1894 N". 92.
Dinsdag 7 Augustus.
81sle jaargang.
FEUILLETON.
Het raadsel van Hildburghausen.
GOESCHE
COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bjjblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bg de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bg alle Boekverkooperi en Brievengaarder».
Inzending v*n
advertentiën vóór 9 aren op den
De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel,
dag der uitgave.
De jongelieden van den ouderdom van 17, 18 en 19 jaar,
die zich gedurende den wiuter tot 1 Maart 1895 vrijwillig
willen oefenen in den
WAPENHANDEL
uitsluitend roor den dienst der Infanterie, kunnen zich root
deelname aanmelden bij den heer P. VAN DEll MELLEN,
kommandant der dienstdoende schutterij te Goes.
Goes, den 4 Augustus 1894.
De Burgemeester van Goes,
J, G. d. W. HAMER.
Algemeen Overzicht.
Het geschil tusschen China en Japan betref
fende Korea vormt dezer dagen de hoofdschotel van
het buitenlandsch nieuws. De vorige week deelden
we mede, dat de groote mogendheden van Europa
gezamenlijk, en de Vereenigde Staten afzonderlijk,
zich bereid badden verklaard in dit geschil tusschen
de beide voornaamste Oost-Aziatische rijken te inter-
veniëeren doch de loop der zaken heeft die tusschen-
komst onnoodig of misschien beter gezegd: onmoge
lijk gemaakt. De Japansche vloot toch is in het
begin der verloopen week met eenige Chineesche
transportschepen, die troepen naar Korea moesten
overbrengen, slaags geraakt en daarmede is feitelijk
de oorlog uitgebroken. De Japanners waren in dit
zeegevecht de overwinnaars en een paar Chineesche
bodems werden in den grond geboord, terwijl slechts
enkele Chineesche soldaten (meest koelies, bewapend
met oud-model-geweren) zich wisten te redden. Een
der verloren gegane schepen was echter een Engelsch
vaartuig, door de regeering van China gecharterd
om troepen over te brengen, en nu heeft de reeders-
firma Matheson te Liverpool, waaraan dat schip be
hoorde, schadeloosstelling gevraagd, welk verzoek
door de Engelsche regeering, die geheel op de hand
van China is, zal worden ondersteund opgrond,dat
het bedoelde schip onder Engelsche vlag voer.
Wanneer men de berichten leest over dit treffen
op zee, dan lijdt het niet alleen geen twijfel of de
Japanners hebben aanleiding gegeven tot het gevecht,
maar bovendien zijn ze met groote wreedheid te
werk gegaan. Een Japansch officier begaf zich aan
boord van het Engelsche schip Kowshung om de
scheepspapieren te onderzoeken en hem werd mede
gedeeld, dat het schip voer onder Engelsche vlag.
Niettemin werden eenige torpedo's op de Kowshung
afgezonden, die het weldra zoo beschadigden, dat
het zonk. Aan de Engelsche bladen wordt gemeld,
dat de Japanners nog vuurden op de Chineesche
soldaten, die al zwemmende trachtten eene nabij-
zijnde rots te bereiken. De majoor von Hanneken,
een Duitsch officier in Chineeschen dienst, die de
troepen op de Kowshung commandeerde, werd door
een Koreesche boot gered en aan wal gebracht, waar
hij dadelijk bij den Engelschen consul ©9ne klacht
tegen de Japanners indiende, omdat het schip onder
Engelsche vlag voer. De Japanners nu beweren, dat
zjj eerst toen het schip in zinkenden staat verkeerde,
tot de ontdekking kwamen, dat het de Engelsche
vlag vertoonde, maar deze voorstelling is niet zeer
waarschijnlijk en de Engelsche regeering zal zich
met die verontschuldiging dan ook wel niet tevreden
«tellen.
Dit gevecht had plaats op 25 Juli en twee dagen
later werd het Chineesche schip Chenyuen door
twee Japansche kruisers aangevallen. Dit gevecht
bleef onbeslist daar zoowel de Chenyuen als de beide
Naar het Duitsoh van A. E. Brachvogel.
44) Vervolg
>Deze gebeurtenis is ons zeer onaangenaam, nicht"
sprak de hertog na eene pauze. »Wij geven u ons
woord, dat Eishausen en Hildburghausen hun wel
doener niet door onze schuld zullen verliezen i Maar
het is toch wel hard, nichtons zoo het pistool op
de borst te zetten. Wg zouden wel eens willen
weten of die man tegen uwe ouders even onbeleefd
is geweest, toen hg in dit land kwam als nu tegen
ons, nu hij zijne onschendbaarheid met geld denkt
gekocht te hebben Zijn geheim moet toch wel van
zeer ernstigen aard zijn, en ons dunkt, dat hij ons
toch zijn vertrouwen wel had kunnen schenken."
Prinses Georgine stond op. Hoogheid" sprak ze
tot den hertog, »noch ik noch een mjjner broeders
of zusters weten of mijn vader ooit het vertrouwen
van den geheimgraaf heeft verworven of ook wel
geëischt. Alleen dit weet ik, dat mjjne overleden
moeder van dien man zeide: Het ongeluk beeft een
dubbel recht op onze bescherming, vooral het zwij-
kruisers zoo gehavend werden, dat ze zich moesten
terugtrekken.
Ook te land heeft er reeds een gevecht plaatsge
had tusschen beide partjjen. De Japanners vielen
daar de stellingen der Chineezen bij Jachan aan,
doch daar leden ze een gevoelige nederlaag, daar zij
met een verlies van niet minder dan 2000 man wer
den teruggeslagen. Van Japansche zijde wordt het
voorgesteld, dat men alleen op Seoul terugtrok om
versterking te gaan halen en daarna het gevecht
te hervatten. Als dit laatste waar is zal het spoedig
kunnen blijken. Inmiddels gaan de Chineezen nog
steeds voort met hunne troepenmacht aan te vullen,
zoodat er nu reeds meer dan 20.000 Chineesche
soldaten in Korea aan wal gezet zijn. De Japanners
houden echter nog steeds Seoul bezet en de Koning
van Korea blijft hun gevangene, niettegenstaande
diens vertoogen bij de consuls der vreemde mogen-
heden te Seoul.
Deze zullen zich echter in het tegenwoordig sta
dium vermoedelijk wel buiten het geschil houden
trouwens, nu de oorlog eenmaal is uitgebroken, kan
er van tussehenkomst ook niet veel meer sprake zijn.
Wanneer echter China en Japan elkander behoorlijk
zullen hebben toegetakeld en de vrede in uitzicht
wordt gesteld, zullen Engeland, Rusland en Amerika
wel zorgen, dat ze geen nadeel lijden bij eene even-
tuëel nieuw te scheppen toestand in Korea, en het
is niet onmogelijk, dat China en Japan de nadeelen
en anderen de voordeelen van dezen oorlog zullen
ondervinden.
Inmiddels bevatten gisteren de bladen het vol
gende telegram
De Japansche regeering heeft van generaal Osjima,
den bevelhebber der troepen in Korea, een telegram
ontvangen van den volgenden inhoud»Na een
hardnekkig gevecht van vijf uur hebben wij op den
29en Juli de Chineesche verschansingen te Tsjannon,
dicht bij Asan, stormenderhand genomen. Van de
2800 Chineezen zijn 500 gesneuveld, terwijl wij vijf
officieren en 70 man hebben verloren. De Chineezen
vluchtten naar Hongtsjew. Wij hebben verscheiden
kanonnen en veel materiaal buitgemaakt en 't hoofd
kwartier der vijanden bezet."
In de Vereenigde Staten is het geharrewar
over de tariefhervorming nog niet geëindigdnoch
de Senaat noch de Kamer van afgevaardigden wil
toegeven en zoo hebben beide de door hen aan
genomen ontwerpen aan de commissie toegezonden,
waarmede vermoedelijk de gekeele tariefhervorming
op de lange baan zal zijn geschoven.
Intusschen heeft de president Cleveland nog een
andere quaestie om 2ieh mede bezig te houden, na-
meljjk de al of niet erkenning van den republikein-
schen regeeringsvorm in Hawaï. Hij heeft te dien
opzichte nog geene beslissing genomen en voorloopig
heeft de Amerikaansche consul te Honolulu den heer
Dole als president der republiek erkend, in afwach
ting of Cleveland deze erkenning zal bekrachtigen.
De deputatie uit Honolulu, die tegen het procla-
meeren der republiek komt protesteeren, is inmiddels
te Washington aangekomen en Cleveland zal wel
geene beslissing nemen, alvorens die deputatie te
hebben gehoord.
De sultan van Harokko heeft geene verdere
moeilijkheden ondervonden naar aanleiding van het
gevangennemen van zgn broeder, den gouverneur
van Fez. De bevolking schijnt die daad zelfs toe te
juichen, althans zij klaagde luid over het wanbestuur
van den gevangen genomen gouverneur. De Kabylen-
gende,* verborgen, naamlooze ongelukDit was
genoeg om ons nooit naar dien man te doen vragen.
Hij verlangt immers niets anders dan ongekend te
sterven, zooals hij geleefd heeft en gij zijt te recht
vaardig, neef! hem datgene te weigeren, wat men
den eenvoudigsten bedelaar niet ontzegt ver
getelheid en een graf."
»Goed, goed, Georginede zaak is in het reine.
Ik hoop toch, dat ge bij ons bljjft dineeren, ten
teeken, dat wij vrede gesloten hebben."
»Zie ik er dan zoo strijdlustig uit, neef Nu,
ik wil gaarne mijne vredesgezindheid toonen, ten
bewjjze dat ik u zeer dankbaar ben voor uwe goed
heid. Vergun mg thans heen te gaan om toilet te
maken voor den vredesmaaltgd
De hertog boog en geleidde de prinses naar de
deur. Daarna keerde hij zeer ontstemd bij den
minister terug.
»Ik moet eerlijk bekennen, baron, dat ik ontevre
den over mjj zelf ben. Mijn boosheid speelde mij
daar leelijke parten! Maar intusschen moet ik toch
opmerken, dat het niet aangenaam en weinig be
vorderlijk voor onze waardigheid is, dat we zoo naar
het pijpen van dezen vreemdeling moeten dansen,
omdat hij de macht van bet geld op zijne zijde
heeft. Wees zoo goed hem te schrijven, dat wij in
het minst niet voornemens waren hem het leven on
aangenaam te maken. Indien zijne aangelegenheden
stammen zijn nog wel niet volkomen tot rust ge
bracht, maar dit behoeft toch geen zorg te wekken,
omdat dit slechts een onderlingen twist van enkele
stammen geldt. Het blijft echter de vraag of Abdul-
A rif zijn gezag al zoo voldoende gevestigd heeft,
dat hij volkomen de regeertaak kan aanvaarden.
Men mag daaraan twijfelen, wanneer het gerucht
wordt bewaarheid, dat hij ernstig ongesteld is ten
gevolge van het gebruik van vergiftigde spijzen.
Meer dan een gerucht is dit echter tot nogtoe niet.
Van de Europeesche Staten hebben we alleen
even den blik te wenden naar Italië, waar de
toestand van Sicilië in toenemende mate de aandacht
trekt. Op het eiland wordt nog steeds de staat van
beleg gehandhaafd, en de generaal Morra di Lauriano,
die indertijd zoo krachtig op Sicilië de revolutie
onderdrukte en sedert daar nog steeds het bevel
voert, heeft in eene particuliere audiëntie aan den
koning als zijne zienswijze medegedeeld, dat er geen
sprake kan zijn van opheffing van dien staat van
beleg, zoolang de regeering te Rome geene krachtige
maatregelen neemt tot verbetering van den socialen
toestand op Sicilië, die nog steeds allerbedroevendst
is. Men verwacht, dat Crispi zich binnenkort zeer
ernstig met de oplossing van dat vraagstuk zal bezig
houden. Vooraf schijnt echter eene gedeeltelijke wij
ziging in het ministerie te zullen worden gebracht
door vervanging der ministers van oorlog en justitie.
Eene adresbeweging.
In de laatste dagen is aan velen onzer stadge-
nooten een adres ter teekening aangeboden, waarin
aan H.H. M.M. de Koninginnen eerbiedig wordt
verzocht bij H. D. bezoek aan Walcheren ook te Goes
eenige oogenblikken te willen vertoeven.
Wanneer we tegen deze adresbeweging een paar
opmerkingen durven maken, dan wenschen we voorop
te stellen, dat het ons hoogst aangenaam zou ge
weest zijn, indien ook ons stadje met een bezoek
van onze jeugdige Koningin en Hare Koninklijke
moeder ware vereerd. We hadden ons zelfs langen
tijd gevleid, dat een dergeljjk bezoek in het plan
der vorstinnen zou liggen, vooral omdat zonder veel
oponthoud of vermoeienis daaraan uitvoering had
kunnen worden gegeven.
Overtuigd, dat schier de geheele bevolking van
Goes en van Zuid-Beveland eveneens dacht, hebben
we ons gehaast mededeeling ervan te doen, toen
we zekerheid hadden verworven, dat een bezoek aan
Zuid-Beveland niet in het plan van onze koninginnen
lag en ditmaal Walcheren het uitsluitend doel Harer
reis zou zijn.
Maar van dat oogenblik was, dunkt ons, de eenige
passende houding van de teleurgestelde bevolking
van Zuid-Beveland het besluit van H.H. M.M. te
eerbiedigen en geduldig te wachten tot het Haar
behagen zal ook onze en andere streken van Zee
land van Hare tegenwoordigheid te doen genieten.
Daarom houden zij, die de boven bedoelde adres
beweging op tonw gezet hebben, ons de opmerking
ten goede, dat het niet van onbescheidenheid is vrij
te pleiten H.H. M.M. te verzoeken in Haar reisplan
verandering te brengen, nu Zg blijkbaar niet inde
gelegenheid zijn geheel Zeeland een bezoek te brengen.
O. i. heeft het gemeentebestuur dan ook terecht
gemeend zich bij het uitgedrukt verlangen van H.H.
M.M. te moeten nederleggen, overtuigd als het on
getwijfeld was, dat men zulk een besluit als trouwe
onderdanen heeft te eerbiedigen en men Zijne Konin
ginnen niet per adres uitnoodigt op een dergelijk
van zoo teederen aard zgn, verklaren we ons bereid
zijne papieren zelf in ontvangst te nemen en we
zullen het geheim, dat hij ons daarmede toevertrouwt,
zorgvuldig bewaren en de verantwoordelijkheid op
ons nemen, wanneer er te zijnen opzichte iets te
verantwoorden valt".
»De brief zal nog heden verzonden worden. Het
zij mij intusschen vergund te vragen of Uwe Hoogheid
krassere maatregelen denkt te nemen voor het geval,
dat ook dit voorstel hem niet mocht behagen
De hertog dacht even na. >Neen, baron, neen
Het is al wel, dat wjj ons eenmaal voor hem warm
gemaakt hebben. Is hij weerbarstig, goed, dan laten
we hem loopen; hg zou anders ten slotte zich nog
gaan verbeelden, dat wg aan zgn persoon en zgn©
zaken de waarde van een staatszaak hechten".
De brief van den minister vertrok naar Eishausen.
Den volgenden dag besloot het gemeentebestuur van
Hildburghausen den geheimgraaf het eere-burger-
schap der stad aan te bieden. Terzelfder tijd deelde
echter Arnold aan den minister von Baumbach na
mens den graaf mededat deze Zijne Hoogheid eer
biedig dank bracht voor zijne invloedrijke bescher
ming, doch dat hij niet in de gelegenheid was het
aanbod van den hertog te aanvaarden en aan diens
wensch te voldoen, omdat hij in de niet minder
i groote moeielijkheid zou komen een ander hem dier
baar geheim te moeten schenden, door daarvan Zijne
besluit terug te komen. Wil men inderdaad Haar
in zijn midden zien, dan volgt men daarvoor den
officieëlen weg en verzoekt men de daartoe aange
wezen autoriteiten bij H.H. M.M. haren veelver-
mogenden invloed te willen aanwenden om de Konin
ginnen een gunstig besluit te doen nemen.
Eindelijk is bij ons de vraag gerezen of, voor het
geval de Koninginnen werkelijk eens gehoor mochten
geven aan den uitgedrukten wensch van requestranten,
zg, die de adresbeweging op touw hebben gezet,
dan ook onze vorstinnen eene Harer waardige ont
vangst zullen kunnen bereiden, niet wat betreft de
versiering der stad, daartoe zal de geheele burgerg
gaarne medewerken, al rest ook niet veel tijd om
de stad nog in passenden feesttooi te dosschen maar
juist wat aangaat de feitelijke receptie der hooge
bezoeksters. Of rekent men daartoe dan op het
gemeentebestuur? In dat geval ware het zeker pas
send en doeltreffend geweest den officiëelen weg te
volgen en dat bestuur te verzoeken de hoofdleiding
der zaak te willen op zich nemen.
Zooals nu de loop der adresbeweging is zal zij
vermoedelijk geen doel treffen, noch ook eene ver
tolking geven van de juiste gevoelens der geheele
bevolking en zelfs misschien bij velen, die de juiste
beweegredenen tot eene weigering van de zijde onzer
vorstinnen niet kunnen beoordeelen, verkeerde mee
ningen doen post vatten.
Op al deze gronden kunnen we de adresbeweging
niet toejuichen en voorspellen we daaraan weinig
succes. Mocht evenwel daarop tegen onze verwachting
in een toestemmend antwoord worden ontvangen,
dan vertrouwen we dat eene krachtige samenwerking
der geheele burgerg, met terzijdestelling van alle
bezwaren, aan onze vorstinnen eene waardige ont
vangst in Goes zal doen ten deel vallen.
GOES, 6 Augustus 1894.
De cholera, die de vorige week reeds
te Maastricht verscheidene slachtoffers heeft gemaakt,
heeft zich nu ook in andere plaatsen van ons land
vertoond, o. a. te Amsterdam, Halfweg, Haarlem,
Rotterdam en Dordrecht. Voorzichtigheid is dus
weder aan te raden en we mogen niet nalaten te
herinneren aan d© voorschriften, ook in vorige jaren
gege ven, om uitsluitend gekookt water te gebruiken
en zich zooveel mogelijk van het gebruik van vruch
ten te onthouden.
Het is te verwachten, dat het gemeentebestuur
ook alle voorzorgsmaatregelen zal nemen, die in
vorige jaren niet nagelaten hebben hunne doeltref
fendheid te bewijzen.
Bg Prov.bl. no. 73 brengt de Commissaris der
Koningin in onze provincie ter kennis, dat, bij het
aanstaand bezoek door H.H. M.M. de Koninginnen
aan Zeeland, voor de colleges en autoriteiten in deze
provincie, die zulks mochten wenschen, gelegenheid
zal bestaan in het gouvernements-hötel bij H. M.
de Koningin-Regentes hunne opwachting te maken.
Ook aan bijzondere personen in Zeeland woon
achtig, die hunne belangen aan H. M. mochten
wenschen voor te dragen, zal op dien dag zooveel
mogelijk gehoor worden verleend.
Zoowel colleges en autoriteiten als bijzondere
personen, die ter audiëntie wenschen toegelaten te
worden, moeten daarvan vóór 14 Aug. a. s. aan
den heer Commissaris der Koningin kennis geven.
Hoogheid mededeeliüg te doen, en dat hij liever een
leven van rusteloos heen en weder trekken leed dan
zich te bezwaren met het pijnlijk gevoel een geheim
te hebben verraden".
Op hetzelfde oogenblik eene weigering te ontvan
gen, dat Hildburghausen met groote plechtigheid den
vreemdeling het eere-burgerrecht toekende, krenkte
den hertog diep, maar hij liet daarvan niets bemer
ken. Zgn hooghartig karakter verbood hem zich
daarover gevoelig te toonen en eenige weken later
verliet hij de stad, die hem weinig beleefdheid had
bewezen en die na zijn vertrek weder in haren ge
wonen dommel terugviel.
Zoo waren dan de laatste onweerswolken ver
dreven, die de veiligheid van den chevalier en zijne
gezellin hadden bedreigd. Ze konden nu, zij het ook
laat, misschien zelfs wel te laat, eene rust genieten,
die althans van buitenaf door niets meer zou wor
den gestoord. Hunne levenswijze werd dan ook lang
zamerhand geheel anders dan vroeger. Prachtige
meubelen kwamen uit Parijs ter vervanging van de
tot nutoe gehuurde, waarvan echter toch de huur
nog steeds betaald werd. De beide vreemdelingen
deden allerlei rijtoertjes in eene prachtige equipage,
j die uit Frankfort was gezonden, en niet langer
verborg de dame het gelaat achter een dichte
sluier. Behalve het land aan den Spittelbach, da
de chevalier indertijd aan Szlenka had geschonk