderen Als van den aardbodem verdwenen Na den dood van den graaf ging Rosine Scharre buitenslands en Greta werd na het overlijden van den bediende niet meer gezien." ♦Is me dat eene verwarringDie geheimgraaf was de duivel te slim Doch wacht maarAls de datum der dagvaarding daar is, zullen ze allen wel te voorschijn komen." ♦Daar ben ik zoo zeker niet van. Alhoewel hij en zijne bedienden altijd beweerden, dat hij rijke ver wanten in Holland had, is er nooit een op het kasteel geweest." Hg was dus bang ben te ontmoeten. Een reden te meer om aan de echtheid van den pas te twijfelen. De schurk was dus wel degelijk een Franschman." »Dat wordt steeds duidelijker; hij was tot alles in staat! Waarom zou hij dien Van der Valk niet vermoord en diens papieren gestolen hebben en I voortaan tegenover diens verwanten in Holland als Leonard Van der Valk zijn opgetreden ♦Iets dergelijks beweert Hermann ook. Ik houd het er evenwel voor, dat Van der Valk hem zijne papieren en zijn geld heeft nagelaten om die Agnes Barthelmy of Sophie Botta als gevangene te bewaken." ♦Maar wat zoudt ge zeggen als Agnes en Sophie eens twee verschillende vrouwen waren geweest Wanneer de graaf te Eishausen bigamie had ge pleegd en als horribile dictu de eene de moeder van de andere, die twee jongens derhalve maakt tot een bedrag van f 2100, verdeeld,^over 50 leerlingen. In overleg met de betrokken onderwijs-autoriteiten stelden B. en W. voor den heer A. Kolkman op- nieuw voor een jaar te benoemen tot leeraar aan de H. B. S., welk voorstel almede zonder discussie met algemeene stemmen werd aangenomen. Daarna deelde de voorzitter mede, dat de be- noemde secretaris der gemeente, jhr. S. M. Van Reigersberg Versluijs, zich in het Raadhuis bevindt, teneinde te worden beëedigd. Hg verzocht den waarnemenden secretaris den titularis binnen te leiden. Nadat deze de raadszaal was binnengetreden en zich geplaatst had tegenover den voorzitter, nam deze hem de vereischte eeden af, waarna hij jhr. Van Reigersberg Versluijs toesprak als volgt: ♦Mijnheer Van Reigersberg VersluijsIk heet u ook namens den Raad welkom in ons midden. De betrekking die gij thans aanvaardt, is, zooals u bekend is, gedurende ruim 25 jaar bekleed geworden door een man, die zich op het gebied der gemeente administratie een welverdienden naam had verwor ven, waardoor gij dus de zekerheid hebt hier eene goede, geregelde en overeenkomstig de voorschriften der wet ingerichte administratie te zullen vinden. En waar nu uwe vorige betrekkingen u met den gang van zaken bij een gemeentebestuur heeft be kend gemaakt, ziet de gemeenteraad met vertrouwen u de taak van uwen voorganger op u nemen, over tuigd dat gij u binnen korten tijd op de hoogte onzer gemeentezaken zult weten te stellen. Van de daartoe althans in den beginne onmisbare voorlich ting kunt gij u van de zijde van het Dagelijksch Bestuur in de ruimste mate verzekerd houden, ter wijl gij op de bereidwilligheid van het personeel der Secretarie zonder twijfel zult kunenn staat maken. Het college van Dagelijksch Bestuur, mijnheer Ver sluijs, houdt zich overtuigd dat de aangename ver houding, die tusschen de leden onderling steeds heeft bestaan, door uwe komst slechts zal bevestigd wordendaartoe bieden wij u onze welgemeende medewerking en bevelen wij ons wederkeerig in de uwe aan. Waar ik u zooeven van den goeden geest sprak, die onder het personeel der secretarie-ambtenaren heersckt, daar neem ik de vrijheid n hier vooral op dhr. Van Dellen te wijzen, die gedurende -de vaca ture, op uitnemende wijze voor den gqadeifgang van zaken heeft gezorgd, waarvoor ik hem, uit naam van B. en W., hier een oprecht gemeend woord van dank breng. Spoedig zult ge bemerken, mijnheer de secretaris, dat gij in dien heer een hoog te waar- deeren hulp en steun bij de behandeling der zaken zult vinden. En waar ik nu ten slotte de leden van den Raad en mij zelf in uwe vriendschap en de belangen der gemeente in uwe goede zorgen aanbe veel, verklaar ik u geïnstalleerd als secretaris dezer gemeente". Hierop antwoordde de heer Van Reigersberg Versluijs ongeveer het volgende Mijnheer de Voorzitter! Zeer dank ik u voor uwe welwillende woorden. Zij dragen er veel toe bij om mij met moed mijne betrekking te doen aanvaarden, en zij zullen voor mij eene aansporing te meer zgn om te trachten uwe tevredenheid te verwerven. Zeer dank ik u voor den mij toegezegden steun. Zoo wel voor het begin als ook voor later houd ik mij daarvoor zeer aanbevolen, want ik besef ten volle dat ik op het punt ben een zeer gewichtigen werk kring te aanvaarden, vooral als opvolger van den heer Hartman, een man wiens naam op administratief gebied zulk een goeden klank had. Ik zou daarom niet gaarne zeggen, mijne heeren ge zult in mij een waardig opvolger vinden, maar wel geef ik u de verzekering, dat ik al mijne krachten zal wijden aan het behartigen van de belangen dezer gemeente, en ik hoop dat het mij gegeven zal zijn iets bij te dragen tot baren bloei en voorspoed. Nogmaals mijne heeren, Leden van den Raad mijn dank voor het in mij gestelde vertrouwen. Ik hoop dat ge mij dat zult blijven schenken en dat er steeds eene aangename verhouding mag be staan tusschen u en mg, overtuigd dat zulks ten goede zal komen aan de belangen van de gemeente. Vooral hoop ik dat zulks bet geval moge zijn met de heeren wethouders met wie mijne betrekking mij nog meer in aanraking brengt; ik hoop ook op hunnen steun te mogen rekenen. Ik weet niet of er van mijne mede-ambtenaren aanwezig zgn, maar ik hoop dat wij, wanneer onze broeders, maar tegelijk ook oom en neef waren Wablief Trommel sprong op. ♦Mijnheer, zijt ge krankzin nig of hebt ge bewijzen voor wat ge zegt ♦De oude kantonnier Zillpich ontmoette in de jaren 1811 tot 1815 dagelijks het rijtuig van den graaf en altijd zat er eene dame met een groenen sluier naast hem. De sluier was echter gewoonlijk naar achter geslagen. Hij is bereid onder eede vol te houden, dat de graaf den eenen dag met de oude, den anderen dag met de jonge dame uitreed! Later schafte de graaf zijn rijtuig af. Lees de brieven van Agnes nog eens over. Zijn ze niet teeder van inhoud Schrijft ze niet over hare dochter Charlotte, die ver rukt is over de geschenken van den graaf en die zich met den dag schooner ontwikkelt ♦Almachtige God! Dat wordt een schandaal-proces, waarover geheel Europa in rep en roer zal geraken Het kasteel moet doorzocht worden, geen steen mag op den anderen blijven, Sophie Botta en de Versay moeten opgegraven worden, de vrouw van Scharre en Greta moeten opgespoord worden I" ♦En den datum der dagvaarding dan ♦Verduiveld jaDie moeten we eerst afwachten. De erfenis moet het lokaas zijn, waardoor de getuigen die we noodig hebben zullen worden gevangen! De kantonnier moeten we evenwel in verhoor nemen". Zoo was men eindelijk tot de uiterste grens van het schrikwekkende genaderd, en dat alles op gezag van een eenvoudig wegwerker. Het werd meer dan tijd, dat de datum der dag vaarding naderde. Wordt vervolgdJ

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 2