kon geen winkelier nadeel ondervinden van deze
philanthropie.
Er was nog een voordeelliet gemaakt werk was
zeer solied. De grondstoffen werden met zorg ge
kozen op het werk werd nauwkeurig toegezien.
Een winkelier, die eene bestelling zou ontvangen
hebben van zooveel honderden paren schoenen als
hier zijn afgewerkt, zou ze hebben moeten bestellen
bg een fabrikant.
Het is de vraag, of deze even goed werk zou
hebben geleverd.
Eene voortzetting van dit werk, kan het zijn op
grooter schaal, komt mij gewenscht voor, ziedaar
eene conclusie, die, na het voorgaande, niet vreemd
zal voorkomen."
Mr. L. Haffmans geeft thans in het Venl.
Weekbl. de oplossing, die hij heeft uitgedacht voor
den doctorsnood ten platten lande. Wat
maakt dien nood? De groote afstand tusschen pa
tiënt en geneesheer. Het halen van den doctor en
zijn overkomst duren lang en zijn kostbaar. Ook
zijn salaris. Het spreekt toch van zelf, dat de ge
neesheer den tijd aan een visite besteed, in rekening
brengt. Kost hem die visite een halven dag, dan
vraagt hij natuurlijk veel meer dan wanneer ze in
een kwartier is afgeloopen.
Kon men den afstand wegcijferen, of liever, kon
men aan den bode, die den geneesheer moet halen,
en aan dezen vleugels geven, dan ware veel gewonnen.
Welnu, het eerste is mogelijk en het tweede in
zekere mate. Wanneer in elk dorp een telephoon
was, dan had de bode vleugels; dan teiephoneerde
men even den doctor en kreeg van hem terstond
antwoord. Ook raad, wat er voorloopig tot zijn over
komst gedaan moet worden.
Welk een kolossale verbetering in den toestand
van hot platteland! Wat mij altijd verwonderd heeft,
is de onverschilligheid van hen, die zoowel van spoor
weg als van telegraaf verstoken zijn, omtrent eene
verbinding met de buitenwereld door den telephoon.
Deze toch is voor hen het eenige middel om uit het
isolement te geraken, dat tegenwoordig bijna ondra
gelijk is.
Overal spoorwegen aanleggen gaat niet. In de
meeste streken zijn zelfs geen trams mogelijk. Ook
is het niet te vergen, dat in elk dorp een telegraaf
kantoor besta. Dus het platteland scheen ten eeuwi
gen dage godoemd geïsoleerd te blijven.
Daar wordt de telephoon uitgevonden, als het
ware expres om het platteland te gerieven. Er be
staat volstrekt geen moeilijkheid in ieder dorp eene
telephoon te hebben. In de landen, die om ons lig
gen, in België en Duitschland, is ieder dorp tele-
phonisch verbonden. Waarom niet in Nederland?
Hier is de Staat nog meer dan elders daartoe ver
plicht, daar hij hier den doctorsnood veroorzaakt heeft.
Wij zeiden zooeven, dat ook aan do geneesheeren
vleugels te geven zijn, in zekere mate althans. Ieder
begrijpt wat daarmee bedoeld wordtvelocipedes.
Zoolang het menschdom bestaat, heeft men van
vleugels gedroomd, niet zoo zeer om zich in de
lucht te kunnen verheffen daar heeft men weinig
aan maar om zich snel en gemakkelijk te kunnen
verplaatsen. Welnu, de velocipède verwezenlijkt dien
ouden droom. Onze jeugd vliegt. Geen twijfel of
de jongere geneesheeren zullen zich ook op den
Pegasus gaan zetten en hunne patiënten afvliegen.
Er zijn er al, die dit doen. Ook notarissen. Bij
het maken van testamenten is dit dikwijls zeer
gewenscht.
Dus met telephoon en fiets is aan den doctorsnood
veel te verhelpen.
Kerkelijke Zaken en Cndsrwijs.
De onderwijzer P. A. Van Bloppoel alhier
slaagde jl. Zaterdag te Breda voor het examen
hoofdakte.
Bij het examen Franscke taal (1. o.) te 's-Gra-
venhage is geslaagd dhr. J. Rottier, van Amsterdam.
Gemengde Berichten
Het is zeker een gelukkig verschijnsel, dat
een brand in de plaats onzer inwoning eene groote
zeldzaamheid is, en daaraan mag dan ook zeker voor
een deel toegeschreven worden die algemeene be
langstelling of nieuwsgierigheid, die zich, tot zelfs
in het holst van den nacht, in de geheele stad open
baart, zoodra zich het geroep van brand in de
straten doet hooren.
Geen wonder derhalve, dat ook in den nacht van
vluchtsoord vondt, gedwongen zijfc geworden tot zeer
gevaarlijke zwerftochten en uwe gezellin moet daar
onder niet weinig geleden hebben
»Wat zij geleden heeft, is onbeschrijfelijkDat
ik zoovele gevaren heb doorgestaan en toch nog in
leven ben, is minder verwonderlijk dan dat die arme
vrouw daarbij het verstand niet verloren heeft."
»Zoo heelemaal in orde moet het toch niet bij
haar geweest zijn. Trommel, die hier kwam ver
zegelen
Heeft vermoedelijk uit de beursjes met goud
stukken gevolgtrekkingen gemaakt omtrent haar
verstand. Dat is inderdaad zeer slim. Maar ver
onderstel eens, dat ik zelf mij het genoegen had
verschaft met deze zonderlinge daad de heeren rechts
geleerden op een dwaalspoor te brengen en aaD de
nieuwsgierigheid der stad nieuw voedsel te geven
Ge kunt daaruit opmaken in welk een doolhof van
gissingen mijn dood de menschen eens brengen zal".
»Ge wildet daareven vertellen van uwe rondzwer
vingen vóór ge hier kwaamt".
»Ik heb dikwijls van woonplaats verwisseld en er
zgn weinig aanzienlijke personen, die ik niet ken.
Ik was attaché bij een gezantschap te Parijs, ik heb
Mirabeau, Benjamin, Constant en de heldhaftige
Lafayette gesproken. Geen lid van de familie Bour
bon en bijna geen vertrekken in de Tuileriën, te
ailles en Trianon, die ik niet ken. Ik heb de
oeringen van Vergniaud, Danton en Marat ge-
ik zag de hoofden vallen van Egalité en
ire. Te Weimar luisterd" ik naar Schiller;
Zaterdag op Zondag eene groote menschenmassa op
de been was, toen dat geroep, vermengd met het
hoorngeschal der politie, en weldra overstemd door
het gelui der kleine en daarna van de groote klok,
wie niet meer wakker was, wekte, terwijl de rosse
gloed, die de torens verlichtte, al dadelijk het bewijs
leverde, dat de brand midden in de stad moest zijn
uitgebroken.
Zoo was het dan ook. De schuur, gedeeltelijk in
gericht tot stal, met annexe bergplaats, toebehoorende
aan den wagenmaker A. Lindhout in de Nieuwstraat,
en achter diens woning gelegen, stond in lichte laaie,
en zoo snel grepen de vlammen om zich heen, dat aan
blusschen van wat reeds brandde, niet te denken viel.
De brandweer, die spoedig ter plaatse was, had aan
vankelijk eenige moeite met richtigen wateraanvoer,
wat in dezen zomer wel wat paradox klinkt, maar wat
toch begrijpelijk is voor wie de plaatselijke gesteld
heid kennen. Doch toen eenmaal de spuiten konden
werken en watermassa's wierpen op de aangrenzende
gebouwen, waarin nog groote voorraden hout en
andere zeer brandbare stoffen waren geborgen, kon,
vooral ook dank zij de volkomen windstilte, al spoe
dig geconstateerd worden, dat de brand geene ver
dere uitbreiding zou krijgen en dat het gevaar,
aanvankelijk zoo dreigend door de nabijheid van
verschillende stallen met hooi enz., was geweken.
De brand leverde overigens een prachtig schouw
spel op, niet het minst door de geopende staldeuren
aan de straat, waardoor men als in een vuurpoel
staarde, te midden waarvan een paar rijtuigen ston
den te branden. Behalve de gebouwen en deze voer
tuigen is eene vrij groote hoeveelheid werkhout tot
asch verteerd en zijn een paar kippon in de vlam
men omgekomen.
Het luiden der klok en de hoogopstijgende von
kenregen hadden nog de brandspuiten van Wilkel-
minadorp en Kloetinge ter hulpe doen snellen, doch
deze behoefden geen water te geven.
De oorzaak van den brand is een van die ver
raderlijke bliksemstralen, waaraan deze zomer zoo
rijk is, en die schier op zichzelfstaande en zonder
tot een bepaalde donderbui te kunnen worden ge
rekend, dubbel verrassend zich vertoonen.
We vingen uit de vele straatgesprekken, welke
men bij zulk eene gelegenheid te hooren krijgt,
deze eigenaardige maar zeer juiste beschrijving op
van de eene buurvrouw aan de andere: »'klagik
net wakker en in eens was 't zoo'n licht en zoo'n
slag't sjieng boom, en 'k zegge tegen m'n man
Jan, zeg ik, da's ingeslogen. En 't was net zoo."
En tegen haar man die in de nabijheid stond»Zei
'k 't nie, Jan waarop Jan een kort gebromd
»Ja" deed hooren. Maar dit buurvrouwengesprek,
hoogstens een kwartier na het uitbreken van den
brand gehouden, had reeds weder plaats in een vol
maakte midzomernachtsmaneschijn, die bij het zoele
weder misschien meer de oorzaak was van de tallooze
paartjes", die men op straat ontmoette, dan de
brand zelve.
Naar wij vernemen was alles verzekerd bij de
Zierik?eesche Brand waarborgmaatschappij.
Jl. Zaterdagavond hadden een timmerman en
een metselaar, waarvan de laatste nog al aan Bacchus
had geofferd, samen afgerekend, waarna de timmer
man huiswaarts was gekeerd. De ander meende echter,
vermoedelijk door den toestand waarin hij verkeerde,
dat door de afrekening »de rekening tusschen hen
beiden niet was vereffend", althans omstreeks 12
uren 's nachts ging hij naar do woning van den
timmerman, klopte op de ramen, schold hem een
dief en noodigde hem uit eens buiten te komen.
Hieraan gaf de timmerman gehoor en zoo ontstond
eene korte handtastelijkheid, waarbij de metselaar
spoedig onder" lag. Da timmermansvrouw haalde
inmiddels de politie, maar toen enkele bu-en ook
toeschoten, wist de metselaar zich los te rukken en
liep hij in de Vest. De ijlings toogoschoten politie
verloste hem uit die natte gevangenis on bracht
hem, niettegenstaande zijn heftig verweer, naar eon
droger verblijf, waar bleek, dat hij niet geheel
zonder kleerscheuren uit den strijd was gekomen.
Aan den Overtoom bij Amsterdam bevond de
vrouw des huizes eene oude dame zich met
twee moisjes, die bij haar gelogeerd waren, op h6t
balkon van de eerste verdieping. Plotseling werd
eenig gekraak vernomen en stortte het balkon om
laag. Een der meisjes werd door den val inwendig
zwaar gekneusd; de andere twee kwamen er met
lichte kwetsuren en den schrik af. (Echo.)
Een logementhouder te Oosterwolde, houder
van eene goede melkkoe, merkte op, dat het dier
met Loder stond ik persoonlijk in vriendschappelijke
betrekking. Maar in 1805 bevond ik mij te Weenen
denk eens, nauwelijks een balf jaar vóór den dag
van Austerlitz tegenover keizer Alexander, den
grootsten en billijksten vorst, die ooit de kroon van
Czaar Peter heoft gedragen".
Tegenover Czaar Alexander? Vóór de inne
ming van Weenen
»In dien tijd had ik de dame reeds bij mij. Ik
moest onophoudelijk met koerier-paarden reizen,
want ik kon de dame niet verlaten, zij moest mij
overal vergezellen. Maar niemand mocht onze tegen
woordigheid zelfs maar vermoeden dan de Czaar.
Stel u eens voor welke moeielijkheden zich opdeden.
Hoe ik steeds door gevaren omringd was, die ik
zorgvuldig moest trachten te ontwijken
»Maar het is toch zeer te betreuren, dat zulk
een merkwaardig leven voor de menschheid verloren
gaatge moet uwe levensgeschiedenis voor het na
geslacht te boek stellen."
Mémoires? Ik? Men zal na mijn dood niets
vinden dan een paar keukenbriefjes. Ik wilde u
eigenlijk verleden jaar al laten roepen, toen mijne
levensgezellin ziek werd, maar zij wilde het niet
hebben. Zij zou ook offers van u hebben geëischt,
waarvan de volbrenging vermoedelijk boven uwe
krachten zou zgn gegaan."
»Het spijt mij zeer, dat dit niet is gebeurd. Een
dokter is gewoon geheimen te bewaren."
Mijnheer, ge weet niet, welke verantwoordelijkheid
ge op u hadt moeten nemen, wanneer ik u bij de
niet naar wensch melk gaf. De reden is gevonden.
Men is tot de ontdekking gekomen dat twee biggen,
reeds eenige weken oud, door de koe in het land
worden gezoogd. Blijkbaar is de pleegmoeder zeer
met de kleine krulstaarten ingenomen.
Sedert eenige honderden jaren zit in de Schelde
nabij het dorpje Bath een gedeelte van den toren
van de verdronken stad Roemers waal, hetgeen voor
de scheepvaart, vooral bij laag water, zeer gevaar-
lijk was. Vrijdag nu is een detachement torpedisten j
begonnen de steenmassa met dynamiet uit eikaar
te doen springen, waarmede men Zaterdag gereed
zou komen.
De uitwerking van het dynamiet is zeer ver zicht
baar en trekt vele toeschouwers. {N. R. Ct.)
Als een aardig staaltje van den kameraadschap-
pelijken geest, welke onder de Tesselsche visschers
heersckt, diene het volgende:
Een der armste visschers verloor zijn net met toe-
bekooren, ter waarde van ruim f 70. De man kon
nu niets meer verdienen. Zijne makkers, bijna even
behoeftig als hij, brachten echter met kwartjes en
dubbeltjes een aardig sommetje bijeen. Particulieren
voegden er iets bij, en na enkele dagen was bet ver
lies ruimschoots vergoed. (N. v. cl. D.)
Een Duitsch landlooper had zich vóór 8 dagen
te slapen gelegd in een zaadberg te Bathmen. Of
door het in diepe rust zijn óf door opzet merkte
genoemde persoon niet, dat men den volgenden och
tend rogge in den berg bracht en evenmin bespeurde
de boer er iets van, totdat men voor een paar dagen
een weenend geluid hoorde.
Men nam daar eerst geen nota van, maar toen
men Vrijdagochtend weder dat vreemde geluid hoorde,
meenden de in den berg aanwezige arbeiders, dat
het er spookte. Fluks werd de politie gehaald en,
daar het geluid aanhield, besloot men een nader on
derzoek in te stellen. En ziet, wat bleek het geval.
Men vond een bijna geheel uitgeput mensch, be
dolven, sedert 8 dagen, onder ongeveer 20 vimmen
rogge. Hij had zich gevoed met de aren der rogge.
De man was betrekkelijk in goeden staat, dat wil
zeggen, na het gebruik van goed voedsel en drinken.
Hij is door den rijksveldwachter naar Zutfen gebracht.
Een paar, pas getrouwd, gaf de vorige week
Zondagmiddag te Bergen-op-Zoom nog een bruiloftje
aan eenige jongelui, in de echtelijke woning. Op
die receptie was echter ook epn zwager van het
jonge paar aangeland en deze was oorzaak, dat al
spoedig de pret in ruzie werd omgezet. Zijn gedrag
moet den jeugdigen echtgenoot aanleiding gegeven
hebben tot het toedienen van een berisping. Hier
over zou de zwager, die ietwat aangeschoten was,
zoo verbitterd zijn geworden, dat hij als razend op
vloog en zijne woede ging koelen aan het kers-
versche huishouden der jonggehuwden.
De nieuwe kast met al wat er op stond, werd
omvergesmeten, in haar val kwam zij terecht op
den kant der tafel, waarvan een hoek afbrak, ter
wijl van wat op die tafel stond, ook niet veel heel
bleef; toen werd de schoorsteenmantel schoonge
veegd een spiegel, zooeven als bruidsgeschenk van
de vriendinnen ontvangen, werd verbrijzeld, en meer
andere dingen ondergingen hetzelfde ongelukkig lot.
Toen men den ruwen gast eindelijk buiten had,
wilde hij nogmaals naar binnen. Men draaide de
straatdeur in 't slot, maar dat deed zijn woede nog
toenemen.
In een oogenblik trjds had hij de ruiten der woon
kamer met de bloote vuist stuk geslagen en wip
daar kroop hij door een der gemaakte bressen weer
naar binnen, om nogmaals zijn vernielzucht bot te
vieren. De majoor en een politieagent verschenen,
doch konden den woest aard niet machtig worden.
Zelfs de jas van den agent werd in de worsteling
deerlijk gehavend.
Het slot van dit tumult, hetwelk, begrijpelijker
wijze, heel wat volk naar de plaats des onheils had
gelokt, was, dat de lastige bruiloftsgast, nadat hij
alles kort en klein geslagen had, een poosje nadien,
doch thans bedaard en bitter schreiende, met zijn
schoonvader de woning verliet, waar hij zooveel
vreugd in bitter ach en wee had doen veranderen.
Daargelaten nog, wie de stukken zal betalen, is
zulk een wedervaren zeer zeker voor het jonge paar
geen prettige herinnering aan de wittebroodsweken,
terwijl het ook den dader nog lang heugen zal,
want buiten de bekomen verwondingen bij het in
slaan der ruiten en het doorkruipen, is natuurlijk
van een en ander proces-verbaal opgemaakt.
De heer W. E. Irving, neef van den Arneri-
dame gebracht hadGe zoudt misschien minder
zelfbeheersching behoeven oin uwe eigene vrouw te
opereeren dan een geheim te bewaren, waaraan een
half dozijn menschenlevens zijn te gronde gegaan.
Wanneer een man gestorven was, die nu nog
leeft, en wel vóór de Juli-revolutie was uitgebroken,
dan zou ik in de wereld zijn teruggekeerd en het
masker afgeworpen hebben. Misschien nog wel altijd
met levensgevaar, maar toch met de zekerheid ein
delijk het doel van mijn jarenlang stilzwijgen te
zullen bereiken Nu de dame dood is, zou het de
moeite niet meer loonen
»Dus was de dame bij het geheim eigenlijk het
meest betrokken
»De dame was het geheim zelf, ik was slechts
haar beschermer. Zij is dood, en ik zal haar volgen
Abahvervolgde hij barsch. »Het gaat mij even
als de nonnen. Als ze eenmaal durven praten, zeg
gen ze lichtte veelEnfin, dit gesprek heeft mijn
gemoed toch een weinig verlicht en dat was alleen
het doel van mijn gebabbel over alles en nog wat 1"
»U behoeft niet bang te zgn voor onbescheiden-
beid mijnerzijds, graaf!"
Integendeel, beste dokterGe behoeft u vol-
strekt niet te geneeren. Of, gelooft u misschien,
dat ik u, zelfs vijf minuten voor mijn dood iets
zou mededeeleD, wat niet iedereen weten mag Neen,
vriendje 1 de duivel in eigen persoon zal mij het
geheim niet ontrukken, dat in mijn hart besloten is."
De lijfarts keerde niet weinig verbluft naar Hild-
burghausen terug. Hij meende reeds tamelijk goed
kaanschen schrijver en diplomaat, wijlen Washington
Irving, is bijna levend begraven geworden. Hij was
erg ziek, eindelijk meenden de geneesheeren, dat bij
overleden was en alle toebereidselen werden gemaakt
voor de begrafenis van den 72jarigen doode. Men
legde hot lijk in de kist, waarvan men het deksel
vastschroefde en, de dag der begrafenis gekomen
zijnde, was men bezig haar op de baar te zetten,
toen de aandacht der omstanders op een eigenaardig
geluid werd gevestigd, dat uit de kist scheen te
komen men luisterde en hoorde nu duidelijk kloppen
tegen het deksel.
Men kan zich de algemeene ontsteltenis voorstellen.
Een bloedverwante van den heer Irving viel flauw;
eenige andere personen namen de vlucht, doch zij,
die hun kalmte hadden bewaard, schoten toe op de
lijkkist en openden het deksel. Toen zag men de
gewaande doode zich oprichten en verbaasd om zich
kijken. Na eenige oogenblikken van een benauwde
stilte kwam Irving allengs tot zich zelf en gaf een
teeken aan de omstanders, dat hij verlangde uit zijn
zonderlinge positie te worden gered. Onmiddellijk
trokken dezen hem uit de kist en legden hem op
een bed, waar Irving rustig insliep, twee uur later
ontwaakte en iets te eten vroeg, want hij had honger.
Hij scheen niet de minste herinneringen aan zijn
gevaarlijken toestand te hebben waarschijnlijk heeft
hij gemeend, dat hij geplaagd was door een vreese-
lijke nachtmerrie.
Men heeft alle hoop hem in het leven te behouden.
Te Munchen wordt een wedstrijd gehouden
tusschen den cowboy Cody en den wielrijder Fischer.
Cody mag 10 paarden berijden. Den eersten dag is
Cody 61/2 kilometer bg Fischer ten achter gebleven
Cody gebruikte dien dag 6 paarden, waarvan 2 den
wielrijder den baas bleken te zijn. Het is een lust
Cody te zien rijden, schrijft men uit Munchen. Hij
zit licht te paard en behield van begin tot het einde
zijn kaarsrechte houding. Na twee uur rijdens kon
men nog geen spoor van vermoeidheid aan hem
bespeuren. Hij wisselde de paarden om de 2 of 3
uur en bewonderenswaardig is het te zien hoe hij
in galop van het eene paard op het andere springt.
Daarvoor had hij slechts 3 tot 10 seconden noodig.
Soms werden hem de paarden door de stalknechts
niet goed gebracht, waardoor hij dan twee ronden
verloor. Bij een Engelsch paard wierp hij zich direct
van zadel in zadel.
Fiseher heeffc uitstekende gangmakers. Op den
eersten dag is eenmaal de pneumatic gebroken van
de tandem dier pacers, waardoor zij vielen. Fischer
kwam daardoor ook te vallen, stond echter spoedig
weer op, steeg op zijn ongedeerd gebleven machine
en reed verder. Eenmaal heeft Fischer van machine
moeten verwisselen. In het eerste half uur reed Cody
36 ronden van 497 meter, Fischer 50 ronden van
500 meter. In het eerste uur legde Cody 69 ronden
af, Fischer 7 8 rondenin twee uur deed de paard
rijder 139 ronden, de wielrijder 151.
Te Ostende daalde een duiker tot het doen
van eenige reparatiën in de bassins. Toen de
man op het gewone oogenblik niet bovenkwam en
men ook met de seinlijn geen antwoord van bene
den kreeg stelde een ander duiker een onderzoek
in. Deze vond zgn kameraad dood liggen op den
bodem der zee, de luchtbuis was waarschijnlijk door
een grooten visch geheel in stukken gebeten, en de
arme kerel kon dus geen lucht van boven meer
ontvangen.
De keizer van Duitschland heeft gedurende
den tijd van 15 Augustus 1893 tot 15 Augustus
1894 slechts 166 dagen te Berlijn doorgebracht. De
overige dagen was hij op jacht, op reis enz. Gedu
rende dien laatsten tijd heeft hij een afstand van
30.000 kilometer afgelegd en wanneer men daar nog
bijvoegt de kilometers door hem afgelegd op zijn
uitstapjes naar Potsdam, Spandau en omstreken, komt
men tot de uitkomst, dat hij in een jaar een afstand
heeft afgelegd, gelijkstaande met 3/4 van den omtrek
der aarde.
Het verhaal over de nachtelijke inhechtenis
neming te Brussel van een bende misdadigers, die
hun schelmstukken tot over de Fransche en Neder-
landsche grenzen zouden hebben begaan, blijkt uiterst
overdreven te zijn voorgesteld. Zeven-an-twintig per
sonen zijn gepakt, sommige na hevig tegenstribbe
len, maar na onderzoek zijn er twintig weer losge
laten. Tegen de zeven anderen zou eene instructie
worden geopend, maar ten slotte schijnen er nog
maar twee over te blijven, wier schuld werkelijk
vaststaat. Van het vrouwelijk steelgenie is geen
sprake meer.
op weg te zijn het volkomen vertrouwen van den
geheimgraaf te winnen en al heel wat te hebben
ontdekt, en nu moest hij zich op eens laten zeggen,
dat hij niets vóór had boven ieder ander. >Dat is
een verduivelde oude slimmertbromde hij.
Nu hij echter mocht vertellen wat hij wist, deelde
hij aan zijn collega Simoni en diens vrienden met
groote nauwkeurigheid alles mede, wat de geheim-
graaf hem had opgebiecht, en daardoor geraakten de
heeren in vuur en vlam. Weiland bracht nog éen
bezoek aan den graaf en trachtte het gesprek wéér
op diens verleden te brengen, maar ditmaal was de
patiënt zeer karig met zijne woorden; hij ging op
geen enkel onderwerp in en zeide alleen, dat hij
zich nu wéér gezond gevoelde en wel zou schrijven
als hij een nieuw bezoek verlangde. Hij liet zijn
zaakgelastigde dan ook spoedig weder aan Weiland
schrijven, maar alleen om hem beleefd voor zijne
bulp te bedanken en hem eene aanzienljjke som
als honorarium te zenden.
Dokter Weiland was woedend. Hij antwoordde
>Voor de door mij bewezen diensten is de som veel
te groot. Mgn stilzwggen hebt ge vermoedelijk wel
niet willen koopen, daar gij ieder ander hetzelfde
vertrouwen waard acht als mij. Ik zend het geld
met eerbiedigen dank terug, terwijl ik mg ruim
schoots beloond acht door de kennismaking met uwe
belangwekkende persoonlijkheid."
»Aha!" lachte de graat. »Dat is wéér een vijand
meer."
f Wordt vervolgd.J