1894 N°. 99. Donderdag 23 Augustus. 8Tlc jaargang. V oorzorgsmaatregelen FEUILLETON. Het raadsel van Hildburghausen. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder hg alle Boekverkoopers en Brievengaarders. Intending van advertentiên v«or uren op den De prijs dor gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels boslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel, dag dear uitgave. De OPENBARE GEZONDHEIDSCOMMISSIE acht liet wenschelyk, «lat eenige voorzorgsmaatregelen worden genomen met liet oog op de elders zich openbarende besmettelijke ziekte, waarvan de gemeente tot nogtoe mocht verschoond blijven. Den ingezetenen worden daarom de volgende ten strengste aangeraden lo. Geen water uit de openbare pompen of uit de vest als drinkwater te bezigen 2o. alle water, voor drinken Ibestemd, slechts goed gekookt, te gebruiken So. geene onrijpe vruchten te eten 4o. da meest mogelijke zindelijkheid in acht te nemen, inzonderheid ten aanzien van de privaten, en wel, door telkens de zitplaats goed te reinigen, en in het privaat meermalen te storten eene op lossing van CARBOL, welke voor onvermogenden in de Waag gratis verkrijgbaar wordt gesteld, des voormiddags tusschen 8 en 9 uren. Verder worden de ingezetenen uitgenoodigd, de maatregelen, die vanwege de gemeente tot REINIGING DER GOTEN, STRATEN, RIOLEN enz., genomen worden, in de hand te werken, opdat deze het gewenschte gevolg mogen hebben. Goes, den 22 Augustus 1894. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De fd. Secretaris, A A. VAN DELLEN. GOES, 22 Augustus 1894. Bij K. B. is in zijn rang overgeplaatst bij het reg. grenadiers en jagers, de kapt. D. De Ronde B r e s s e r, van het 6e reg. infanterie. We ontvingen een exemplaar van het jaar verslag der Maatschappij van Weldadig heid. We vestigen gaarne de bijzondere aandacht op deze zoo nuttige instelling, omdat zich het treurig feit voordoet, dat haar ledental voortdurend ver mindert. Zal de Maatschappij aan hare schoone roeping kunnen beantwoorden, dan is het noodig, dat velen zich bereid verklaren als lid toe te treden. De contributie bedraagt f 2.60 'sjaars Naar aanleiding van het verzoek der waterbouwkundige ambtenaren bij de besturen der waterkeeringen van de calamiteuze polders of waterschappen in onze provincie om, bij overlijden, te voorzien in het lot van hunne weduwen en weezen, stelt het Ged. college aan de Provinciale Staten voor, om door wijziging van het reglement aan de dijkraden vrijheid te geven tot het verleenen, onder welke benaming ook, van ondersteuning aan weduwen en weezen van waterbouwkundige ambten aren, behoudens goedkeuring van dit college. Tot dat einde is wijziging en aanvulling noodig van de artikelen 30, 121 en 141 van het reglement. Tevens stellen Ged. Staten nog eene wijziging van geheel anderen aard voor. Het verschil van gevoelen, dat eenige jaren ge leden is ontstaan omtrent de vraag, of inlaagdijken en kaden ook moeten beschouwd worden als zee- of rivierwaterkeerende werken, is tot dusver niet tot oplossing gebracht. Die oplossing wordt thans door de regeering ge- wenscht, en Ged. Staten hebben er geen bezwaar tegen, om door wijziging van art. 78 van het regle ment aan dien wensch te voldoen, te minder omdat Naar het Duitsch van A. E. Brachvogel. 51) Vervolg. De graaf was werkelijk genezen, althans hij be weerde het. Hij kon loopen met behulp van een stok, zonder pijn slapen en meer verlangde hij niet. Hij was niet zoo dwaas nog te gelooven, dat op zijn leeftijd een volkomen herstel mogelijk was en hij was te zeer aan goed eten en drinken gewoon om niet vooruit te zien, dat hij van lieverlede toch weder in de oude fout zou vervallen. Toen de lente was aangebroken trok hij naar den Bergtuin. Daar kon hij den groenen grafheuvel zijner Sophie met zgne bloemen op de hoogte zien, hij kon de ffissche lucht inademen en zitten droomen. Hjj bracht aan het graf iederen dag een morgen- en een avondbe zoek en over dag las of schreef hjj, en ordende hij zijne papieren. Zoo leefde hij als een kalm grijsaard, die zich nog uitsluitend met zijne eigene zaken be zighield. Met den herfst kwam de sterfdag van Sophie. Den daaraan voorafgaanden dag schreef de chevalier een briefje aan mevrouw WunBter, waarin hij haar uitnoodigde hem den volgenden dag te komen be- in de laatste jaren reeds feitelijk bedoolóe werken j aan het oordeel van de regeering werden onderworpen, j Waarschijnlijk wordt in het najaar nog aen examen gehouden voor de betrekking van klerk der posterijen en telegraphie. Men schrijft uit Zuid-Beveland aan de Telegraaf: Verschillende gemeenten op ons eiland hebben groot ongerief door het gemis van een dokter. Sommige worden nooit met een geneesheer verrijkt andere moeten zich behelpen met een dokter uit j eene naburige gemeenteweer andere hebben zich j met twee of drie vereenigd om voor gezamenlijke rekening een dokter te benoemen. Ook zijn er, die wel zich de weelde van een arts aan te stellen, kunnen veroorloven, doch die telkens van geneesheer verwisselen, en soms niet dan na herhaalde oproepingen in de lange vacatures kunnen voorzien. Dat onze jonge artsen zeer weinig genegen zijn hierheen te komen en er te bljjven, heeft een alge- meene en bijzondere oorzaak. De algemeene oorzaak is, dat de meesten zieb liever in de steden dan op het platte land vestigen. Maar onder de bijzondere oorzaken mag wel, behalve de malaise, die zich ook bij de invordering der veel tijds te hooge doktersrekeningen doet gelden, onder meer het feit genoemd worden dat de homoeopathie op ons eiland zoo zeer veld wint. Vele particulieren hebben zich een homoeopatische huis-apotheek aangeschaft en behelpen zich daarmee uitstekend. Zij zagen het ongemak in van het gemis van een geneesheer, of beklaagden de hooge rekeningen dezer heeren, of ook zij ondervonden zulke goede resultaten van de homoeopatische geneeswijze, dat zij zich in het gebrek aan een dokter tamelijk zijn gaan schikken. In een onzer beste gemeonten Kloetinge, heeft de dokter eervol ontslag aangevraagd, dewijl bijna ieder huisgezin zich daar met een eigen apotheek behelpt en den dokter slechts inroept als er gevaar bij uitstel is. De gemeente Wemeldinge, een der grootste ge meenten, moet om dezelfde reden herhaaldelijk van dokter verwisselen, en is ook thans weder sinds lang zonder dokter. Een abnormale toestand, zoo men wil, doch waartegen onze jonge artsen veel zouden vermogen, wanneer zij niet zulke onver standig hooge rekeningen schreven en daardoor de bevolking dwongen zich zelf te helpen. Zelfs het uitlokken eener strafvervolging, waarin reeds enkele geneesheeren hun kracht zochten, heeft geen ander effect, dan dat men in deze streken zich al meer van de allopathische doctoren en hun ge neeswijze afwendt. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. te Oudelande ds. J. H. Schreuder te Bleiswijkte Driehuizen en Zuid-Schermer ds. G. J. Ten Brummeler An- driesse te Zuidzande. Bedankt voor het beroep bij de Ned. Herv. gemeente te Mijnsheerenland c. a. door ds. P. Bokma te Bruinisse. Ds. Bax schrijft aan de Amsterdammerdat het zoeken. »Ik heb behoefte", dus schreef hij, »u te zien, en met u te praten over veel, dat beter be sproken dan beschreven kan worden. Wanneer ge niet bang zijt voor een oud man, voor den verschrik- kelijken geheimgraaf, kom dan koffiedrinken en sou- peeren, dan zult ge mij behulpzaam zijn dezen treu- rigen dag zoo genoegelijk mogelijk door te brengen". Zeer kort daarop kwam het antwoord: Hoogge schatte graaf 1 Ik ben volstrekt niet bang en ik kom bepaaldU te zien zal mij niet alleen eene eer, maar bovenal een aandoenlijke plicht zijn". Met zeldzaam angstige en bijna plechtige aan doening betrad de predikantsvrouw het landhuis van den Bergtuin, waarvan de grijze Szlenka de deur opende om haar in eene kamer te brengen, die naar het oosten op den tuin uitkeek. Toen Marie Wun- ster binnentrad, stond de graaf op, ging op zijn stok geleund haar tegemoet en vatte haar hartelijk bij de hand. Eindelijk zie ik u dan toch, geachte vriendin God weet of het met de eerste niet ook de laatste maal zal zijn. Laten we ons daarom deze weinige uren ten nutte maken." •Laat mij beginnen, graafsprak Marie met be wogen stem, »niet om u te danken, want daarvan houdt ge niet, maar om u ten minste te zeggen hoe mijn moederhart getroffen is door de edelmoedig heid, waarmede gij u mijn Diederik hebt aange trokken." •O, spreek daar niet over. Het was mij een aan- j bericht, als zou de Synode met groote meerderheid van stemmen besloten hebben, het classicaal bestuur van Haarlem te gelasten, hem aan den tand te voe len inzake zijn opvatting van art. 11 van het Al gemeen Reglement hem niet Z6er waarschijnlijk voorkomt. Want", zegt hij,•wanneer toch de Synode heeft gedaan, wat gij hebt vermeld, dan zou men billijker wijze mogen verwachten, dat zij mg, zij het ook met een enkel woord, van de door haar ten mijnen opzichte gevolgde gedragslijn op de hoogte zou heb ben gebracht en tot nog heb ik niets vernomen". Voorts verklaart Ds. Bax zich ten zeerste inge nomen met het betoog van de Amsterdammer, dat i bedoeld art. 11 ten spoedigste gewijzigd dient te worden, wijl dit artikel ook voorschrijft: handhaving van de leer der Herv. Kerkeen eisch waaraan modernen, evangelischen en ethisch-orthodoxen on mogelijk voldoen kunnen. En wat nu den eisch van bewaring van orde en eendracht en de aankweeking van liefde voor Ko ning en Vaderland" betreft, daartegen heeft Ds. Bax het volgende op te merken Wanneer ik in de Nederlandsche Hervormde Kerk in eenige betrekking met het kerkelijk bestuur ben belast, dan schrijft het genoemde artikel mij voor, liefde aan te kweeken voor den Koning, d. i. voor den bestaanden regeeringsvorm en liefde voor het vaderlandmaar nu is het toch alleszins denkbaar, dat juist de liefde voor mijn volk, die toch wel de kern zal wezen der ware vaderlandsliefde, mij dringt mede te werken aan de verandering van den be staanden regeeringsvorm. Ook kan de bewaring van orde en eendracht in botsing komen met de aankwee king van liefde voor den bestaanden regeeringsvorm. Mocht toch die regeeringsvorm worden gewij zigd, dan zou de consequente toepassing van het bewuste artikel meebrengen, dat alle ouderlingen en diakenen, al de leden der classicale en provinciale kerkbesturen en der algemeene Synode en der Sy nodale commissie en tevens alle kerkvoogden en no tabelen en al de leden der provinciale colleges van toezicht en van het algemeen college van toezicht zich met elkander vereenigden, om den dan bestaan den toestand omver te werpen. En dat zou zeker niet gemakkelijk gepaard kunnen gaan met de be waring van orde en eendracht". Zondag 26 Aug. hoopt de heer J. A. Ever- stein, pastoor-deken te Goes, den dag te herdenken, waarop hij vóór 30 jaar als pastoor te Goes is op getreden. Bij het examen Fransche taal (1. o.) te 's-Gra- venhage, 20 Augustus, is geslaagd mejuffr. J. H. M. Stieger, uit Etten. Bij Kon. besluit is dhr. J. K. Swaters, te Alk maar, met ingang van 1 Sept. a s., henoimd tot leeraar aan de Rijks- H. B. school te Bergen-op-Zoom. De Koninginnen in Zeeland. (Van onzen specialen verslaggever). II. Middelburg, 21 Augustus 1894. In de Abdij. Het slot van mijne telegrammen van gisteren ver- eischt begrijpelijkerwijze nog eenige aanvulling. Ik gename plicht, dien ik beschouwde als de nalatenschap van mijn overleden vriend Wunster. Ik gevoel mij ruimschoots beloond door het voortreffelijk gedrag van Diederik, waardoor hij onze goede verwachtingen niet heeft beschaamd. Maar vertel mij nu eens iets van mijn of liever van het petekind van de dier bare, die op gindschen heuvel rust." •O, Charlotte is de vreugde van mijn leven" ant woordde Marie opgewekt. »Zij is nu 13 jaar en een lief, hartelijk kind." Dertien jaar? Dus zal ze in 1846 ongeveer 21 zijn?" »Ja. Hoezoo?" •Ik zou u gaarne een dringend verzoek doen. Geef haar in geen geval vóór dien tijd ten huwelijk. Tracht tot zoolang haar hart voor de lokkende stem der liefde te bewaren". •Ik zal mjjn uiterste best doen" zeide de weduwe. Beloof het mij, en tevens, dat gij het mij onmid dellijk zult doeu weten als het tegendeel mocht ge schieden. Wilt ge weten welke reden ik ook voor dit verzoek heb Ik wil Charlotte wat bemaken. Geen aanzienlijk kapitaal, maar toch zooveel, dat, als ze niet trouwt, ze kalm kan blijven leven en ze haar hart geen dwang behoeft aan te doen. Gaat ze echter vóór dien tijd wel eene verbintenis aan, dan zal ze toeh zeker wel kunnen wachten tot ze iets kan aan vaarden, waardoor hare liefde in de toekomst slechts des te hechter zal worden?" •Graaf!" stamelde mevrouw Wunster met tranen begin derhalve mijn tweede verslag van de feesten te dezer stede met de voorstelling der meisjes in de verschillende Zeeuwscho kleederdrachten aan H.H. M.M. de Koninginnen. De voorzitter der commissie, die zich voor de voor bereiding van dit nommer van het programma had geconstitueerd, mr. W. Polman Kruseman, stelde de leden der hoofd- en subcommissiën voor (die voor Zuid-Beveland bestond uit de heerenA. Nijssen te Kapelle, Z. D. Van der Bilt La Motthe te Goes, P. Dekker te Wemeldinge en J. G. P. Timans te 's-Heerenhoek; die voor Noord-Beveland uit de hee ren W. F. J. Wagtho en W. J. Vader). Vervolgens boden twee der meisjes E. A. P. Haringman van Noord-Beveland en H. J. Groenewege van Tolen aan H.H. M.M. bouquetten aan en werden de verschil lende geschenken aan Koningin Wilhelmina over handigd door mej. L. Romeijn van Duiveland. Deze geschenken hestonden uiteen beugeltasch, die de jeugdige Koningin dadelijk aandeed, een knipje, een haarnaald, behoorende tot de kleederdracht van Wal cheren, een ceintuurgesp van gouden knoopjes, een snoer bloedkoralen met cantille-tonnetje, twee gou den ringen, een zilveren pepermuntdoos, gouden haarspelden uit Walcheren, Zuid-Beveland, Tolen en Aksel, verschillende broches, kraalhaken en mantel- haken, dasspelden, oorknopjes en zjjspelden, Tool- sche kussenbellen, een gouden mantelhaakje en een haarnaald, vervaardigd uit zilveren boerenknoopjes. Voor zoover de voorwerpen zich daartoe leenden, waren ze gehecht op een paar iluweelen kussens, omzoomd door zilveren knoopjes. De Zuid- en Noord-Bevelandsche versierselen zijn geleverd door den heer H. Witkam te Goes. HH. MM. spraken de meisjes op minzame wijze toe, en de Koningin-Regentes uitte tegenover de commissie-leden, ook namens Koningin Wilhelmina, Haren spijt, dat ditmaal slechts een deel der pro vincie kan worden bezocht. De grooto vermoeie nissen aan deze reis verbonden, waren Haar echter een beletsel een tocht door de geheele provincie te maken. Het was HH. MM. echter een groot ge noegen door de voorstelling der meisjes een denk beeld te krijgen van de rijke afwisseling, die de verschillende kleederdrachten bieden, terwijl de aan geboden geschenken voor Koningin Wilhelmina een heerljjk aandenken aan Haar eerste bezoek aan Zee land zullen big ven. Aan Burg. en Weth. van Goes, alsmede aan den commandant der dd. schutterij alhier, gaf de Regentes op de audiëntie eveneens daarover Haar leedwezen te kennen. (Red. G. Ct.) Op het Stadhuis. Bij Haar bezoek aan het stadhuis, dat inwendig smaakvol versierd was, wachtte H.H. M.M. eene aardige ovatie. Hier toch werden zij, behalve door verschillende autoriteiten, opgewacht door een 26tal in het wit gekleede meisjes, die ieder een mandje bloemen droegen, welke zij strooiden, terwijl zjj den Koninginnen het volgende lied toezongen Weest welkom, edel Paar, geliefde Koninginnen Met vreugd begroeten we U in onze blijde stad! Gezegend zij de stond waarin we onze Vorstinnen, De hope van het land, met glansen zien omstraald. in de oogen, terwijl ze den ouden heer de beide handen reikte. Hij vatte die en drukte ze in de zijne. »Het is niets bijzonders, waarde vriendin. Er schuilt in mijn wensch misschien meer egoïsme dan ge vermoedt". •Egoïsme Bij u •Inderdaad. Tot hetgeen ik voor Charlotte wensch te bestemmen behooren ook deze beide schildergen", bij wees naar den muur »de eenige die ik bezit. Het zijn dierbare erfstukken der overledeneBezie ze goed! Eer we 1846 schrijven, ben ik er wellicht niet meer l" •Maar, mijn God! Ge zult dan toch nog niet gestorven zijn •Vermoedelijk wel. Mocht ik nog leven dm zal ik ze Charlotte zelf op dien dag schenken. Stemt ge toe Uw wil zal mij een ernstige en dierbare plicht zijn". •Spreek er echter met niemand over, wat er ook gebeure. Het geldt hier Charlotte's geluk en ik wil niet, dat de Hildburghauseners het haar be derven of zelfs benijden! Maar ik heb nog wat op het hart." O, zeg het toch gerust." •In hetzelfde jaar 1846 zal zich een jongmensch bij u aanbevelen, de zoon van een oud vriend uit vervlogen jaren, geen Franschman, maar een Duit- scherHij zal zich hier slechts eenigen tijd ophouden om als hij meerderjarig wordt de kleine nalatenschap van zijn vader te aanvaarden. Als hg in dien tgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 1