1894 N". 73. Zaterdag 23 Juni. SI'"" jaargan Bij dit norumer beliooi't een bijvoegsel. Brieven uit de Ganzestad. FEUILLETON. Het raadsel van Hildburghausen. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiön voer dit blad aangenomen bjj de hoeren Nijgh Van Ditma» te Rotterdam on verder bij alle Boekverkoopers en Brieven gaai ders. ünseadlngf van advertentlen vóoy 3 aren «p den dag der uitgave De prjjs der gewone advertentiön is van 1-5 regels 50 cent, eiken regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 rogels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om eu vermelding van liefdegaven 5 cent per Aan LIV. den lieer afgevaardigde uit de Magdalenastraat, lid van den gemeenteraad van Ganzestad. EddAchtbare Heer In deze weinig zomerscbe dagen van zomermaand de gave te bezitten zijn medemenscb warm te maken is een voorrecht, dat zoo luttel personen deelachtig zijn, dat ik li9t op mijne beurt een onuitsprekelijk groot voorrecht acht u, die in da laatste dagen ge toond hebt die prijzenswaardige eigenschap wel te bezitten, daarvoor mijne warme, zij het dan ook vermoedelijk niet: verwarmende, hulde te brengen. Want waarljjk ge hebt mij een weinig warm gemaakt door uw optreden in de antirevolutionaire kiesvereeniging »Voor Nederland en Oranje" alhier, zoowel als door uwe interpellatie,*, als ik het door u gesprokene dien naam mag geven, in de jongste zitting van den Raad. Ge begrijpt vermoedelijk wol, edelachtbare Heer waarop ik hierbij doel. Ik heb in de eerste plaats het oog op wat door u gesproken is in de vergade ring uwer kiesvereeniging van Maandag 12 dezer. Aan de hand van het desbetreffend verslag in de Zeeuwde eenige bron, waaruit ik mijne gegevens kan putten, maar tevens eene bron, welker onfeil baarheid door u wel niet zal gewraakt worden, breng ik in herinnering, dat door u op die vergadering is opgemerkt, dat in de meeting, welke voor de jongste raadsverkiezing is gehouden, gezegd is»dat de antir. raadsleden sommige niet altijd aangename verrassingen hebben bezorgd aan de liberale partij". Gg deedt toen de vraag »of de burgerij met deze verrassingen niet goed is geweest". Zij betreffen namelijk de benoeming van den beer v. d. Wart tot leeraar aan de hoogere burgerschool en de be noeming van dien b9er en ds. v. Griethuysen in de commissie van toezicht op het lager onderwijs en gij voegdet daaraan toe»de heer v. d. Wart had trouwens beide malen op de voordracht gestaan." Aannemende, dat het aangehaalde werkelijk uwe bewering in de kiesvereeniging weörgeeft, durf ik het wagen u, nu we er zoo met ons beiden onder vier oogen over praten, zoo gemoedelijkjes en zoet- sappigjes weg, zooals wij beiden dat gewoon zijn, op eene onjuistheid en eene nalatigheid te wijzen. Immers, om eens van achteraf te beginnen, »dat de heer V. d. Wart beide malen op de voordracht heeft gestaan" kan niet juist zijn, want, vergis ik mij niet, dan geschiedt de benoeming tot lid der com missie van toezicht op het lager onderwijs uit eene aanbeveling en niet uit eene voordracht. Verkeer ik te dien opzichte echter in dwaling on u, die beter op de hoogte zijt van wat »des gemeenteraads" is, zult dit wel weten, dan zou de benoeming van ds. Van Griethuysen, die niet op eene voordracht voorkwam, van u en uwe partijgenooten eene on wettige daad zijn geweest. Hieruit blijkt de onjuist heid, waarop ik u wijzen wilde. Wat nu betreft de vraag of de burgerij met deze verrassingen" niet goed is geweest, ik zou die met Naar het Duitsch van A. E. Brachvogel. 22) In de pastorie had het zonderlinge gedrag van den graaf veel ontstemming teweeg gebracht. De meid was schreiende met den versmaden bloemruiker teruggekeerd, had het antwoord van den vreemden graat" overgebracht en hem zelf niet. juist met de zachtste kleuren geschilderd. Mevrouw Wunster was dan ook tot in het diepste van haar hart gekwetst. Toen haar man uit de kerk thuis kwam, had hij al zijn© overredingskracht noodig om haar kalmer te stemmen, wat hem eerst gelukte toen hij er haar op had gewezen, dat ongetwijfeld de vreemdeling onder groot leed gebukt ging, misschien in voort durende vrees verkeerde voor zijn eigen leven en dat zijner gezellin en dat onder zulke omstandig heden iemand allicht woorden spreekt en daden ver richt, die hem niet te zwaar mogen worden aan- eene wedervraag willen beantwoorden, nl. dezeof u werkelijk gelooft, dat de burgerij" zich om die benoemingen van leden van de schoolcommissie" erg veel bekommert Maar bovendien is hot hier niet de quaestie of de burgerij met die benoemingen »goed" is geweest, maar of de benoemden beter zijn dan wie met hen, en in do eerste plaats, waren aanbevolen. Ik wensch mij te onthouden van iets te zeggen ten radeele van de door u genoemde heerende heer Van der Wart voldoet, naar ik hoor, als leeraar aan de H. B. S. uitstekend, terwijl het natuuilijk geen betoog behoeft, dat iemand als ds. Van Griet huysen een uitnemend lid eener schoolcommissie kan zijn. Maar is daarraeó uitgemaakt, dat de eerst aan- bevolenen niet »good" zouden geweest zijn? Want daarop toch komt het aan. Welnu ik schroom niet. als mijne meening te kennen te geven, dat b. v. wat de benoeming van dhr. Van der Wart tot lid der comm. van toezicht op het lager onderwijs betreft, het nog zal moeten blijken of de voorkeur door u en de uwen aan een jongmenscb gegeven boven den man, die no. 1 op de aanbeveling stond en die in ervaring en algemeene ontwikkeling buiten kijf boo- ger staat dan de benoemde, nu juist beter voor het onderwijs is. En, wanneer men een in de tweede plaats of in het geheel niet aaubevolene kiest boven den door de betrokken commission eerst aanbevolene, dan is dit alleen te verdedigen, wanneer men van de meerdere voortreffelijkheid en geschiktheid van den persoon voor de zaak die het geldt overtuigd is. Of ge dit in het onderhavige geval zijt, laat ik aan u ter beslissing over. Mocht ik 'mij echter vermeten u een raad te geven, dan zou het deze zijnverhef u in openbare ver gaderingen niet op de voortreffelijkheid van door u gekozen personen, want ge kwetst daardoor anderen, die niet in de gelegenheid zijn te bewijzen, dat gij ongelijk kondt hebben, terwijl go slechts ongewenschte persoonsbespreking uitlokt. Ik moet u ook nog even op eene nalatigheid wij zen, nl.dat g9 onder de verrassingen", waarvan ge gewaagt, niet opsomdet de poging in September jl. gewaagd, om de gemeente met een nieuwen wet houder te verrassen. Trouwens, al ware het noodig geweest, volledigheidshalve ook deze verrassing te vermelden, ik wil u daarover niet hard vallen, om dat ik vernam dat u kort daarna spijt" badt van uwe medewerking aan deze poging om iemand uit te stooten, met wien »de burgerij goed was" en wiens val zij waarschijnlijk niet »goed" zou hebben opgenomen. Ik kom nu tot hot tweede punt, dat ik met u wensch te bespreken, namelijk uwe opmerkingen in de jongste raadszitting over bet beleid van den bur gemeester, in zake het toestaan van muziekuitvoe ringen op Zondag, zoowel op de openbare straat als in den tuin der sociëteit. U hebt, Edelachtbare Heerbeweerd, dat voor dergelijke uitvoeringen weinig sympathie bestaat bij onze ingezetenen, en als bewijs daarvoor hebt g9 aangevoerd, dat er zoo weinig gevlagd was ter eere der Belgische be zoekers. Inderdaad was er weinig »g9wapper" op te merken, maar mag ik vragen of ge dit op Zondag door eigen waarneming zijt te weten gekomen Ik kan dit natuurlijk niet aannemen, want het tellen van vlaggen, ook al is het aantal luttel, is geen Zoudagheiligende bezigheid. Nog was de predikant bezig zijne vrouw te kal- meeren toen de brief met verontschuldigingen van den graaf hem werd overhandigd. »Zie" sprak hg dadelijk, »bij komt tot ons. Laat dit de beste ge noegdoening voor li zijn." Maar plotseling zweeg hij, bekeek aandachtig hot lakstempe! en mompelde »Drie leliën!" Toen opende hij den brief zonder het zegel te beschadigen en las Geachte HeerHet is geene schande zich over zijn ongelijk te schamen en ik beken, dat ik groote spijt gevoel over mijne handelwijze tegenover uwe echtgenoote. Ik zal niet trachten die te rechtvaar digen, maar het smartelijk gevoel uwe vriendschap te moeten verliezen, die voor mij in mijn toestand van zoo groote waarde was, drijft er mij toe, ten minste van mijne handelwijze eene verklaring te geven. Ik ontving hedenmorgen vertrouwbare be richten uit Parijs, dat Augereau de troepen die uit Spanje naar Frankenland getrokken zijn over het Thüringerwoud zal voeren ter hulpe van Napoleon. Hunne komst bedreigt mijne veiligheid in hooge mate, en op het oogenblik, dat ik, door zulke ge dachten gepijnigd, zat na te denken over maatregelen te mijner redding, verscheen het meisje met den j ruiker. Niet alleen dat het bouquet voor eene I tweede persoon bestemd was, maar de bloemen zelf brachten mij van streek. Óp dit oogenblik leliën door roode rozen, de zinnebeelden van den bloedigen martelaarsdood, omgeven. En aan. wien gezonden Noem het vrij bijgeloof, maar met het dreigende gevaar voor oogen wordt ieder gemoed ontvankelijk voor voorteekens. Laat dit mijne verontschuldi ging zijn. Dat de berichten uit Parijs overigens waar zijn Bovendien ge weet ook wel, dat onze stadge- nooton niet bijzonder »vlagachtig" zijn, behalve bij b$it(j$j»awone vadeii&udsche feestdagen. Zelfs de on- iar;g-a uier gehouden algemeene vergadering van het rundvee-stamboek (ik bedoel natuurlijk de veree- niging, die zich daarvoor bijzonder interesseert) was niet in staat de vlaggen in grooten getale buiten de woningen te lokken. Dezen maatstaf inoogt ge derhalve niet aanleggen om de sympathie te bepalen van onze bevolking voor eene of andere festiviteit, i Ge vindt een veel zuiverder in het aantal personen, dat bij dergelijke gelegenheden ïich op straat ver- toont, en dan kan ik u de verzekering geven, dat, j niettegenstaande het minder gunstige W6der, hon- j derden menschen zich op de Markt en in de Lange Kerkstraat bewogen, gezwegen nog van de velen, die in de woningen op genoemd plein voor de ven sters hadden post gevat. Zie, mot die honderdtallen bewijs ik juist het tegendeel van wat u met uwe enkele vlaggen hebt willen aantoonen. Toch zoudt. ge willen, dat die honderden zich lieten knellen in hot enge keurslijf uwer gevoelens om trent Zondagsheiliging, en zoudt go wenschen, dat onze burgemeester ons stedeke tot het IJ 1st van het zuiden" maakte. Ge wilt zelfs, dat de vreemde lingen, die onz^ vtste komen bezoeken, daartoe een anderen dag dan den gebruikelijken rustdag zullen kiezen, of dat ze, nu wij ze niet meer weren kunnen door het sluiten der poorter, althans met stille trom en afgemeten tred zich door de stad zullen bewegen. Maar eilievegeachte afgevaardigde uit do Magda- lena-straat, dan komen zulke menschen voortaan ganschelijk niet meer, en wel om tweëerlei reden. In de eerste plaats, omdat ze zich een dag van ge noegen willen scheppen, een dag van vreugde en genot en ontspanning, zooals huu landaard die mede brengt en die kunnen ze kwalijk vinden op de wijze als gij zoudt wenschen. Ia de tweede plaats ziet go géhe i voorbij, dat "de VfeémcTe gasten van 10 Juni jl. voor het meerendeel arbeiders zijn, die in de week hard moeten werken voor hun dagelijksch brood en die op hun eenïgen rustdag in de week zich eenige ontspanning willen verschaffenarbeiders, die geen anderen dag der week daartoe kunnen bestemmen zonder verbeuring van een daggeld, dat zij niet of slechts zeer noode kunnen missen. En nu zoudt gij, edelachtbare beerdie in het openbaar zoo gaarne opkomt voor de belangen, inzonderheid van den arbeidenden stand en van de kleine luyden", dezen werklieden, ai zijn het dan geen landgenooten, dit genot willen ontzeggen? Is dat.uwo liefde en uwe trouwe zorg voor wat lager staat dan gij iu de maatschappij, dat ge hun zoudt misgunnen, wat toe vallig niet in uw smaak valt Ei hunne staudge- nooton in onze naaste omgeving, die voor geld zich geen genot kunnen verschaffen en daarom dubbel blij zijn, dat hun de gelegenheid geschonken wordt gratis eene ontspanning te genieten, zoudt ge al mede door hoogere macht willen dwingen tot eene rust, die geene verkwikking mag heeten, omdat de geest daarin niet deelt? En mede uit hun naam wilt ge alvast decreteeren, dat het meerendeel der burgerij van Ganzestad geene sympathie heeft voor wat muziek op Zondag, terwijl go toch weet, dat alle liberalen en katholieken eene dergelijke ontspanning afentoe gaarne wenschen, niet slechts voor zichzelf maar vooral voor hunne minder bevoorrechte natuurgenooten wordt door gelijkluidende tijdingen uit Hildburg- hauson bevestigd. Augereau was gisternacht reeds in Schleusingen, hij komt op zijn laatst morgen hier langs om naar Coburg te gaan en binnen enkele weken zullen wij hen in het land hebben, die zoo- wel uwe als mijne vijanden zijn Waar we gemeen- I schappelijk in zulk eene gevaar verkeeren, verzoek ik u dringend door den burgemeester en andere in- i vloedrijke personen te willen doen zorgdragen, dat i men in het dorp zoo mogelijk mijne tegenwoordig- beid te dezer plaatse ontkent en waar dit r.iot ge- I heel mogelijk is, mij alleen aanduidt als een zekeren graaf von Szlenka, een zonderling, die niet anders I verlangt dan in eenzaamheid te sterven. Laten de inwoners zich rustig gedragen, vriendelijk zijn tegen- 1 over de vreemde troepen en hun alles geven wat verlangd wordt. Wanneer God ons uit deze beproe- vingjj redt, wanneer ik ontkom aan het lot, dat mijne vijanden reeds sedert tal van jaren voor mij hebben bestemd, dan zal ik rijkelijk de schade i vergoeden, die uwe dorpelingen mochten geleden hebben. De Hemel helpe ons allenDeze brief wordt beleefd teruggevraagd door uw eenzamen vriend." Wunster wendde zich met eon ernstig gelaat naar zijne vrouw, die over zijn schouders heen den brief mede gelezen had. »De Franschen zijn in aantocht en ge zendt aan de gravin leliën en donkerroode rozenIs hem dan zijne handelwijze wel zoo kwa- Ge hebt me een weinig warm gemaakt, edel achtbare heermaar daarover zal ik u niet hard vallen. Ik heb evenwel niet kunnen nalaten aan te toonen, dat gij en uwe medestanders in steeds klim mende mate u verstout der gansche maatschappij de wet te stellen, eene wet, uitsluitend ontworpen naar uwe persoonlijke inzichten. Ik heb erop willen wijzen, hoe gij en de uwen het willen doen voor komen alsof wie anders denkt dan gij, de belangen van land of gemeente niet weet te behartigen. Ik heb willen wijzen op de gevaarlijke taktiek van velen, die zich Christelijk heeten, om de gansche maatschappij te knellen in dien band van het strenge calvinisme, dat geene rekening houdt met toestanden en eischen der moderne samenleving. Ik heb in het eind willen waarschuwen tegen de onjuiste leer, door u en uwe partijgenooten luide verkondigd, dat wat gij belijdt door de meerderheid wordt beleden, dat wat gij wenschelijk acht door de meerderheid wordt gewenscht, dat wat gij verkeerd en onheilig oordeelt door de meerderheid daarvoor wordt gehouden. Ik hoop dat mij dit gelukt is, al weet ik vooraf, dat de zelfgenoegzaamheid in dat opzicht van u en en uwe geestverwanten de pantserplaat is, waarop elk betoog van mij en van gelijkdenkenden als ik, afstuit. Al is dan ook deze brief aan u persoonlijk geadres seerd, hij moge dienen om anderen van den waan te genezen, waarin zij door uwe betoogen allicht zouden kunnen komen te verkeeren. Met verschuldigde gevoelens Uw dw. ADSPIRANT 2. GOES, 22 Juni 1894. A. s. Donderdag 28 Juni zal de Vereeni- ging van burgemeesters on secreta rissen in Zuid- en Noord-Beveland alhier eene buitengewone vergadering houden, waar voor de volgende agenda is vastgesteldOpening. Notulen. Mededeeling. Verkiezing van een lid in het bestuur tengevolge van het overlijden van den heer H. G. Hartman Jz. Nadere bespreking zomer vergadering. Voorkomende zaken. In eene de vorige week te Middelburg gehouden vergadering van aandeelhouders in het antirevolutionair orgaan in deze pro vincie De Zeeuwwelke o. a. werd bijgewoond door onzen afgevaardigde ter Tweede Kamer jhr. mr. A. F. De Savornin Lohman, is besloten, dat in genoemd blad voortaan de politiek van de Kuyperi- aansche fractie der antirevolutionaire partij zal worden voorgestaan Ia sommige bladen was medegedeeld, dat de vervolging tegen den heer G. Van Deth uitging van den officier van Justitie te Arn hem. De Arnh. Ct. bericht, dat zoo deze strafver volging door den officier van Justitie te Middelburg tegen Van Deth mocht worden ingesteld, dit ambts halve door dezen zou geschieden en niet op klacht of aandringen van den officier te Arnhem. lerseke. Bij de gehouden verkiezing voor een gemeenteraadslid kwamen van de 270 kiezers, 214 ter stembus. Er waren 2 blanco biljetten, zoodat de volstrekte meerderheid 107 bedroeg. De heer D. Spruit kreeg 115, de heer J. Molhoek 69, de heer W. Van Oeveren Jr. 26 stemmeD. De heerD. Spruit, candidaat van Burgerplicht", is dus gekozen. lijk te nemen Laten wij onze vergissing trachten goed te maken door trouwe zorg voor het welzijn van dezen man." Hij schreef onder den brief van den graaf: »Niet gij behoeft langer berouw te gevoelen, de schuld ligt veeleer bij ons, genadige heer Ik hoop, dat onze onvrijwillige vergissing geene aanleiding moge worden voor eene scheiding tusschen twee mannen, die in vele opzichten eensdenkend zijn. Uwe wen schen zullen vervuld worden. Uit naam der geheele gemeente dank ik u voor uwe tijdige waarschuwing. Ik zal den koster en eenige anderen op den toren plaatsen en zoodra de vijand komt zullen ze met een witten doek wuiven, opdat wij niet overvallen worden. God bescherme u en ons allen Uw trouwe vriend Wunster." Hij sloot dsn brief van den graaf in een nieuw couvert en adresseerde hem »aan den Hooggeboren heer graaf von Szlenka." De bewoners der pastorie hadden niet veel moeite om de dorpelingen te bewegen aan het verzoek van den vreemdeling, die hun zoovele weldaden had bewezen, te voldoen. Ook zonder verdere aanmaningen was de waarschuwing »de Franschen komen" vol doende om de menschen voorzichtig, stilzwijgend en norsch te maken en weinig geneigd den man te verraden, aan wien zij zich verbonden gevoelden door eerbied, eigenbelang en trouw. (Zie vervolg bijvoegsel.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 1