alsmede door den brigadier der rijks-veld wacht te Wageningen. Naar de Zutph. Ct. verneemt, moet de reden, dat er zooveel gewicht aan de Wageningsche brieven wordt gehecht, zijn, dat één er van een grove hate lijkheid aan het adres van den heer Van Löben Seis bevat. De Haagsche correspondent van de Zutph. Crt. had dezer dagen een ontmoeting met iemand, die op Lombok gereisd, en geruimen tijd onder de Sasaks geleefd heeft. Deze zegsman deelde hem o. a. het volgende mede Ik geloof, zeide hij, dos te onpartijdiger te kunnen oordeelen, omdat ik nooit een ambtelijke betrekking heb bekleed en, voor het eerst op Lom bok komende, veel meer op de hand was van de Baliers, omdat ik dacht dat de Sasaks niet alleen onbeschaamd, maar ook lui, onvertrouwbaar en fanatiek waren en door slimme Arabieren voortdurend tegen den Vorst van Mataram werden opgezet. Maar langzamerhand ben ik bekeerd geworden. Zij zijn Mahomedaansch, maar niet fanatiek en zouden niet togen hunne over- beerschers in opstand zijn gekomen, indien de Baliers van hun macht geen schromelijk misbruik hadden gemaakt. Uit den aard der zaak is de ontwikkeling niet groot, maar ik vond tot mijn verbazing schier overal goed gevulde padivelden en ook koffietuinen, terwijl zij het in sommige takken van nijverheid, b. v. in het bakken van potten en het smeden van wapenen, tot een aanmerkelijke hoogte hebben gebracht. Ook wordt er mot vreemden geregeld handel gedreven en steeds heb ik ondervonden, dat zij trouw waren aan het eens gegeven woord. De Baliers haten zij met een grooten haat, maar do Compagnie beschouwen zij als hun vriend, en ongetwijfeld zullen zij als één man zich bij ons aansluiten, als wij hun te hulp komen tegen hun verdrukkers, ofschoon zij zich volstrekt niet voor stellen dat wij, na de Baliers gestraft te hebben, het bestuur van het land aan de Sasaks zullen over laten. »Aan de Compagnie willen wg gehoorzamen, maar aan de Baliers niet," zeggen zg. Reeds sinds twee en een half jaar wordt er tusschen de beide stammen een oorlog op leven en dood gevoerd. Van beide kanten worden verwoestingen op groote schaal aangericht. De Sasaks zijn veel sterker wat het getal betreft, maar de Baliers hebben veel meer bezittingen, meer geweren en ammunitie en versterkte plaatsen van beteekenis. Als de oogst geplant is, komen de Baliers om die te verwoesten. Wel worden zij soms met groot verlies teruggeslagen, maar dan trekken zij verder in hun versterkte plaatsen terug, waaruit de Sasaks hen niet kunnen verdrijven. De (lood van president Cnrnot. De tijding van den moord op den president der Fransche republiek gepleegd heeft in geheel Frank rijk een diepen iudruk teweeggebracht. De bladen van alle richtingen uiten hunne verontwaardiging over de laaghartige daad en roemen als om strijd het karakter, de onpartijdigheid, de tact en het regeeringsbeleid van den heer Carnot. De Kamer en de Senaat kwamen Maandag elk afzonderlijk bijeen, teneinde de officiöele mededeeling van het doodsbe richt uit den mond van hunne voorzitters te ver nemen. Beide vergaderingen waren bijna voltallig en de tribunes in de Kamer waren dicht bezet. Toen de voorzitter binnentrad verhieven allen zich van hunne zetels en staande werd de treurmare aange hoord. Heden komt het congres (Kamer en Senaat in vereenigde zitting) bijeen om een nieuwen presi dent te kiezen. De gematigde republikeinen zullen zich vermoedelijk vereenigen op den heer Casimir Périer, thans voorzitter d^r Kamer, Ide radicalen en de groepen der uiterste linkerzijde op den heer Brisson. Niet slechts in Frankrijk maar in geheel Europa heeft de verraderlijke moord groote verontwaardi ging gewekt. Verschillende vorsten zonden telegram men van rouwbeklag aan mevrouw Carnot en de meeste regieringen droegen hare gezanten te Parijs op hare deelneming aan de Fransche regeering te gaan betuigen. Gelukkig is het in Frankrijk tot nog toe tamelijk rustig gebleven. Te Lyon echter waar de moord plaats had, ontstond groote gisting. Nadat het lijk naar het station was overgebracht om naar Parijs te worden vervoerd, keerde de woede der bevolking zich tegen verschillende woningen, waarin men meende. »Den dood zoeken, Claude? O, neen. Augereau heeft nooit tot die flauwe zielen behoord, die het leven ontvlieden, omdat het te zwaar werd om te dragen. Ik zal mij zeker het allerminst aan het lot mijner dappere kameraden onttrekken, wanneer het ongeluk hen ontmoedigt. Ik zal niet den dood, maar de dood zal mij zoeken en mijn oog zal den val van mijn Keizer niet meer aanschouwen." »Ik moet eerlijk bekennen, dat ik u niet begrjjp." »Hebt ge nooit een voorgevoel van den dood gehad? Heeft nooit iets in uw binnenste u gewaarschuwd voor een somberen tijd, dien ge tegemoet gingt?" Eerlijk gezegd, neen. Voorgevoelens en dergelijke hadden op mij geen vat." »Zijt ge nooit gewond geweest?" »Pen Hemel zij dank tot nutoe niet." »Woes dan overtuigd, dat ge wanneer het uw lot mag zijn op het slagveld te sneuvelen niet sterven zult vóór een onmiskenbaar voorgevoel u gewaarschuwd heeft 1" »Ik ben verbaasd in u een hijgeioovige te ont dekken. Wanneer en boe hebt gij dan zulk eene bijzondere waarschuwing ontvangen »Te Eilau, waar ik gewond werd, gevoelde ik mij zoo gedrukt, alsof eene doffe, eindelooze droefheid zich van mij had meester gemaakt. Nooit te voren j had ik zoo iets ondervonden. Het was mij, alsof er iemand achter mij stond en zeide Augereau, neem u in acht »En ditmaal wéér? Nog vóór ge weet waar en wanneer er slag geleverd zal worden dat Italianen woonden. Enkele werden geplunderd, in een paar werd zelfs de brand gestoken. De kuras siers werden opgeroepen om de orde te herstellen, wat vrij spoedig gelukte. Maandag en Dinsdag her haalden zich deze feiten300 personen werden ge arresteerd. Te Toulon is iemand, die zich ongunstig over den president uitliet, door een matroos gedood. Te Grenoble vormden werklieden eene bende en gingen, met eene vlag voorop en stokken iu de hand, op weg om de Italiaansche werklieden te ver drijven. Zij hieven vijandelijke kreten aan en nood zaakten de winkels te sluiten. De politie en de gendarmerie gingen gewelddadigheden tegen. Eene bende begaf zich naar het Italiaansche consulaat onder den kreetWeg met ItaliëHet wapenbord weid afgerukt en de Italiaansche vlag verscheurd. De prefect kwam toeschieten, maar was niet bij machte de menigte tot bedaren te brengen. Eene compagnie genie-soldaten moest de manifestanten uiteenjagen. De prefect bood den consul veront schuldigingen aan, maar verscheiden werklieden dron gen het consulaat binnen, verbrijzelden beelden en wierpen een portret van koning Humbert het venster uit. Het consulaat wordt door troepen bewaakt, doch de manifestaties duren voort. Cesario, de moordenaar van Carnot, heeft ronduit verklaard anarchist te zijn en een voorstander van de propaganda door de daad. Hg zegt verder, op eigen initiatief te hebben gehandeld en tot geenerlei bende te behooren. De nasporingen van den rechter commissaris leiden echter tot h6t bestaan van een komplot. Te Cette was Cesario iu dienst bij een bakker. Vandaar ging bij over Tarascon naar Lyon, na eerst bij een wapensmid een dolk gekocht te hebben. Zondag heeft de begrafenis van het lijk van don heer Carnot plaats. Het zal in het Panthéon wor den bijgezet. Staten-Generaal. TWEEDE KAMEK. In de zitting van gisteren werden door den voor zitter eenige gevoelvolle woorden gewijd aan de nagedachtenis van Carnot, die allerwege eerbied afdwong en weid de regeering verzocht het leed gevoel der Kamer aan het Fransche gouvernement over te brengen. Minister Roëll beloofde dit en ver klaarde, dat hg zich geheel namens de regeering aansloot bij de hulde, toegebracht aan de hoogvereerde en vlekkelooze nagedachtenis van Carnot. Met 63 tegen 15 stemmen werd de heer Pijnaeker Hoidijk als Kamerlid toegelaten. Aangenomen werden wetsontwerpen tot onteige ning van d°n Sluispolder, tot grens verandering der gemeenten Amersfoort en Leusden en tot verkoop van grond te Katwijk en te Maastricht. Donderdag komen de andere ontwerpen aan de orde en zal eene mededeeling geschieden door den Minister van koloniëa omtrent Lombok. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. In de heden gehouden class, vergadering heb ben de volgende benoemingen plaats gehad Tot sec. lid van het Prov. bestuur is benoemd ds. Hulscher, prei. te Kolijnsplaat. In het class, bestuur zijn herkozen tot scriba en quaestor ds. G. E. Meloen tot lid-ouderling en diens secundus dhrn. P. K. Van Daalen en W. Cense gekozen is tot lid- pred. ds. M. W. Snoeptot. secundus van den scriba en quaestor ds. A. F. C. Pont, en tot secun dus van het lid-pred. Snoep, ds. Ingelse. Om ter stond op te treden zijn gekozen tot secundus van den scriba en quaestor ds. Port; van het lid-pred. Drost, ds. Callenbaeh, en tot secundus van den heer A. Van Daiurne de heer J. Rottier uit Borsele. Men meldt ons uit Scherpenissü Het hoofd der school, de heer L Heijboer, had zich aangemeld als sollicitant naar gelijke betrekking te Middelburg. Algemeen werd dit zeer betreurd, om dat men niet gaarne dhr. H. als hoofd der school alhier zou verliezen. Zoowel het gemeentebestuur als vele particulieren hebben dan ook pogingen aan gewend om dhr. H. op zijn besluit te doen terug komen, en deze pogingen zijn met goeden uitslag bekroond, want hij heeft zijne sollicitatie ingetrok ken. Toen dit jl. Maandag bekend werd, wapperden spoedig tal vau vlaggen uit de huizen, des avonds bracht het muziekgezelschap hem eene serenade en tal van blijken vau erkentelijkheid vielen den heer H. verder ten deel. >0, nog veel beslister en dreigender dan toen. Van' nacht in Coburg kwam het over mij. Gij weet hoe vrcolijk wij van elkander gingen en hoe weinig bezwaard ik toen was. Het voortreffelijke uitzicht onzer dappere troepen had mijn vertrouwen gewekt en ik sliep zwaar, maar rustig. Toen was het op eens alsof eene hand, koud als ijs, zich op mijne borst legde. Ik verschrikte in mijn slaap en eens klaps werd het helder licht oin rag heen. Eene groote vlakte ontrolde zich voor mijne voeten en in het midden daarvan zag ik eene stad mot hare to rens, zoo duidelijk, dat ik haar oogenblikkelijk zou herkennen Rondom die stad woedde de strijd, onze gelederen weifelden. De Keizer galoppeerde voorbij als een wit spook en salueerde. Ik zag u, Claude, even duidelijk als 'nu, aan het hoofd uwer divisie aankomen, mij groeten en als verdrinken in het ver schrikkelijk gewoel van den slag. Op eens aan alle zijden een algemeene vluchtIk schreeuwde, ik wil voorwaaits maar mijne beenon zijn als verlamd. Ik val, diep, peilloos diep en badende in mijn zweet en doodaf ontwaakte ik hedenmorgen. Bij die stad zullen wij onzen laatsten slag leveren en zal ik sneuvelen »Hm!" Barthelmy haalde even do schouders op. »Ik zou alles voor een droom houden, meer niet. Mijno droomen zijn nog nooit uitgekomen. In die groote opeenstapeling van toevalligheden, die men het leven noemt, dat de een tot de hoogste hoogte verheft, den ander in de diepste diepte doet verzin ken, is er niets zekers dan het koele redeneerende Boekaankondiging. Tomdoor W. Ottoverschenen in Stamperius j nieuwe bibliotheek voor de jeugd is een frisch geschre ven kinderboek, zooals er in deze bibliotheek zoo vele voorkomen. De inhoud is zeer onderhoudend, bevat tal van goede lessen voor de jeugd, terwijl de schrijver gelegenheid heeft gevonden ongezocht en in zeer korte trekken de geschiedenis van den Atjeh-oorlog erin te vlechten. Druk en platen zijn als altijd netjes. Ongetwijfeld zal ook dit werkje door de kinderen gretig gelezen worden. Gemengde Berichten. Aanstaanden Vrijdagavond te half negen zal >Euphonia" een volksconcert geven op de Groote Markt in de tent van Volksvermaken." Programma1. L' Agrément, maiscb, Canivez. 2. Blanchette, fantaisiestuk, Tack. 3. Danse hongroise po. 6, Brahms. 4. Fantasie sur »Les dragons de Villars", Maillart. 5. L' Esponent, ouverture, Reich- ardt. 6. Italia, wals, Graziani. 7. Fantaisie sur »Les noces de Figaro, Conturier. 8. La féte triom- phale. Tack. De Belgische Société Anonyme de Construction de Malines heeft als laagste inschrijfster de gunning verkregen van het vervaardigen en opstellen van eene nieuwe perronoverkapping aan het centraal station te Utrecht. Deze Belgische Maatschappij heeft dit werk, wat het opstellen van den kap aangaat, weder uitbesteed aan een Hollandscken aannemer. Het werk vorderde echter zeer langzaam, waardoor de Soc. An. de Construct, de Malines klachten kreeg van de zijde der Staatsspoorwegen. Eindelijk toen bovengenoemde maatschappij zich genoodzaakt achtte om aan de eischen in het bestek opgenomen omtrent oplevering enz. te voldoen, heeft zij den Hollandschen aannemer voor het plaatsen der perronoverkapping doen weten dat zij met haar personeel dan wel het werk zoude uitvoeren. Het werkvolk, reeds ontevreden over de onge regeldheid die plaats had gehad in de uitbetaling der loonen, waaraan echter de werkgever geen schuld had, moest nu opeens vernemen dat het werd afge dankt. Maandagmorgen vroeg hadden dan ook reeds samenscholingen van de ontevredenen plaats, doch men had hen gelukkig buiten het stations-emplace ment weten te houden. Doch ondanks de genomen politiemaatregelen wist omstreeks half twaalf een troep werklieden, waaronder zelfs enkele met hun vrouwen, op het emplacement te komen. De daar aanwezige politiemacht was in het begin niet sterk genoeg om de woeste bezoekers terug te drijven, doch nadat om versterking was getelefoneerd en deze inmiddels was aangekomen, werd, in het begin op zeer zachte wijze, gepoogd tot de ontruiming van het station te geraken. Doch ondanks het zeer kalme optreden van de politie kwam het tot eene korte schurmutseling. Onder woest geschreeuw en getier wilde de menigte doordringen en begon haudtastelgkheden tegen de politie, zoodat deze zich genoodzaakt zag de sabel te trekken en eenige maffin te chargeeren. Na een kort gevecht wist de politie het terrein te doen ontruimen en eenige belhamels te arresteeren, doch niet voordat vele verwondingen waren toegebracht, waaronder twee van ernstigen aard. De Belgische werklieden konden, bevreesd als men was voor hand tastelijkheden, des middags niet naar hun logies, om te eten, waardoor ook deze ontevreden waren. Tegen 7 uur des avonds begonnen de ongeregeld heden weder. De politie moest drie charges maken om de menschen uiteen te drijven. Uit de menigte werd met steenen naar de agenten gewoipen. Na veel moeite gelukte het drie der leiders te arresteeren. De politie trad flink maar bezadigd op en slaagde er in het Stationsplein en de omliggende straten te ontruimen. Om half elf waren de Belgische werk lieden nog op het station in een der lokalen. Een tiental Hollandsche werklieden zijn in verzekerde bewaring genomen. Om elf uur was alles volkomen rustigde toe gangen tot het Stationsplein zijn echter afgezet. Gisteren bleef het tamelijk rustig en ernstige voor vallen hebben niet meer plaatsgehad. Een drama werd in den vroegen morgen van 23 dezer in de nabijheid van Steenwijk afgespeeld. De landbouwer W., te Steenwijkerwold, vierde verstand. Dat moet ons eenig werkelijk richtsnoer zijn, al het andere brengt ons op een dwaalspoor". x-Ook ons hart, Barthelmy Het gevoelige hart met al zjjne waarschuwingen »Haha, dat is juist het ergste! De dwaze aandoe ningen van hot hart brengen juist het hoofd op hol Van al onze dwalingen, al onze mislukte pogingen is alleen dat dwaze, eigenzinnige hart de schuld, dat ons altijd lastig valt, als wij alleen moesten handelen naar do wetten van het verstand". Beiden zwegen als bij onderlinge afspraak en reden somber gestemd naast elkander voort. Hun gesprek was op een onderwerp gekomen, dat bij beiden smar telijke herinneringen wekt9, die zij bang waren on der woorden te brengen, ofschoon ze er tegelijkertijd behoefte aan hadden. x-Claudo" begon Augereau eindelijk met weeko stem. »Hoe gaat het Agnes? De mooie Agnes Daniels, die vroeger kamenier bij prinses Elizabeth was, bij de arme Elisabeth, die men onthoofd heeft. Wij hebben eens Agnes beiden bemind, Claude. Gij waart de gelukkige »Hoe het haar gaat, dat kan de duivel u beter zeggen dan ik. Ik zou de gelukkige geweest zijn, Augereau Dat geluk zou ik u niet toewenschen 1" »Ik wilde u geen pijn doen met daarover te spreken. Maar ik kan mijn aandoening niet overwinnen. Deze laatste veldslag, die ons te wachten staat en dat ik nu na lange jaren u nogmaals mag ontmoeten, dat alles heeft voor mij iets van eene speling van het noodlot. Moeten twee wapenbroeder s, die samen den Vrijdagavond zij 25jarig huwelijksfeest, dat ook werd bggewoond door eenige burgers uit de stad. Gedu rende de feestelijkheid werd de rust buitenshuis telkens gestoord door een drietal jongelieden. Na het einde van het feest begaven zich de stedelingen naar de stad, vergezeld van des landbouwers stief- zoon J. B. Onderweg werden ze door datzelfde drietal gevolgd en geplaagd. Toen J. B. daarna van de stad terugkeerde, werd hg opnieuw aange vallen en verwond, en om zich te verdedigen trok bij een mes, en bracht een der jongelingen, zekeren D., eene wonde toe, waarop de dood onmiddellijk volgde. De dader, die zich in handen der politie bevindt, is een jongman van onbesproken gedrag, en mag men de geruchten gelooven, alleen door zelfverde diging tot deze daad ged wongen. De kleine Raamstraat te 's-Gravenhage, waar in den laatsten tijd herhaaldelijk vechtpartijen voor komen, was Zondagavond het tooneel van de grootste verwarring. Twee sujetten bestookten van een der vele kroegen uit een talrijke politiemacht. Zij wierpen uit de bovenverdieping met alles wat hun voor de hand kwam, potten, dakpanneD, een theeblad, een petroleumtoestel, ja zelfs een half ijzeren ledi kant werd den agenten naar het hoofd geslingerd, zoodat de straat vol lag. De agenten stonden tegenover de kerels machteloos, omdat zij het huis, waarvan de deur gegrendeld was, niet mochten binnenkomen, en de ruziemakeis er wel voor zorgden, dat zg niet op straat kwamen. Tegen hen is door de politie proces-verbaal opge maakt. Daar zg zich in hun woning verschanst houden, kan niet tot hun arrestatie worden over gegaan. De toestand der artilleristen, die jl. Vrijdag door het springen van een projectiel op de batterij Kaaphoofd te Helder levensgevaarlijk werden ge wond en die nu in het hospitaal aldaar worden verpleegd, is naar omstandigheden niet onbevredigend. De amputatie der verminkte lichaamsdeelen heeft met goed gevolg plaats gehad, terwijl tot heden bij geen der drie ongelukkigen wondkoorts is ingetreden. De korporaal Engels is afkomstig uit 's-Graven hage, de milicien Van Nugteren uit Rokanje en de milicien Koster uit Charlois. Hunne naaste familie leden zijn te Helder aangekomen. Het bericht, als zoude de man van de voor ruim twee jaar in haar eigen woning vermoorde vrouw te Nieuweschoot (Fr.) op zijn sterfbed be kend hebben, dat hg de moordenaar was, is geheel verzonnen. De man is zelfs niet ziek geweest, maar nog ge zond als altijd, zoodat van zulk eene bekentenis op zijn sterfbed geen sprake kan zijn. Voor eenige weken schoot te Zutphen een huzaar, oppasser bij den heer v. D., op de dienst bode, Mina J., en kwetste hij haar ernstig, waarna hij zich doodschoot. Het meisje heeft thans geheel hersteld het ziekenhuis verlaten. Men heeft te Hilversum een rijken bedelaar ontdekt in zekeren Vos; toen bij hem in huis onder zoek gedaan werd, werd f 634 aan zilvergeld bij hem gevonden. De bergplaats van dezen spaarpot was een buiten gebruik zijnde wieg. Hg beeft dat aan zienlijk bedrag enkel met bedelen verzameld, maar liet zijne kinderen in de ergste verwaarloozing, haast zonder kleed-ren en voedsel, rondloopen en wist door zijn erbarmelijk voorkomen en dat zijner kinderen het medelijden op te wekken. Hij zal nu zijn besten tijd wel gehad hebben. De politie te Delft beeft proces-verbaal opge- maakt tegen een 17jarig meisje wegens diefstal van f80 ten nadeele van hare tante. Zij had daartoe twee valsehe sleutels laten maken. Voor het geld kocht zij kleedingstukken en tracteerde zij hare vrienden en bekenden, 't Restant verstopte zij en de sleutels borg zij in haars vaders jaszak. Door het kantongerecht te Hilversum is iemand te Bussum veroordeeld tot f7,50 of 3 dagen. De gronden, waarop dit vonnis berust, zijn als volgt vermeldwegens het rijden op den openbaren weg met aangespannen honden zonder dat de honden voor zien zijn van een muilkorf en in staat van dronken schap verkeeren. Een bekend lord heeft in een der hoofdstraten van Londen een fruitwinkel geopend, om door den verkoop van zijn vruchten de mindere opbrengst van zijn landgoed goed te maken. dood tegemoet gaan, niet nog eenmaal samen het verleden voor hun geest terugroepen, vóór zij met mannenmoed de toekomst tegentreden Ik heb sedert dien tijd de ellende en den dood in duizenderlei vorm, in de afschuwelijkste gestalten onder de oogen gehad zonder mijne kalmte te verliezen, ik heb mijn gevoel trachten te verdooven door roem, door genot, door trots op mijn rang, maar altgd zonder daarin be vrediging te vinden, want Agnes Daniels kon ik niet vergeten." »Had ik het maar kunnen doenriep Barthelmy. »Dan zou ik nu niet verteren van woede en ergernis. Ik kan niet aan baar denken zonder onuitsprekelgken haat, zonder wilde hartstocht naar vergelding, en helaasik moet altijd aan haar denken." Vriend, ik, dien zij afwees, bewaar met pijnlijke liefdessmart haar beeld in mijn hart en gij, die haar echtgenoot werd, koestert haat tegen haar. Hoe tegenstrijdig." »Gij alleen, Augereau, hebt het recht om over deze zaak met mij te spreken. Slechts met grooten tegenzin praat ik er over. Wanneer toch nog veel duister blijft, zelfs voor u, geloof dan, dat het niet anders kan. Er zijn toch aangelegenheden bij in het spel, die ik zonder mijn woord van trouw aan den Keizer te breken, niet kan aanroeren." Zonder uw woord aan den Keizer te breken Barthelmy knikte. »Gij zult echter toch nog genoeg te hooren krijgen om te begrjjpen hoe »groot" mijn geluk was door het bezit van Agnes." (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 2