terij-officieren en deputatie van de Koninklijke Har
monie met banier. De burgemeester, de heer Jansen,
hield een toespraak, die door de Rogentes met dank
betuiging voor de ovatie werd beantwoord.
Een paar meisjes overhandigden aan de Koningin
nen prachtige bloemruikers onder oorverdoovond ge
juich der menigte. De werklieden der brouwerij
van Smits Waesberghe stonden geschaard op het
dak der fabriek, allen met vlaggen in de hand en
betuigden met hoera's hulde aan de Majesteiten.
De schutterij muziek speelde de Volksliederen en het
Oud-Wilhelmus.
Aan alle overige stations volgden hartelijke be
groetingen toen de trein voorbijreed. Juist kwart
voor een arriveerde de trein het versierde station
Soest, vanwaar de Koninginnen, beladen met bou-
qetten, corbeilles en andere bloemstukken, naar
Soestdijk terugkeerden.
De N. R. Ct. meldt nog
»Dat de beide Koninginnen ook door haar per
soonlijke eigenschappende eene door de tactvolle
wijs, waarmede zij hare taak opvat, de andere door
hare lieftalligheid, alle harten hebben gewonnen, is
aan geen twijfel onderhevig. De Regentes kon de
Middelburgers niet beter eeren in hetgeen hun lief
is, dan door Vrjjdag, toen aan den eisch van het
programma van den dag geheel voldaan was en een
oogenblik rust haar door niemand misgund zou zijn
geweest, nog een gang naar het stadhuis te doen
om opnieuw de oudheidkamer te bezoeken. Het
stadhuis en de historische verzameling zijn de trots
der Middelburgers. En daarna toog zij naar de
Statenzaal om de gobelins van naderbij te bezich
tigen, intusschen verzoekende den rijksbouwkundige
tot haar te brengen, ten einde zich omtrent de ge
schiedenis der Abdij en het beginsel bij de restau
ratie gevolgd, te laten inlichten. En na eenige
oogenblikken op oude prenten de aanwijzingen van
den architect te hebben gevolgd, wilde zij hetgeen
in zijn oorspronkelgken staat reeds is teruggebracht
op de plaats zelve bezien "en er moest in allerijl
licht gehaald worden om een bezichtiging van de
gerestaureerde dertiendeëeuwsche kelders mogelijk
te maken. De abdij en het raadhuis zij vormen
te zamen de geschiedenis van Middelburg.
De Koniügin werd algemeen als een bevallig
meisje geprezen. »Wat is zij toch een lief kind"
hoorden wij de menschen herhaaldelijk getuigen. Zij
wast dan ook gelukkig op. Maar al blijkt zij, in het
publiek optredende en als Koningin een handeling
te verrichten hebbende, nog kinderlijk beschroomd,
telkens vragende om een aanmoedigenden blik Harer
Moeder, de indruk, welken zij maakt, is alles be
halve die van een doetje". In zooverre verloochent
zfj haar afkomst niet, dat hetgeen ze zich in het
hoofd stelt, er niet gemakkelijk wordt uitgeredeneerd.
Toen Hare Moeder zich Vrgdag verdiepte in de
oude prenten der Abdij, riep ze plotseling, op den
toren van de kerk wijzende: Moeder ik zou zoo
graag heel boven naar den toren klimmen", en het
had heel wat voeten in de aard haar die klimpartij
van 360 treden uit het hoofd te praten. Zoo ook
wilde zij bij den tocht naar de reede van V lissin gen
een kijkje in de machinekamer nemen. Pas had ze
van de gasontploffing op een der oorlogsschepen ge
hoord, waarbij een aantal matrozen gewond waren.
»Ik wil in het kolenhok" dwong ze »om te
zien hoe zoo'n vreeselijk ongeluk kan gebeuren".
Hare Moeder verzekerde haar dat aan haar wensch
niet voldaan kon worden, dat zoo'n kolenhok vuil
is en haar kleeren zou bederven enz. enz. »Mijn
kleeren bederven" riep zij »ik heb toch jur
ken genoeg".
Bij het ontvangen van het geschenk der Zeeuw-
sche gemeenteneen uitgebreide verzameling gouden
en zilveren sieraden, behoorende bij de verschillende
Zeeuwsehe kleederdrachten, een geschenk waarmede
zij niet weinig ingenomen was, kon zij toch niet
nalaten te verklaren, dat een volledig kostuum, ge-
lgk zij in Friesland ontving, haar ook zeer lief zou
zijn geweest. Al vast had zij heden bij het bezoek
aan het Zeeuwsch Genootschap verschillende siera
den aanals broche, ceintuursluiting enz. En op de
betuiging van een der aanwezigen, dat het hem ge
noegen deed te ontwaren, dat het geschenk zóó in
haar smaak viel, antwoordde zij gulweg: ja, ik
zit er eiken dag in uit te zoeken
Wij zullen ons wel wachten aan deze dingen het
dwingen van een kind om een hoogen toren te be-
ik er dan zoo schrikwekkend uit
>0, pardon, edele heerik 1"
»Ik ben geen edele heer, maar een eenvoudig
doctor in de natuurwetenschappen. Maar waarom
wekt rapn gezicht zooveel verbazing bij u op
»Ik ik wilde u volstrekt niet beleedigen,
maar ongeveer 37 jaar geleden stapte hier
een vreemdeling, een voornaam heer, af, en woonde
geruimen tijd bij injj. Aan hem heb ik mijn geluk
te dankenGe gelijkt op hem als de eene droppel
water op den anderen
»Dat is vreemd! Hoe heette die mijnheer?"
»Dat weet ik niet. Hij vertrok later en ik zag
hem nooit terug. Ik zou mij ook wel gewacht heb
ben over hem te spreken als uw gezicht mij niet
zoo had doen schrikken."
Was de man dan zoo geheimzinnig?"
Veroorloof mg op die vraag het antwoord schul
dig te bljjven en u naar uwe kamer te brengen."
»Nu begin ik toch waarachtig te gelooven, dat
ik betooverd bensprak Rembod tot zichzelven,
toen hjj alleen was. Ebersmann verschrikt van mg,
die oude snorbaard eveneens en nu deze kastelein
ook weer. 't Is waarachtig alsof ik een geest ben
of wel een hooggeplaatst, zeer bekend persoon, wiens
plotselinge verschijning de menschen verrast en die
men dadelijk herkentAbahdo zaak mag loopen
zooals ze wil, zooveel is zeker, dat ik mij bereids
binnen den tooverkring bevind, waaruit ik over twee
jaren moet verlost worden. Wat een Duitsch kamer
geleerde toch al niet overkomen kan. Als het met
een Franschman gebeurde beschouwde hjj zichzelf
reeds als een vermomde prins en nam hij dadelijk
dan titel van cbovalier aan 1"
klimmen, om neer te dalen naar de plaats, waar
stokers hun gevaarlijk werk verrichten, een symbo
lische beteekenis te hechten. Maar dat deze Konings
dochter, zoo jong reeds zelve Koningin, en opgevood
onder de moeielijkste omstandigheden, die zich laten
denken, dat zij op veertienjarigen leeftijd nog zoo'n
kind gebleven is, dit pleit in de eerste plaats voor
de moeder."
Het Vaderlanddezelfde feiten vermeldende, voegt
daaraan toeHet is op dezen schoonen tocht op
nieuw gebleken hoe groot de tact is van H. M. de
Koningin-Regentes om de genegenheid van geheel
het volk te winnen en te behouden voor zich en
voor onze jonge Koningin, die door het volk steeds
meer op de handen zal worden gedragen, naarmate
het meer van haar hoort en ziet. Vandaar dat ik
mij gelukkig heb gerekend het bovenstaande te heb
ben kunnen mededeelen vandaar dat ik het men
vergunne me het onverholen te zeggen steeds
betreur, dat men in de omgeving der Koningin
nog altijd te weinig beseft hoe groot 'fe belang is
van de meest onbeperkte publiciteit, ook van veel,
dat thans slechts bij toeval nu en dan ter oore
komt van journalisten, wien het een lust, doch tevens
een zoo ontzaglijk moeilijke taak is om het trouwe
volk een en ander van zijn kleine Koningin te
vertellen."
We willen besluiten met het oordeel van een
Duitsch blad, zooals dit aan de N. R. Gt. wordt
gemeld uit Berlijn.
De Berliner Politische Nachrichten, een officieus
blad, wijdt een artikel aan het bezoek, door de beide
Koninginnen aan Zeeland gebracht. Het blad ziet
in de hartelijke ontvangst een bewijs hoezeer het
Huis van Oranje en het Koningschap onveranderd
in het volk geworteld zijn gebleven. »Alle pogingen",
vervolgt het, »iu den loop der jaren door anarchisten
en sociaal-democraten aangewend om daartegen eene
revolutionaire strooming te verwekken, zijn mislukt.
Bg de verhouding waarin het Nederlandsehe volk
staat tot de draagsters der kroon, komen verstand
en hart gelijkmatig tot hun recht, en hieraan heeft
de liefde voor het Koningschap in Nederland eene
kracht te danken welke alle omverwerpende bewegin
gen reeds van te voren met onvruchtbaarheid slaat."
De heer I. G. J. Kakebeeke, directeur der
Rijkslandbouwwinterschool alhier, zendt
ons het programma van het onderwijs aan die in
richting gedurende den wintercursus 1894/95. Het
bevat een uittreksel uit het reglement, samenstelling
der commissie van toezicht, opgave van onderwijzend
personeel, roester van lesuren, leerplan, lijst van
leerboeken, huishoudelijk reglement, ministr. beschik
king betreffende het schoolgeld en examen-opgaven
voor het toelatingsexamen van het vorige jaar.
By Kon. besluit is dhr. H. P. J. T u t e i n
Nolthenius, burgemeester van Vlissingen, be
noemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.
Door de Koningin-Regentes zijn benoemd tot
kamerheeren in buitengewonen dienst W. A. graaf
Van Lyuden, lid van Gedeputeerde Staten, en
jhr. mr. W. A. Van Reygersberg Ver-
si u y s president van de arrondissements-rechtbank,
beiden te Middelburg.
Door de Koninginnen werd aan roevrouw De
B r a u w eebtgenoote van den heer commissaris
der Koningin, een vorstelijk cadeau gemaakt, be
staande in een prachtige bracelet met kostbare steenen
en met de initialen der vorstinnen, de W in een
rand van robijnen en de E in een van diamanten.
Mevrouw Tutein Nolthenius te Vlis
singen ontving eveneens van de vorstinnen een kost
bare bracelet, met diamanten bezet.
Aan de kinderen van jhr. mr. W. M.
De B r a u w schonken de Koninginnen als herinne
ring aan haar bezoek een collectie fraai speelgoed,
waarbij ook een tweetal stukken in oud-zilver.
Aan de leden van de eerewaehten is
namens H. M. de Koningin-Regentes eene herinne-
riogs-medaille toegezegd.
ifiorsele. Door Geel. St. is aan N. De Kun der,
sloeproeier bij het Belgische loodswezen te Vlissingen,
vergunning verleend tot het bouwen van een veer
huis op den zeedijk van Borsele, tegenover den
steiger aan de Staartnol. Het gebouw moet binnen
zes maanden gereed zyn.
's Namiddags, jnist toen kg wilde uitgaan om een
kijkje in de stad te nemen, ontving hg het volgende
brief je van Ebersmann. Geachte heerOfschoon ge
vroeger gekomen zgt dan vermoed, ja misschien zelfs
dan gewensekt werd, maakt men u daarvan geen
verwgt. Ge wildet Thüringen, uw geboorteland, zien
men heeft daarmede vrede. Het is derhalve de wensch
van uw weldoener, dat ge uwe vacantie in ons
midden doorbrengt. Onze bergen leveren mooie ge
zichtspunten op en misschien ook wel een en ander,
waarmede ge uw zucht naar natuuronderzoek kunt
bevredigen. Ge kunt evengoed het volgend jaar naar
Normandië gaan. Als ge het plan goedkeurt, wil mg
dan morgen komen bezoeken. Ik zal dan met u een
behoorlgk eenvoudig logis zoeken, dat ge voor den
tijd van uw verbljjf kunt huren en van waaruit ge
uwe uitstapjes kunt maken."
»Nu, 't is mg welmompelde Rembod glimla
chend. »In 't ergste geval als het mg hier begint
te vervelen, trek ik naar Suhl om den nieuwbakken
fabrikant en zijn blondje te bezoeken."
Den volgenden morgen stond Rembod op den be
paalden tgd weder in het kantoor van Ebersmann.
Hg verlangde zelf voor den tgd van zijn verblijf
een ander kwartier te betrekken, want de houding
van den ouden kastelein was nu nog schuwer en
onderdaniger geworden en dat behaagde hem niet.
Hij zeide dit tegen Ebersmann.
Volkomen waar" sprak deze op veel vriendelgker
toon dan gisteren; »ook ligt het te veel in het
midden van de stad. Eene nette familie, een aardig
kamertje met een kgkje op de groene bergen, is voor
een jonge, vroolgke man veel opwekkender. Ik heb
al eens ondor de hand geïnformeerd ca ik denk dat
De opzichter van fortificatiën der 3e kl. J.
C. L a g a s te llellevoetsluis, wordt met 1 Sep
tember a. s. overgeplaatst naar Nijmegen.
Naar uien aan de Maasb. mededeelt, moet er
bij het hoofdbestuur der postergen over gedacht
worden, om de brieven- en telegrambe
stellers en postboden van rijkswege van
schoeisel te voorzien.
Big kens een telegram van den Gouverneur-
Generaal van Nederlanöscb-Inöië van 20 dezer, wordt
de gouvernements-koffieoogst op Java
voor dit jaar thans geraamd op 329.740 pikols.
St.-Ct
Door het bestuur der Zuider zee-V e r -
eeniging is aan de leden, donateurs enz. der
Vereeniging een schrijven gericht, waarbij is gevoegd
een overdruk (met kaart) van het rapport, door de
Staatscommissie, ingesteld bg Kon. besl. van 8
Sept. 1892, in de eerste helft van dit jaar aan de
Koningin-Regentes uitgebracht.
Zooals onze lezers weten, is de vraag, of eene
afsluiting en eene droogmaking van de Zuiderzee
op eene wgze als door de Vereeniging is voor
gesteld," in 's lands belang behoort te worden on
dernomen, door de Staatscommissie met overgroote
meerderheid toestemmend beantwoord.
1 Teneinde te overwegen wat door de Z.Z.V. kan
worden verricht om de zaak verder vooruit te bren
gen, zal in de October-vergadering dit punt aan
de orde komen, en is derhalve een talrgke opkomst
der leden gewensekt.
Inmiddels heeft het algemeen bestuur gemeend
zich in een adres tot de Regentes te moeten wen
den, met verzoek zoodanige maatregelen te willen
nemen als het spoedig tot stand komen van het
nationale werk kunnen bevorderen.
Het onderzoek over de vinding van de inge
nieurs Verhoesen en Verloop tot het automa
tisch stilhouden van treinen voor on
veilige signalen, heeft de Staatsspoorweg-Maatschappg
aanleiding gegeven tot het volgende antwoord aan
den Raad van Toezicht, die ook het oordeel van
genoemde Maatschappij had gevraagd
De toepassing van het stelsel om de treinen bg
alle seinen automatisch tot stilstand te brengen, is
op het net der Staatsspoorwegen niet voor een zoo
danige uitvoering vatbaar, dat men met volkomen
vertrouwen ten allen tg de en bg alle treinen van
de goede werking verzekerd kan zgn. Waar dit ver
trouwen niet bestaat, komt het haar niet raadzaam
voor verdere proeven met de vinding te nemen.
Volgens de Matin ontmoette de heer Beernaert,
ex-premier van België, op zijn reis in Scandinavië
op een stoomboot, op een fjord een reiziger, die
zeer bekend scheen met de Belgische politiek en
met het verloop der Belgische en Nederlandsehe
kieswetontwerpen. Ten slotte kwam de heer Beernaert
tot de ontdekking, dat hij een ontmoeting had met
den heer Tak Van Poortvliet; aldus: twee ex-mi-
nisters, beiden gevallen door de kieswet. Natuurlgk
was men spoedig beste maatjes. (Tel.)
De Vaderlander deelt mede, dat er onder den
titel H e t verheugd Zeeland" een boekje
bestaat, dat werd uitgegeven te Amsterdam in 1787
bg Hendrik Arends, en beschrgft »het plechtige
bezoek van zgne doorluchtige Hoogheid, Willem de
Vgfde, prinse van Oranje en Nassau, erfstadhouder,
kapitein en admiraal-generaal der Vereenigde Neder
landen, benevens deszelfs Koninglgke Gemalinne en
Vorstelgke Spruiten den XVHIdon van Zomermaand
MDCCLXXXVI en volgende dagen", aan Zeeland
gebracht. Het is versierd smet kunstplaten", voor
stellende de aankomst te Middelburg, eene buiten
gewone zitting der Zeeuwsehe Staten, waarin zgne
Doorl. Hoogh. smet een treffende aanspraak ver-
wellekoomt wordt", en shet Bezichtigen van den
Westcappelschen Dijk, met derzei ver bewerkingen".
Uitvoerig bericht geeft het van het verblijf der toen
malige vorstelgke familie, gedurende ongeveer 5
weken in hot haar trouw verknocht gewest, 't meest
te Middelburg, maar ook te Vlissingen, Veere en
Goes, van waar hare leden uitstapjes deden en onge
veer geheel Walcheren en Zuid-Beveland in oogen-
schouw namen; hoe zg door eerepoorten sverwelle-
koomt", met toespraken begroet, met sierlijke
we bg de vrouw van dominé Wunster juist zullen
vinden, wat we zoeken."
>De vrouw van een dominé Waarde heerIk
heb allen eerbied voor de theologie, maar zij moet
als alle goede dingen met mate worden genoten.
Eene predikantsvrouw tot hospita te hebben, die
iederen kop koffie en iederen boterham met godzalige
woorden tosdient, is voor mg toch wel wat heel
droog vacantie-genot
s Wees daarover niet bezorgd 1" lachte de koopman.
sAls het er u niet bevalt, kunt ge immers over
eene week ergens anders heentrekken. Mevrouw
Wunster is echter eene zeer beschaafde en lieve
dame, vrij van alle vroom gefemel. Haar zoon
Diederik is hier aan het gymnasium geplaatst, hare
beide dochters zgn frissche, levenslustige meisjes en
mevrouw zelf staat in hoog aanzien bij prinses
Georgine."
»Nu goed, laten we er dan maar eens heen gaan."
Weldra stonden ze bg mevrouw Wunster op de
stoep. Een jong meisje deed hen open. Het was
eene lieve versebgning, eene slanke maar zeer geëven-
redigde gestalte, blanke gelaatskleur, donker haar
en bruine oogen. Zg bloosde toen ze twee heeren
zag en vroeg verlegen wat er van hun verlangen was.
»Ik zou gaarne uwe mama spreken over het huren
van de kamer."
Zg liet de heeren binnen en toen Rembod haar
voorbg ging, keek hg haar eens goed aan, zoodat
zg de oogen neêrsloeg.
»Hier blijft ge 1" klonk het in Rembod's hart.
Hg verschrikte over zichzelf en trad tamelijk verlegen
binnen.
Weldra versch .in de moeder» >0, God l Welk een
Dichtloveren bestrooid", aan gastmalen ontfangen,
op prachtige Soupee's onthaald, met Vuurwerk en
fraaije, verrukkende ja kunstige illuminaties vereerd
werd. Zeeland had toen wel wil van dit vorstelgk
bezoek.
De Prins woonde niet alleen allerlei vergaderingen
van Staten en Admiraliteit enz. meermalen bij, ging
met de verheugde bevolking geregeld ter godsdienst
oefening op, was tegenwoordig bg verschillende be-
langrgke dingen, maar zelfs beklom Zgne Hoogheid
benevens de twee jonge Prinsen de groote Abdij
toren, ouder het zeevarend volk Lange Jan genaamd
tot in de kroon. Hunne Hoogheden namen ook
inspectie van het zeer harmonieuze klokkespel op
deeze Toren, 't welk voor een van de zwaarste van
de geheele Republiek te houden is." De geestdrift
was algemeen. Te Vlissingen, oude Oranjestad, schgnt
die wel ten hoogsten top gestegen, waar >men
meenigeen wegens dit bezoek traanen van blgdschap
zag storten", en de dichtkunst, verrukt door de eere
van het bezoek, haare blgdschap in oierlgke Dicht
regels uitgedrukt" had, aldus aanvangende
Als de zon met glans en pracht,
Na het vluchten van den nacht,
Onzen aardbol komt beschgnen;
Schuift zij met de rechterhand,
Van heur elpen Ledikant,
Heur tluweelen Bedgordijnen.
Met geen minder, liever lach
Heeft deez aangenaam dag
Aan de schoonheid big ven hangen
Van de schoone Oranjeauroor,
Die een vermiljoenen gloor
Schets op lelie witte wangen.
Wij zullen het lange lied maar niet verder af
schrijven. Willem V deed intusschen werkelijk alles
om de harten te winnen. Te Vlissingen een wande
ling door de stad makende vernam zijne Hoogheid,
dat Mevrouw weduwe wijlen de Heer Jacob Olyver,
in leeven Secretaris der Stad, en Moeder der tegen
woordige Raadsheer en eerst regeerende Burgemeester
Clyver, een buitengewoone begeerte had, om voor
haare verscheiding uit dit haar eer.-en-tachtig jaarig
leeven, den vorst op deeze gedenkwaardige dag te
moogen zien en spreeken. Zijne Hoogheid benevens
des zelfs gemalin en vorstelgke Spruiten, voldeeden
aan dit verzoek en wisselde een aangenaam en Chris
telijk gesprek met de oude zwakke Dame, en namen
tevens een treffend afscheid van haar Ed."
Ruim een eeuw is sinds die dagen voorbijgegaan,
en weder is een verheugd Zeeland aanschouwd.
Weder betraden vorstelgke bezoekers uit hetzelfde
Qranjehui8 Zeelands bodem. Weder ontving Zeeland
hen met groote geestdrift.
De vorstinnen hebben wel niet alles kunnen doen,
wat Willem V toen deedde toespraken zgn wel
wat minder hoogdravend geweest en de dichtlooveren
minder gekunsteld, maar de stemming, de weder-
zgdscbe genegenheid was dezelfde.
»De Zeeuwen", zegt het bedoelde boekje »zijn
wat hun Charakter aanbelangt, rond van aard, sterk
van naturel, gehard tegen ongemakken, liefhebbers
van eene goede dronk, wakkere Kaapvaders, eerlgk
en gastvrg".
»Maar", laat de Vaderlander hierop volgen, »nog
op andere wgze staan de Zeeuwen in de geschiedenis
van Nederland bekend, nl. als behoorende tot de
trouwste aanhangers van het huis van Oranje".
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Onder vele blgken van belangstelling herdacht
gisteren de heer J. A. Eversteijn den dag dat Z.Z.
Eerw. vóór dertig jaren als pastoor den kerkeljjken
dienst alhier aanvaardde. In 1822 geboren, en in
1848 als priester gewijd, werd hem in 1871 het
dekenaat van Middelburg opgedragen. Hij zelf droeg
Zondagmorgen de H. Mis op en werd daarbij ge-
adsisteerd door den Eerw. heer kapelaan C. J. B.
Olifiers als diaken, terwgl de heer H. J. M. Stieger,
student aan het groot-seminarium, als sub-diaken
dienst deed. Naar aanleiding van de woorden: Prijst
en looft met mg den Heerwerd door den Eerw.
heer kapelaan Olifiers een boeiende feestrede uitge
sproken, die door een groot en aandachtig gehoor
werd gevolgd. Behalve dat ter zijner eere het altaar
gelgkenisriep ze met bevende stem.
Rembod werd nog meer verlegen en ook Ebersmann
sprak, wat onvast»Deze heer, dr. Rembod uit
Halle wilde over de kamer komen spreken."
»Als mijnheer met onze eenvoudige woning, ons
tuintje en vroolgke gezichten tevreden is?"
»Ik ben hoogst tevreden, mevrouw" sprak Rembod
hare hand vattende. »Het is hier zeer huiselijk en
gezellig
»Maar u hebt de kamer nog niet eens gezien."
»Ik zag u, mevrouw en en ik ge
loof, dat het onder uwe zorg aangenaam leven
moet zijn".
De kamer was klein, maar vroolgk en de koop
was spoedig gesloten. Rembod had groote haast om
zgn ransel te halen en zich hier te nestelen. Des
avonds, nadat hg met de geheele familie wat nader
had kennis gemaakt, schreef hg naar Suhl
Amice 1 De duivel hale Normandiëik blijf hier.
Ik ben dronken, ik ben dol 1 Niet in het hoofd, maar
in het hartWeet ge wat mg is overkomen Vier
menschen hier, die mg zagen, verschrikten van mij,
alsof ik iets heel bgzonders was, wat ik tot mijn
spijt zelf nog nooit heb bemerkt. Het vjjfde wezen,
dat ik ontmoette, verschrikte wel is waar ook, maar
het bloosde tevensIk heb allen eerbied voor uw
blondlokkig meisje met hare duivenoogen, maar ik
heb hier een donkerharig wezentje met bruine oogen
gezien, schooner dan alle vrouwenfiguren van Raphaël
en ApellesZg zal de rngne worden, dat
zweer ik!
tt.
Rem nou".
(Wordt vervolgd.)