alsmede door den brigadier der rijks-veld wacht te
Wageningen.
Naar de Zutph. Ct. verneemt, moet de reden, dat
er zooveel gewicht aan de Wageningsche brieven
wordt gehecht, zijn, dat één er van een grove hate
lijkheid aan het adres van den heer Van Löben
Seis bevat.
De Haagsche correspondent van de Zutph. Crt.
had dezer dagen een ontmoeting met iemand, die
op Lombok gereisd, en geruimen tijd onder de
Sasaks geleefd heeft.
Deze zegsman deelde hem o. a. het volgende
mede
Ik geloof, zeide hij, dos te onpartijdiger te kunnen
oordeelen, omdat ik nooit een ambtelijke betrekking
heb bekleed en, voor het eerst op Lom bok komende,
veel meer op de hand was van de Baliers, omdat
ik dacht dat de Sasaks niet alleen onbeschaamd,
maar ook lui, onvertrouwbaar en fanatiek waren en
door slimme Arabieren voortdurend tegen den Vorst
van Mataram werden opgezet. Maar langzamerhand
ben ik bekeerd geworden. Zij zijn Mahomedaansch,
maar niet fanatiek en zouden niet togen hunne over-
beerschers in opstand zijn gekomen, indien de Baliers
van hun macht geen schromelijk misbruik hadden
gemaakt.
Uit den aard der zaak is de ontwikkeling niet
groot, maar ik vond tot mijn verbazing schier overal
goed gevulde padivelden en ook koffietuinen, terwijl
zij het in sommige takken van nijverheid, b. v. in
het bakken van potten en het smeden van wapenen,
tot een aanmerkelijke hoogte hebben gebracht. Ook
wordt er mot vreemden geregeld handel gedreven
en steeds heb ik ondervonden, dat zij trouw waren
aan het eens gegeven woord.
De Baliers haten zij met een grooten haat, maar
do Compagnie beschouwen zij als hun vriend, en
ongetwijfeld zullen zij als één man zich bij ons
aansluiten, als wij hun te hulp komen tegen hun
verdrukkers, ofschoon zij zich volstrekt niet voor
stellen dat wij, na de Baliers gestraft te hebben,
het bestuur van het land aan de Sasaks zullen over
laten. »Aan de Compagnie willen wg gehoorzamen,
maar aan de Baliers niet," zeggen zg. Reeds sinds
twee en een half jaar wordt er tusschen de beide
stammen een oorlog op leven en dood gevoerd.
Van beide kanten worden verwoestingen op groote
schaal aangericht. De Sasaks zijn veel sterker wat
het getal betreft, maar de Baliers hebben veel meer
bezittingen, meer geweren en ammunitie en versterkte
plaatsen van beteekenis. Als de oogst geplant is,
komen de Baliers om die te verwoesten. Wel worden
zij soms met groot verlies teruggeslagen, maar dan
trekken zij verder in hun versterkte plaatsen terug,
waaruit de Sasaks hen niet kunnen verdrijven.
De (lood van president Cnrnot.
De tijding van den moord op den president der
Fransche republiek gepleegd heeft in geheel Frank
rijk een diepen iudruk teweeggebracht. De bladen
van alle richtingen uiten hunne verontwaardiging
over de laaghartige daad en roemen als om strijd
het karakter, de onpartijdigheid, de tact en het
regeeringsbeleid van den heer Carnot. De Kamer en
de Senaat kwamen Maandag elk afzonderlijk bijeen,
teneinde de officiöele mededeeling van het doodsbe
richt uit den mond van hunne voorzitters te ver
nemen. Beide vergaderingen waren bijna voltallig
en de tribunes in de Kamer waren dicht bezet. Toen
de voorzitter binnentrad verhieven allen zich van
hunne zetels en staande werd de treurmare aange
hoord. Heden komt het congres (Kamer en Senaat
in vereenigde zitting) bijeen om een nieuwen presi
dent te kiezen. De gematigde republikeinen zullen
zich vermoedelijk vereenigen op den heer Casimir
Périer, thans voorzitter d^r Kamer, Ide radicalen en
de groepen der uiterste linkerzijde op den heer Brisson.
Niet slechts in Frankrijk maar in geheel Europa
heeft de verraderlijke moord groote verontwaardi
ging gewekt. Verschillende vorsten zonden telegram
men van rouwbeklag aan mevrouw Carnot en de
meeste regieringen droegen hare gezanten te Parijs
op hare deelneming aan de Fransche regeering te
gaan betuigen.
Gelukkig is het in Frankrijk tot nog toe tamelijk
rustig gebleven. Te Lyon echter waar de moord
plaats had, ontstond groote gisting. Nadat het lijk
naar het station was overgebracht om naar Parijs
te worden vervoerd, keerde de woede der bevolking
zich tegen verschillende woningen, waarin men meende.
»Den dood zoeken, Claude? O, neen. Augereau
heeft nooit tot die flauwe zielen behoord, die het
leven ontvlieden, omdat het te zwaar werd om te
dragen. Ik zal mij zeker het allerminst aan het lot
mijner dappere kameraden onttrekken, wanneer het
ongeluk hen ontmoedigt. Ik zal niet den dood, maar
de dood zal mij zoeken en mijn oog zal den val van
mijn Keizer niet meer aanschouwen."
»Ik moet eerlijk bekennen, dat ik u niet begrjjp."
»Hebt ge nooit een voorgevoel van den dood gehad?
Heeft nooit iets in uw binnenste u gewaarschuwd
voor een somberen tijd, dien ge tegemoet gingt?"
Eerlijk gezegd, neen. Voorgevoelens en dergelijke
hadden op mij geen vat."
»Zijt ge nooit gewond geweest?"
»Pen Hemel zij dank tot nutoe niet."
»Woes dan overtuigd, dat ge wanneer het uw
lot mag zijn op het slagveld te sneuvelen niet
sterven zult vóór een onmiskenbaar voorgevoel u
gewaarschuwd heeft 1"
»Ik ben verbaasd in u een hijgeioovige te ont
dekken. Wanneer en boe hebt gij dan zulk eene
bijzondere waarschuwing ontvangen
»Te Eilau, waar ik gewond werd, gevoelde ik mij
zoo gedrukt, alsof eene doffe, eindelooze droefheid
zich van mij had meester gemaakt. Nooit te voren j
had ik zoo iets ondervonden. Het was mij, alsof er
iemand achter mij stond en zeide Augereau, neem
u in acht
»En ditmaal wéér? Nog vóór ge weet waar en
wanneer er slag geleverd zal worden
dat Italianen woonden. Enkele werden geplunderd,
in een paar werd zelfs de brand gestoken. De kuras
siers werden opgeroepen om de orde te herstellen,
wat vrij spoedig gelukte. Maandag en Dinsdag her
haalden zich deze feiten300 personen werden ge
arresteerd. Te Toulon is iemand, die zich ongunstig
over den president uitliet, door een matroos gedood.
Te Grenoble vormden werklieden eene bende en
gingen, met eene vlag voorop en stokken iu de
hand, op weg om de Italiaansche werklieden te ver
drijven. Zij hieven vijandelijke kreten aan en nood
zaakten de winkels te sluiten. De politie en de
gendarmerie gingen gewelddadigheden tegen. Eene
bende begaf zich naar het Italiaansche consulaat
onder den kreetWeg met ItaliëHet wapenbord
weid afgerukt en de Italiaansche vlag verscheurd.
De prefect kwam toeschieten, maar was niet bij
machte de menigte tot bedaren te brengen. Eene
compagnie genie-soldaten moest de manifestanten
uiteenjagen. De prefect bood den consul veront
schuldigingen aan, maar verscheiden werklieden dron
gen het consulaat binnen, verbrijzelden beelden en
wierpen een portret van koning Humbert het venster
uit. Het consulaat wordt door troepen bewaakt,
doch de manifestaties duren voort.
Cesario, de moordenaar van Carnot, heeft ronduit
verklaard anarchist te zijn en een voorstander van
de propaganda door de daad. Hg zegt verder, op
eigen initiatief te hebben gehandeld en tot geenerlei
bende te behooren. De nasporingen van den rechter
commissaris leiden echter tot h6t bestaan van een
komplot. Te Cette was Cesario iu dienst bij een bakker.
Vandaar ging bij over Tarascon naar Lyon, na eerst
bij een wapensmid een dolk gekocht te hebben.
Zondag heeft de begrafenis van het lijk van don
heer Carnot plaats. Het zal in het Panthéon wor
den bijgezet.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMEK.
In de zitting van gisteren werden door den voor
zitter eenige gevoelvolle woorden gewijd aan de
nagedachtenis van Carnot, die allerwege eerbied
afdwong en weid de regeering verzocht het leed
gevoel der Kamer aan het Fransche gouvernement
over te brengen. Minister Roëll beloofde dit en ver
klaarde, dat hg zich geheel namens de regeering
aansloot bij de hulde, toegebracht aan de hoogvereerde
en vlekkelooze nagedachtenis van Carnot.
Met 63 tegen 15 stemmen werd de heer Pijnaeker
Hoidijk als Kamerlid toegelaten.
Aangenomen werden wetsontwerpen tot onteige
ning van d°n Sluispolder, tot grens verandering der
gemeenten Amersfoort en Leusden en tot verkoop
van grond te Katwijk en te Maastricht.
Donderdag komen de andere ontwerpen aan de
orde en zal eene mededeeling geschieden door den
Minister van koloniëa omtrent Lombok.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
In de heden gehouden class, vergadering heb
ben de volgende benoemingen plaats gehad
Tot sec. lid van het Prov. bestuur is benoemd
ds. Hulscher, prei. te Kolijnsplaat. In het class,
bestuur zijn herkozen tot scriba en quaestor ds. G.
E. Meloen tot lid-ouderling en diens secundus dhrn.
P. K. Van Daalen en W. Cense gekozen is tot lid-
pred. ds. M. W. Snoeptot. secundus van den
scriba en quaestor ds. A. F. C. Pont, en tot secun
dus van het lid-pred. Snoep, ds. Ingelse. Om ter
stond op te treden zijn gekozen tot secundus van
den scriba en quaestor ds. Port; van het lid-pred.
Drost, ds. Callenbaeh, en tot secundus van den
heer A. Van Daiurne de heer J. Rottier uit Borsele.
Men meldt ons uit Scherpenissü Het
hoofd der school, de heer L Heijboer, had zich
aangemeld als sollicitant naar gelijke betrekking te
Middelburg. Algemeen werd dit zeer betreurd, om
dat men niet gaarne dhr. H. als hoofd der school
alhier zou verliezen. Zoowel het gemeentebestuur
als vele particulieren hebben dan ook pogingen aan
gewend om dhr. H. op zijn besluit te doen terug
komen, en deze pogingen zijn met goeden uitslag
bekroond, want hij heeft zijne sollicitatie ingetrok
ken. Toen dit jl. Maandag bekend werd, wapperden
spoedig tal vau vlaggen uit de huizen, des avonds
bracht het muziekgezelschap hem eene serenade en
tal van blijken vau erkentelijkheid vielen den heer
H. verder ten deel.
>0, nog veel beslister en dreigender dan toen.
Van' nacht in Coburg kwam het over mij. Gij weet
hoe vrcolijk wij van elkander gingen en hoe weinig
bezwaard ik toen was. Het voortreffelijke uitzicht
onzer dappere troepen had mijn vertrouwen gewekt
en ik sliep zwaar, maar rustig. Toen was het op
eens alsof eene hand, koud als ijs, zich op mijne
borst legde. Ik verschrikte in mijn slaap en eens
klaps werd het helder licht oin rag heen. Eene
groote vlakte ontrolde zich voor mijne voeten en in
het midden daarvan zag ik eene stad mot hare to
rens, zoo duidelijk, dat ik haar oogenblikkelijk zou
herkennen Rondom die stad woedde de strijd, onze
gelederen weifelden. De Keizer galoppeerde voorbij
als een wit spook en salueerde. Ik zag u, Claude,
even duidelijk als 'nu, aan het hoofd uwer divisie
aankomen, mij groeten en als verdrinken in het ver
schrikkelijk gewoel van den slag. Op eens aan alle
zijden een algemeene vluchtIk schreeuwde, ik wil
voorwaaits maar mijne beenon zijn als verlamd.
Ik val, diep, peilloos diep en badende in mijn
zweet en doodaf ontwaakte ik hedenmorgen. Bij
die stad zullen wij onzen laatsten slag leveren en
zal ik sneuvelen
»Hm!" Barthelmy haalde even do schouders
op. »Ik zou alles voor een droom houden, meer niet.
Mijno droomen zijn nog nooit uitgekomen. In die
groote opeenstapeling van toevalligheden, die men
het leven noemt, dat de een tot de hoogste hoogte
verheft, den ander in de diepste diepte doet verzin
ken, is er niets zekers dan het koele redeneerende
Boekaankondiging.
Tomdoor W. Ottoverschenen in Stamperius
j nieuwe bibliotheek voor de jeugd is een frisch geschre
ven kinderboek, zooals er in deze bibliotheek zoo
vele voorkomen. De inhoud is zeer onderhoudend,
bevat tal van goede lessen voor de jeugd, terwijl
de schrijver gelegenheid heeft gevonden ongezocht
en in zeer korte trekken de geschiedenis van den
Atjeh-oorlog erin te vlechten. Druk en platen zijn
als altijd netjes. Ongetwijfeld zal ook dit werkje
door de kinderen gretig gelezen worden.
Gemengde Berichten.
Aanstaanden Vrijdagavond te half negen zal
>Euphonia" een volksconcert geven op de Groote
Markt in de tent van Volksvermaken."
Programma1. L' Agrément, maiscb, Canivez.
2. Blanchette, fantaisiestuk, Tack. 3. Danse hongroise
po. 6, Brahms. 4. Fantasie sur »Les dragons de
Villars", Maillart. 5. L' Esponent, ouverture, Reich-
ardt. 6. Italia, wals, Graziani. 7. Fantaisie sur
»Les noces de Figaro, Conturier. 8. La féte triom-
phale. Tack.
De Belgische Société Anonyme de Construction
de Malines heeft als laagste inschrijfster de gunning
verkregen van het vervaardigen en opstellen van
eene nieuwe perronoverkapping aan het centraal
station te Utrecht.
Deze Belgische Maatschappij heeft dit werk, wat
het opstellen van den kap aangaat, weder uitbesteed
aan een Hollandscken aannemer.
Het werk vorderde echter zeer langzaam, waardoor
de Soc. An. de Construct, de Malines klachten kreeg
van de zijde der Staatsspoorwegen.
Eindelijk toen bovengenoemde maatschappij zich
genoodzaakt achtte om aan de eischen in het bestek
opgenomen omtrent oplevering enz. te voldoen, heeft
zij den Hollandschen aannemer voor het plaatsen
der perronoverkapping doen weten dat zij met haar
personeel dan wel het werk zoude uitvoeren.
Het werkvolk, reeds ontevreden over de onge
regeldheid die plaats had gehad in de uitbetaling
der loonen, waaraan echter de werkgever geen schuld
had, moest nu opeens vernemen dat het werd afge
dankt. Maandagmorgen vroeg hadden dan ook reeds
samenscholingen van de ontevredenen plaats, doch
men had hen gelukkig buiten het stations-emplace
ment weten te houden. Doch ondanks de genomen
politiemaatregelen wist omstreeks half twaalf een
troep werklieden, waaronder zelfs enkele met hun
vrouwen, op het emplacement te komen. De daar
aanwezige politiemacht was in het begin niet sterk
genoeg om de woeste bezoekers terug te drijven,
doch nadat om versterking was getelefoneerd en deze
inmiddels was aangekomen, werd, in het begin op
zeer zachte wijze, gepoogd tot de ontruiming van
het station te geraken.
Doch ondanks het zeer kalme optreden van de
politie kwam het tot eene korte schurmutseling.
Onder woest geschreeuw en getier wilde de menigte
doordringen en begon haudtastelgkheden tegen de
politie, zoodat deze zich genoodzaakt zag de sabel
te trekken en eenige maffin te chargeeren. Na een
kort gevecht wist de politie het terrein te doen
ontruimen en eenige belhamels te arresteeren, doch
niet voordat vele verwondingen waren toegebracht,
waaronder twee van ernstigen aard. De Belgische
werklieden konden, bevreesd als men was voor hand
tastelijkheden, des middags niet naar hun logies, om
te eten, waardoor ook deze ontevreden waren.
Tegen 7 uur des avonds begonnen de ongeregeld
heden weder. De politie moest drie charges maken
om de menschen uiteen te drijven. Uit de menigte
werd met steenen naar de agenten gewoipen.
Na veel moeite gelukte het drie der leiders te
arresteeren.
De politie trad flink maar bezadigd op en slaagde
er in het Stationsplein en de omliggende straten te
ontruimen. Om half elf waren de Belgische werk
lieden nog op het station in een der lokalen. Een
tiental Hollandsche werklieden zijn in verzekerde
bewaring genomen.
Om elf uur was alles volkomen rustigde toe
gangen tot het Stationsplein zijn echter afgezet.
Gisteren bleef het tamelijk rustig en ernstige voor
vallen hebben niet meer plaatsgehad.
Een drama werd in den vroegen morgen van
23 dezer in de nabijheid van Steenwijk afgespeeld.
De landbouwer W., te Steenwijkerwold, vierde
verstand. Dat moet ons eenig werkelijk richtsnoer
zijn, al het andere brengt ons op een dwaalspoor".
x-Ook ons hart, Barthelmy Het gevoelige hart
met al zjjne waarschuwingen
»Haha, dat is juist het ergste! De dwaze aandoe
ningen van hot hart brengen juist het hoofd op hol
Van al onze dwalingen, al onze mislukte pogingen
is alleen dat dwaze, eigenzinnige hart de schuld, dat
ons altijd lastig valt, als wij alleen moesten handelen
naar do wetten van het verstand".
Beiden zwegen als bij onderlinge afspraak en reden
somber gestemd naast elkander voort. Hun gesprek
was op een onderwerp gekomen, dat bij beiden smar
telijke herinneringen wekt9, die zij bang waren on
der woorden te brengen, ofschoon ze er tegelijkertijd
behoefte aan hadden.
x-Claudo" begon Augereau eindelijk met weeko
stem. »Hoe gaat het Agnes? De mooie Agnes Daniels,
die vroeger kamenier bij prinses Elizabeth was, bij
de arme Elisabeth, die men onthoofd heeft. Wij
hebben eens Agnes beiden bemind, Claude. Gij waart
de gelukkige
»Hoe het haar gaat, dat kan de duivel u beter
zeggen dan ik. Ik zou de gelukkige geweest zijn,
Augereau Dat geluk zou ik u niet toewenschen 1"
»Ik wilde u geen pijn doen met daarover te spreken.
Maar ik kan mijn aandoening niet overwinnen. Deze
laatste veldslag, die ons te wachten staat en dat ik
nu na lange jaren u nogmaals mag ontmoeten, dat
alles heeft voor mij iets van eene speling van het
noodlot. Moeten twee wapenbroeder s, die samen den
Vrijdagavond zij 25jarig huwelijksfeest, dat ook werd
bggewoond door eenige burgers uit de stad. Gedu
rende de feestelijkheid werd de rust buitenshuis
telkens gestoord door een drietal jongelieden. Na
het einde van het feest begaven zich de stedelingen
naar de stad, vergezeld van des landbouwers stief-
zoon J. B. Onderweg werden ze door datzelfde
drietal gevolgd en geplaagd. Toen J. B. daarna
van de stad terugkeerde, werd hg opnieuw aange
vallen en verwond, en om zich te verdedigen trok
bij een mes, en bracht een der jongelingen, zekeren
D., eene wonde toe, waarop de dood onmiddellijk
volgde.
De dader, die zich in handen der politie bevindt,
is een jongman van onbesproken gedrag, en mag
men de geruchten gelooven, alleen door zelfverde
diging tot deze daad ged wongen.
De kleine Raamstraat te 's-Gravenhage, waar
in den laatsten tijd herhaaldelijk vechtpartijen voor
komen, was Zondagavond het tooneel van de grootste
verwarring. Twee sujetten bestookten van een der
vele kroegen uit een talrijke politiemacht. Zij wierpen
uit de bovenverdieping met alles wat hun voor de
hand kwam, potten, dakpanneD, een theeblad, een
petroleumtoestel, ja zelfs een half ijzeren ledi
kant werd den agenten naar het hoofd geslingerd,
zoodat de straat vol lag.
De agenten stonden tegenover de kerels machteloos,
omdat zij het huis, waarvan de deur gegrendeld
was, niet mochten binnenkomen, en de ruziemakeis
er wel voor zorgden, dat zg niet op straat kwamen.
Tegen hen is door de politie proces-verbaal opge
maakt. Daar zg zich in hun woning verschanst
houden, kan niet tot hun arrestatie worden over
gegaan.
De toestand der artilleristen, die jl. Vrijdag
door het springen van een projectiel op de batterij
Kaaphoofd te Helder levensgevaarlijk werden ge
wond en die nu in het hospitaal aldaar worden
verpleegd, is naar omstandigheden niet onbevredigend.
De amputatie der verminkte lichaamsdeelen heeft
met goed gevolg plaats gehad, terwijl tot heden bij
geen der drie ongelukkigen wondkoorts is ingetreden.
De korporaal Engels is afkomstig uit 's-Graven
hage, de milicien Van Nugteren uit Rokanje en de
milicien Koster uit Charlois. Hunne naaste familie
leden zijn te Helder aangekomen.
Het bericht, als zoude de man van de voor
ruim twee jaar in haar eigen woning vermoorde
vrouw te Nieuweschoot (Fr.) op zijn sterfbed be
kend hebben, dat hg de moordenaar was, is geheel
verzonnen.
De man is zelfs niet ziek geweest, maar nog ge
zond als altijd, zoodat van zulk eene bekentenis op
zijn sterfbed geen sprake kan zijn.
Voor eenige weken schoot te Zutphen een
huzaar, oppasser bij den heer v. D., op de dienst
bode, Mina J., en kwetste hij haar ernstig, waarna
hij zich doodschoot. Het meisje heeft thans geheel
hersteld het ziekenhuis verlaten.
Men heeft te Hilversum een rijken bedelaar
ontdekt in zekeren Vos; toen bij hem in huis onder
zoek gedaan werd, werd f 634 aan zilvergeld bij hem
gevonden. De bergplaats van dezen spaarpot was
een buiten gebruik zijnde wieg. Hg beeft dat aan
zienlijk bedrag enkel met bedelen verzameld, maar
liet zijne kinderen in de ergste verwaarloozing, haast
zonder kleed-ren en voedsel, rondloopen en wist door
zijn erbarmelijk voorkomen en dat zijner kinderen
het medelijden op te wekken. Hij zal nu zijn besten
tijd wel gehad hebben.
De politie te Delft beeft proces-verbaal opge-
maakt tegen een 17jarig meisje wegens diefstal van
f80 ten nadeele van hare tante. Zij had daartoe
twee valsehe sleutels laten maken. Voor het geld
kocht zij kleedingstukken en tracteerde zij hare
vrienden en bekenden, 't Restant verstopte zij en
de sleutels borg zij in haars vaders jaszak.
Door het kantongerecht te Hilversum is iemand
te Bussum veroordeeld tot f7,50 of 3 dagen. De
gronden, waarop dit vonnis berust, zijn als volgt
vermeldwegens het rijden op den openbaren weg
met aangespannen honden zonder dat de honden voor
zien zijn van een muilkorf en in staat van dronken
schap verkeeren.
Een bekend lord heeft in een der hoofdstraten
van Londen een fruitwinkel geopend, om door den
verkoop van zijn vruchten de mindere opbrengst
van zijn landgoed goed te maken.
dood tegemoet gaan, niet nog eenmaal samen het
verleden voor hun geest terugroepen, vóór zij met
mannenmoed de toekomst tegentreden Ik heb sedert
dien tijd de ellende en den dood in duizenderlei vorm,
in de afschuwelijkste gestalten onder de oogen gehad
zonder mijne kalmte te verliezen, ik heb mijn gevoel
trachten te verdooven door roem, door genot, door
trots op mijn rang, maar altgd zonder daarin be
vrediging te vinden, want Agnes Daniels kon ik niet
vergeten."
»Had ik het maar kunnen doenriep Barthelmy.
»Dan zou ik nu niet verteren van woede en ergernis.
Ik kan niet aan baar denken zonder onuitsprekelgken
haat, zonder wilde hartstocht naar vergelding, en
helaasik moet altijd aan haar denken."
Vriend, ik, dien zij afwees, bewaar met pijnlijke
liefdessmart haar beeld in mijn hart en gij, die haar
echtgenoot werd, koestert haat tegen haar. Hoe
tegenstrijdig."
»Gij alleen, Augereau, hebt het recht om over
deze zaak met mij te spreken. Slechts met grooten
tegenzin praat ik er over. Wanneer toch nog veel
duister blijft, zelfs voor u, geloof dan, dat het niet
anders kan. Er zijn toch aangelegenheden bij in het
spel, die ik zonder mijn woord van trouw aan den
Keizer te breken, niet kan aanroeren."
Zonder uw woord aan den Keizer te breken
Barthelmy knikte. »Gij zult echter toch nog genoeg
te hooren krijgen om te begrjjpen hoe »groot" mijn
geluk was door het bezit van Agnes."
(Wordt vervolgd