1894 N°. 77.
Dinsdag 2 Juli,
8Tte jaargang.
zitting te houden
De Overgangs-Examens
FEUILLETON.
Het raadsel van Hildkrghausen.
-osassss,
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmot bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau werden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen by de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam sn verder
by alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
v X
InxfudSag van adverteati?B vóór S uren op den da^ der uits£«ve.
De prjjs der gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets.
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 et.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
De Inspecteur der directe be'astingen, invoerrechten en
acoijnsen te Ilansweerd is voornemens in een der lokalen van
het Raadhuis alhier
op den 5, 6. 7 en 9 J u 1 i a s, telkens van 9 12 en van
14 uren, ten einde aan een ieder inlichtingen te verstrekken
ter invulling der biljett n voor de belasting op bedrijfs- en
andere inkomsten.
Goes, den 30 Juni 1894.
De B 'rgeinef-8ter van Goes,
J G. d. W. HAMER
De Commissie tot onderzoek der redenen van vrijstelling of
uitsluiting, die zij vermeenen te hebbon, welke dit jaar voor de
SCHUTTERIJ
zijn ingeschreven, zal in een der zalen vau het Raadhuis hare j
zitting houde-v op DONDERDAG DEN 12 JULI aanstaande,
des middags te 12 uren, wordende belanghebbenden opgeroepen
voor die Commissi-» te verschijnen, daar zij, die hierin nalatig
blijven, geacht worden geene redenen van vrijstelling te hebben
en zullen worden ingelijfd.
Goes, den 30 Juni 1894.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J G d W. HAMER.
De fd Secretaris,
A A. VAN DELLEN.
der leerlingen van den loopenden cursus aan de Hoogere Bur
gerschool zullen in het openbaar gehouden worden op MAAN
DAG eu DINSDAG 16 eu 17 JULI a. s
Het programma voor de overgangs-exameus, zooals dit is
vastgesteld, luidt a's volgt
Maandag 16 Juli.
Voorbereidingsklasse.
Van 99.40 uren Fransch.
9.4010.20 Nederlandsch.
Eerste klasse.
Van 10.2011 uren Wiskunde.
1111.40 Nederlandsch.
Tweede klasse.
Van 11.40 uren Nat. historie.
1.402.20 Hoogduitsch.
2.20—3 Nederlandsch.
Dinsdag 17 Juli.
Derde klasse.
Van 9—9.40 uren Hoogduitsch.
9.40—10.20 Natuurkunde.
10.2011 Wiskunde.
Vierde klasse.
Zij, die verlangen begiftigd te worden met het
EEK E T li EKEN
voor lar.gdurigen vverkclijkeu dienst bij de SCHUTTERIJ,
wordeu uitgenoodigd, om, met overlegging van eeu staat van
dieu.t, waaruit blijkt, dat zij gedureuda vijftien j areu
en langer voor zich zelven iu werkelijken dienst zijn
gewest en zich aanhoudend onberispelijk hebben gedragen,
voor of uiterlijk op den 1 Augustus eerstkomende, zich aan
te melden ter secretarie van de gemeente.
Goes, den 30 Juni 1894
Burgemeester en "Wethouders vau Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De id. Secretaris,
A. A. VAN DELLEN.
Van 11.40
1.40—2.20
2.20—3
uren Fransch.
En gel sch.
Wiskunde.
De ouders der leerlingen eu andere belangstellenden worden
dringend tot bijwoning van een en auder uitgenoodigd.
Gees, den 2 Juli 1894
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De fd. Secretaris.
A. A. VAN DELLEN.
Naar het Duitsch van A. E. Brachvogel.
28) Vervolg.
Den avond van dienzelfden dag vinden we in den
familiekring van den rechter Hermanngeneraal
Barthelmy en zijne beide adjudanten, Michaux en
Bontarel, die in deze woning waren ingekwartierd.
Hulda herinnerde ziGh den naam van den generaal
nog zeer wel in verband met de vervolging van
Van der Valk en zij gevoelde zich niets op haar
gemak. Hare gasten daarentegen waren in zeer vroo-
lijke stemming en nadat Barthelmy het welzijn van
Hulda en haar moeder gedronken had, vroeg hij aan
Hermann>Is uwe vrouw altijd zoo stil
»Ge moet haar dit niet ten kwade duiden, gene
raal 1 Zij is niet gewoon aan de tegenwoordigheid
van militairen. Zij is de dechter van een burgerlijk
ambtenaar".
>Zoo, zoo. Woont uw vader ook hier?"
»Neen, mjjnheerantwoordde Hulda al9 door
een kwaden geest eensklaps gedreven. »Myn vader
is al negen jaar doodhij was regent te Ingelfingen".
>Te Ingelfingen riep Barthelmy opspringend
en hij keek haar onderzoekend aan. Hoelang zijt
ge reeds gehuwd
Ongeveer zes jaren, generaal".
»Dus waart ge in het jaar 4 nog in Ingelfingen
Het kohier uo. 7 van het
Patentrecht
voor deze gemeente voor het dienstjaar 18931894 is op
hcdcu ter invordering gesteld iu banden van den ontvanger
dier belastingen hiuuen deze gemeeute, zoodat ieder Verplicht
is zijnea aau*lag teu gestelde tijde te voldoen.
Goes, dpu 2 Juli 1894.
De Burgemeester van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
Algemsen Overzicht.
De groote gebeurtenis, die in Frankrijk heeft
plaats gegrepen, en die in de geheele beschaafde
wereld een diepen en pijnlijken indruk heeft ge
maakt, is oorzaak, dat schier alle buitenlandsch
nieuws in de afgeloopen week zich op dat eene
feit heeft geconcentreerd. Alle bladen waren over-
vuld met berichten en beschouwingen over den
moord en den persoon van Carnot, zoodat er weinig
ruimte overbleef ter vermelding van andere ge
beurtenissen.
De rouw, dien de laaghartige moord dan ook,
niet alleen in Frankrijk, maar ook daar buiten
overal heeft gewekt, levert het beste bewijs, hoe
hoog de heer Carnot bij alle regeeringen stond aan
geschreven, wat trouwens geene verwondering kan
baren, waar de eerlijkheid en onpartijdigheid van
den overledene schier spreekwoordelijk waren ge
worden. Tijdens zijn presidentschap heeft Frankrijk
zich schitterend omhoog gewerkt uit den zonder
lingen toestand, waarin het aan het einde van Gróvy's
regeering verkeerde, een toestand, die door de treu
rige Wilson-geschiedenis weinig lichtpunten ople
verde. Indien men daarbij in het oog houdt, dat in
1893 zelfs het Panama-schandaal niet meer in staat
was de republiek ook maar een oogenblik aau te
tasten, dan mag zeker geconstateerd worden, dat
onder Carnot's praesidium die republiek eene groote
vastheid heeft verworven.
Te meer trad dit nog aan het licht jl. Woensdag,
toen de keuze van den nieuwen president moest
plaats hebben. Uitgezonderd een paar zwakke po
gingen der uiterste linkerzijde en d^r socialisten om
eenige stoornis te wekken beeft die keuze onder
volmaakte kalmte plaats gehad en heeft ook, nadat
de beslissing gevallen was, Parys geen oogenblik in
agitatie verkeerd.
De verkiezing van den heer Casimir Périer tot
president der republiek heeft dan ook bij alle kalme
Herinnert ge u dan misschien ook een vreemdeling,
een uitgewekene, die daar zeer geheimzinnig leefde
en plotseling verdween
Hulda kon zich niet langer meer beheerschen en
zonk bleek in haar stoel neder.
»Alle duivelsU weet er moer vanGe weet
genoeg om angstig te moeten zijnMichaux, zend
onmiddellijk naar de wacht. Er moet een piket voor
het huis komen eu alle toegangen moeten door dub
bele posten worden bewaakt. Bontarel, ge zijt mijn
getuige 1"
Generaal!" sprak Hermann bevend, spaar mijn
vreedzaam huis, en althans deze vrouwen. Wij hebben
bovendien allerminst reden ons te verheugen over
wat deze vreemdeling ons heeft aangedaan. Als hij
een politieke misdadiger is, is hij Z8ker onze vriend
niet".
Barthelmy gaf Michaux een wenk, dat hij blijven
kon. »Wat weet ge van hem?"
Hermann en de zijnen, die weinig genegen waren
voor iemand te lijden, op wien ze alle reden meenden
te hebben zeer vertoornd te zijn, waren ras besloten
Barthelmy te vertellen zoowel wat te Ingelfingen
was voorgevallen, als dat de geheimgraaf en zijne
dame in Hildburghausen waren verschenen en in
dezelfde kamers gewoond hadden, die nu de generaal
had betrokken. Alleen uit eerbied voor hun vorst
en uit bezorgdheid voor hun eigen welzijn verzwegen
ze wat er op het carnaval was voorgevallen. De
Franschen zouden toch niet eeuwig blijven en iedere
handeling tegen den vorst zou ernstige gevolgen na
zich slepen. Barthelmy had intusschen met moeite
zyne kalmte bewaard en toon het verhaal tea eindo
naturen een goeden indruk gemaakt en vooral ook
in het buitenland is zij met groote instemming ver
nomen. De heer Périer is 47 jaar oud en de klein
zoon van den bekenden Casimir Périer, den minister
uit den tijd van Louis-Pkilippe. In 1877, dus op
30jarigen leeftijd, werd hij tot lid der Kamer ge
kozen en voegde hij zich bij het linker-centruin
als zoodanig werkte bij mede aan den val van liet
ministerie de Bioglie. Maar hij stemde tegen de ver
banning der kroonpretendenten, waardoor hij bij de
radicalen in kwaden reuk kwam te staan en hij nam
zijn ontslag als kamerlid om te protesteeren tegen
het uitdrijven der prinsen van Orleans uit het leger.
Een maand later kozen zijne kiezers hem echter
opnieuw tot hun afgevaardigde en sedert is hij lid
der Kamer gebleven. Ten tijde, dat Floquet voor
zitter was werd Périer tot onder-voorzitter dor Kamer
benoemd en toen eerstgenoemde door de Panama-
quaestie genoodzaakt werd den presidentshamer neder
te leggen koos de Kamer Périer tot haren voorzitter.
Dit bleef bij tot in December jl. het ministerie-
Dupuy aftrad en Périer met de samenstelling van
een nieuw kabinet werd belast; in het begin der
vorige maand trad bij als minister weder af.
Het is niet kwaad hierbij op te merken, dat Carnot
den heer Périer als zijn opvolger beschouwde. Althans
zoo beweert een broeder van den overleden president.
Volgens dezen zou Sadi Carnot niet voornemens ge
weest zijn zich herkiesbaar te stellen. Hij was de
meening toegedaan, dat de hoogste ambtenaar van
den Staat niet langer dan zeven jaar aan het hoofd
daarvan moest staan. Met het oog daarop moet hij
meermalen over zijn opvolger gesproken hebben en
den heer Périer als zoodanig hebben aangewezen.
Daarom ook beeft Carnot er bij dezen in December
1893 op aangedrongen, dat hij als minister-president
zou optreden en zich met het departement van
Buitenlandsche Zaken belasten. De beer Carnot sprak
bij die gelegenheid tot den heer Périer »De staats
man, die door zijn naam en zjjn gezag is aangewezen
om als mijn opvolger op te treder, zijt gij. Alvorens
echter president der republiek te kunnen worden,
is het noodig, dat ge u eerst op de hoogte stelt van
de regeeringszaken. Als voorzitter der Kamer hebt
gij nog geen gelegenheid gehad om in aanraking te
komen met de buitenlandsche mogendheden. Belast
u daarom eerst met de samenstelling van een Ka
binet en, wanneer gij eenigen tijd minister-president
geweest zijt, zal verder alles terecht komen."
Welk een juisten blik de heer Cirnot ook in doze
quaestie hoeft gehad, blijkt wel het best uit de sym
pathie waarmede allervvege de verkiezing van den
heer Périer tot president der republiek door de
buitenlandsche regeeringen is vernomen.
De nieuwe president aanvaardt derhalve zijn ambt
onder de meest gunstige voorteekenen; maar toch
blijft het eene zware en weinig benijdenswaardige
taak de opvolger van een man als Carnot te zijn.
Groote kalmte en zelfbeheersching zijn onmisbare
vereischten om di9 naar eisch te vervullen, vooral
nu anarchistische woelingen in Frankrijk aan de
orde van den dag zijn, terwijl iedere veroordeeliug
en terdoodbrenging vau een aanhanger dier partij,
den man, die heb recht van gratie heeft, maar daar
van naar zijne meening geen gebruik mag maken,
was, zeide hij
»U hebt derhalve dien Van der Valk, Versay of
Vavell te Ingelfiageu zelf gezien en toen had hij
maar ééne dame bij zich
»Slechts ééne; zij was jong en schoon. Mijn vader
en de gravin vón Berlichingen, vau wie ik sprak,
beweerden boiden, dat zij sprekend een9 Bourbonsche
prinses geleek."
»HinZe hadden ook ern blonden knecht van
middelbaren leeftijd bij zich
Zeker, maar dia heb ik niet zelf gezien."
j>Hier hebt u noch den vreemdeling noch de dame
ontmoet Weet u ook niet waarheen ze getrokken
zijn
Wij weten er niets van, maar ik betwijfel of ze
nog in dit land zjjn."
Behalve den knecht, moet de onbekende toch nog
wel andere bedienden gehad hebben, eene keukenmeid
of eene kamenier voor de dame of eenig ander per
soon, die ze by hun overhaast vertrek hebben achter
gelaten en bij wien ik nadere inlichtingen zou kunnen
inwinnen
»Ik weet alleen, dat hij nog een Bohemer, zekeren
Szlenka, in zijn dienst had. Misschien dat die
Szlenka schreeuwde Barthelmy. »Die man
heette Szlenka, zegt ge? O, voor het noemen van
dien naam ben ik uitermate dankbaar. Ik heb heden
toevallig een graaf" Szlenka ontmoet, ook een Bo
hemer. Als die dezelfde persoon mocht wezen, dan
zullen de vreemdelingen wel niet ver weg zijn.
Michaux, zend dadelijk een ruiter naar Salvetat en
laat ham weten, dat hij onzen graaf" Szlenka streng
bewaken moet, tot wy morgen zelfko uen! Ik dank
zooals dezer dagen op zoo droevige wijze is gebleken,
voortdurend blootstelt aan een verraderlijken aan
slag op zijn leven.
Bovendien mist de heer Périer, builen zijn schuld,
een gpgeven, dat de heer Carnot had, en dat dezen
zoo sterk maakte. Carnot was geen partij-candidaat
toen hij tot president werd gekozen en zelfs kort
voor zijne benoeming dacht schier niemand aan hem
als opvolger van Grévy. De loop der stemming, de
vrees dat Ferry zou gekozen worden, en diens be
danken ten gunste van Carnot waren oorzaak, dat
deze van alle partijen stemmen op zich vereenigde.
Thans echter is bet een ander geval. De heer Périer
is ontegensprekelijk een partij-candidaat en wel van
het meest bezadigde deel van de volksvertegenwoor
diging. Vandaar dan ook, dat de organen der uiterste
linkerzijde den nieuwen president met weinig inge
nomenheid begroeten. Daardoor is de positie van
Périer minder sterk, en waar hij zelf minder neu
traal is op politiek gebied dan zijn voorganger, daar
zal hij misschien nog dikwijls heel wat zelfverloo
chening moeten betrachten om zich te schikken naar
de dikwerf zeer wisselvallige meerderheid der Fran-
sche volksvertegenwoordiging.
Voor het overige buitenlandsche nieuws kunnen
we ditmaal weinig ruimte afzonderen en, zooals reeds
gezegd is, het is ook vrij schaarsch. De Hel^isclie
Senaat heeft de kieswet aangenomen, zoodat deze,
na de bekrachtiging des Kouings, in uitvoering kan
worden gebracht. De Mii^elsche regeering zag de
hoofdpunten harer begrooting met vrij groote meer
derheid aannemen, zoodat ook daar eenige ontspan
ning komt. Op den steun van dan heer Gladstone
kan het ministerie echter niet meer rekenenhij
heeft zijn ontslag genomen als lid van het parlement.
De Italiaaitsciie Kamer eindelijk toonde zich ook
al willig, want zij keurde de financiëele wetten in
haar geheel goed.
GOES, 1 Juli 1894.
Naar aanleiding van het eerst verbreide en
later tegengesproken bericht, dat aandeelhou
ders van De Zeeuw, op een oalangs gehou
den vergadering besloten zouien hebben, dit blad
voortaan in de richting van De Standaard te laten
religeeren, verzoekt men De Standaard mede te
doelen, dat het bericht, wat de zaak aangaat juist,
maar alleen in den vorm niet juist was.
Er stonden metterdaad twee opiniën tegenover
elkander, waarvan de ééne het blad in da richting
van De Nederlander wilde houden en de aadere de
lijn van de Deputaten-vergadering w 1de volgen.
Nu is iu laatstgemelden zin besloten.
(Ons duukt, dat het op de zaak aankomt, meer dan
op den vorm, on waar nu de zaak juist blijkt, kunnen
we haar als afgedaan beschouwen. Red. G. Ct
Het jaarlijksch schoolfeest van wege het
comité tot wering van schoolverzuim zal ditmaal
plaatshebben op Donderdag 12 Juli a. s. Het feest
zal weder bestaan in een tochtje naar Vlissingen.
Niet Zondag 15 doch Zondag 22 Juli zal
L'Orphéon Royal van Brussel alhier een
concert geven.
u wel voor uwe openhartigheid, mijnheer en me
vrouw Luid lachend begaf hy zich naar zijn kamer.
Toen hij weg was, snikte Hulda, die half bewusteloos
was van angst: »0, mijn God! Hermann wat
hebben wij gedaan
Den volgden dag had Barthelmy een gesprek
onder vier oogen met Augereau, waarna ze zich
naar het paleis van den hertog begaven, die hen
met hunne stafofficieren aan een diner had genoodigd,
waaraau ook de jonge kroonprins en velo hofdigni-
tarissen deelnamen. De wijn vloeide in stroomen,
eeu muziekcorps deed zich bij tusschenpoozen hooren
en de eerste toast, die hertog Frederik dronk, gold
den Franschon keizer en zijn roemrijk leger. Auge
reau dankte koel met een dronk op den »doorluch-
tigen gastheer."
Barthelmy, die wel wat meer verwijderd, maar
toch nog dicht genoeg bij den hertog zat om zich
in het gesprek te kunnen mengen, had tot nogtoe
weinig gesproken. Hij at bijna niet, zat voorover
gebogen en loerend aan tafel, en deed denken aan
eene hongerige spin, die in een hoek van zyn web
wacht op de eerste vlieg, die zich zal laten vangen.
»Ik heb mij laten vertellen, Hoogheid" begon Auge
reau op eens een nieuw gesprek, terwijl hij Barthelmy
glimlachend aankoek, »dat zich vóór eenige jaren
hier een vreemdeling met eene dame gevestigd heeft,
die zeer zonderlinge gewoonten had, als een kluizenaar
liefde en elke ontmoeting ontweek, maar toen hij
bemerkte, dat dit niet vol te houden was, weder
even spoorloos verdween. Weet uwe Hoogheid iets
daarvan
Er haerschte plotseling oeai lly>> stilte ei aid