schien ook wel een schoolkind, dat was altijd zoo, dat hindert niet zooveel. Mjjnheer, u weet het niet, was het antwoord, ga eens mede als u wil. Ik giDg mede en zag. Meer dan honderd schoolkinderen werkten daar in het zweet des aanschijns en de mannen stonden werkloos. Toen mijn verhaler zweeg, vroeg ik maar wie zendt die kinderen daar Doen dat de ouders Nemen zij hun kinderen mede Of worden deze door anderen geëxploiteerd De man verze kerde mij, dat verreweg de meeste kinderen door anderen »in ploeg" werden genomen, om daar nog wat extra-munt uit te slaan. Tot zoover mijn zegsman, schrijft de heer Mol, dien ik als een volkomen geloofwaardig man be schouw. Bovendien heb ik op mijn rondreis door Gaasterland er nog meer naar gevraagd en is mij gebleken, dat de mededeeling juist is. Vraag dus wordt bet niet hoog tijd dat de wet op de kinder arbeid wordt herzien en uitgebreid, opdat dergelijke ergerlijke toestanden ophouden te bestaan 'l Wie berekent de kapitalen, die de Amerika ansche spoorwegen ons ge kost hebben, de ontzettende verliezen, door ons geleden En wij koopen maar shares en obli gation, alsof er niets gebeurd wareWeinige Neder landers buiten den eigenlijken beurshandel weten, hoe groot die verliezen zijn, of hebben er ook maar flauw begrip van. Dit kan men dan ook slechts krijgen, als men let op sommige cijfers, die nu en dan worden gepubliceerd. Zoo waren op den 1 Januari 1893 in Nederland- sche handen 20781 aandeelen in de Union Pacific Spoorwegmaatschappij", en op 31 December 1893 76913 aandeelen, of bijna 1/8 van het geheele aan deelenkapitaal. De cjjfers komen voor in het jongste jaarverslag van genoemde maatschappij. Alleen in 1893 hebben wjj dus gekocht 56000 aandeelen dier maatschappij, en wel tot den koers van 16 tot 42, d. w. z. dat elk aandeel ter beurze f 400 a f 1050 kostte. De gemiddelde koers bedroeg dus 29 pet. of f 725, en daar zjj thans tot 10 of f 250 gevallen zjjn, is op elk dier 56000 aandeelen gemiddeld ver loren f 475, of in het geheel 261/2 millioen. Zooveel zjjn wij dus in 1893 door dien éenen Amerikaanschen spoorweg verarmd; zooveel is van ons kapitaal voor éen spoorweg naar Amerika gegaan. En zulke Amerikaansche spoorwegen telt men bij dozijnen. Men denke maar eens aan de Atchison". Twee jaren geleden stonden de aandeelen nog op 45 pet., nu worden ze k 3 '/2 pet. genoteerd. En daar is het niet mee uitWant nu zitten wij met de aandeelen, en daar de Atchison en de Union Pac." om deze twee slechts te noemen weer geld noodig hebben, laten zij op elk aandeel bij passen. Voor laatstgenoemde maatschappij zal dit zijn 12 pet. of f 300, terwijl er in een lange toe komst geen vooruitzicht is op eenig dividend. De Deensche prins Karei, kleinzoon van den koning van Denemarken, die thans ons land bezoekt, kwam te Botterdam vroeger aan dan men verwacht had. Van de ontsteltenis, die zijn bezoek teweeg bracht in officiëele kringen, bevat de Tijd het volgende verhaal: Vooreerst waren niet aanwezig de Nederlandsche marine-vaartuigen, die waren aangewezen om de Helgolandhet Deensche schip, waarop de prins zich als officier bevindt, bij 't binnenvallen in de haven te begroeten. De Helgoland kwam vroegtjjdig voor de stad, Hr. Ms. Guinea en Stier kwamen eeist des namiddags ten twee ure aan. »Voor onze marine is het gebeurde een leelijk geval. De komst van den Deenschen prins met de Helgoland was reeds dagen te voren aangekondigd. Vanwege de marine waren de schepen aangewezen, die de Helgoland in onze haven moesten begroeten, en ziet, de Helgoland kwam, en onze marine-schepen waren er niet. Nu wordt beweerd, dat de Guinea en de Stier tengevolge van het ruwe weder te IJmuiden waren binnengeloopen. Maar met datzelfde weder heeft de Helgoland te kampen gehad, en de commandant van het Deensche schip was niet bevroesd voor het weder, terwijl de commandanten van onze marineschepen dit wel schijnen geweest te zijn. Of zijn de beide Nederlandsche schepen zoo weinig zee waai dig, dat zij bij het minder gunstige, doch volstrekt niet stormachtige weder geen zee kunnen bouwen Gelukkig voor ons, hadden wij toevallig hier in de haven liggen het Fransche oorlogsschip Mouette. Wat door de Nederlandsche marine, door welke oor zaak dan ook, is verzuimd, werd door de Mouette bet volgende schrijven ♦Chevalier! Eerst onlangs uit Engeland terugge keerd om getuige te zijn van de zegepraal onzer rechtvaardige zaak, vernam ik aan het hof onder welk adres men u eigenlijk schrijven moest. Ik doe dat niet slechts op hoog bevel, maar ook ter wille van mij zeiven en van de dame, die de eer heeft sedert een reeks van jaren onder uwe hoede te leven. Men vertelde mij, dat gij persoonlijk te Mitau en later door Keizer Alexander van Rusland, sedert het vorige jaar bovendien meermalen schriftelijk bij het hoofd onzer familie hebt aangedrongen op eene er kenning dier dame en daarbij beweringen hebt ge opperd, waarvoor alle bewijs ontbreekt en die men bier derhalve voor eens en voor altijd genoodzaakt is te ontkennen. Het doet mij leed, waarde che valier! u deze ontgoocheling niet te kunnen bespa ren, u, die evenals uwe geheele familie zoo ridder lijk voor uwe beschermelinge en voor ons goed recht zjjt opgekomen. Tracht de ongelukkige, wie deze beslissing geldt, van de onhoudbaarheid van hare al te stoute eischen en aanspraken te overtuigen. Wat mij persoonljjk betreft, kan ik u slechts de volgende verzekering geven. Is de <3ame, uwe gezellin, madame Gabrielle Stephanie Louise,' prinses de Bourbon- Condé, mijne dierbare, reeds lang verloren gewaande dochter, die in het jaar 1799 spoorloos is verdwenen, dan staat niets hare erkenning zoowel mjjnerzijds als door Z. M. onzen Koning in den weg. A'szjj gedaan. Dit schip liet ter begroeting van den Deen schen prins zijne vuurmonden spelen. Maar niet alleen onze marine is door de Helgo land verrast, ook met den Deenschen consul-gene raal en onzen burgemeester is dit het geval. Ten 10 ure meldde zich de commandant van de HelgolandWtindel, bij den burgemeester aan, maar deze was ♦niet thuis". Des burgemeesters echtge- noote, mevrouw s' Jacob, liet telefoneeren, en de burgemeester meldde, dat hij zijne opwachting bij den prins aan boord zou komen maken. Daarop reed de commandant Wündel naar het consulaat-gebouw, maar de consul-generaal de heer Viruly, was ♦niet thuis". Deze bevond zich te Zand- voort. Er werd, natuurlijk, daarheen getelegrafeerd, en de heer Viruly kwam met den eersten trein naar Rotterdam en legde daarna een bezoek aan boord af. Gelukkig was de Deensche vice-consul wel ♦thuis", en deze liet zich naar de Helgoland brengen en maakte daar excuses. Het vreemdste echter moet de commandant van Hr. Ms. Dufawelke in de Nieuwe Haven gestati- onneerd ligt hebben opgezien, toen hij op eens eene stoomsloep onder Deensche oorlogsvlag zijn schip zag naderen. Hij was volstrekt niet voorbereid om een bezoek van den commandant van de Helgoland dat deze bij hem kwam afleggen, te ontvangen. Zoo werden onze marine, onze autoriteiten door de Denen overvallen. Men zegt wel, dat de Helgoland eerst tegen on geveer den 20n dezer werd verwacht, maar men wist dat het schip eene zeereis maakte, en dat dus op een bepaalden datum van aankomst niet kon worden gerekend. En het schip kwam slechts één dag te vroeg". Het Vad. komt met een kalmer voorstelling van het gebeurde dan de Tijd en ook de Maasbode heb ben gegeven. Zij luidt als volgt: De te late aankomst der schepen Guinea en Stier was enkel te wijten aan het slechte weer, dat hen genoodzaakt had te IJmuiden binnen te loopen op hun overtocht van Nieuwediep naar Rotterdam. Dat aan boord onzer schepen het Deensche volks lied onbekend zou zijn, is onwaar. Als er een Deensch oorlogsschip in de haven van het Nieuwediep ligt, kan men eiken morgen te 8 uren het Deensche volks lied door de stafmuziek der marine hooren spelen. Aan boord der te Rotterdam thans aanwezige schepen zijn echtor geen muzikanten en dan wordt het moei- ljjk volksliederen te spelen. De duizend angsten, waarin men aan boord der Dufa verkeerde, hebben alleen bestaan in het brein van de redactie De Maasbode. De kommandant der Dufa was volgens de internationale gebruiken ver plicht aan den hooger in rang zijnden kommandant der Helgoland het eerste bezoek te brengen en van een verrassing door dien kommandant kon dus geen sprake zijn. Overigens zijn er geen bijzondere maat regelen te nemen om den kommandant van een vreemd oorlogsschip te ontvangen en kan er dus ook niet gezegd worden, dat er niets voor gereed was. De Stier en Guinea werden naar Nieuwediep terug geroepen toen de komst der Helgoland uitgesteld werd, omdat de oefen in gstijd, in verband met de uitgebreidheid der oefeningen, vooral met het oog op het ^ele slechte weer van den laat sten tijd, niet toelaat schepen lang voor andere diensten te be stemmen". Kerksiijke Zaken en Onderwijs. Aan de Meisjesschool (school E) alhier zijn bevorderd Van de le tot de 2e klasseA. Bierenbrootspot, M. Lambrechtsen, A. Breetvelt, C. Franken, M. Hoekman, M. Boone, D. Arentz, J. Bevier De Fouw, M. Van Daalen, J. De Jonge, T. De Ligny, F. Fransen Van de Putte, H. Seipkens, J. Donner en J. Van IJsendijk. 7 leerlingen zijn niet bevorderd. Van de 2e tot de 3e klasse: A. Weide, M. Prins, C. Van Ebben horst Tengbergen, K. Timmerman, A. Boone, N. Prins, S. Isebree Moens en C. Baarens. 2 leerlingen zijn niet bevorderd. Van de 3e tot de de klasse: E. Kakebeeke, M. Weide, M. Breetvelt en M. Vonk. 2 leerlingen zijn niet bevorderd. Van de 4e tot de 5e klasse: K. De Jonge, M. Goemans, T. Dentz, Chr. Van der Meulen en A. De Witt Hamer. Diploma werd uitgereikt aanM. S. Van den Bosch en M. Ramondt. Landbouw en Veeteelt. lleinkeiiflxaiif]. Hoewel de paardenboonen dit jaar eene bijzondere lengte hadden en prachtig in bloei stonden, is de aanslag der vrucht uiterst ge ring, zoodat zoowel hier als elders reeds blokken afgemaaid en omgeploegd zijn. Ook is in deze streken door de laatste regen de ziekte in de aardappel struiken toegenomen reeds wordt veel bederf aan de knollen waargenomen, zoodat droog weder zeer is. bij mij op het kasteel Ohantilly zal verschenen zijn en de onbetwistbare bewijzen harer rechten als mijne dochter en prinses van den bloede zal hebben over gelegd, belooft Z. M. haar niet alleen eene plechtige opname in onze familie en openlijke erkenning, maar dan zal zij ook benoemd worden tot priores van een der nonnenkloosters in Parijs, te harer keuze. Gij zult, waarde chevalierhet best kunnen beoordeelen of deze dame de vereischte bewijsstukken kan over leggen en of zij verder genegen en ook nog in staat is eene bruid des Hemels te worden. In tegenover gesteld geval raad ik u: laat uwe beschermelinge liever in de^weldadige duisternis blijven waarin zij thans leeft en waarschuw ik u geen enkelen stap te wagen, die de dame zou kunnen compromitteeren en hare positie slechts vernederen zou. Uw toegenegen Henry Joseph, prins de Bouebon-Condé." Kasteel Ohantilly, bjj Parijs. Deze ongelukkige brief had eene verschrikkelijke uitwerking op de ontstelde lezeres. Met vochtige oogen verslond zij de onheilspellende woorden, ter- wjjl hare tranen het papier doorweekten. Het woelde in haar hoofd om krankzinnig te worden, hare krach ten schenen haar te begeven, alles om haar heen begon te draaien. Met eene kreet van ontzetting verhief ze zich van haar stoel en wankelde naar het bchelkooid in den hoek der kamer. Toen viel ze Een aardige proef werd onlangs met goed gevolg genomen door een aspergekweeker te Landau. Hij zette een draaineerbuis op een grooten asperge, en vulde de buis tot boven aan toe met aarde. De asperge groeide in de buis verder, en toen die ein- deljjk gestoken werd, was hij 1 meter lang en woog 950 gram. Daarbij was hij wit tot bovenaan toe, malsch en lekker van boven tot beneden. Veldpost.) Uit Ooststellingwerf wordt gemeld Vele land- bouweis-veehouders hebben dit jaar hier proeven genomen met roet voor bemesting op graslanden. De resultaten, die we thans kunnen meedeelen, zijn verrassend. Het met roet bestrooide land heeft, van af het voorjaar een zeer weelderigen groei. De opbrengst aan hooi van het nu gemaaide land is grooter in vergelijking bij andere jaren. Deze nieuwe wijze van bemesting, eerst beproefd en daaana bevorderd door den heer P. Tiesinga, lid ven den Raad te Oosterwolde, heeft zich dit jaar reeds zoo uitgebreid, dat bij herhaling van uit Am sterdam hier nu roet wordt aangevoerd. In Westelijk Zuid-Beveland ging het zaaddor- schen tot dusver niet naar wensch. De vele regens zijn oorzaak dat verleden week slechts tusschen de vlagen heen kon gewerkt worden en dat de rijpe vrucht schade heeft geleden. Ware geen tegenspoed ondervonden zoo zou de zaadoogst zeer bevredigend zijn geweest, niettegenstaande de prijs per hectoliter niet hoog is. Gelukkig is de wind gekeerd en de lucht opgeklaard, zoodat er kans bestaat dat eene goede weersgesteldheid de verdere verzameling zal begunstigen en nog veler hoop verlevendigen. Rechtszaken. In het bericht in ons vorig nommer betref fende de zaak tegen E. L., weduwe van H. J. H. A. K. staat, dat de verdediger, mr. 0. Lucasse, ver zocht toegelaten te worden tot het doen hooren van 2 getuigen a décharge. Dit is niet juistde ver dediger bracht 4 getuigen a décharge voor, doch twee hunner werden op daartoe strekkende vorde ring van het O. M. geweigerd. Voor de arrondissements-rechtbank te Middel burg werd verleden Zaterdag behandeld de zaak tegen G. van Deth, oud 57 jaar, makelaar te Amster dam, ter zake dat hij den officier van justitie te Arnhem, jhr. van Nahuijs, heeft beleedigd in eene openbare voordracht, gehouden te Goes en te Vlis- singen, zooals uitvoerig is gemeld in ons nommer van 10 Juli 11. Van wege het openbaar ministerie waren in deze zaak tien getuigen gedagvaard. De beklaagde was niet verschenen, waarom de ambtenaar van het openbaar ministerie de recht bank verzocht verstek te verleenen en met de behan deling der zaak door te gaan als ware Van D. tegenwoordig. Het verstek werd verleend. Na voorlezing van het proces-verbaal van het ver hoor van den beklaagde, opgemaakt door een onbe zoldigd rijks-veldwachter te Amsterdam, waaruit bleek dat bekl. ten deele erkende de geïncrimineerde woorden gesproken te hebben, werd overgegaan tot het hooren der getuigen. Nadat dit verhoor was geëindigd begon de amb tenaar van het O. M. met de mededeeling dat hij den 14 Juli uit Antwerpen een brief van bekl. ont ving, waarin deze kennis gaf dat bij wegens zaken naar Amerika moest vertrekken en verzocht de be handeling der onderhavige zaak drie maanden uit te stellen. De ambtenaar heeft aan bekl. geschreven dat aan zijn verzoek niet kon voldaan worden. De rechtbank weet dat, wanneer beklaagden aan het parket zoodanig verzoek doen, dit in den regel wordt ingewilligd, maar hier meende de ambtenaar het verzoek te moeten afwijzen, vooral omdat het niet vast stond dat bekl. binnen den gestelden lan gen termijn zou terug zijn en de behandeling der zaak er onder ljjden kan. Bovendien heeft de bekl. gelegenheid, wanneer de rechtbank hem veroordeelt, bewusteloos neder. Scharre snelde toe en ontstelde hevig. ♦Ze heeft een der brieven gelezen en de inhoud moet erg ge weest zijnHij nam den geopenden brief met het couvert en al de andere bij elk«\ar en borg alles in zijn zak. Hij tilde de zieke op, zette haar in een leunstoel, deed al de lichten uit en riep toen Eme- renz en Rosine, die voor het eerst van haar leven deze kamers betraden. De dame is plotseling ziek geworden. Draagt haar in de kamer hier naastik zal vooruit gaan." ♦Toch niet in het donker, Philip vroeg Rosine angstig. Dat doet er niet toe; het kan niet anders. Het is niet noodig, dat ge haar gelaat aanschouwt. Ik dacht, dat ge dit ten minste nu wel wist." Bevend en zwijgend verrichtten de vrouwen hare zware taak. Toen de zieke te bed gelegd was, schoof Scharre de gordijnen dicht en daarna ontstak hij een licht. ♦Nu kunt ge wöer heengaan, Emerenz slaapt dezen nacht in de kamer hier naast. Als ik schel, komt ge dadelijkik waak bij de zieke tot de cbevalier weder te huis is De vrouwen verwijderden zich. Toen Philip met de gravin alleen was sloeg hij de gordijnen weder open, beschouwde haar gelaat en voelde haar de pols. Hij ontsloot een kastje, waarin verschillende geneesmiddelen stonden in fi^sschen, die elk eene korte aanwijzing droegen in welk geval het moest waaraan spreker niet twijfelt, daarvan in hooger beroep te komen. Verder wees de ambtenaar erop dat de gedeel telijke bekentenis van bekl. wordt bevestigd door de verklaringen der gehoorde getuigen, toonde aan dat de vergaderingen openbaar waren en dat die door onderscheidene personen zijn bijgewoondde door Van Deth gebezigde woorden staan vast. De feiten zijn dus bewezen te achten. Toen spreker ter kennis kwam dat door V. D. zulke beleedigingen tegen zijn ambtgenoot waren gericht, heeft hij gemeend een onderzoek te moeten instellenen hiervan is deze zaak het gevolg. Critiek is natuurlgk vrij, ging spreker voort, maar hier is het geen critiek, hier is het beleediging. Warende bewuste uitdrukkingen V. D. in het vuur zijner rede, bij eene improvisatie, ontsnapt, dan ware daaraan misschien niet dat gewicht te hechten als thans, nu uit verschillende redevoeringen van V. D. bleek dat hij dezelfde beschuldigingen op onderschei dene plaatsen heeft herhaald. Wanneer bekl. van meening was dat de officier van justitie te Arnhem zijn plicht niet had gedaan, dan had hij zich daarover kunnen beklagen, bij den procureur-generaal, bij den minister of bij de Arn- heinsche rechtbank zelve. De bekl. had niet noodig op dergelijke beleedi- gende wijze te spreken van den officier, wijl hij wist of weten moest dat eene klacht het noodige gevolg hebben zou. Van D. heeft dus, zonder de minste aanleiding, den officier van justitie te Arnhem beleedigd. De officier, de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen achtende, vroeg veroordeeling van bekl., wegens eenvoudige beleediging van eeu ambtenaar der rechterlijke macht in de uitoefening zijner bediening, tot vier maanden gevangenisstraf en in de kosten van het geding. De rechtbank bepaalde de uitspraak op a. s. Woensdag 's morgens te 10 uren. Gemengde Berichten. Wij vestigen in het bijzonder de aandacht onzer weldadige stadgenooten op de rubriek ♦lief dadigheid" in dit blad, waaronder eene collecte wordt aangekondigd ten bate van het Israëlitisch Wees- en Kinder- en Doorgangshuis te Leiden. Deze inrichting tot huisvesting van Israëlitische kinderen, te jong om in een Israëlitisch weeshnis te worden opgenomen, heeft behoefte aan den steun van alle weidenkenden en verdient dien ten volle. Weineldinge. Hedenmorgen half twee, sloeg de bliksem, na twee telefoonpalen vóór de sluis- knechtswoning wat afgeschilferd te hebben, in het huis der telefoonhoudster en verbrijzelde daar op 3 plaatsen den draad, zonder evenwel brand te ver oorzaken, zoodat de bewoonsters gelukkig met den hevigen schrik vrij kwamen. Ook een daar in de nabijheid in de buitenhaven liggend vaartuigje werd van boven in den mast getroffen. Een sluisknecht, die op de sluis zijn werk verrichtte, werd tegen den grond geslagen, doch bekwam geen letselalleen is de man nog wat suf en klaagt over hevige pijn in 't hoofd. Hloetiage. Hedennacht zijn een tweetal kal veren, toebehoorende aan den landbouwer B., in eene weide in de nabijheid van het dorp door den bliksem gedood. Hatiendijke. Jl. Vrijdagavond had alhier een ernstig ongeluk plaats. Het bijna driejarig dochtertje van W. S., even aan de zorgen harer moeder ont snapt, was al spelende in den gemeente-put ge vallen, zonder dat iemand dit tijdig opmerkte. Na uit het water te zijn gehaald, werden alle pogingen in het werk gesteld de levensgeesten weder op te wekken, doch vruchteloosde inmiddels geroepen geneesheer kon alleen den dood constateeren. Hoedekenskerke. Bij het hedennacht gewoed hebbende onweder sloeg de bliksem in het dak van de schuur bewoond door dhr. Joh. De Schipper, gelukkig zonder brand te veroorzaken. De schade bepaalde zich alleen aan een partijtje dakpannen en eenig houtwerk. Zaterdagnamiddag brak in den Langen Delft te Middelburg de verbinding van het voor- en achter gedeelte van een rijtuig, dat een viertal personen naar het station bracht. Het achtergedeelte bleef natuurlgk staan en viel omver, waardoor de passa giers op elkander vielen zonder zich noemenswaardig te bezeeren. Het paard holde met het voorstel van het rijtuig voort, terwijl de koetsier (reeds een man op leeftijd) van den bok viel of sprong, de teugels gegeven worden. Hij koos er één uit en het gelukte hem de kranke tot bewustzijn te brengen, maar toen kwam ze onder den invloed van de koorts en begon ze te ijlen. Nu eens zag ze zich, door hare bloed verwanten verstooten, in den vreemde dwalen en er was geen Lode wijk de Versay om baar bij te staan. Dan weder zag ze de Tuileriën en Parijs voor zich. Feestelijk gedoscht verschenen aan den grooten in gang van het Louvre, blinkende wachten, diep bui gende edellieden, schitterende dames zijne majes teit omarmde haar als ♦onze lieve nicht" maar eensklaps omgaven haar sombere muren, zwarte kleederen, bleeke vrouwen, die gebeden mompelden en koralen zongen en zacht klonk daartusschen eene lieflijke stem, die te vergeefs fluisterde ♦kom mede ♦Ik moet haar in slaap zien te krijgen", sprak Scharre angstig in zichzelf; ♦dat houdt haar arm hoofd niet uit. O kwam de chevalier toch maar Hg nam een ander fleschje, deed daaruit een vier tal droppels in een glas water en gaf dit de dame in. Weldra werd ze kalmer en verviel ze in een diepen slaap, die haar althans vergetelheid bracht. De chevalier kwam tegen den morgen met Szlenka terug. Ontzet hoorde hg aan wat er geschied was, onderzocht den toestand der zieke en las den brief, die zooveel onheil gesticht had. Er bleef eene angstige stilte in de vertrekken heerschen tot in den namid dag toen de gravin eindelijk ontwaakte. Wordt vervolgdJ

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 2