1894 N". 90. Donderdag 2 Augustus. 81slc jaargang. Hoofdelijken Omslag FEUILLETON. Het raadsel van Hildburgbausen. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bgblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bg de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder bg alle Boekverkoopers en Brievengaarders. Inzending van «dvertentlën voor 9 uren op den dag der uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijk?.- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Het eerste suppletoir-koliier vau deu voor 1894, zooals het door den gemeenteraad in zijne verga dering van 19 Juli jl. werd vastgesteld, is door Gedeputeerde Staten vau Zeeland, bij hun besluit vau 27 Juli uo. 87, goedgekeurd, eu op heden aan den ontvanger ter invordering uitgereikt, welk kohier, in afschrift gedurende vijf maanden, ter secretarie voor een ieder ter lezing zal liggen, kunnende binnen drie maanden na de dagteekeuing der aanslagbiljetten bezwaren tegen den aanslag op ongezegeld papier, bij den gemeenteraad worden ingebracht. Goes, den 1 Augustus 1894. Burgemeester en Wethouders van Gces, J. G. d. W. HAMER. De fd. Secretaris, A A. VAN DELLEN. GOES, 1 Augustus 1894. Tot secretaris der vereeniging van burgemees ters, secretarissen en ontvangers van gemeenten, gevestigd te Goes, is, in plaats van wijlen dhr. H. G. Hartman Jz. gekozenjhr. S.M. Van Reigers berg Versluys, benoemd secretaris van de ge meente Goes. Ierseke. Gisteravond hield de Gemeente raad eene vergadering, waarin 9 leden aanwezig waren. De Voorzitter stelde voor de traktementsverhoo ging van den secretaris van 't Algemeen Armbestuur, waartoe in de vorige vergadering besloten werd, op 1 Jan. a. s. te doen ingaan. Dit werd met algemeene stemmen aangenomen. De gemeenterekening werd den Raad aangeboden met een ontvang van 31485,97 uitgaaf ƒ29043,52, goed Blot 2442,451/2- Tot leden der commissie om de rekening na te zien werden benoemd de heeren Spruit, Cupéry en Sauer. Een verzoek van de onderwijzeressen aan school 2 om traktementsverhooging werd op voorstel van B. en W. van de hand gewezen op grond van den ongunstigen staat der gemeente-financiën. Er werd een voordracht opgemaakt tot benoeming van 2 leden van het zetterscollege. Voorgesteld wer den de heeren L. Laban, M. De Regt (aftr. leden), I. Hage en P. Sandee. Van Ged. Staten was ingekomen een schrijven betreffende de wijzigingen in de politie-verordening. Zy hebben tegen de toevoeging van alinea 3 aan art. 179 (aangifte der redenen van afwezigheid bij brand) op zich zelf geen bezwaar, doch om te voor komen, dat de verzuimers niet 2maal strafbaar zullen zijn èn om afwezigheid èn om het niet aangeven der redenen, wenschen Ged. Staten dat uitdrukkelijk vermeld worde, bijv. in art. 189, dat het niet-aan- geven der redenen geen afzonderlgke overtreding vormt. Met algemeene stemmen werd besloten aan dezen wenk te voldoen. Nu deelde de Voorzitter mede, dat naar aanleiding der onderhandelingen over de vergrooting der haven van enkele aangrenzende eigenaars schriftelijke ant woorden zijn ingekomen. Aan de erven Job Bom was verzocht om afstand van een strook gronds ter breedte van 2 M., doch Naar het Duitsch van A. E. Brachvogel. 42) Vervolg. Met de vereischte volmacht gewapend reed Her mann naar Eishausen, gezeten in eene prachtige equipage en in het volle vertrouwen, dat hg later naar waarheid zou kunnen getuigenik kwam, zag en overwon. En toch, zijne komst was voor den chevalier volstrekt geene verrassing. Hg was vol komen op de hoogte van de regeeringsverandering in Hildburghausen en van het feit, dat Hermann kabinetsraad van den nieuwen hertog was. Hg be greep zeer goed, dat die kabinetsraad Hermann de taak zou opvatten, die vroeger de rechter Hermann had moeten laten varen, en hg had derhalve met Arnold reeds lang overlegd en vastgesteld hoe hg zich in dezen te gedragen had. Szlenka woonde bovendien sedert Scharre's dood op het kasteel en deze zou wel waken, dat zgn meester niet over vallen werd. Toen Hermann dan ook voor de hoofddeur van het kasteel stilhield en de oude bel duchtig deed klinken, liet men hem stil een poosje wachteneerst toen hg met nog meer kracht de schel had doen overgaan, kwam Szlenka aansloffen, deed de deur open en keek den bezoeker zeer verbaasd aan. Her mann herkende hem dadelgk. dit konden zij niet toestaan, daar zij dan zelf geen voldoende ruimte zouden overhouden. Doch zij wilden afstand doen van hun erfpachtsrecht tegen een schade vergoeding van f 6U0. Van de eigenaars en gebruikers van den oesterput bij de haven, aan wie gevraagd was om vrijen toe gang over hun grond naar den nieuwen havendam, was bericht ontvangen, dat zij dit verzoek wel wil den inwilligen, mits aan eenige voorwaarden werd voldaan. De voornaamste daarvan is dat de nieuwe havendam niet binnen, maar buiten de sluis van den put valle, waardoor het werk ongeveer f 3000 duur der zal worden. Een der rechthebbenden had niet meegeteekend en eischte vrijdom van havengeld voor zijne vaartuigen. Men was van gevoelen, dat daaraan moeilijk vol daan kon worden, al begreep men ook dat het ge- heele plan op het volhouden van dien eisch zou af stuiten. Daar men in ieder geval niet verder kon voordat van bedoelden eigenaar mede toestemming was verkregen, werd de beraadslaging opgeschort. De voorzitter zou trachten den bedoelden persoon van dien eisch af te brengen. Tegen den eisch van de erven Job Bom had deze geen bezwaar. De scheepstimmerman Siereveld had verklaard toe stemming tot de verlegging zijner helling te geven, mits dit op kosten der gemeente geschiedde. Bij kon. besluit zijn benoemd tot dijkgraaf voor den polder Rapenburg, F. P. Polderdgk; tot dgkgraaf voor het waterschap Nieuw-Bommenede J. van der B g 1tot plaats ver v. dijkgraaf voor den polder Jonge, F. M. K r e p e 1tot gezworen voor het waterschap St. Annaland, D. Goedege- b u u r e J z.tot gezworen voor den polder den Oosteren Ban van Schouwen, R. Steur Krz. Zieril£*ee. Tot lid van den gemeenteraad is met 106 van de 152 geldige stemmen gekozen de heer W. ten Haaf (lib.). Op de aanbeveling voor de benoeming van een gemeente-ontvanger te Gouda staat no. 1 de heer J. Snellen, gemeente-secretaris te Zieriksee. Onder het opschrift: »De puntjes op de is", schrijft mr. L. Haffmans Van verschillende zijden werd ons gevraagd, wat het beteekende hetgeen wij in het laatste nummer van het V. W. schreven»De katholieke partij is thans nagenoeg eenig." Men 'is öf eenig óf niet eenig. Nagenoeg eenig kan men niet zgn, want dit wil zeggenniet geheel eenig. En eene partij, die niet geheel eenig is (b.v. de liberale en de anti-revolutio naire) is verdeeld. Zoo redeneerden de heeren interpellanten en te recht. Wg hebben ons inderdaad minder juist uitgedrukt met te zeggennagenoeg eenig. Wij hadden bekooren te schrijven: »De katholieke Kamerleden zijn thans eenig op een na qui marche dans sa grandeur et dans sa liberté". Groote mannen hebben daar behoefte aan. Natuurlijk kan er bij zulke mannen geen quaestie van zijn, zich aan de meerderheid te onderwerpen. En het is toch noodig dat alle leden »'k Ben de hertogelijke geheime kabinetsraad Her mann en ik kom uit naam van Zgne Hoogheid. Dien mg bij je graaf aan". Graven Van mij Ken ik hem niks". »Ik bedoel den graaf de Vavel, in wiens dienst je bent". »Weet ik mij niks van een Fafelle; is zich niks mijne meester". »Deze uitvlucht zal je weinig baten. Ik ken je heel goed van vroeger. Je bent de Bohemer Szlenka, vrindjedie zelf eens voor graaf gespeeld heeft". >0, ja. HahaHeilig Nepomuk en heb hem ge speeld heel goed 1 En u is het kabinetsraad Hermann, dat de meester van mij heeft verraden aan den schurkacktigen Barthelmy Weet ge, waarheen het met Barthelmy gekomen is Heb ik Barthelmy ge- poeft met pistool van mij na de veldslag door den vervloekten schedel van hemPlomp is hij gevallen van het paard van hem en geworden stijf als een plank. Als meester van mij maar zoo doet" en hij kromde den wijsvinger even, »dan poef ik al zijn vijanden voor het kopTegelgk keek hij Hermann met een grijnslach aan. »Als je dat in vredestijd tegen een overheidsper soon doet, zal je met de justitie kennis maken. Ik verlang, dat je mg bij je meester brengt, anders zal ik met de politie terugkomen". »Nu, ik zal hem gaan zeggen 1" Met deze woorden sloeg de Bohemer de deur voor Hermann's neus dicht en verdween. De kabinetsraad was geen man, die zich zoo ge- makkelgk van streek liet brengen. Hg wist, dat de vreemdeling niet licht tot een gewelddaad zou over- eoner partij, die eenig zal zijn, zich naar de meerder heid voegen. Wie tot zijn partiigenooten zegt: »Ik ben het met u eens, als gij het met mij eens zijt en anders niet", die breekt elk partijverband. Zoo iemand kon ook nooit leider eener partij wezen. Wel despoot. Maar Kamerleden dulden gewoonlijk geen despoten. Dus hij wordt wat men noemt »een wilde". Het spreekt van zelf dat een eminent man grooten invloed uitoefent, wanneer hij er slag van hoeft, met zijn clubgenooten om te gaan en ze aan een zacht lijntje te leiden. Deze kunst verstond Windtkorst in de grootste mate en daarom was en bleef het Centrum (in den Duitschen Rijksdag) onder zgne leiding het altijd eens. Maar helaas niet alle overvliegers zgn Windt- horsten. Een door zijn talenten als anderszins aan gewezen man, om leider eener partij te wezen, kan een ongeluk voor die partij zijn en een hinderpaal voor haar om zich te doen gelden. Om op de katholieke Kamerleden terug te komen, zij staan op dit oogenblik vast aaneengesloten op één na, die hen volstrekt niet hindert, daar hij hunne vergadering niet bijwoont. Gelukkigwant het komt er nu op aan eensgezind te zgn. In tegen stelling met hetgeen men vroeger zag, toen een persoon zich voordeed als de club, die niet in aan merking kwam, is het thans de club en de club alleen, die spreekt. Het bureau is niets dan haar spreekhoorn. En zoo behoort het, wil het goed gaan. Wat was de groote fout onder het ministerie Mackay Dat men de katholieke Kamerleden voor spek en boonen liet liggen. Of de anti-revolutio nairen gekend werden, weet ik niet, maar een feit is het, dat de katholieken nooit konden opmerken dat zij tot de regeeringspartij behoorden. Of er geraadpleegd werd omtrent de gevoelens der katho lieke bevolking, daar protestanten geen idee van hebben, en zoo ja, wie de geraadpleegde was, kan men wel gissen, maar weten doet het niemand, want de man zal het zelf niet zeggen. Zijn raad toch heeft het ministerie Mackay in den grond geboord. Wie zich aan anderen spiegelt, spiegelt zich zacht. De Haagsche correspondent der Middelb. Ct die het sedert door bijna alle pers-organen overge nomen bericht in de wereld bracht, dat aan dl*. Schaepman door de kerkelijke overheid zou zgn verboden verkiezings- of andere redevoeringen te houden in verband met het kiesrecht-vraagstuk, be handelt in zijne jongste correspondentie de tegen spraak, die van verschillende zgden is vernomen. Hij zegt daaromtrent Het verwondert me niets, dat in eenige bladen pogingen zijn aangewend om mijn bericht omtrent dr. Schaepman, in mijn vorigen Brief" voorkomende, tegen te spreken. Een mededeeling, die, zooals in zulk een tegenspraak van mijn bericht gezegd werd, de ver bazing wekt, wordt natuurlijk in twijfel getrokken en van twijfel tot ontkennen is de afstand niet groot. Van iets meer dan pogingen tot tegenspraak vernam ik echter niet. De hoofdzaak van hetgeen ik schreef bleef onaan getast. Dat bedoeld Kamerlid gedurende den laatsten gaan, omdat hg zich anders aan het grootste gevaar zou blootstellen. Hij wachtte daarom volkomen kalm den verderen loop der zaak af. Na enkele minuten verscheen Szlenka dan ook weder en geleidde hem naar de eerste verdieping, waar hij hem in een kamertje liet wachten. Toen opende hg eene deur naar eene andere kamer en riep Genadig heer 1 Is daar die Hermann, raad van den hertog zijn geheim kabinet." Binnenkomenriep eene doordringende stem. Hermann betrad een lange zaal met zwaar ge- stucadoord plafond, hoogen schoorsteen, ouderwetsche meubelen met verschoten en versleten zittingen, stof en spinrag waren overal zichtbaar, als ware het vertrek sedert twee menschenlevens niet meer be woond geweest. Een rilling overviel Hermann on willekeurig en hij dacht aan Barthelmy, wien men voor het hoofd »gepoeft" had. Eensklaps stond een lang, mager man met donkore oogen en zeer net gekleed, voor hem. »Wat verlangt ge »Mijn naam is Hermann; kabinetsraad Hermann en j>Ahdezelfde vermoedelijk, die zoo onvermoeid belangstelling in mijn persoon getoond heeft Die in de stad mijn naam in zulk een goeden roep heeft gebracht Die mg noodzaakte het huis van de weduwe Radefeld te verlaten Dezelfde." »Wel, ge hebt nu het genoegen mij tegenover u te zien. Wat verder?" »Ik verschaf mij zei ven de eer u mede te deelen, dat hertog Frederik voor altijd dit land verlaten verkiezingsstrijd op enkele plaatsen als spreker in het openbaar is opgetreden kan zeer wel juist zijn zonder aan de waarheidsliefde en het goed ingelicht zijn van mijn Z6gsman eenige afbreuk te doen. Ik zeide immers dat het verbod vóór of tijdens die verkiezingscampagne zou zijn uitgevaardigd. Mis schien is het wel een gevolg van de enkele gehou den speeches. Daarenboven is het zeer wel mogelijk, dat het verbod niet gold voor die plaatseE, zooals de in sommige bladen genoemde, waar de heer Schaepman zelf candidaat was gesteld of daarvoor in aanmerking kwam. Een andere poging om aan mijn bericht een schijn van onjuistheid te geven was de opmerking, in de pers gemaakt, dat dr. S. niet onder de jurisdictie van den bisschop van Haarlem, maar onder die van den aartsbisschop van Utrecht staat. Dit zou toch eerstgenoemde prelaat niet hebben kunnen beletten in zijn diocees het optreden van den heer S. te verbieden. Doch wanneer en door welken kerkvoogd dan ook uitgevaardigd en voor welk gedeelte van ons land, indien niet voor het geheele koninkrijk geldende dat er een verbod aan dr. Schaepman is gegeven in den zin als in mijn schrijven werd bedoeld, mag veilig worden aangenomen. Juist na de zoogenaamde tegen spraak is de waarschijnlijkheid, die voor mij bestond, met het oog op mijn zegsman, dat ik juist werd ingelicht, zoo goed als zekerheid geworden. Een der bladen knoopte aan de vermaning van mijn bericht de mededeeling van zijn vermoeden vast, dat het Centrum wel niet zou nalaten hierop te antwoorden. En ziet, dat blad, waartoe dr. Schaepman in zoo nauwe betrekking staat, heeft tot dusver, dus ge durende bijna 14 dagen, met geen enkel woord van de zaak melding gemaakt, veel minder mijne mede deeling beantwoord of tegengesproken. Dit feit zal de zich in twijfel of ontkenning opgelost hebbende verbazing van mijn lezers wel bekoeld hebben en vermoedelijk aan het ongeloovig hoofdschudden een einde hebben gemaakt. De doctor" is er niet de man naar zoo iets op zich te laten zitten als hij kans ziet er zich van te ontdoen. Blijkbaar kon hg dit niet zonder met de waarheid in strijd te geraken. En daarom zweeg hij maar liever. Of we ooit den afloop der zaak, de beslissing van den Paus op het beklag van dr. S., zullen te weten komen, is natuurlijk onzeker. Mocht mijn zegsman, die het W6ten kan, er iets van vernemen, dan zullen mijn lezers wel op de hoogte worden gehouden daarvan kan ik de verzekering geven. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Bedankt voor het beroep te Boksmeer door ds. A. F. Ch. Pont te Nissenaar 's-Heer Hen drikskinderen door ds. C. J. Montijn T.Jz. te Ckaam. Wïlhelminadorp. In een vergadering van No tabelen is de heer M. Karelse tot kerkvoogd benoemd. Bij kon. besluit is voor het tijdvak van 1 Sept. '94 tot en met 31 Aug. '95, ter ondersteu ning in zijn studiën, van Rijkswege een beurs van achthonderd gulden verleend aan den student bg de Rgks-Univeisiteit te Utrecht: L. A. Van Melle, in de faealteiten der godgeleerdheid en dsr letteren en wijsbegeerte. heeft." »Wat gaat dat mij aan ^Misschien niet veel. Maar dat Zjjne Hoogheid Bernard van Meiningen het land in bezit heeft ge nomen, zal u vermoedelijk meer belang inboezemen." x>Ik zou niet weten waarom »Zgne Hoogheid, wiens kabinetsraad ik ben en in wiens naam ik hier sta, is volstrekt niet onver schillig of er iemand in zijn land leeft, die zich niet aan zijn persoon en zijne wetten onderwerpt." »Ik begrijp u niet goed, mgn waarde heer. Als men meent, dat ik op gespannen voet leef met de wet, dan zal de wet zelf wel weten hoe ze te han delen heeft. Wat uw meester, den hertog, aanbelangt, zeg hem dat ik tot nutoe meende, dat hij eigenwaarde genoeg bezat om zich niet te bekommeren om iemand, aan wien hg zelf volmaakt onverschillig is." »Ik zal niet nalaten deze beleefde woorden aan Zgne Hoogheid mede te deelen. Aangezien ge u echter in zijn land bevindt, in eene woning, die hem toe behoort, zoo dunkt het hem goed te onderzoeken wat ge uitvoert en wie ge zijt, vóór hij u vergunning verleent om verder hier te blgven. Ik heb daarom in opdracht uwe papieren na te zien, mij op de hoogte te stellen van uw persoon en uwe omstandig heden en Zijne Hoogheid daaromtrent bericht te doen." Een minachtende glimlach plooide zich om de lippen van den geheimgraaf en hg nam den hoog- hartigen kabinetsraad van het hoofd tot de voeten op. »Mijn beste vriendje", sprak hg op laatdunkenden toon, »ik ben te lang gewoon met hooge perso nages om te gaan dan dat ik met hen door middel van bedienden weDSch te onderhandelen. Ik zog u

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 1