terij-officieren en deputatie van de Koninklijke Har monie met banier. De burgemeester, de heer Jansen, hield een toespraak, die door de Rogentes met dank betuiging voor de ovatie werd beantwoord. Een paar meisjes overhandigden aan de Koningin nen prachtige bloemruikers onder oorverdoovond ge juich der menigte. De werklieden der brouwerij van Smits Waesberghe stonden geschaard op het dak der fabriek, allen met vlaggen in de hand en betuigden met hoera's hulde aan de Majesteiten. De schutterij muziek speelde de Volksliederen en het Oud-Wilhelmus. Aan alle overige stations volgden hartelijke be groetingen toen de trein voorbijreed. Juist kwart voor een arriveerde de trein het versierde station Soest, vanwaar de Koninginnen, beladen met bou- qetten, corbeilles en andere bloemstukken, naar Soestdijk terugkeerden. De N. R. Ct. meldt nog »Dat de beide Koninginnen ook door haar per soonlijke eigenschappende eene door de tactvolle wijs, waarmede zij hare taak opvat, de andere door hare lieftalligheid, alle harten hebben gewonnen, is aan geen twijfel onderhevig. De Regentes kon de Middelburgers niet beter eeren in hetgeen hun lief is, dan door Vrjjdag, toen aan den eisch van het programma van den dag geheel voldaan was en een oogenblik rust haar door niemand misgund zou zijn geweest, nog een gang naar het stadhuis te doen om opnieuw de oudheidkamer te bezoeken. Het stadhuis en de historische verzameling zijn de trots der Middelburgers. En daarna toog zij naar de Statenzaal om de gobelins van naderbij te bezich tigen, intusschen verzoekende den rijksbouwkundige tot haar te brengen, ten einde zich omtrent de ge schiedenis der Abdij en het beginsel bij de restau ratie gevolgd, te laten inlichten. En na eenige oogenblikken op oude prenten de aanwijzingen van den architect te hebben gevolgd, wilde zij hetgeen in zijn oorspronkelgken staat reeds is teruggebracht op de plaats zelve bezien "en er moest in allerijl licht gehaald worden om een bezichtiging van de gerestaureerde dertiendeëeuwsche kelders mogelijk te maken. De abdij en het raadhuis zij vormen te zamen de geschiedenis van Middelburg. De Koniügin werd algemeen als een bevallig meisje geprezen. »Wat is zij toch een lief kind" hoorden wij de menschen herhaaldelijk getuigen. Zij wast dan ook gelukkig op. Maar al blijkt zij, in het publiek optredende en als Koningin een handeling te verrichten hebbende, nog kinderlijk beschroomd, telkens vragende om een aanmoedigenden blik Harer Moeder, de indruk, welken zij maakt, is alles be halve die van een doetje". In zooverre verloochent zfj haar afkomst niet, dat hetgeen ze zich in het hoofd stelt, er niet gemakkelijk wordt uitgeredeneerd. Toen Hare Moeder zich Vrgdag verdiepte in de oude prenten der Abdij, riep ze plotseling, op den toren van de kerk wijzende: Moeder ik zou zoo graag heel boven naar den toren klimmen", en het had heel wat voeten in de aard haar die klimpartij van 360 treden uit het hoofd te praten. Zoo ook wilde zij bij den tocht naar de reede van V lissin gen een kijkje in de machinekamer nemen. Pas had ze van de gasontploffing op een der oorlogsschepen ge hoord, waarbij een aantal matrozen gewond waren. »Ik wil in het kolenhok" dwong ze »om te zien hoe zoo'n vreeselijk ongeluk kan gebeuren". Hare Moeder verzekerde haar dat aan haar wensch niet voldaan kon worden, dat zoo'n kolenhok vuil is en haar kleeren zou bederven enz. enz. »Mijn kleeren bederven" riep zij »ik heb toch jur ken genoeg". Bij het ontvangen van het geschenk der Zeeuw- sche gemeenteneen uitgebreide verzameling gouden en zilveren sieraden, behoorende bij de verschillende Zeeuwsehe kleederdrachten, een geschenk waarmede zij niet weinig ingenomen was, kon zij toch niet nalaten te verklaren, dat een volledig kostuum, ge- lgk zij in Friesland ontving, haar ook zeer lief zou zijn geweest. Al vast had zij heden bij het bezoek aan het Zeeuwsch Genootschap verschillende siera den aanals broche, ceintuursluiting enz. En op de betuiging van een der aanwezigen, dat het hem ge noegen deed te ontwaren, dat het geschenk zóó in haar smaak viel, antwoordde zij gulweg: ja, ik zit er eiken dag in uit te zoeken Wij zullen ons wel wachten aan deze dingen het dwingen van een kind om een hoogen toren te be- ik er dan zoo schrikwekkend uit >0, pardon, edele heerik 1" »Ik ben geen edele heer, maar een eenvoudig doctor in de natuurwetenschappen. Maar waarom wekt rapn gezicht zooveel verbazing bij u op »Ik ik wilde u volstrekt niet beleedigen, maar ongeveer 37 jaar geleden stapte hier een vreemdeling, een voornaam heer, af, en woonde geruimen tijd bij injj. Aan hem heb ik mijn geluk te dankenGe gelijkt op hem als de eene droppel water op den anderen »Dat is vreemd! Hoe heette die mijnheer?" »Dat weet ik niet. Hij vertrok later en ik zag hem nooit terug. Ik zou mij ook wel gewacht heb ben over hem te spreken als uw gezicht mij niet zoo had doen schrikken." Was de man dan zoo geheimzinnig?" Veroorloof mg op die vraag het antwoord schul dig te bljjven en u naar uwe kamer te brengen." »Nu begin ik toch waarachtig te gelooven, dat ik betooverd bensprak Rembod tot zichzelven, toen hjj alleen was. Ebersmann verschrikt van mg, die oude snorbaard eveneens en nu deze kastelein ook weer. 't Is waarachtig alsof ik een geest ben of wel een hooggeplaatst, zeer bekend persoon, wiens plotselinge verschijning de menschen verrast en die men dadelijk herkentAbahdo zaak mag loopen zooals ze wil, zooveel is zeker, dat ik mij bereids binnen den tooverkring bevind, waaruit ik over twee jaren moet verlost worden. Wat een Duitsch kamer geleerde toch al niet overkomen kan. Als het met een Franschman gebeurde beschouwde hjj zichzelf reeds als een vermomde prins en nam hij dadelijk dan titel van cbovalier aan 1" klimmen, om neer te dalen naar de plaats, waar stokers hun gevaarlijk werk verrichten, een symbo lische beteekenis te hechten. Maar dat deze Konings dochter, zoo jong reeds zelve Koningin, en opgevood onder de moeielijkste omstandigheden, die zich laten denken, dat zij op veertienjarigen leeftijd nog zoo'n kind gebleven is, dit pleit in de eerste plaats voor de moeder." Het Vaderlanddezelfde feiten vermeldende, voegt daaraan toeHet is op dezen schoonen tocht op nieuw gebleken hoe groot de tact is van H. M. de Koningin-Regentes om de genegenheid van geheel het volk te winnen en te behouden voor zich en voor onze jonge Koningin, die door het volk steeds meer op de handen zal worden gedragen, naarmate het meer van haar hoort en ziet. Vandaar dat ik mij gelukkig heb gerekend het bovenstaande te heb ben kunnen mededeelen vandaar dat ik het men vergunne me het onverholen te zeggen steeds betreur, dat men in de omgeving der Koningin nog altijd te weinig beseft hoe groot 'fe belang is van de meest onbeperkte publiciteit, ook van veel, dat thans slechts bij toeval nu en dan ter oore komt van journalisten, wien het een lust, doch tevens een zoo ontzaglijk moeilijke taak is om het trouwe volk een en ander van zijn kleine Koningin te vertellen." We willen besluiten met het oordeel van een Duitsch blad, zooals dit aan de N. R. Gt. wordt gemeld uit Berlijn. De Berliner Politische Nachrichten, een officieus blad, wijdt een artikel aan het bezoek, door de beide Koninginnen aan Zeeland gebracht. Het blad ziet in de hartelijke ontvangst een bewijs hoezeer het Huis van Oranje en het Koningschap onveranderd in het volk geworteld zijn gebleven. »Alle pogingen", vervolgt het, »iu den loop der jaren door anarchisten en sociaal-democraten aangewend om daartegen eene revolutionaire strooming te verwekken, zijn mislukt. Bg de verhouding waarin het Nederlandsehe volk staat tot de draagsters der kroon, komen verstand en hart gelijkmatig tot hun recht, en hieraan heeft de liefde voor het Koningschap in Nederland eene kracht te danken welke alle omverwerpende bewegin gen reeds van te voren met onvruchtbaarheid slaat." De heer I. G. J. Kakebeeke, directeur der Rijkslandbouwwinterschool alhier, zendt ons het programma van het onderwijs aan die in richting gedurende den wintercursus 1894/95. Het bevat een uittreksel uit het reglement, samenstelling der commissie van toezicht, opgave van onderwijzend personeel, roester van lesuren, leerplan, lijst van leerboeken, huishoudelijk reglement, ministr. beschik king betreffende het schoolgeld en examen-opgaven voor het toelatingsexamen van het vorige jaar. By Kon. besluit is dhr. H. P. J. T u t e i n Nolthenius, burgemeester van Vlissingen, be noemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Door de Koningin-Regentes zijn benoemd tot kamerheeren in buitengewonen dienst W. A. graaf Van Lyuden, lid van Gedeputeerde Staten, en jhr. mr. W. A. Van Reygersberg Ver- si u y s president van de arrondissements-rechtbank, beiden te Middelburg. Door de Koninginnen werd aan roevrouw De B r a u w eebtgenoote van den heer commissaris der Koningin, een vorstelijk cadeau gemaakt, be staande in een prachtige bracelet met kostbare steenen en met de initialen der vorstinnen, de W in een rand van robijnen en de E in een van diamanten. Mevrouw Tutein Nolthenius te Vlis singen ontving eveneens van de vorstinnen een kost bare bracelet, met diamanten bezet. Aan de kinderen van jhr. mr. W. M. De B r a u w schonken de Koninginnen als herinne ring aan haar bezoek een collectie fraai speelgoed, waarbij ook een tweetal stukken in oud-zilver. Aan de leden van de eerewaehten is namens H. M. de Koningin-Regentes eene herinne- riogs-medaille toegezegd. ifiorsele. Door Geel. St. is aan N. De Kun der, sloeproeier bij het Belgische loodswezen te Vlissingen, vergunning verleend tot het bouwen van een veer huis op den zeedijk van Borsele, tegenover den steiger aan de Staartnol. Het gebouw moet binnen zes maanden gereed zyn. 's Namiddags, jnist toen kg wilde uitgaan om een kijkje in de stad te nemen, ontving hg het volgende brief je van Ebersmann. Geachte heerOfschoon ge vroeger gekomen zgt dan vermoed, ja misschien zelfs dan gewensekt werd, maakt men u daarvan geen verwgt. Ge wildet Thüringen, uw geboorteland, zien men heeft daarmede vrede. Het is derhalve de wensch van uw weldoener, dat ge uwe vacantie in ons midden doorbrengt. Onze bergen leveren mooie ge zichtspunten op en misschien ook wel een en ander, waarmede ge uw zucht naar natuuronderzoek kunt bevredigen. Ge kunt evengoed het volgend jaar naar Normandië gaan. Als ge het plan goedkeurt, wil mg dan morgen komen bezoeken. Ik zal dan met u een behoorlgk eenvoudig logis zoeken, dat ge voor den tijd van uw verbljjf kunt huren en van waaruit ge uwe uitstapjes kunt maken." »Nu, 't is mg welmompelde Rembod glimla chend. »In 't ergste geval als het mg hier begint te vervelen, trek ik naar Suhl om den nieuwbakken fabrikant en zijn blondje te bezoeken." Den volgenden morgen stond Rembod op den be paalden tgd weder in het kantoor van Ebersmann. Hg verlangde zelf voor den tgd van zijn verblijf een ander kwartier te betrekken, want de houding van den ouden kastelein was nu nog schuwer en onderdaniger geworden en dat behaagde hem niet. Hij zeide dit tegen Ebersmann. Volkomen waar" sprak deze op veel vriendelgker toon dan gisteren; »ook ligt het te veel in het midden van de stad. Eene nette familie, een aardig kamertje met een kgkje op de groene bergen, is voor een jonge, vroolgke man veel opwekkender. Ik heb al eens ondor de hand geïnformeerd ca ik denk dat De opzichter van fortificatiën der 3e kl. J. C. L a g a s te llellevoetsluis, wordt met 1 Sep tember a. s. overgeplaatst naar Nijmegen. Naar uien aan de Maasb. mededeelt, moet er bij het hoofdbestuur der postergen over gedacht worden, om de brieven- en telegrambe stellers en postboden van rijkswege van schoeisel te voorzien. Big kens een telegram van den Gouverneur- Generaal van Nederlanöscb-Inöië van 20 dezer, wordt de gouvernements-koffieoogst op Java voor dit jaar thans geraamd op 329.740 pikols. St.-Ct Door het bestuur der Zuider zee-V e r - eeniging is aan de leden, donateurs enz. der Vereeniging een schrijven gericht, waarbij is gevoegd een overdruk (met kaart) van het rapport, door de Staatscommissie, ingesteld bg Kon. besl. van 8 Sept. 1892, in de eerste helft van dit jaar aan de Koningin-Regentes uitgebracht. Zooals onze lezers weten, is de vraag, of eene afsluiting en eene droogmaking van de Zuiderzee op eene wgze als door de Vereeniging is voor gesteld," in 's lands belang behoort te worden on dernomen, door de Staatscommissie met overgroote meerderheid toestemmend beantwoord. 1 Teneinde te overwegen wat door de Z.Z.V. kan worden verricht om de zaak verder vooruit te bren gen, zal in de October-vergadering dit punt aan de orde komen, en is derhalve een talrgke opkomst der leden gewensekt. Inmiddels heeft het algemeen bestuur gemeend zich in een adres tot de Regentes te moeten wen den, met verzoek zoodanige maatregelen te willen nemen als het spoedig tot stand komen van het nationale werk kunnen bevorderen. Het onderzoek over de vinding van de inge nieurs Verhoesen en Verloop tot het automa tisch stilhouden van treinen voor on veilige signalen, heeft de Staatsspoorweg-Maatschappg aanleiding gegeven tot het volgende antwoord aan den Raad van Toezicht, die ook het oordeel van genoemde Maatschappij had gevraagd De toepassing van het stelsel om de treinen bg alle seinen automatisch tot stilstand te brengen, is op het net der Staatsspoorwegen niet voor een zoo danige uitvoering vatbaar, dat men met volkomen vertrouwen ten allen tg de en bg alle treinen van de goede werking verzekerd kan zgn. Waar dit ver trouwen niet bestaat, komt het haar niet raadzaam voor verdere proeven met de vinding te nemen. Volgens de Matin ontmoette de heer Beernaert, ex-premier van België, op zijn reis in Scandinavië op een stoomboot, op een fjord een reiziger, die zeer bekend scheen met de Belgische politiek en met het verloop der Belgische en Nederlandsehe kieswetontwerpen. Ten slotte kwam de heer Beernaert tot de ontdekking, dat hij een ontmoeting had met den heer Tak Van Poortvliet; aldus: twee ex-mi- nisters, beiden gevallen door de kieswet. Natuurlgk was men spoedig beste maatjes. (Tel.) De Vaderlander deelt mede, dat er onder den titel H e t verheugd Zeeland" een boekje bestaat, dat werd uitgegeven te Amsterdam in 1787 bg Hendrik Arends, en beschrgft »het plechtige bezoek van zgne doorluchtige Hoogheid, Willem de Vgfde, prinse van Oranje en Nassau, erfstadhouder, kapitein en admiraal-generaal der Vereenigde Neder landen, benevens deszelfs Koninglgke Gemalinne en Vorstelgke Spruiten den XVHIdon van Zomermaand MDCCLXXXVI en volgende dagen", aan Zeeland gebracht. Het is versierd smet kunstplaten", voor stellende de aankomst te Middelburg, eene buiten gewone zitting der Zeeuwsehe Staten, waarin zgne Doorl. Hoogh. smet een treffende aanspraak ver- wellekoomt wordt", en shet Bezichtigen van den Westcappelschen Dijk, met derzei ver bewerkingen". Uitvoerig bericht geeft het van het verblijf der toen malige vorstelgke familie, gedurende ongeveer 5 weken in hot haar trouw verknocht gewest, 't meest te Middelburg, maar ook te Vlissingen, Veere en Goes, van waar hare leden uitstapjes deden en onge veer geheel Walcheren en Zuid-Beveland in oogen- schouw namen; hoe zg door eerepoorten sverwelle- koomt", met toespraken begroet, met sierlijke we bg de vrouw van dominé Wunster juist zullen vinden, wat we zoeken." >De vrouw van een dominé Waarde heerIk heb allen eerbied voor de theologie, maar zij moet als alle goede dingen met mate worden genoten. Eene predikantsvrouw tot hospita te hebben, die iederen kop koffie en iederen boterham met godzalige woorden tosdient, is voor mg toch wel wat heel droog vacantie-genot s Wees daarover niet bezorgd 1" lachte de koopman. sAls het er u niet bevalt, kunt ge immers over eene week ergens anders heentrekken. Mevrouw Wunster is echter eene zeer beschaafde en lieve dame, vrij van alle vroom gefemel. Haar zoon Diederik is hier aan het gymnasium geplaatst, hare beide dochters zgn frissche, levenslustige meisjes en mevrouw zelf staat in hoog aanzien bij prinses Georgine." »Nu goed, laten we er dan maar eens heen gaan." Weldra stonden ze bg mevrouw Wunster op de stoep. Een jong meisje deed hen open. Het was eene lieve versebgning, eene slanke maar zeer geëven- redigde gestalte, blanke gelaatskleur, donker haar en bruine oogen. Zg bloosde toen ze twee heeren zag en vroeg verlegen wat er van hun verlangen was. »Ik zou gaarne uwe mama spreken over het huren van de kamer." Zg liet de heeren binnen en toen Rembod haar voorbg ging, keek hg haar eens goed aan, zoodat zg de oogen neêrsloeg. »Hier blijft ge 1" klonk het in Rembod's hart. Hg verschrikte over zichzelf en trad tamelijk verlegen binnen. Weldra versch .in de moeder» >0, God l Welk een Dichtloveren bestrooid", aan gastmalen ontfangen, op prachtige Soupee's onthaald, met Vuurwerk en fraaije, verrukkende ja kunstige illuminaties vereerd werd. Zeeland had toen wel wil van dit vorstelgk bezoek. De Prins woonde niet alleen allerlei vergaderingen van Staten en Admiraliteit enz. meermalen bij, ging met de verheugde bevolking geregeld ter godsdienst oefening op, was tegenwoordig bg verschillende be- langrgke dingen, maar zelfs beklom Zgne Hoogheid benevens de twee jonge Prinsen de groote Abdij toren, ouder het zeevarend volk Lange Jan genaamd tot in de kroon. Hunne Hoogheden namen ook inspectie van het zeer harmonieuze klokkespel op deeze Toren, 't welk voor een van de zwaarste van de geheele Republiek te houden is." De geestdrift was algemeen. Te Vlissingen, oude Oranjestad, schgnt die wel ten hoogsten top gestegen, waar >men meenigeen wegens dit bezoek traanen van blgdschap zag storten", en de dichtkunst, verrukt door de eere van het bezoek, haare blgdschap in oierlgke Dicht regels uitgedrukt" had, aldus aanvangende Als de zon met glans en pracht, Na het vluchten van den nacht, Onzen aardbol komt beschgnen; Schuift zij met de rechterhand, Van heur elpen Ledikant, Heur tluweelen Bedgordijnen. Met geen minder, liever lach Heeft deez aangenaam dag Aan de schoonheid big ven hangen Van de schoone Oranjeauroor, Die een vermiljoenen gloor Schets op lelie witte wangen. Wij zullen het lange lied maar niet verder af schrijven. Willem V deed intusschen werkelijk alles om de harten te winnen. Te Vlissingen een wande ling door de stad makende vernam zijne Hoogheid, dat Mevrouw weduwe wijlen de Heer Jacob Olyver, in leeven Secretaris der Stad, en Moeder der tegen woordige Raadsheer en eerst regeerende Burgemeester Clyver, een buitengewoone begeerte had, om voor haare verscheiding uit dit haar eer.-en-tachtig jaarig leeven, den vorst op deeze gedenkwaardige dag te moogen zien en spreeken. Zijne Hoogheid benevens des zelfs gemalin en vorstelgke Spruiten, voldeeden aan dit verzoek en wisselde een aangenaam en Chris telijk gesprek met de oude zwakke Dame, en namen tevens een treffend afscheid van haar Ed." Ruim een eeuw is sinds die dagen voorbijgegaan, en weder is een verheugd Zeeland aanschouwd. Weder betraden vorstelgke bezoekers uit hetzelfde Qranjehui8 Zeelands bodem. Weder ontving Zeeland hen met groote geestdrift. De vorstinnen hebben wel niet alles kunnen doen, wat Willem V toen deedde toespraken zgn wel wat minder hoogdravend geweest en de dichtlooveren minder gekunsteld, maar de stemming, de weder- zgdscbe genegenheid was dezelfde. »De Zeeuwen", zegt het bedoelde boekje »zijn wat hun Charakter aanbelangt, rond van aard, sterk van naturel, gehard tegen ongemakken, liefhebbers van eene goede dronk, wakkere Kaapvaders, eerlgk en gastvrg". »Maar", laat de Vaderlander hierop volgen, »nog op andere wgze staan de Zeeuwen in de geschiedenis van Nederland bekend, nl. als behoorende tot de trouwste aanhangers van het huis van Oranje". Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Onder vele blgken van belangstelling herdacht gisteren de heer J. A. Eversteijn den dag dat Z.Z. Eerw. vóór dertig jaren als pastoor den kerkeljjken dienst alhier aanvaardde. In 1822 geboren, en in 1848 als priester gewijd, werd hem in 1871 het dekenaat van Middelburg opgedragen. Hij zelf droeg Zondagmorgen de H. Mis op en werd daarbij ge- adsisteerd door den Eerw. heer kapelaan C. J. B. Olifiers als diaken, terwgl de heer H. J. M. Stieger, student aan het groot-seminarium, als sub-diaken dienst deed. Naar aanleiding van de woorden: Prijst en looft met mg den Heerwerd door den Eerw. heer kapelaan Olifiers een boeiende feestrede uitge sproken, die door een groot en aandachtig gehoor werd gevolgd. Behalve dat ter zijner eere het altaar gelgkenisriep ze met bevende stem. Rembod werd nog meer verlegen en ook Ebersmann sprak, wat onvast»Deze heer, dr. Rembod uit Halle wilde over de kamer komen spreken." »Als mijnheer met onze eenvoudige woning, ons tuintje en vroolgke gezichten tevreden is?" »Ik ben hoogst tevreden, mevrouw" sprak Rembod hare hand vattende. »Het is hier zeer huiselijk en gezellig »Maar u hebt de kamer nog niet eens gezien." »Ik zag u, mevrouw en en ik ge loof, dat het onder uwe zorg aangenaam leven moet zijn". De kamer was klein, maar vroolgk en de koop was spoedig gesloten. Rembod had groote haast om zgn ransel te halen en zich hier te nestelen. Des avonds, nadat hg met de geheele familie wat nader had kennis gemaakt, schreef hg naar Suhl Amice 1 De duivel hale Normandiëik blijf hier. Ik ben dronken, ik ben dol 1 Niet in het hoofd, maar in het hartWeet ge wat mg is overkomen Vier menschen hier, die mg zagen, verschrikten van mij, alsof ik iets heel bgzonders was, wat ik tot mijn spijt zelf nog nooit heb bemerkt. Het vjjfde wezen, dat ik ontmoette, verschrikte wel is waar ook, maar het bloosde tevensIk heb allen eerbied voor uw blondlokkig meisje met hare duivenoogen, maar ik heb hier een donkerharig wezentje met bruine oogen gezien, schooner dan alle vrouwenfiguren van Raphaël en ApellesZg zal de rngne worden, dat zweer ik! tt. Rem nou". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 2