schien ook wel een schoolkind, dat was altijd zoo,
dat hindert niet zooveel.
Mjjnheer, u weet het niet, was het antwoord,
ga eens mede als u wil. Ik giDg mede en zag.
Meer dan honderd schoolkinderen werkten daar in
het zweet des aanschijns en de mannen stonden
werkloos. Toen mijn verhaler zweeg, vroeg ik
maar wie zendt die kinderen daar Doen dat de
ouders Nemen zij hun kinderen mede Of worden
deze door anderen geëxploiteerd De man verze
kerde mij, dat verreweg de meeste kinderen door
anderen »in ploeg" werden genomen, om daar nog
wat extra-munt uit te slaan.
Tot zoover mijn zegsman, schrijft de heer Mol,
dien ik als een volkomen geloofwaardig man be
schouw. Bovendien heb ik op mijn rondreis door
Gaasterland er nog meer naar gevraagd en is mij
gebleken, dat de mededeeling juist is. Vraag dus
wordt bet niet hoog tijd dat de wet op de kinder
arbeid wordt herzien en uitgebreid, opdat dergelijke
ergerlijke toestanden ophouden te bestaan 'l
Wie berekent de kapitalen, die de
Amerika ansche spoorwegen ons ge
kost hebben, de ontzettende verliezen, door
ons geleden En wij koopen maar shares en obli
gation, alsof er niets gebeurd wareWeinige Neder
landers buiten den eigenlijken beurshandel weten,
hoe groot die verliezen zijn, of hebben er ook maar
flauw begrip van. Dit kan men dan ook slechts
krijgen, als men let op sommige cijfers, die nu en
dan worden gepubliceerd.
Zoo waren op den 1 Januari 1893 in Nederland-
sche handen 20781 aandeelen in de Union Pacific
Spoorwegmaatschappij", en op 31 December 1893
76913 aandeelen, of bijna 1/8 van het geheele aan
deelenkapitaal. De cjjfers komen voor in het jongste
jaarverslag van genoemde maatschappij. Alleen in
1893 hebben wjj dus gekocht 56000 aandeelen dier
maatschappij, en wel tot den koers van 16 tot 42,
d. w. z. dat elk aandeel ter beurze f 400 a f 1050
kostte. De gemiddelde koers bedroeg dus 29 pet. of
f 725, en daar zjj thans tot 10 of f 250 gevallen
zjjn, is op elk dier 56000 aandeelen gemiddeld ver
loren f 475, of in het geheel 261/2 millioen.
Zooveel zjjn wij dus in 1893 door dien éenen
Amerikaanschen spoorweg verarmd; zooveel is van
ons kapitaal voor éen spoorweg naar Amerika gegaan.
En zulke Amerikaansche spoorwegen telt men bij
dozijnen. Men denke maar eens aan de Atchison".
Twee jaren geleden stonden de aandeelen nog op
45 pet., nu worden ze k 3 '/2 pet. genoteerd. En
daar is het niet mee uitWant nu zitten wij met
de aandeelen, en daar de Atchison en de Union
Pac." om deze twee slechts te noemen weer
geld noodig hebben, laten zij op elk aandeel bij
passen. Voor laatstgenoemde maatschappij zal dit
zijn 12 pet. of f 300, terwijl er in een lange toe
komst geen vooruitzicht is op eenig dividend.
De Deensche prins Karei, kleinzoon van
den koning van Denemarken, die thans ons land
bezoekt, kwam te Botterdam vroeger aan dan men
verwacht had. Van de ontsteltenis, die zijn bezoek
teweeg bracht in officiëele kringen, bevat de Tijd
het volgende verhaal:
Vooreerst waren niet aanwezig de Nederlandsche
marine-vaartuigen, die waren aangewezen om de
Helgolandhet Deensche schip, waarop de prins zich
als officier bevindt, bij 't binnenvallen in de haven
te begroeten. De Helgoland kwam vroegtjjdig voor
de stad, Hr. Ms. Guinea en Stier kwamen eeist des
namiddags ten twee ure aan.
»Voor onze marine is het gebeurde een leelijk
geval. De komst van den Deenschen prins met de
Helgoland was reeds dagen te voren aangekondigd.
Vanwege de marine waren de schepen aangewezen,
die de Helgoland in onze haven moesten begroeten,
en ziet, de Helgoland kwam, en onze marine-schepen
waren er niet. Nu wordt beweerd, dat de Guinea
en de Stier tengevolge van het ruwe weder te
IJmuiden waren binnengeloopen. Maar met datzelfde
weder heeft de Helgoland te kampen gehad, en de
commandant van het Deensche schip was niet bevroesd
voor het weder, terwijl de commandanten van onze
marineschepen dit wel schijnen geweest te zijn. Of
zijn de beide Nederlandsche schepen zoo weinig
zee waai dig, dat zij bij het minder gunstige, doch
volstrekt niet stormachtige weder geen zee kunnen
bouwen
Gelukkig voor ons, hadden wij toevallig hier in
de haven liggen het Fransche oorlogsschip Mouette.
Wat door de Nederlandsche marine, door welke oor
zaak dan ook, is verzuimd, werd door de Mouette
bet volgende schrijven
♦Chevalier! Eerst onlangs uit Engeland terugge
keerd om getuige te zijn van de zegepraal onzer
rechtvaardige zaak, vernam ik aan het hof onder
welk adres men u eigenlijk schrijven moest. Ik doe
dat niet slechts op hoog bevel, maar ook ter wille
van mij zeiven en van de dame, die de eer heeft
sedert een reeks van jaren onder uwe hoede te leven.
Men vertelde mij, dat gij persoonlijk te Mitau en
later door Keizer Alexander van Rusland, sedert het
vorige jaar bovendien meermalen schriftelijk bij het
hoofd onzer familie hebt aangedrongen op eene er
kenning dier dame en daarbij beweringen hebt ge
opperd, waarvoor alle bewijs ontbreekt en die men
bier derhalve voor eens en voor altijd genoodzaakt
is te ontkennen. Het doet mij leed, waarde che
valier! u deze ontgoocheling niet te kunnen bespa
ren, u, die evenals uwe geheele familie zoo ridder
lijk voor uwe beschermelinge en voor ons goed recht
zjjt opgekomen. Tracht de ongelukkige, wie deze
beslissing geldt, van de onhoudbaarheid van hare al
te stoute eischen en aanspraken te overtuigen. Wat
mij persoonljjk betreft, kan ik u slechts de volgende
verzekering geven. Is de <3ame, uwe gezellin, madame
Gabrielle Stephanie Louise,' prinses de Bourbon-
Condé, mijne dierbare, reeds lang verloren gewaande
dochter, die in het jaar 1799 spoorloos is verdwenen,
dan staat niets hare erkenning zoowel mjjnerzijds
als door Z. M. onzen Koning in den weg. A'szjj
gedaan. Dit schip liet ter begroeting van den Deen
schen prins zijne vuurmonden spelen.
Maar niet alleen onze marine is door de Helgo
land verrast, ook met den Deenschen consul-gene
raal en onzen burgemeester is dit het geval.
Ten 10 ure meldde zich de commandant van de
HelgolandWtindel, bij den burgemeester aan, maar
deze was ♦niet thuis". Des burgemeesters echtge-
noote, mevrouw s' Jacob, liet telefoneeren, en de
burgemeester meldde, dat hij zijne opwachting bij
den prins aan boord zou komen maken.
Daarop reed de commandant Wündel naar het
consulaat-gebouw, maar de consul-generaal de heer
Viruly, was ♦niet thuis". Deze bevond zich te Zand-
voort. Er werd, natuurlijk, daarheen getelegrafeerd,
en de heer Viruly kwam met den eersten trein naar
Rotterdam en legde daarna een bezoek aan boord af.
Gelukkig was de Deensche vice-consul wel ♦thuis",
en deze liet zich naar de Helgoland brengen en
maakte daar excuses.
Het vreemdste echter moet de commandant van
Hr. Ms. Dufawelke in de Nieuwe Haven gestati-
onneerd ligt hebben opgezien, toen hij op eens eene
stoomsloep onder Deensche oorlogsvlag zijn schip
zag naderen. Hij was volstrekt niet voorbereid om
een bezoek van den commandant van de Helgoland
dat deze bij hem kwam afleggen, te ontvangen.
Zoo werden onze marine, onze autoriteiten door
de Denen overvallen.
Men zegt wel, dat de Helgoland eerst tegen on
geveer den 20n dezer werd verwacht, maar men
wist dat het schip eene zeereis maakte, en dat dus
op een bepaalden datum van aankomst niet kon
worden gerekend. En het schip kwam slechts één
dag te vroeg".
Het Vad. komt met een kalmer voorstelling van
het gebeurde dan de Tijd en ook de Maasbode heb
ben gegeven. Zij luidt als volgt:
De te late aankomst der schepen Guinea en Stier
was enkel te wijten aan het slechte weer, dat hen
genoodzaakt had te IJmuiden binnen te loopen op
hun overtocht van Nieuwediep naar Rotterdam.
Dat aan boord onzer schepen het Deensche volks
lied onbekend zou zijn, is onwaar. Als er een Deensch
oorlogsschip in de haven van het Nieuwediep ligt,
kan men eiken morgen te 8 uren het Deensche volks
lied door de stafmuziek der marine hooren spelen.
Aan boord der te Rotterdam thans aanwezige schepen
zijn echtor geen muzikanten en dan wordt het moei-
ljjk volksliederen te spelen.
De duizend angsten, waarin men aan boord der
Dufa verkeerde, hebben alleen bestaan in het brein
van de redactie De Maasbode. De kommandant der
Dufa was volgens de internationale gebruiken ver
plicht aan den hooger in rang zijnden kommandant
der Helgoland het eerste bezoek te brengen en van
een verrassing door dien kommandant kon dus geen
sprake zijn. Overigens zijn er geen bijzondere maat
regelen te nemen om den kommandant van een
vreemd oorlogsschip te ontvangen en kan er dus ook
niet gezegd worden, dat er niets voor gereed was.
De Stier en Guinea werden naar Nieuwediep terug
geroepen toen de komst der Helgoland uitgesteld
werd, omdat de oefen in gstijd, in verband met de
uitgebreidheid der oefeningen, vooral met het oog
op het ^ele slechte weer van den laat sten tijd, niet
toelaat schepen lang voor andere diensten te be
stemmen".
Kerksiijke Zaken en Onderwijs.
Aan de Meisjesschool (school E) alhier zijn
bevorderd
Van de le tot de 2e klasseA. Bierenbrootspot,
M. Lambrechtsen, A. Breetvelt, C. Franken, M.
Hoekman, M. Boone, D. Arentz, J. Bevier De Fouw,
M. Van Daalen, J. De Jonge, T. De Ligny, F.
Fransen Van de Putte, H. Seipkens, J. Donner en
J. Van IJsendijk.
7 leerlingen zijn niet bevorderd.
Van de 2e tot de 3e klasse: A. Weide, M. Prins,
C. Van Ebben horst Tengbergen, K. Timmerman,
A. Boone, N. Prins, S. Isebree Moens en C. Baarens.
2 leerlingen zijn niet bevorderd.
Van de 3e tot de de klasse: E. Kakebeeke, M.
Weide, M. Breetvelt en M. Vonk.
2 leerlingen zijn niet bevorderd.
Van de 4e tot de 5e klasse: K. De Jonge, M.
Goemans, T. Dentz, Chr. Van der Meulen en A.
De Witt Hamer.
Diploma werd uitgereikt aanM. S. Van den
Bosch en M. Ramondt.
Landbouw en Veeteelt.
lleinkeiiflxaiif]. Hoewel de paardenboonen dit
jaar eene bijzondere lengte hadden en prachtig in
bloei stonden, is de aanslag der vrucht uiterst ge
ring, zoodat zoowel hier als elders reeds blokken
afgemaaid en omgeploegd zijn. Ook is in deze streken
door de laatste regen de ziekte in de aardappel
struiken toegenomen reeds wordt veel bederf aan
de knollen waargenomen, zoodat droog weder zeer
is.
bij mij op het kasteel Ohantilly zal verschenen zijn
en de onbetwistbare bewijzen harer rechten als mijne
dochter en prinses van den bloede zal hebben over
gelegd, belooft Z. M. haar niet alleen eene plechtige
opname in onze familie en openlijke erkenning, maar
dan zal zij ook benoemd worden tot priores van een
der nonnenkloosters in Parijs, te harer keuze. Gij
zult, waarde chevalierhet best kunnen beoordeelen
of deze dame de vereischte bewijsstukken kan over
leggen en of zij verder genegen en ook nog in staat
is eene bruid des Hemels te worden. In tegenover
gesteld geval raad ik u: laat uwe beschermelinge
liever in de^weldadige duisternis blijven waarin zij
thans leeft en waarschuw ik u geen enkelen stap
te wagen, die de dame zou kunnen compromitteeren
en hare positie slechts vernederen zou.
Uw toegenegen Henry Joseph,
prins de Bouebon-Condé."
Kasteel Ohantilly, bjj Parijs.
Deze ongelukkige brief had eene verschrikkelijke
uitwerking op de ontstelde lezeres. Met vochtige
oogen verslond zij de onheilspellende woorden, ter-
wjjl hare tranen het papier doorweekten. Het woelde
in haar hoofd om krankzinnig te worden, hare krach
ten schenen haar te begeven, alles om haar heen
begon te draaien. Met eene kreet van ontzetting
verhief ze zich van haar stoel en wankelde naar het
bchelkooid in den hoek der kamer. Toen viel ze
Een aardige proef werd onlangs met goed
gevolg genomen door een aspergekweeker te Landau.
Hij zette een draaineerbuis op een grooten asperge,
en vulde de buis tot boven aan toe met aarde. De
asperge groeide in de buis verder, en toen die ein-
deljjk gestoken werd, was hij 1 meter lang en woog
950 gram. Daarbij was hij wit tot bovenaan toe,
malsch en lekker van boven tot beneden.
Veldpost.)
Uit Ooststellingwerf wordt gemeld Vele land-
bouweis-veehouders hebben dit jaar hier proeven
genomen met roet voor bemesting op graslanden.
De resultaten, die we thans kunnen meedeelen,
zijn verrassend.
Het met roet bestrooide land heeft, van af het
voorjaar een zeer weelderigen groei.
De opbrengst aan hooi van het nu gemaaide land
is grooter in vergelijking bij andere jaren.
Deze nieuwe wijze van bemesting, eerst beproefd
en daaana bevorderd door den heer P. Tiesinga, lid
ven den Raad te Oosterwolde, heeft zich dit jaar
reeds zoo uitgebreid, dat bij herhaling van uit Am
sterdam hier nu roet wordt aangevoerd.
In Westelijk Zuid-Beveland ging het zaaddor-
schen tot dusver niet naar wensch. De vele regens
zijn oorzaak dat verleden week slechts tusschen de
vlagen heen kon gewerkt worden en dat de rijpe
vrucht schade heeft geleden. Ware geen tegenspoed
ondervonden zoo zou de zaadoogst zeer bevredigend
zijn geweest, niettegenstaande de prijs per hectoliter
niet hoog is. Gelukkig is de wind gekeerd en de
lucht opgeklaard, zoodat er kans bestaat dat eene
goede weersgesteldheid de verdere verzameling zal
begunstigen en nog veler hoop verlevendigen.
Rechtszaken.
In het bericht in ons vorig nommer betref
fende de zaak tegen E. L., weduwe van H. J. H.
A. K. staat, dat de verdediger, mr. 0. Lucasse, ver
zocht toegelaten te worden tot het doen hooren van
2 getuigen a décharge. Dit is niet juistde ver
dediger bracht 4 getuigen a décharge voor, doch
twee hunner werden op daartoe strekkende vorde
ring van het O. M. geweigerd.
Voor de arrondissements-rechtbank te Middel
burg werd verleden Zaterdag behandeld de zaak
tegen G. van Deth, oud 57 jaar, makelaar te Amster
dam, ter zake dat hij den officier van justitie te
Arnhem, jhr. van Nahuijs, heeft beleedigd in eene
openbare voordracht, gehouden te Goes en te Vlis-
singen, zooals uitvoerig is gemeld in ons nommer
van 10 Juli 11.
Van wege het openbaar ministerie waren in deze
zaak tien getuigen gedagvaard.
De beklaagde was niet verschenen, waarom de
ambtenaar van het openbaar ministerie de recht
bank verzocht verstek te verleenen en met de behan
deling der zaak door te gaan als ware Van D.
tegenwoordig. Het verstek werd verleend.
Na voorlezing van het proces-verbaal van het ver
hoor van den beklaagde, opgemaakt door een onbe
zoldigd rijks-veldwachter te Amsterdam, waaruit
bleek dat bekl. ten deele erkende de geïncrimineerde
woorden gesproken te hebben, werd overgegaan tot
het hooren der getuigen.
Nadat dit verhoor was geëindigd begon de amb
tenaar van het O. M. met de mededeeling dat hij
den 14 Juli uit Antwerpen een brief van bekl. ont
ving, waarin deze kennis gaf dat bij wegens zaken
naar Amerika moest vertrekken en verzocht de be
handeling der onderhavige zaak drie maanden uit
te stellen. De ambtenaar heeft aan bekl. geschreven
dat aan zijn verzoek niet kon voldaan worden.
De rechtbank weet dat, wanneer beklaagden aan
het parket zoodanig verzoek doen, dit in den regel
wordt ingewilligd, maar hier meende de ambtenaar
het verzoek te moeten afwijzen, vooral omdat het
niet vast stond dat bekl. binnen den gestelden lan
gen termijn zou terug zijn en de behandeling der
zaak er onder ljjden kan. Bovendien heeft de bekl.
gelegenheid, wanneer de rechtbank hem veroordeelt,
bewusteloos neder.
Scharre snelde toe en ontstelde hevig. ♦Ze heeft
een der brieven gelezen en de inhoud moet erg ge
weest zijnHij nam den geopenden brief met het
couvert en al de andere bij elk«\ar en borg alles in
zijn zak. Hij tilde de zieke op, zette haar in een
leunstoel, deed al de lichten uit en riep toen Eme-
renz en Rosine, die voor het eerst van haar leven
deze kamers betraden.
De dame is plotseling ziek geworden. Draagt
haar in de kamer hier naastik zal vooruit gaan."
♦Toch niet in het donker, Philip vroeg Rosine
angstig.
Dat doet er niet toe; het kan niet anders. Het
is niet noodig, dat ge haar gelaat aanschouwt. Ik
dacht, dat ge dit ten minste nu wel wist."
Bevend en zwijgend verrichtten de vrouwen hare
zware taak. Toen de zieke te bed gelegd was,
schoof Scharre de gordijnen dicht en daarna ontstak
hij een licht. ♦Nu kunt ge wöer heengaan, Emerenz
slaapt dezen nacht in de kamer hier naast. Als ik
schel, komt ge dadelijkik waak bij de zieke tot
de cbevalier weder te huis is
De vrouwen verwijderden zich. Toen Philip met
de gravin alleen was sloeg hij de gordijnen weder
open, beschouwde haar gelaat en voelde haar de
pols. Hij ontsloot een kastje, waarin verschillende
geneesmiddelen stonden in fi^sschen, die elk eene
korte aanwijzing droegen in welk geval het moest
waaraan spreker niet twijfelt, daarvan in hooger
beroep te komen.
Verder wees de ambtenaar erop dat de gedeel
telijke bekentenis van bekl. wordt bevestigd door
de verklaringen der gehoorde getuigen, toonde aan
dat de vergaderingen openbaar waren en dat die
door onderscheidene personen zijn bijgewoondde
door Van Deth gebezigde woorden staan vast. De
feiten zijn dus bewezen te achten.
Toen spreker ter kennis kwam dat door V. D.
zulke beleedigingen tegen zijn ambtgenoot waren
gericht, heeft hij gemeend een onderzoek te moeten
instellenen hiervan is deze zaak het gevolg.
Critiek is natuurlgk vrij, ging spreker voort, maar
hier is het geen critiek, hier is het beleediging.
Warende bewuste uitdrukkingen V. D. in het vuur
zijner rede, bij eene improvisatie, ontsnapt, dan ware
daaraan misschien niet dat gewicht te hechten als
thans, nu uit verschillende redevoeringen van V. D.
bleek dat hij dezelfde beschuldigingen op onderschei
dene plaatsen heeft herhaald.
Wanneer bekl. van meening was dat de officier
van justitie te Arnhem zijn plicht niet had gedaan,
dan had hij zich daarover kunnen beklagen, bij den
procureur-generaal, bij den minister of bij de Arn-
heinsche rechtbank zelve.
De bekl. had niet noodig op dergelijke beleedi-
gende wijze te spreken van den officier, wijl hij wist
of weten moest dat eene klacht het noodige gevolg
hebben zou.
Van D. heeft dus, zonder de minste aanleiding,
den officier van justitie te Arnhem beleedigd.
De officier, de ten laste gelegde feiten wettig en
overtuigend bewezen achtende, vroeg veroordeeling
van bekl., wegens eenvoudige beleediging van eeu
ambtenaar der rechterlijke macht in de uitoefening
zijner bediening, tot vier maanden gevangenisstraf
en in de kosten van het geding.
De rechtbank bepaalde de uitspraak op a. s.
Woensdag 's morgens te 10 uren.
Gemengde Berichten.
Wij vestigen in het bijzonder de aandacht
onzer weldadige stadgenooten op de rubriek ♦lief
dadigheid" in dit blad, waaronder eene collecte
wordt aangekondigd ten bate van het Israëlitisch
Wees- en Kinder- en Doorgangshuis te Leiden.
Deze inrichting tot huisvesting van Israëlitische
kinderen, te jong om in een Israëlitisch weeshnis
te worden opgenomen, heeft behoefte aan den steun
van alle weidenkenden en verdient dien ten volle.
Weineldinge. Hedenmorgen half twee, sloeg
de bliksem, na twee telefoonpalen vóór de sluis-
knechtswoning wat afgeschilferd te hebben, in het
huis der telefoonhoudster en verbrijzelde daar op 3
plaatsen den draad, zonder evenwel brand te ver
oorzaken, zoodat de bewoonsters gelukkig met den
hevigen schrik vrij kwamen. Ook een daar in de
nabijheid in de buitenhaven liggend vaartuigje werd
van boven in den mast getroffen. Een sluisknecht,
die op de sluis zijn werk verrichtte, werd tegen
den grond geslagen, doch bekwam geen letselalleen
is de man nog wat suf en klaagt over hevige pijn
in 't hoofd.
Hloetiage. Hedennacht zijn een tweetal kal
veren, toebehoorende aan den landbouwer B., in
eene weide in de nabijheid van het dorp door den
bliksem gedood.
Hatiendijke. Jl. Vrijdagavond had alhier een
ernstig ongeluk plaats. Het bijna driejarig dochtertje
van W. S., even aan de zorgen harer moeder ont
snapt, was al spelende in den gemeente-put ge
vallen, zonder dat iemand dit tijdig opmerkte. Na
uit het water te zijn gehaald, werden alle pogingen
in het werk gesteld de levensgeesten weder op te
wekken, doch vruchteloosde inmiddels geroepen
geneesheer kon alleen den dood constateeren.
Hoedekenskerke. Bij het hedennacht gewoed
hebbende onweder sloeg de bliksem in het dak van
de schuur bewoond door dhr. Joh. De Schipper,
gelukkig zonder brand te veroorzaken. De schade
bepaalde zich alleen aan een partijtje dakpannen en
eenig houtwerk.
Zaterdagnamiddag brak in den Langen Delft
te Middelburg de verbinding van het voor- en achter
gedeelte van een rijtuig, dat een viertal personen
naar het station bracht. Het achtergedeelte bleef
natuurlgk staan en viel omver, waardoor de passa
giers op elkander vielen zonder zich noemenswaardig
te bezeeren. Het paard holde met het voorstel van
het rijtuig voort, terwijl de koetsier (reeds een man
op leeftijd) van den bok viel of sprong, de teugels
gegeven worden. Hij koos er één uit en het gelukte
hem de kranke tot bewustzijn te brengen, maar toen
kwam ze onder den invloed van de koorts en begon
ze te ijlen. Nu eens zag ze zich, door hare bloed
verwanten verstooten, in den vreemde dwalen en er
was geen Lode wijk de Versay om baar bij te staan.
Dan weder zag ze de Tuileriën en Parijs voor zich.
Feestelijk gedoscht verschenen aan den grooten in
gang van het Louvre, blinkende wachten, diep bui
gende edellieden, schitterende dames zijne majes
teit omarmde haar als ♦onze lieve nicht" maar
eensklaps omgaven haar sombere muren, zwarte
kleederen, bleeke vrouwen, die gebeden mompelden
en koralen zongen en zacht klonk daartusschen eene
lieflijke stem, die te vergeefs fluisterde ♦kom mede
♦Ik moet haar in slaap zien te krijgen", sprak
Scharre angstig in zichzelf; ♦dat houdt haar arm
hoofd niet uit. O kwam de chevalier toch maar
Hg nam een ander fleschje, deed daaruit een vier
tal droppels in een glas water en gaf dit de dame
in. Weldra werd ze kalmer en verviel ze in een
diepen slaap, die haar althans vergetelheid bracht.
De chevalier kwam tegen den morgen met Szlenka
terug. Ontzet hoorde hg aan wat er geschied was,
onderzocht den toestand der zieke en las den brief,
die zooveel onheil gesticht had. Er bleef eene angstige
stilte in de vertrekken heerschen tot in den namid
dag toen de gravin eindelijk ontwaakte.
Wordt vervolgdJ