1894 N°. 100. Zaterdag 25 Augustus. 81ste jaargang. WelfcomI! FEUILLETON. Het raadsel van Hildburghausen. REKENING DE EiEG ROOTING GOESCHE Do uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrjjdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bgblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam ea verder bg alle Boekverkoopers en Brievengaarders. COURANT. De prgs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Qiisendfnff van advertentiën voor uren op den dag der uitgave. De dag van morgen is voor de inwoners van Goes niet zonder gewichtH. M, onze Koningin en Hare Koninklijke Moeder zuilen eenige oogen- blikken op het grondgebied onzer stad vertoeven, 't Is waar, de tijd, ons vergund om de Vorstinnen te begroeten, duurt slechts enkele minuten, maar wel verre van daarover te klagen, moet het ons dankbaar stemmen, dat, na al de vermoeienissen der laatste dagen, na al de ovaties, die H.H. M.M. hadden in ontvangst te nemen, Zij Goes toch niet tweemaal willen voorbijtrekken zonder ook hier een welkomstgroet te aanvaarden. Ben welkom bovendien van een hoogst eigenaar dig karakter, een welkom van jeugdige onderdanen tot hunne jeugdige Vorstin en Hare voortreffelijke Moeder, een welkom met de tonen en de woorden van dat aloude volkslied, dat stamt uit de tijden van Holland's grootste verdrukking, maar dat ge tuigt van Oranje's onwrikbaar vertrouwen op red ding uit den nood, het lied, vervaardigd door den man, di6 in tijden van druk zelf op Zeeuwschen bodem een rustig toevluchtsoord zocht en vond. Het was inderdaad eene gelukkige gedachte onze Koninginnen bij Haar uiterst kortstondig verblijf op Goeschen bodem op die wijze te doen begroeten, evenzeer als het getuigt van groote hartelijkheid van de zijde der Koningin-Regentes, dat zij met aandrang den wensch te kennen gaf om bij de ovatie der kleinen ook den grooten zooveel mogelijk gelegenheid te geven H.H. M.M; te verwelkomen. Dat van deze minzaamheid morgen een ruim ge bruik zal worden gemaakt is dan ook zeker wel boven twijfel verhevenen de luide toejuichingen, waarmede de Koninginnen zullen worden begroet, zal aan de hooge personen de overtuiging schenken, dat ook in Goes onder allen rang en stand de harten warm kloppen voor het dierbaar Oranje-huis. Maar men bedenke, dat, wanneer die toejuichingen werkelijk zijn gemeend en daaraan mag niemand onzer twijfelen ons ook een ernstige plicht is opgelegd. Men bedenke, dat het niet genoeg is met mond en hand onze Vorstinnen te begroeten, dat het niet genoeg is de kleinen net gekleed en fraai gedoscht het feestlied bg uitnemendheid te doen zingen, maar dat, vooral in die jeugdige harten, de liefde voor onze Vorstinnen bij voortduring moet worden ontwikkeld en aangekweekt, zal nimmer de band verflauwen, die Volk en Vorstenhuis verbindt. Ziet, we weten het allen, welk eene voortreffelijke opvoeding de Koningin-moeder aan Hare jeugdige dochter geeft, en hoe Zij bij voortduring in het jong Naar het Duitsch van A. E. Brachvogel. 52) Vervolg. In den zomer van het jaar 1844 trokken twee flinke jonge mannen door het Thüringerwoud, twee studenten, die boeken en papieren vaarwel hadden gezegd om in de vrije berglucht nieuwe krachten te zamelen. Ze liepen in zuidwestelijke richting en hoopten tegen den middag het dorpje Suhl te be reiken. De eene was blijkbaar nog student, althans zijne kleedij duidde dit genoegzaam aande ander, die iets ouder scheen, was grooter en slanker gebouwd. Zijn donkere, ernstige blik, zijn bruin, krullend haar en zijn edel gevormd gelaat trokken dadelijk de aandacht. Hg was ontegenzeggelijk een knap man. Zijn lichte tred, zjjn edele gang en zijne elastische bewegingen waren geheel natuurlijk en vrij van die gemaaktheid, die men zoo dikwerf bij jonge lieden aantreft. Zijne kleeding geleek niets op die van een student. In plaats van den bontgekleurden muts droeg hg een stroohoed en zgne grijze korte jas en broek schenen uitsluitend voor deze reis ge maakt. Beiden droegen intusschen den ransel en de veldflesch, het breed omgeslagen halsboord en de zwart los omgeslagen das met lange, wapperende einden, die mode a la Byron, die toen door alle Duitsche jongelieden gevolgd werd, omdat ze ge makkelijk en toch gekleed was. Fluitend en zingend, gemoed van Haar kind de goede zaden strooit, Haar opkweekt in de deugden, die eene Koningin het meest sieren, Haar wijst op Hare plichten in de toekomst, Haar vertrouwen leert stellen in de aan hankelijkheid van het Nederlandsche volk aan Haar geslacht, in één woord, Haar voorbereidt voor de schoone maar moeielijke taak, die Haar als lands- vorstinne wacht: Haar volk zoo gelukkig mogelijk te maken. Maar waar zoo de Koninklijke moeder bg Haar kind liefde kweekt voor Hare onderdanen, daar geeft Zij ons allen de ernstige lesdat ook op ons de plicht rust in toenemende mate in de harten der kleinen liefde aan te kweeken voor ons Vorstenhuis, opdat zij de jeugdige telg eenmaal steunen bij Haar regeertaak en den troon schragen, waarop Zij bin nen enkele jaren zal zetelen. Wie een ernstig mensch wil heeten, moet dit ge voelen, en ongetwijfeld gevoelen nagenoeg al onze stadgenooten het. Maar ook het goede mag men elkander wel eens voor oogen houden, waar de da gelijks terugkeerende zorgen ons zoo licht dergelijke minder voor de hand liggende plichten doen over het hoofd zien 1 Moge daarom de ontmoeting op morgen ook den band tusschen onze Vorstinnen en ons nauwer toe halen en het besef in ons verlevendigen van de taak, die ook wij in dezen hebben te vervullen. Dan zal het korte bezoek niet slechts eene voorbijgaande ontmoeting en eene gebruikelijke begroeting zijn, maar dan zal zij goede vruchten dragen voor Vor stinnen en voor onderdanen, en zal zij bovenal aan leiding zijn, dat in de jonge harten het besef steeds meer levendig wordt van eene hoogere en betere liefde dan die, welke meer uitsluitend op eigen voor deel is gericht. Wanneer daar morgen in onze juichtonen iets weêrklinkt van hartelijkheid en liefde, dan zullen ze ook in het jeugdig gemoed van Koningin Wilhel- mina eene gevoelige snaar doen trillen, maar dan zullen ze vooral bij Hare moeder opnieuw de over tuiging wekken, dat, zelfs in ernstige tijden, Zij Haar kind vol vertrouwen aan de hoede van zulk een volk kan overgeven Heil Koningin Wilhelmina Heil de Koningin-Regentes De door den gemeente-ontvanger aangeboden der ontvangsten en uitgaven van de gemeente over 1893 is in de vergadering van hedenavond aan den Raad overgelegd, en zal voor belangstellenden ter visie liggen ter Secretarie van den 25 Augustus tot eu met den 10 September a. s., op eiken soms ook gezellig pratend, daalden ze een berg af tot op een punt, van waar men een prachtig ge zicht in het dal had. »Het zal wel eene groote verandering voor u geven", sprak de oudste, stilstaande, »om zoo in eens de studiën in de rechten te verwisselen voor handel en industrie." »Ach ja", luidde het antwoord op weinig opge- wekten toon, »daar ligt dat armzalige Suhl, waarin ik mij voortaan moet begraven. Maar enfin, het leidt er eenmaal toe en de studie was toch ook nu juist mijn liefste bezigheid niet. Bovendien mijne moeder schreef, dat vader oud begint te worden en dat het tijd wordt, dat hij eene krachtige en vertrouwde hulp naast zich krijgt. En eindelijk heb ik hoop, dat als ik mg op dit punt volgzaam toon, mijne ouders mg niet langer hunne toestemming tot mijn huwelijk zullen weigeren." »Maar dan zijt ge een waar gelukskind." »Ik wil ook niet ondankbaar zijn; maar toch spijt het mg, dat die zonnige en onbezorgde jongelings tijd voorbij is". »Kom, mor daarover niet; het leven hangt van veranderingen samen. Wel hem, die daarbij van goed tot beter komt. Of ik ook zulk eene gunstige wen ding in mjjn lot zal ervaren, weet God »Dat is waar ook. Wat is de mensch toch zelf zuchtig. Terwille van mijne eigene aangelegenheden vergeet ik de uwe geheelHet is vermoedelijk niet uitsluitend een plezierreisje, dat u, voor het eerst zoover ik weet, in onze streken brengt »Ja en neen, vriend. 'tls waar, ik ben in dit groene bergland geboren en opgevoed, tot ik ging studeeren. Maar sedert dien tijd ben ik er niet meer werkdag van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 uren. Goes, den 22 Augustus 1894 Burgemeester eu Wethouders van Goes, T G. cl. W. HAMER. De fd Secretaris, A. A. VAN DELLEN. der plaatselijke inkomsten en uitgaven van de gemeente voor het jaar 1895 is an den geraeeuteraad, in zijue openbare ver gadering van heden, aangeboden eu op de secretarie neergelegd, alwaar zij tot en met den 10 September eerstkomende voor een ieder ter lezing zal voorhanden zijn, terwijl afschriften tegen betaling der kosten verkrijgbaar gesteld worden. Goes, den 22 Augustus 1894. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De fd. Secretaris, A. A. VAN DELLEN. GOES, 24 Augustus 1894. Men verzoekt ons aan de leerlingen, die zullen deelnemen aan de ovatie, te willen berichten, dat zij Zaterdagmorgen om uiterlijk kwart over acht in hunne eigene scholen worden verwacht. Jongelieden van 17, 18 en 19 jaar, die gedu rende den aanstaanden winter wenschen deel te nemen aan de vrijwillige oefeningen in den wapenhandel, worden er aan herinnerd, dat de termijn van aangifte gesloten wordt op 31 Augustus a. s. De aangifte moet geschieden vóór of op genoemden datum bij den commandant der dd. schutterij alhier. De Commissaris der Koningin in Zeeland maakt bekend dat de opening der jacht op klein wild, met uitzondering van die op fazanten, in Zeeuwsch-Vlaand eren is bepaald op Zaterdag 1 Sep tember 1894, en in de overige deelen der provincie op Zaterdag 8 September 1894en dat de jacht op fazanten zal worden geopend op Maandag 1 October 1894, terwijl de korte jacht zal geoorloofd zijn dage lijks en de lange jacht op Maandag, Woensdag en Zaterdag van iedere week, alsmede op de vier dagen, voorafgaande aan de sluiting der jacht, alles met uitzondering van de Zondagen. Op de tentoonstelling van zang-, kamer- en volière-vogels, gisteren in het gebouw van het Kon. Zoöl. Botanisch Genootschap te 's-Gravenhage gehouden, is de heer A. N o 1 e t te Ierseke bekroond met een tweeden prijs (zilveren medaille) voor de fraaiste verzameling wilde, zoowel inlandsche als uitheemsche, duiven, en met eenzelfden prgs voor de fraaiste verzameling kwartels en patrijzen. Woensdagavond te acht uren is het geschenk der ingezetenen van Middelburg aan H. M. de Koningin aangeboden. Daartoe vereenigde zich in de Abdij de commissie van uitvoering, bestaande uit de heeren jhr mr. A. Van Reigersberg Versluijs, voorzitter, Herman Snijders, onder-voorzitter, mr. W. Polman Kruseman, lsten secretaris, H. J. G. Hartman, 2den secretaris, C. J. Huvers, penningmeester, L. K. Van der Harst J.Jz. en D. J. Mes, leden, met den heer Klinkenberg. Waarom niet?" »Dat is eene vreemde geschiedenis, Fransmis schien ben ik later beter in de gelegenheid er u eene verklaring van te geven dan thans. Over mijne geboorte ligt dezelfde sluier als bij den moedigen Dunois en zoo menig ander heldhaftig man met open oog en warm hart, die een schuine balk in zijn wa pen droeg". Verduiveld. Geen ouders?" »Of mijn pleegvader, dominé Rembod nog leeft, zal big ken als ik terugkom". »Gaat ge naar Hildburgkausen »Daar woont tenminste de man, van wien ik alle berichten, hoe weinig ze ook waren, de bevelen van mijn pleegvader en mijn geld geregeld ontving". »Hm! Onder zulke omstandigheden was het geld wel het beste van de drie". »Dat zal ik niet beamen, ofschoon het mij altijd in ruime mate word gezonden. Ik werd streng maar liefdevol opgevoedmij werd vroeg geleerd, dat ik op eigen krachten zou moeten steunen, en het werd mij altijd voorgehouden: Vermogen hebt ge niet, de geldelijke ondersteuning, die ge thans geniet zal eens ophouden, zorg derhalve bij tijds, dat ge on afhankelijk zijt van anderen." Aan deze wijze raad gevingen heb ik te danken, dat ik eerder dan an deren afgestudeerd was en eene leeraarsbetrekking kreeg". »De wetenschap is u dan ook vader en moeder tegelijk, vriendEn het lijkt mij voor u vrij wat liefderijker ouderenpaar dan uwe natuurlijke ouders". »Dat weet ik niet en ik wil daarover niet suffen". »En nu zijt ge dus te huis?" Nadat H.H. M.M. de Koningin en de Koningin- Regentes waren binnengetreden, onze jeugdige Koiningin, gekleed in witte geborduurden kanten japon, reeds dadelijk naar voren tredende, zeide bij het aanschouwen der schilderij»Hoe heerlijk is dathoe prachtigen dathet schoonste gebouw van Middelburgbood de voorzitter in welge kozen en warme bewoordingen het huldeblijk aan H. M. de Koningin aan als een big vend aandenken van de gevoelens van onwankelbare trouw en liefde van de ingezetenen van Zeelands hoofdstad jegens hunne Koningin. H. M. de Koningin verklaarde, dat zjj het heerlijk vond, eene scbilderg te bezitten van het stadhuis, »dat mooie gebouw", zooals H. M. het noemde. Ook H. M. de Koningin-Regentes verklaarde zich zeer met het geschenk ingenomen. Beide Koninginnen spraken hare bewondering over het werkstuk uit. Daarna werden door den voorzitter de leden den commissie en de schilder aan H.H. M.M. voorgesteld, waarbij H. M. de Koningin-Regentes den heer Klin kenberg een compliment over de uitvoering van het kunstwerk maakte. H.H. M.M. onderhielden zich daarna nog eenige oogenblikken met de commissie, waarbij de Koningin-regentes o. m. den voorzitter verzocht, aan Middelburgs ingezetenen den welge- meenden dank van de Koningin voor het schoone geschenk over te brengen. De Regentes verklaarde verder met bijzonder ge noegen te hebben vernomen, dat aan het cadeau door rijken en armen, ouden en jongen, was bijge dragen en betuigde hare bijzondere tevredenheid met het zoo juist gevoelde denkbeeld der commissie om het surplus der bijdragen voor de armen te bestemmen, waardoor haar ter eere en in naam van de Koningin een feestdag kan bereid worden. Bg het heengaan der Koninginnen drukte de jonge Koningin den voorzitter der commissie de hand. Het album voor dit geschenk der Middelburgers is een dik boekdeel in kwarto imperiaal formaat. De namen der leden van de commissie van uitvoe ring, die van de medeonderteekenaars der oproeping tot deelneming en de lijst der deelnemers zijn ge schreven op oud Hollandsch papier, omgeven door een kaderlij n in rood. De titel, in rood en zwart met Elzevier letter, in rand, keurig gedrukt, luidt: Al bum ten geleide van J. C. K. Klinkenberg's scbilderg IIet Stadhuis te Middelburgaangeboden aan Hare Majesteit Ko ningin Wilhelmina door de ingezetenen van Zeelands Hoofdstad ter herinnering aan Hoogstderzelver eerste bezoek aan dat gewest van 21 tot 25 Augustus 1894." Het is gebonden in kalfsleder, bewerkt en verguld uit de hand, in den geest als dit in de tweede helft der vorige eeuw geschiedde. Op het voor en achter blad prijkt in goud het wapen der stad, omgeven door een strik en beide bladen zijn, zooals vroeger steeds gebruikelijk was, rijk verguld. De rug, in denzelfden stijl, draagt het volgende opschrift Stadhuis te Middelburg. Album van deelnemers." De heer C. W. d'Huy Fz., wien de vervaardiging van dit album werd opgedragen, heeft er een waar prachtstuk van gemaakt en is er uistekend in ge- »Ja, maar eigenlijk moest ik het niet zijn". »Hoe dat?" »Het is mij wel niet direct, maar toch indirect verboden. Ik kan anders over de wijze, waarop men mij altijd mijne vacanties liet doorbrengen, aller minst klagen." »Dat is waar, Lodewijk! Gij zijt in Italië, Spanje, Engeland kortom iedere vacantie in een ander land geweest en daardoor juist hebt ge die wereld kennis verkregen, waardoor ge uitmunt." »Dat heb ik inderdaad aan mijne reizen te danken. De gewoonte van de oude seigneurs en lords om hunne zonen eene groote reis te laten doen, was werkelijk een uitnemend opvoedingsmiddel. Dat men bij mijne reizen vervuld was van werkelijke genegen heid en deelneming voor mij, bewijzen niet alleen de groote sommen, waarover ik daarvoor mocht be schikken, maar vooral de doeltreffende aanwijzingen hoe ik reizen, wat ik als leeraar zien en tot wien ik mg in verschillende plaatsen wenden moest. Het was alsof een onzichtbare mentor mij overal vrien delijk geleidde. Het vorige jaar was ik in Frankrijk en het was opmerkelijk hoe ik overal geopende deuren vond, hoe mijn pad geëffend was overal waar ik kwam." »Maar dat doet denken aan een tooversprookje, Lodewijk »Dat doet het ook 1 Toen ik naar de academie ging, ontving ik van de firma te Hildburghausen, die tot nutoe al mijne aangelegenheden heeft ge regeld, een gesloten brief, met de aanwijzing erbij, dat ik dien niet mocht openen vóór ik meerderjarig ben, omdat ik dan eene voor mij gewichtige tijding zou ontvangen." 1

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 1